Verklaring aangaande Cuba PDF Print Email
Geschreven door Vierde Internationale op dinsdag, 13 mei 2003

Het feit dat de Communistische Partij van Cuba de nood voelde om te schrijven naar ‘broederlijke partijen en organisaties’ toont de omvang van het probleem waar de Cubaanse leiders tegenover staan door de reacties vanwege de executie van drie Cubaanse burgers en de zware celstraffen voor andere burgers die hun verlangen toonden om hun recht tot het leveren van kritiek te beoefenen aan.

Van onze kant, herinnert de Vierde Internationale eraan dat we al sinds 1959 de zijde hebben gekozen van de Cubaanse Revolutie; en dat we bepaalde cruciale door de Cubaanse leiders genomen beslissingen hebben verdedigd tegen kritieken en openlijke aanvallen, niet alleen door de regerende klasse en hun regeringen maar ook van de meeste communistische en sociaal-democratische partijen en van leiders van het zogenaamde ‘reëel bestaande socialistische landen’. We hebben de originele aspecten van de Cubaanse revolutie belicht alsook de bevordering die ze aan de internationalistische bezieling van de revolutionaire bewegingen heeft gegeven. Maar toen we het nodig achtten om kritiek te uiten – vooral dan over de houding van de Cubaanse regering tegenover de leiding van de Sovjet-Unie en andere niet-kapitalistische landen en tegenover de Mexicaanse PRI[1], of betreffende de bureaucratisering van het Cubaanse regime – hebben we dit openlijk gedaan.

Vandaag de dag zijn de methodes gebruik tijdens de tragische gebeurtenissen onaanvaardbaar vanuit een revolutionair democratisch standpunt en onaanvaardbaar voor de verdediging van de revolutie en haar sociale en culturele veroveringen. Ons antwoord is ondubbelzinnig. De Cubaanse regering heeft tussen haakjes een heel andere houding aangenomen bij andere gelegenheden, vooral tijdens de pogingen tot massale illegale emigratie in 1980 en 1994.

De brief van de Cubaanse CP merkt terecht op dat de “vijandigheid van de regering Bush tegenover Cuba die van alle voorgaande regeringen overtreft”. De heersende klassen, en dan vooral die van de VSA, hebben altijd barbaarse methodes gebruikt; maar de strijd tegen deze beleidsvormen rechtvaardigt niet het gebruik van ondemocratische methodes, inclusief de ontolereerbare doodstraf, door een regering die zichzelf ‘socialistisch’ noemt. Juist omdat bepaalde methodes eigen zijn aan de exploiterende klassen, mogen revolutionairen zich er nooit op beroepen.

Cuba bevindt zich onmiskenbaar in een moeilijker situatie dan in het verleden. Bush en z’n bende hebben aangetoond dat ze bereid zijn alle middelen te gebruiken om hun hegemonie over de wereld nog meer uit te breiden over de gehele wereld. De best mogelijke verdediging van Cuba is de actieve, meer en meer democratische deelname te verzekeren van de breedste lagen van de bevolking in de moeilijke taak om de revolutie te verdedigen met alle recht tot zelfexpressie en kritiek. Tezelfdertijd bestaat ze in de breedst mogelijke solidariteit met bevriende partijen en organisaties en de bevolking van andere landen. Maar de toevlucht van de Cubaanse regering naar extreem repressieve methodes maakt dit soort solidariteit veel moeilijker.

Eens te meer zouden we onze solidariteit met het Cubaanse volk tegen het door de VSA opgedrongen embargo willen bevestigen, terwijl we echter ondubbelzinnig de recente door de Cubaanse regering genomen maatregelen veroordelen.

Het Uitvoerend Bureau van de Vierde Internationale - 14 mei 2003


[1] PRI: Institutionele Revolutionaire Partij

Naar boven