Pierre Le Grève PDF Print Email
Geschreven door Georges Dobbeleer op maandag, 01 januari 2007

Aan de zijde van Ernest Mandel was hij sinds de jaren ’30 actief op politiek, syndicaal en vooral internationaal vlak. Al heel vroeg brak hij met zijn burgerlijke familie. In 1934 vatte hij zijn studies filosofie aan in Brussel en werd hij actief bij de socialistische studenten, die later fusioneerden met de communistische studenten. Al snel zette hij zich af van de draai naar rechts van Stalin ten voordele van de volksfrontpolitiek. Hij ontmoette Georges Vereeken, de organisator van een vakbond van taxibestuurders en één van de trotskistische leiders in België. Hij legt hem de bureaucratische degeneratie van de USSR uit.  De groep van Vereeken rond het blad ‘Contre le courant’ associeerde zich niet met de Vierde Internationale. Hij meende dat de tijd nog niet rijp was.

De oorlog en de naoorlogse periode

Op 10 mei 1940 neemt Pierre Le Grève zijn dienstplicht op, waardoor hij een arrestatie door de Belgische staatsveiligheid kan ontlopen. Nabij Montpellier verlaat hij zijn regiment dat in de Duitse kampen zou eindigen, en vanaf zijn terugkomst in België in de zomer van 1940 herneemt hij zijn militante activiteit. De verspreiding van ‘Contre le courant’ dwingt hem gedurende de hele oorlog in de clandestiniteit te vertoeven. In eerste instantie verwijten de stalinisten dit blad steun te verlenen aan het Angelsaksische imperialisme. Na de invasie van de USSR door de nazis vanaf 22 juni 1941 noemen ze het ‘hitlero-trotskistisch’.

Na de oorlog verenigen de twee trotskistische groepen zich om de Internatinalistische Communistische Partij te vormen, de Belgische afdeling van de IVde Internationale. Pierre wordt lid van het politiek bureau en zal er gedurende 30 jaar actief blijven. Aanvankelijk werkte hij als arbeider in Charlerloi, later als vertegenwoordiger. Uiteindelijk kon hij als filosoof een job vinden als leraar zedenleer in het staatsonderwijs in Brussel.

Vanaf 1951 doen de Belgische trotskisten aan entrisme binnen de socialistische partij. Niet zonder moeilijkheden krijgt ze toegang tot de lokale afdeling Ukkel-Brussel. Als lid van de Vereniging van socialistische leraars heeft hij voldoende overtuigingskracht om er in 1955 een genereus programma voor ‘een eenheidsschool van 12 tot 18 jaar’ te doen aanvaarden die arbeiderskinderen toegang moet verlenen tot een algemene en niet louter professionele vorming. Het ging eigenlijk om de toepassing in het onderwijs van de eisen uit het overgangsprogramma van Trotsky uit 1938. In 1982 werd dit programma aangenomen door een ideologisch congres van de vakbond CGSP-FGTB onderwijs.

congo-l'algerije

In juli 1956 organiseert de BSP een congres om zich uit te spreken over de toekomst van Belgisch Congo. Tegenover een heel gematigd voorstel in weet Pierre de steun van het congres en zelfs van partijvoorzitter Max Buset te verwerven met zijn eis voor onmiddellijke democratische vrijheden voor Congo.

Twee jaar later, op 1 november 1954, begint het FLN een opstand in Algerije. De Belgische publieke opinie, die sterk francofiel blijft, is niet klaar om deze revolutie tegen het Franse kolonialisme te steunen. In 1955 creëert Pierre een ‘comité voor de vrede in Algerije’. Die gematigde naam dekt concrete steunactiviteiten aan de Algerijnse militanten in transit en niet louter propaganda via meetings en publicaties. Het boek ‘Le front du nord’ van J. Doneux en H. Le Paige bracht terecht hulde aan Le Grève en zijn dynamische en effectieve organisatietalent.

Via terroristische middelen proberen de Franse geheime diensten dit soort activiteiten te verhinderen. Op 9 maart 1960 wordt de Algerijnse student Akli Aîssiou vermoord in Brussel. Kort daarna wordt professor Laperches in Luik vermoord door een bombrief. Pierre ontvangt een identieke brief, maar opent hem niet en ontsnapt zo aan de dood. Op dat moment begint de Belgische publieke opinie zich af te keren van het Gaullistische Frankrijk. Op 12 maart 1962 organiseert Pierre een meeting in Brussel met Jean-Paul Sartre, tegen de oorlog in Algerije. Het wordt een enorm succes.

Na de onafhankelijkheid van Algerije neemt hij deel aan een ‘Europese conferentie voor niet-gouvernementele steun aan Algerije’ in Algiers die het land wil helpen uit zijn dramatische situatie. Het Algerijecomité wordt vervolgens getransformeerd tot een ‘comité tegen het neokolonialisme en het fascisme’ en zal vooral linkse militanten in Marokko steunen. Pierre zal ook één van de stichters zijn van het ‘Vietnamcomité’ zijn dat massale betogingen organiseert. Ook voert hij met succes campagne om de uitzetting van de anarchist Abarca naar het Spanje van Franco te verhinderen.

syndicale en politieke strijd

In de onderwijsvakbond was Pierre één van diegenen die tijdens de algemene staking van ’60-’61 in Brussel een leiding die het niet te nauw nam met de democratie, omver wierpen. Vanaf dat moment zouden enkel nog algemene vergaderingen beslissen over de oriëntatie en de actie van de vakbond.

Pierre schreef in zijn boek ‘Souvenirs d’un marxiste anti-stalinien’: “Ik ben altijd voor opgekomen voor een strijdsyndicalisme gericht op een klassenideaal”. Binnen de PS was hij in december 1956 aan de zijde van Ernest Mandel één van de stichters van het weekblad ‘La Gauche’ die poogde de linkerzijde binnen de partij te hergroeperen. Maar in december 1964 sluit het congres van de BSP de redacteurs van dit blad uit. De socialistische linkerzijde slaagt er vervolgens in de ‘Parti wallon des travailleurs’ op te richten in Wallonië en ‘l'Union de la Gauche socialiste’ in Brussel.

In Brussel wordt Pierre in 1965 verkozen als volksvertegenwoordiger via een alliantie van de UGS en de PC. Dat dwingt hem ontslag te nemen als leraar. Het kost hem na zijn mandaat veel moeite om die professionele activiteit opnieuw op te nemen.

In het parlement kwam hij tussen ter verdediging van de rechten van immigranten, van de stakende Limburgse mijnwerkers, tegen de staatsgreep van de Griekse kolonels en tegen de vestiging van de NAVO in België.

Midden de jaren ’70 zet hij een punt achter zijn militante activiteit binnen de Belgische trotskistische organisatie, hoewel hij zijn overtuigingen trouw bleef. Zijn gezondheidstoestand verhinderde hem nog actief te zijn de laatste tijd, maar in het besluit van zijn ‘Souvenirs’ bevestigt hij: “Al lange tijd ben ik marxist, ik blijf het. Ik ben communist, ik blijf het. Ik ben trotskist, ik blijf het”. We hebben een dierbare kameraad verloren. We zullen Pierre Le Grève, een voorbeeld van de revolutionair-marxistische militant, niet vergeten

Naar boven