Serhildan: Met de PKK-guerilla in de bergen in Koerdistan PDF Print Email
Geschreven door Chris Den Hond op woensdag, 16 maart 2005
De Koerden in Diyarbakir, de hoofdstad van Turks Koerdistan, hebben het vandaag iets beter dan vroeger. De militaire noodtoestand is opgeheven en de wurggreep van de politie op de bevolking is wat afgenomen. Koerdische muziek en sommige boeken in het Koerdisch worden nu vrij verkocht. Maar deze democratische opening blijft zeer kwetsbaar. GUN TV, een plaatselijke Koerdische TV, kreeg onlangs een maand uitzendverbod opgelegd omdat een politicus in het Koerdisch tijdens een live-uitzending had gezegd dat "Turkije de Koerdische taal en identiteit moet erkennen". In een privé-schooltje in Diyarbakir wordt de Koerdische taal onderwezen. De leerlingen moeten ouder zijn dan 12 jaar. In het officiële onderwijs blijft Koerdisch verboden. De gouverneur heeft klacht ingediend tegen het opschrift aan de muur: DILI betekent TAAL en hij wil dit vervangen zien omdat het Koerdisch geen taal zou zijn maar een dialect.

Ondanks de vele beperkingen is de grote meerderheid van de Koerden hier toch sterk voor een Turks lidmaatschap van de Europese Unie. Ze hopen daarmee dat de lichte dooi van vandaag ooit de lente van Diyarbakir wordt. Maar eer het zover is moet er een echte oplossing komen voor de Koerdische kwestie en dat kan maar als rekening gehouden wordt met de guerrilla van de PKK, vandaag Kongra Gel. Om te weten wat die guerrilla juist wil, trekken we de Turks-Iraakse grens over. Het landschap ruikt naar petroleum en we passeren verschillende controleposten van de Iraaks-Koerdische PDK en de PUK. Tot we uiteindelijk aankomen in een PKK-guerrilla-kamp in Qandil, de natuurlijke grens tussen Irak en Iran. Hier krijgen dagelijks duizenden mannen en vrouwen een militaire training. Ze worden door de USA en de Europese Unie beschouwd als gevaarlijke terroristen. Hier zit de Koerdische guerrilla, die al meer dan 20 jaar het Turkse leger uitdaagt, het tweede grootste leger van de NAVO. Vele van deze jonge mensen zijn nieuw, zonder ervaring, maar vastbesloten om het vaderland te bevrijden. Anderen, amper 25 jaar oud, zijn al meer dan 10 jaar lid van de Arbeiderspartij van Koerdistan, de PKK. Ruken is de vrouwelijke commandante van het kamp. Haar blik staat minder vrolijk dan die van de nieuwe recruten. Ze heeft al veel meegemaakt. De meeste van haar vriendinnen zijn dood.  

Ruken: We zien niet in waarom ze ons terroristen noemen. We zijn ook geen minderheid. Er zijn 40 miljoen Koerden. Ze geven ons zelfs niet onze meest elementaire rechten zoals het recht op onze moedertaal en onze cultuur. Als de mensen een normaal leven zouden kunnen leiden, dan konden we zeggen dat de guerrilla niet meer nodig is. Wij zijn niet verliefd op de guerrilla. Die is nodig voor een bepaalde periode. Zolang onze bevolking haar legitieme rechten niet krijgt, zal de guerrilla daarvoor vechten. Men spreekt over hervormingen, maar dat betekent een half uur TV-uitzending in het Koerdisch en dat op de officiële Turkse TRT. Men spreekt over lessen in de moedertaal, maar dat is veel te onbeduidend om een echte hervorming te heten.

Ik heb aan veel militaire operaties deelgenomen. Ik ben vaak geconfronteerd geworden met de vijand. Zowat 100 van mijn kameraden zijn omgekomen in mijn nabije omgeving. Wat ik het moeilijkste vind om mee te leven is als ze met de lijken speelden. Ze gooiden zich op de lijken, vooral op de vrouwen. Ze hakten ze in kleine stukken, sneden de oren af en staken de ogen uit. Dat is nog altijd heel moeilijk voor mij. Ze deden dat met veel guerrillero's: ze hakten de voeten en de handen af. Als je iemand gedood hebt, waarom moet je dan nog de oren, ogen, voeten en handen afkappen? De meeste speciale commando's gebruiken drugs. Ze hebben geen menselijke gevoelens meer. Als iemand in hun handen valt, wordt die persoon doodgefolterd. Ik heb dat met mijn eigen ogen gezien. Ik hoorde het geschreeuw.

Dikwijls passeerde een patrouille van het Turkse leger heel kort langs ons, maar we wilden niet dat er een confrontatie was. We maakten geen geluid. Het gebeurde dikwijls dat zij ons ook zagen, maar ook zij deden alsof ze ons niet zagen. Ze passeerden net langs ons. Dat is dikwijls gebeurd.

Sidar, kampcommandant: "Wat ze de criteria van Kopenhagen noemen of democratische hervormingen in Turkije, dat is voor mij een metertje in een hele kilometer. De stappen die ze zetten om de Koerdische kwestie op te lossen, zijn heel kleine stappen. Ze moeten nog honderden meters afleggen. Er zijn nu nog altijd veel militaire operaties, de wil om ons uit te roeien is nog altijd dezelfde. We hebben al dikwijls bewezen dat de guerrilla niet kan vernietigd worden. Wij zijn sterk verweven met het volk. Als ze de guerrilla willen uitroeien, dan moeten ze het volk elimineren. En dat, dat is onmogelijk."

Het vertrek uit het guerrillakamp is ontroerend. We hebben twee dagen en nachten doorgebracht met de kameraden. Op de grond slapen is hard, maar daar wen je snel aan. We hebben vrienden gemaakt en het is moeilijk hen hier achter te laten. Maar we hebben nog een laatste afspaak met de politiek-militaire leiding van de PKK-guerrilla. Ze wil haar woordje meespreken in het debat over de Turkse toetreding tot de Europese Unie. De politieke situatie is heel ingewikkeld en er wordt veel gediscussieerd over de beste tactiek voor deze periode.

Duran Kalkan, één van de oprichters van de PKK, herinnert eraan dat de guerrilla bijgedragen heeft tot een positieve sfeer door de afkondiging van een staakt-het-vuren de afgelopen zes jaar. Hij geeft toe dat de Turkse staat, in haar lange mars naar de Europese Unie, enkele wetten heeft herzien, maar Turkije blijft het bestaan van de Koerdische identiteit ontkennen. Voor Duran Kalkan is het niet de guerrilla die echte hervormingen in de weg staat, wel de achterlijke mentaliteit van de Turkse staat.

Murat Karayilan vindt het heel tegenstrijdig dat Leyla Zana en de Koerdische politieke partij HADEP, nu DEHAP, aanvaard worden door Europa als bemiddelaars, maar dat ze de groep die hen heeft gecreëerd en ondersteund, namelijk de PKK, op de Europese lijst zet van terroristische organisaties. Murat Karayilan legt ons uit dat ze alle nodige inspanningen willen leveren om het democratiseringsproces in Turkije te stimuleren. Ze vragen ook dat Europa ondubbelzinnig helpt om de Koerdische kwestie aan te pakken en op te lossen in plaats van een deel van de Koerdische beweging te criminaliseren. Zolang het Koerdische volk haar rechten niet verkregen heeft, zal de guerrilla aan haar zijde blijven strijden.  

PKK: een korte historiek

De PKK wordt opgericht in 1978 en onderscheidt zich in het begin niet van de vele tientallen extreem-linkse groepjes in Turkije en in Koerdistan. In 1980 pleegt het Turkse leger een staatsgreep. Duizenden militanten worden de gevangenis ingegooid, gefolterd of koudweg afgemaakt. In Turks Koerdistan bestaat geen ruimte meer om politieke activiteiten te ontwikkelen. De PKK-leiding knoopt in Syrië nauwe banden aan met de Palestijnse vrijheidsstrijders. Na 1984 worden de confrontaties tussen de Koerdische guerrillero's en het Turkse leger intens. Guerrilla-groepen vallen kleine militaire basissen aan. In die periode verwerft de PKK een massa-aanhang. Veel Koerden voelen voor de eerste keer dat een Koerdische organisatie het voor hen opneemt. De guerrilla controleert zelfs een aantal grote steden. Het leger begint dorpen af te branden, 4000 in totaal. Prominente Koerden worden vermoord door speciale commando's.

In het begin van de jaren ‘90 krijgt Turkije van de USA en Israël hoogtechnologische militaire steun. Een militaire overwinning van de PKK op het Turkse leger wordt wel heel moeilijk. In 1993 kondigt de PKK haar eerste staakt-het-vuren af. In 1995 zetten de Koerden hun eigen satelliettelevisie op, MED TV, in Denderleeuw. De strijd van de Koerden wordt ook een media-oorlog. In 1998 kondigt Abdullah Öcalan een tweede staakt-het-vuren af. Daarna zet Syrië hem buiten, onder druk van Turkije dat het wapen van het water uitspeelt. Alle Europese staten zijn te laf om Öcalan op te vangen. Hij wordt uiteindelijk gekidnapt in Kenya en overgebracht naar een Turkse gevangenis. Alle Koerden, of ze nu pro of anti-PKK zijn, voelen de kidnapping aan als een slag in hun gezicht. Sindsdien heeft de guerrilla zich teruggetrokken uit Turks Koerdistan, zonder zich te ontwapenen of te ontbinden. De guerrilla eist nu dat Turkije nationale en culturele rechten toekent aan de Koerdische bevolking.

Naar boven