Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Het verzet van de herinnering PDF Print Email
Geschreven door Ataulfo Riera op maandag, 01 januari 2007

De officiële herdenking van de 60ste verjaardag van het einde van de tweede wereldoorlog was eens te meer een oefening in historisch revisionisme. Om hun huidige imperialistische politiek te legitimeren, trokken de regeringen van Bush en Blair één continue lijn tussen hun 'oorlog tegen het terrorisme' en de strijd tegen nazistisch Duitsland. Beide bleken zowaar voorbeelden van hun eeuwige strijd voor de 'democratie' en de 'vrijheid' tegen de 'duistere krachten van het kwaad'.

Voorbij die armzalige ideologische legitimeringen is er wel degelijk een zekere continuïteit. Voor de toenmalige Britse en Noord-Amerikaanse bourgeoisie ging de oorlog immers om de verdeling van de wereld en de eliminatie van een rivaliserend imperialisme. Ook op het vlak van de methoden is er continuïteit. De brutale val van het nazisme en de absolute misdaden van die laatste moeten toelaten de brutaliteiten van de geallieerde imperialismen te minimaliseren, zelfs simpelweg te ontkennen: de aanvankelijke economische en politieke steun van de VS en Groot-Brittannië aan nazistisch Duitsland in de hoop dat dit zich alleen tegen de Soviet-Unie zou richten; de massale blinde en militair volledig overbodige bombardementen op de burgerbevolking in Duitsland en in de bezette landen; de vernietiging van Hiroshima en Nagasaki ondanks het feit dat Japan virtueel de oorlog al had verloren; de bloedige repressie tegen de antikoloniale revoltes (Indië, Algerije) enzovoort. Tussen Dresden, Hiroshima, Hanoï, Belgrado of Falloujah is er een verschil van schaal, maar niet van methode.

Zoals onze kameraad Ernest Mandel terecht benadrukte, kende de tweede wereldoorlog verschillende dimensies: naast een interimperialistische oorlog was er ook een specifieke oorlog voor de nationale verdediging van de Soviet-Unie - een niet-kapitalistische staat tegen het nazi-imperialisme - naast verschillende vormen van revolutionaire of antikoloniale oorlogen voor nationale bevrijding (China, Joegoslavië, maar ook verschillende verzetsbewegingen in bezet Europa). Dit deel van de geschiedenis stoort, want het is de geschiedenis van de volkeren zelf die autonoom streden voor hun eigen bevrijding. Ook voor hun sociale bevrijding, zoals de revolutionaire golf tijdens de Bevrijding liet zien.

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de beslissende rol van het rode leger en van de verzetsbewegingen geminimaliseerd of verhuld wordt door de elites, de media en een deel van de historiografie. Tussen 1941 en 1945 vocht drie vierde van het nazi-leger aan het oostfront. Drie vierde van zijn verliezen werden ook daar genoteerd. De USSR was weldegelijk de graftombe van de Wehrmacht. De 20 miljoen sovietslachtoffers kunnen getuigen van het extreme geweld van de strijd en van de enorme offers die werden geëist. Op het moment dat de GI's voet aan wal durfden zetten in Normandië in 1944, had het Duitse leger al fatale klappen gekregen, en telde het steeds meer adolescenten en ouderlingen in zijn rangen.

Tegenover die ontoelaatbare stortvloed van historisch revisionisme, slaan sommigen echter door langs de andere kant. De erkenning van de eersteplansrol van het rode leger en van de sovietbevolking impliceert niet dat de ogen gesloten moeten worden voor het feit dat de prijs voor de finale overwinning veel lager had kunnen zijn zonder de criminele fouten van de stalinistische bureaucratie. Moet 9 mei 1945 de rol verhullen van die bureaucratie in de opkomst van het nazisme in Duitsland, of in de Spaanse burgeroorlog, de laatste kans voor de internationale arbeidersbeweging om het fascisme en het gevaar van een nieuwe imperialistische oorlog te verslaan? Volgens een artikel in het meinummer van Le Monde Diplomatique (1) rechtvaardigt de overwinning van de USSR tegen het nazisme a posteriori het Hitler-Stalin pact uit 1939 en de stalinistische zuiveringen van '36-'38! Het wordt bijna een kleinigheid dat die gebeurtenissen de weg openden voor de oorlog van het Duits imperialisme en dat het niet veel scheelde of de verzwakking van het rode leger (meer dan de helft van de officieren werden geliquideerd tijdens de processen van Moskou) had op het moment van de invasie op 22 juni 1941 tot de totale ineenstorting geleid.
Het heeft het sovietvolk vier jaar bloedige strijd gekost om het terrein terug te winnen dat in amper vier maanden was verloren in 1941. Dat mogen we niet vergeten.

(1) " L'Union soviétique par pertes et profits ", Annie Lacroix-Ruiz, Le Monde Diplomatique, mei 2005.

Naar boven