Radicaal rechts in Europa: wie zijn ze en hoe kunnen ze gestopt worden? PDF Print Email
Geschreven door Maina van der Zwan op dinsdag, 06 september 2011

Op 3 september demonstreerde de gewelddadige English Defense League in Londen en sprak Wilders op een bijeenkomst van 'Die Freiheit' in Berlijn. Die gebeurtenissen staan niet op zich. Door heel Europa zijn rechts-radicale stromingen aan een gevaarlijke opmars bezig. Wat is de samenhang tussen de stromingen – en hoe kunnen ze gestopt worden?

Op zijn persconferentie na de terreurdaden in Noorwegen zei de Nederlandse premier Rutte dat Wilders “niets met de aanslagen te maken had”. “Dit is de daad van een totale idioot.” Maar Breivik heeft zich niet in een vacuüm tot massamoordenaar ontwikkeld. Het afgelopen decennium heeft elk Europees land de doorbraak gezien van nieuwe, agressievere, rechtse formaties, van Lega Nord tot het Vlaams Belang, van UKIP tot Jobbik. Al deze groeperingen staan voor een extreme vorm van neoliberalisme, een terugkeer naar autoritair bestuur en politiestaatmethoden. In de meeste gevallen gebruiken ze islamofobie om hun programma van een breed draagvlak te voorzien, maar ze richten zich soms ook tegen de Roma of in het geval van de Vlaams-nationalisten tegen de Walen. Ze hebben allemaal een racistische en antidemocratische agenda die krachten oproept van buiten de gevestigde instellingen.

Er zijn echter ook belangrijke strategische verschillen. Ten eerste zijn er de klassieke eurofascistische partijen zoals het Front National (FN) in Frankrijk en de British National Party (BNP). Zij verenigen een groep oudere kaderleden die gestaald zijn in de fascistische ideologie, en hebben een verkiezingsstrategie die erop gericht is om plaatselijke bolwerken op te bouwen. Ten tweede zijn er gewelddadige straatbewegingen die fysieke terreur uitoefenen, zoals de English Defence League (EDL) en de georganiseerde knokploegen die we in Rusland en andere Oost-Europese landen zien opkomen. Ten derde zijn er populistische racistische partijen zoals de PVV en de Ware Finnen, die een puur electorale strategie volgen en zich uitdrukkelijk proberen te distantiëren van de fascistische elementen binnen extreem-rechts.

Een modern jasje

De verschillen zijn niet statisch en het is belangrijk om te herkennen hoe deze verschillende stromingen elkaar beïnvloeden en kruisbestuiven. Dat gebeurt zowel op het niveau van individuele als strategische uitwisseling. De opkomst van islamofobie en het electorale succes van partijen zoals de Oostenrijkse FPÖ en de Italiaanse Lega Nord hebben kleinere fascistische groeperingen zelfvertrouwen en politieke ruimte gegeven. Die hebben op hun beurt geleerd van hun populistische broeders en zoeken naar manieren om hun draagvlak te vergroten. Er zijn vanuit die gedeelde ervaringen twee ingrediënten voor succes die vrijwel alle radicaal-rechtse stromingen ondertussen hebben omarmd.

Ten eerste het afschudden van klassieke fascistische symboliek, want pas als ze zich ontdoen van deze belastende bagage kunnen deze formaties uit hun isolement breken. De leider van de BNP Nick Griffin noemt dit het afrekenen met de drie H’s: Hobbyisme, Harde taal en Hitler. Pim Fortuyn was een voorloper van deze trend: openlijk homoseksueel, expliciet pro-Israël en een “noch links, noch rechts”-kandidaat. Zo distantieerde hij zich van het antisemitisme, de homofobie en de extreem-rechtse retoriek van partijen als het FN en de Nederlandse Centrum Democraten. 

Onderdeel van het vervaardigen van een respectabel imago is de verandering in vorm van het hedendaagse racisme. Dat richt zich niet meer voornamelijk op kleur, maar op cultuur. Dit heeft tot verwarring geleid bij antiracisten. Hoewel politici als Wilders en Marine Le Pen (FN) discrimineren op basis van afkomst, komen ze er vooralsnog mee weg door zich voor te doen als onschuldige “religie- en cultuurcritici”.

Het tweede ingrediënt voor succes is het zich agressief afzetten tegen het establishment. Hiermee boren ze een reëel bestaande sociaal-economische onvrede aan en kanaliseren ze deze tegen een gefabriceerde ‘linkse elite’ van ‘landverraders’ die met hun softe cultuurrelativisme ‘onze manier van leven’ verkwanselen aan een ‘vijfde colonne van islamitische barbaren’.

Deze mix van anti-eliteretoriek en islamofobie is een heel gevaarlijke omdat het probeert klassentegenstellingen om te buigen in een oorlog tussen culturen. Dat is waar Wilders in wezen toe oproept. Tegenover de NRC zei hij in 2008: “Bevrijding van de islam is het doel, en wie niet meevecht een laffe “Chamberlain”’. “Je kan intolerantie alleen met intolerantie beantwoorden, het is niet anders, vrienden. Dat is misschien niet prettig, niet politiek correct. Maar als je niet wilt dat je zelf wordt opgegeten, zal je toch de ander moeten opeten.”

Deze ideologische overtuiging leidt onherroepelijk tot gewelddadige conclusies, aangezien het een kwestie van ‘overleven’ is. Breivik is dan ook geen Karst T. (Apeldoorn) of een Tristan van der V. (Alphen), maar een ideologische extremist die de visie van de PVV tot haar praktische consequenties heeft doorgetrokken. Tegenover de rechter verklaarde Breivik dat hij zijn daden had gepleegd om “West-Europa te redden van een overname door moslims”. Hij richtte zijn wapens op de socialistische partij omdat deze schuldig zou zijn aan “verraad aan Noorwegen’ door de ‘massa-import van moslims”. 

Breiviks ideeën liggen dus volledig in lijn met die van Wilders. Het zorgwekkende is niet alleen de opkomst van bewegingen die systematisch haatzaaien tussen bevolkingsgroepen, maar ook dat het establishment de weg bereidt. 

Mede mogelijk gemaakt door de gevestigde partijen

Waar vijftien jaar geleden Janmaat nog werd veroordeeld voor uitspraken als “Eigen volk eerst” en “Wij schaffen, zodra we de mogelijkheid en de macht hebben, de multiculturele samenleving af”, zijn deze onder de Europese leiders ondertussen gemeengoed geworden.

De Franse president Sarkozy zei onlangs: “Wie naar Frankrijk komt, moet accepteren dat er één samenleving is. Wie dat niet aanvaardt, komt niet naar Frankrijk (...) Wij willen geen halal-keuzemogelijkheid in schoolkantines, gebeden buiten moskeeën en sluiers, en nee, zeker geen minaretten.”

De Britse premier Cameron ging zo ver te zeggen dat “staatsmulticulturalisme heeft geleid tot ideologisch extremisme en het kweken van “islamitisch terrorisme van eigen bodem”. De Duitse bondskanselier Merkel was hem al voorgegaan. Vicepremier Verhagen, toch al geen origineel denker, sloot zich hier ook bij aan: “vrees voor de buitenlanders” is volgens hem “terecht”. 

Burgerlijke partijen geven op deze manier een impuls en legitimiteit aan radicaal-rechts. Waarom? Ten eerste omdat dit hen in staat stelt om de ontevredenheid en verontwaardiging over de gevolgen van economische globalisering en hun eigen regeringsbeleid af te wentelen op een zondebok. Baan kwijt? Ingepikt door migranten. Bezuinigingen? Schuld van “de Grieken”. Gevoel van onbehagen? Komt door dat ‘Marokkaanse tuig’.

Ten tweede helpt de omarming van radicaal-rechts gedachtengoed regeringen om steun te verwerven voor een veel meer autoritaire vorm van neoliberalisme. Juist omdat vrijemarktkapitalisme duidelijk niet zoals beloofd ‘méér voor iedereen’ heeft gebracht en we een periode ingaan van groter sociaal verzet, moet er steun worden verworven voor het doorzetten van een extremere variant van hetzelfde afbraakbeleid. De oplossing vinden ze in de politiek die Wilders verdedigt: meer vrijheid voor de markt, aangevuld met de harde hand van de autoriteiten voor een ieder die zich niet schikt naar de dictaten van de staat. Dat is de economische logica achter de maatschappelijke verharding.

Op deze manier verschuift het politieke landschap stap voor stap naar rechts en wordt het taboe van gisteren de norm van vandaag. De verantwoordelijkheid voor het klimaat waarin er Breiviks kunnen opstaan ligt dan ook niet alleen bij Wilders, maar ook bij Rutte, Merkel en Sarkozy. Wilders zet de toon, zij dirigeren het orkest. Een effectieve strategie om radicaal rechts te stoppen verbindt een weerwoord tegen racisme en islamofobie daarom met verzet tegen het crisisbeleid van de gevestigde orde.

Een vuist tegen racisme en fascisme 

Gelukkig wordt de geschiedenis niet gemaakt door Grote Leiders, maar door gewone mensen. En waar die in groten getale voor hun eigen belangen vechten en de kracht van solidariteit herontdekken, vervliegt de wanhoop waar extreemrechts door gevoed wordt. Maar niets verloopt automatisch. Elke crisis kent polarisatie naar rechts en links, en welke pool dominant wordt is altijd een open vraag die wordt beslecht door de politieke krachten aan de grond. 

In Spanje en Griekenland combineren antikapitalisten de strijd tegen de bezuinigingsmaatregelen met succesvolle campagnes tegen fascistische aanvallen op migranten. Afgelopen januari dreven grote demonstraties de fascisten van de straat. Anarchisten blokkeerden extreemrechtse clubhuizen en socialistische activisten joegen Nikolaos Michaloliakos, leider van de fascistische partij Gouden Dageraad, uit de gemeenteraad van Athene.

In Groot-Brittannië heeft een serie van tegenmobilisaties de opbouw van de EDL gedwarsboomd. Elke poging van deze gewelddadige beweging om haar kracht op straat te uiten werd beantwoord met tegenprotest, waarbij buurtcentra, moskeeën en lokale politici werden betrokken. Tot grote frustratie van de EDL werd ook de betoging in Amsterdam oktober vorig jaar, bedoeld als steunbetuiging aan Wilders en lanceermoment voor een “European Defence League”, verstoord door een succesvolle tegenmobilisatie. De Dutch Defence League is de klap nooit te boven gekomen en werd onlangs opgeheven.

In de komende periode zal links meer en meer worden getest in zijn antwoord op de opmars van radicaal-rechts. In plaats van politici als Wilders naar de mond te praten is er een principieel tegenoffensief nodig. De aanslagen in Noorwegen hebben laten zien waar dit gedachtengoed toe leidt. Die waarschuwing moet aangegrepen worden om de opmars in de kiem te smoren. Wie niet wil dat de geschiedenis zich herhaalt, zal van het verleden moeten leren. No pasaran!

Dit artikel verscheen eerder op socialisme.nu

Naar boven