Gent: Braziliaanse kameraad over ecosocialistische strijd in Brazilië PDF Print Email
Geschreven door M. Lievens op vrijdag, 29 februari 2008
Op woensdag 27 september had Rood UGent, de jongerenorganisatie van de Gentse SAP, João Alfredo Telles Melo te gast. João is professor milieurecht, lid van de Vierde Internationale, en mede-oprichter van de arbeiderspartij PT een kleine dertig jaar geleden. Hij was gedurende twintig jaar regionaal en federaal parlementslid, en is vandaag actief binnen de PSOL, een radicaal-linkse partij van mensen die het niet eens zijn met de neoliberale koers van president Lula (PT), die al zijn eerdere beloftes brak eens hij in de regering zat.

João was in Europa voor een internationale conferentie over klimaat en ecosocialisme die de Vierde Internationale in haar onderzoekstinstituut in Amsterdam (www.iire.org) had georganiseerd. Duidelijk vermoeid na de vijf dagen durende conferentie, nam hij niettemin graag de tijd om het voor een kleine dertig vooral jonge toehoorders in Gent te hebben over milieustrijd in Brazilië.

Centraal daarin staat de strijd voor de redding van het Amazonewoud, dat een enorme biodiversiteit herbergt. De ontbossing speelt een bijzonder grote rol in de klimaatcrisis, en dient uiteraard voornamelijk commerciële belangen, van houtwinning tot sojaproductie voor veevoer. Bedrijven als Cargill en MacDonalds ontwikkelen er tal van illegale praktijken (er is zelfs een illegale haven opgezet in het woud). De wetgeving rond het amazonewoud, b.v. het moratorium tegen soja in ontbost gebied, wordt door de multinationals simpelweg aan hun laars geveegd. De regering-Lula speelt hier een heel dubbelzinnig rol: er is weliswaar een ministerie tegen ontbossing, maar dat wordt constant tegengewerkt door andere ministeries. Lula minimaliseert het probleem. De regering bouwt zelfs nieuwe wegen in het Amazonewoud, wat de ontbossing alleen maar verder stimuleert.

João is onder andere adviseur van Greenpeace, dat een ambitieus plan ontwikkelde voor het behoud van het regenwoud. Het tracht o.a. soja te weren, aangezien dit een vreemd gewas is, en promoot de cultivatie van inheemse gewassen. Het plan voorziet ook dat inheemse groepen hun levensstijl kunnen verder zetten, en dus op hun kleine schaal verder rubber kunnen aftappen. De plaatselijke bevolking profiteert immers helemaal niet van de ontbossing. Integendeel, terwijl de multinationals de natuurlijke rijkdom plunderen, worden de armen enkel armer.

Het oorspronkelijke programma van Lula’s partij, de PT, ging de strijd aan tegen de ontbossing en milieuvernietiging. Het sprak zich uit voor de redding van het Amazonewoud, tegen kernenergie en tegen genetische manipulatie. De politiek die de regering van Lula in de feiten voert, is echter een rechtse, anti-ecologische politiek ten voordele van bedrijven als Monsanto of Bayer. Genetische manipulatie is in Brazilië een massale praktijk geworden, met kernenergie lijkt Lula geen enkel probleem meer te hebben. Terwijl Brazilië enorme mogelijkheden heeft voor zonne- en windenergie, blijft de regering investeren in gevaarlijke kernenergie. Lula brandde twee kaarsen toen hij president werd, vertelt João: één voor god en één voor de duivel; één voor sociale rechtvaardigheid en duurzaamheid en één voor de agrobusiness en de financiële markten. Hij heeft een minister voor landhervorming en één voor de agrobusiness. Hij heeft er één voor milieu, en één van economie die de zakenbelangen in het Amazonewoud verdedigt. Zoals te verwachten was, is het die tweede kaars die het felste brandt. De landhervorming die de regering tot nu toe doorvoerde, is minuscuul.

Tegen deze toestand bestaan er natuurlijk belangrijke verzetsbewegingen. Het verzet tegen de ontbossing vindt plaats op drie terreinen, vertelt João. In de geïndustrialiseerde landen zijn er een aantal campagnes tegen ontbossing, en de kinder- en slavenarbeid die daarbij nog steeds schering en inslag zijn in Brazilië. Het gaat hierbij vaak om boycot-acties die de internationale druk op bedrijven moeten verhogen. Ten tweede is er nood aan de verandering van de internationale verhoudingen (rechtvaardiger handelsverhoudingen, afschaffing van de schulden van de derde wereld e.d.). Het derde en cruciale niveau, is dat van de politieke strijd in Brazilië zelf. Tal van mensen in Brazilië verzetten zich tegen de ontbossing: van armenbewegingen tot inheemse groepen, van rivierbewoners tot rubberaftappers. Daarbij staan zowel ecologische bezorgdheden als sociale centraal: mensen worden door de ontbossing immers ook van hun grond en huizen verdreven. Sociale en ecologische strijd gaan gepaard. De link tussen die beide (zoals ‘ecosocialisten’ voorstaan) is één van de sleutelkwesties voor de internationale linkerzijde volgens João.

De beweging van landloze boeren (MST) voert samen met Greenpeace en een aantal consumentenbewegingen campagne tegen genetisch gemanipuleerde organismen. Ook de PSOL is binnen deze strijdbewegingen actief. De partij verzet zich onder andere tegen de regeringsplannen om de bedding van een rivier in het Amazonewoud te verplaatsen. De strijd voor het Amazonewoud wordt in Brazilië vooral gevoerd door allerlei milieubewegingen, de MST, de linkervleugel van de katholieke kerk (de bevrijdingstheologie) en politieke organisaties als de PSOL.

Ondanks João’s vermoeidheid en de taalproblemen (zijn Portugese terminologie bleek niet altijd zo gemakkelijk naar het Nederlands te vertalen) ontstond een interessante discussie over de milieuproblematiek en de linkse strijd in Brazilië. Er bleken in de zaal een aantal mensen aanwezig te zijn die rond de kwestie van het Amazonewoud al actief waren geweest. Er waren ook grappige (of triestige?) vragen en opmerkingen, zoals die van iemand van een andere linkse organisatie, die vond dat João niet genoeg woorden als ‘kapitalisme’, ‘socialisme’, of ‘overgangsprogramma’ gebruikte, en durfde te insinueren dat iemand die al tientallen jaren op het hoogste niveau in Brazilië aan socialistische politiek doet, de zaak had verraden omdat hij niet voldoende oud-links jargon leek te gebruiken. Dat João het had over ecosocialisme kan hem misschien door de vertaling ontgaan zijn. Volgens João bouw je een socialistische beweging echter niet op door jezelf uit te roepen tot het enige alternatief of door te denken dat je alle waarheden in pacht hebt, maar door concreet de strijd te voeren. Zoals de PSOL vandaag doet, samen met bewegingen als MST, tegen biobrandstoffen, grootgrondbezit enzovoort.

De situatie voor radicaal-links is in Brazilië echter niet gemakkelijk. Het ontstaan van de PSOL is een belangrijk evenement, maar de impact ervan mag niet overschat worden. Om maar één voorbeeldje te geven: in 2002 werd João in zijn regio nog verkozen voor de PT met 112.000 voorkeurstemmen, met steun van de MST. Toen hij enkele jaren later met de PSOL deelnam, had hij nog 6000 stemmen. Lula heeft deze mensen, die jarenlang hebben gebouwd aan de PT, hun partij afgepakt. Consequent met zijn ideeën, koos João voor de PSOL, die nog een lange weg af te leggen heeft. De strijd tegen Lula is immers erg moeilijk, omwille van de mythische status die deze heeft. Lula’s parcours is dan ook indrukwekkend: van zoon van een landloze boer en automobielarbeider maakte hij het tot de leider van een enorme arbeiderspartij en tot president van één van de grootste ontwikkelingslanden. Met zijn programma ‘Bolsa Familia’, dat 30 tot 40 euro per maand geeft aan zo’n 12 miljoen families koopt hij steun af voor zijn politiek, die fundamenteel neoliberaal blijft. Ondanks de enorme corruptie en omkoopschandalen waar zelfs de PT zich aan bezondigde, blijft hij erg populair. Binnenkort loopt de termijn van Lula echter af, en kan hij niet herverkozen worden. Dit opent kansen voor de PSOL, wiens boegbeeld Helena Heloisa in de peilingen tussen de 12 en de 19 % haalt, en die een steeds belangrijkere rol speelt in allerlei sociale en ecologische strijdbewegingen.

Naar boven