Welkom in het Antropoceen?! PDF Print Email
Geschreven door Bruno De Wit op maandag, 30 juni 2008

Weervrouw Jill Peeters[i] werd in het juninummer van Eandis[ii] geïnterviewd over haar inzet tegen de opwarming van het klimaat onder de titel: ‘Dit doe ik voor het klimaat’. Op vraag hoe dramatisch de opwarming van de aarde is, stelde zij dat de opwarming nog nooit zo snel was als je dit vergelijkt met de geschiedenis van de planeet. Volgens haar is er ‘een nieuwe belangrijke geologische factor’ bij gekomen, namelijk de mens. Vroeger waren de zon, vulkanen en af en toe een meteorietinslag de bepalende factoren van het klimaat. Vandaag is dat volgens haar de mens, de miljarden mensen op deze aarde! Een nieuwe belangrijke ‘geologische’ factor? Wat wilde ze daarmee zeggen en waar haalt Jill Peeters de mosterd?

In het tijdschrift ‘Planet Earth’[iii] van de lente van dit jaar werd mijn aandacht reeds getrokken door een ingekaderd berichtje: ‘Antropoceen: een nieuw tijdvak’.

Volgens de Stratography Commission of the Geological Society of London hebben ‘de mensen de planeet aarde op een zo dramatische wijze veranderd dat het gerechtvaardigd is de geschiedenis van de aarde  in twee afzonderlijke periodes in te delen: de pre-industrialisatie en de post-industrialisatie, ofwel het Holoceen en het Antropoceen’.

Deze commissie kwam tot die conclusie na een analyse van een voorstel dat gedaan werd door Paul Crutzen in 2002. Paul J. Crutzen is Nederlander en atmospherisch chemicus verbonden aan het Max Planck Instituut in Mainz (Duitsland). Hij ontrafelde mee de oorzaak van het gat in de ozonlaag dat zo’n 20 jaar geleden ontdekt werd boven de Zuidpool. Hiervoor kreeg hij later de Nobelprijs. Hij is mede hierdoor zeer fel in zijn waarschuwingen voor de huidige klimaatverandering. Het is dus bij Crutzen dat Jill Peeters en vele anderen de mosterd halen met het begrip ‘Antropoceen’.

Nog volgens de Commissie in GSA Today, een blad van de Geological Society of America : ‘sufficient evidence has emerged of stratigraphically significant chance for recognition of the Antropocene as a new geological epoch that be considered for formalisation by international discussion’.  Nog volgens de auteurs is het Holoceen ten einde gekomen  door de gevolgen van de menselijke bevolkingsexplosie en de economische ontwikkeling op het milieu. Zo zorgde de mens voor ingrijpende veranderingen in de sedimentatie, de koolstofcyclus en in het planten- en dierenleven op aarde. Al met al is het landschap op onze planeet zo radicaal gewijzigd door de industrialisatie, dat het Holoceen volgens geologen inderdaad als beëindigd moet worden beschouwd.

Het eerste artikel dat Crutzen hierover publiceerde was in mei 2000, in het IGBP Newsletter, van een internationaal onderzoeksinstituut dat zich bezighoudt met onderzoek naar aardsystemen. De term “Antropoceen”, schudde Crutzen zo maar uit zijn mouw op een conferentie in het jaar 2000. Toen iemand vertelde dat het Holoceen een periode is met een relatief stabiel klimaat na de laatste ijstijd, reageerde Crutzen dat de wereld te veel veranderd is: “Nee, we bevinden ons in het antropoceen. Iedereen was geshockeerd. Maar zo te zien is het blijven hangen “ aldus Crutzen. [iv]
De term Holoceen (het ‘recente tijdvak’) werd voor de eerste maal gebruikt door Charles Lyell in 1833, en slaat op de geologische periode na de laatste ijstijd, zo’n 10 à 12.000 jaar geleden. In deze klimatologisch eerder rustige periode, de ‘lente’ van het Holoceen, groeide de menselijke invloed gradueel in een betekenisvolle geologische en morfologische kracht. In 1873 en in de jaren ’20 van vorige eeuw werd al door verschillende wetenschappers deze menselijke invloed benoemd: de ‘antropozoïc era’ door Antonio Stoppani en de “Noösphere” “de wereld van gedachte” door Vernadsky en Teilhard de Chardin.

In het bewuste artikel dat Crutzen en Eugene Stoerner samen schreven geven zij een korte maar indrukwekkend resumé van de snelle bevolkingsgroei en de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen per hoofd die versneld verdergaat. Al deze gegevens vind men ook terug in de verschillende rapporten van het IPCC.

De beide auteurs besluiten dan ook dat gezien de centrale rol die de ‘mensheid’ speelt in de geologie en ecologie, de term ‘antropoceen’ te gebruiken voor het lopende geologische tijdvak. Een specifieke datum voor het begin van dit tijdvak vastleggen leek hen eerder ietwat willekeurig, maar uiteindelijk klokten zij af op het eind van de 18e eeuw.

Zij kozen deze datum omdat gedurende de laatste 200 jaar de globale effecten van de ‘menselijke activiteit’ duidelijk aantoonbaar zijn. Deze begindatum valt volgens hen ook samen met de uitvinding van de stoommachine door James Watt in 1784.

In 2002  herhaalde P.J. Crutzen de grote lijnen van zijn eerste artikel in ‘Geology of Mankind[v]. Ook hier spreekt hij weer over de ‘antropogene’ uitstoting van CO2 en deze periode, wanneer in analyses van ijsboringen het begin van de groeiende globale concentratie aan CO2 en methaan aantonen, het ‘Antropoceen’ te noemen.

Tot slot pleit hij voor een wereldomvattend, volgehouden klimaatmanagement waar hij een grote rol ziet weggelegd voor de onderzoeks- en engineeringwereld.
 
Verdiensten en beperkingen

Goed, tot zover enige achtergrond bij het modieuze begrip Antropoceen en over de auteur hiervan. De rol van wetenschappers in het begrijpen van de klimaatscrisis en de antwoorden hierop zijn onontbeerlijk. Maar wanneer antikapitalisten –aha! het woord is gevallen- naar de klimaatscrisis kijken dan volstaat het uiteraard niet een of ander begrip te lanceren, zoals b.v. ‘antropoceen’, ‘antropogeen’ of ‘antropocentristisch’.
Al deze begrippen fietsen in een wijde bocht om het echte probleem: de kapitalistische productie. Het is met de industriële revolutie (hier komt onze James Watt weer) en de opkomst van het kapitalisme dat we een stijging zien van de broeikasgassen en de opwarming van de oppervlakte van onze aarde.

D. Tanuro verwijst naar gespecialiseerd literatuur die de klimaatsverandering omschrijft als een fenomeen van ‘antropocentrische’ oorsprong[vi]. Wat volgens hem fout is omdat de opwarming niet de vergiftigde vrucht is van ‘de menselijke’ activiteit in het algemeen, noch van de technologie in het algemeen, maar van de kapitalistische bedrijvigheid en de kapitalistische technologie.

Ik zou het antropocentrisme dat Tanuro aanhaalt eerder vervangen door ‘antropogeen’ (van menselijke oorsprong), wat dus in algemene zin wel correct is- er bestaat niet zoiets als technologie van vogels of apen. De term antropocentrisme, waarbij de mens in het middelpunt van al onze activiteiten staat en zich boven de rest van natuur acht of plaatst, is een meer geladen term. Al stel ik mij eerder antropocentristisch op t.o.v het HIV virus of de malariamug.

Zo is voor bepaalde wetenschappers, filosofen, enz. alle ellende begonnen met de eerste landbouw! Zij stellen zich zeer ‘anti-antropocentristisch’ op. Voor sommigen is het beschreven Holoceen van de laatste 12000 jaar één en al antropoceen. Crutzen haalt hen in z’n artikel aan als zijnde een mogelijke alternatieve piste voor zijn voorstel om het antropoceen aan het einde van de 18e eeuw te laten starten. Met zo’n anti-antropocentrisme schieten we dus geen moer op. Integendeel, meer en meer komt die vermaledijde en reactionaire Malthus[vii] om het hoekje kijken en wordt het probleem herleid tot een ‘bevolkingsexplosie’ die in de hand moet worden gehouden. Ook al zijn de ‘theorieën’ van Malthus reeds lang bij het vuilnis van de geschiedenis gezet en door empirische gegevens tegengesproken, toch duikt hij te pas en te onpas op in discussies over de oorzaken van de klimaatsverandering. Jill Peeters haalt hem indirect aan door te stellen dat ‘de miljarden mensen’ het klimaat veranderen. Ondanks de verdienste van Crutzen in het benoemen van het probleem is ook hij in hetzelfde bedje ziek als hij ons niet toelaat te begrijpen dat de klimaatsverandering het resultaat is van een specifieke productiewijze, het kapitalisme, met één kwantitatief doel: de onbeperkte warenaccumulatie.

In een veralgemeend warensysteem, leidt ‘de productie om de productie inderdaad dan ook onherroepelijk naar ‘ de consumptie om de consumptie’.[viii] De marxistische analyse is hierin onontbeerlijk.

Ernest Mandel over Malthus [ix]

Van de theorieën van Malthus naar het agrarisch malthusianisme. In 1778 publiceerde de anglicaanse geestelijke Robert Malthus een anoniem pamflet getiteld: Essay on the Principle of Population, waarin hij de mensheid hevig verontrustte door een zeer somber toekomstbeeld te schilderen. Hij stelde vast dat de bevolkingsgroei plaatsvond volgens een meetkundige reeks (2,4,8,16, 32, 64 enz.); terwijl volgens hem de agrarische productie slechts volgens een rekenkundige reeks kon toenemen (2, 4, 6, 8, 10,12, enz.); hij trok hieruit de conclusie dat de mensheid met overbevolking bedreigd werd als zij er niet in slaagde haar eigen voortplanting aan banden te leggen. De pogingen van de industriëlen om de lonen van de arbeiders tot het uiterste te verlagen moesten dus toegejuicht worden, omdat hierdoor een natuurlijke grens werd gesteld aan hun nakomelingschap. Aangezien echter op deze wijze het risico van overproductie van waren dreigde te ontstaan, moest het gedeelte van het nationaal product dat diende voor de onproductieve consumptie van de grondbezitters, dat wil zeggen de grondrente, verhoogd worden. Malthus verschijnt dus in de beroering rond de opheffing van de grondrente als de voorvechter van de grondbezitters.

De Economische theorie van het marxisme, deel 1, p. 292, Het Wereldvenster, 1980



[i] Jill Peeters is weervrouw bij VTM, goodwillambassadrice voor het milieudepartement van de Europese Commissie en auteur van het boek: ‘Onze planeet wordt heet’; www.jillpeeters.be
[ii] Eandis is de netwerkbeheerder voor het verdelen van electriciteit en aardgas en staat voor Electriciteit, Aardgas, Netten en Distributie en is actief in 239 gemeenten van Kust tot Kempen
[iii] Planet Earth, spring 2008, Natural Environment Research Council, p.3, www.nerc.ac.uk
[iv] Fred Pearce, medewerker The New Scientist, schijver van het boek “De laatse generatie”-hoe de natuur wraak neemt voor het broeikaseffect
[v][v] Geology of mankind, Nature, volume 415, january 2002, www.nature.com
[vi] Rood, klimaatnummer 2007, p. 6 - 18
[vii] Malthus, Thomas Robert (1766-1834); Engelse geestelijke en econoom; publiceerde in 1778 een pamflet getiteld:Essay on the Principle of Population. Karl Marx schreef hierover: “…Neem  bijvoorbeeld Malthus’ geschrift over ‘Bevolking’. In zijn eerste druk is het niets anders dan een ‘sensationeel vlugschrift’, bovendien nog plagiaat van het begin tot het eind. En toch, hoeveel aanstoot gaf dit schotschrift op het menselijke geslacht niet! K. Marx, De armoede van de filosofie,p. 191, Progres, Moskou
[viii] Rood, Klimaatnummer, 2007, D. Tanuro p. 6-18

Naar boven