Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Welke centrale uitdaging voor de andersglobaliseringsbeweging: de oorlog of de sociale kwestie? PDF Print Email
Geschreven door Alex Callinicos & Frank Slegers op vrijdag, 08 april 2005

Van 14 tot 17 oktober vond in Londen het derde Europees Sociaal Forum plaats. Na afloop ervan ontstond een debat waarin het bilan werd opgemaakt en perspectieven werden uitgetekend voor de toekomst van de beweging. Onder andere tussen Alex Callinicos en Frank Slegers ontspon zich een interessante discussie over de vraag welke de centrale uitdaging is voor de beweging: de oorlog of de sociale kwestie? Alex Callinicos is één van de publieke gezichten van de Britse SWP. Hij is professor politieke wetenschappen en sterk betrokken bij de andersglobaliseringsbeweging. Frank Slegers is reeds jarenlang actief in de Euromarsen en in de sociale fora

Alex Callinicos: Op het ESF in Londen waren er nogal wat politieke meningsverschillen. (...) Veel kameraden, vooral uit Frankrijk, waren er niet zo voor te vinden dat de oorlog erg centraal stond in Londen, zoals dat het geval was in Firenze. Dit weerspiegelt gedeeltelijk verschillen in de nationale context. In Groot-Brittannië wordt de politiek gedomineerd door de oorlog, die veruit het belangrijkste mobiliserende thema is. (...) Maar er is meer. De oorlog in Irak is ook de dominante kwestie in de wereldpolitiek, en dat niet enkel omwille van de verdeeldheid die ontstond tussen de grootmachten. Het eenzijdige gebruik van militaire macht door de Bush administratie, de brutaliteit van de bezetting, het neoliberaal economisch programma in Irak: voor vele activisten synthetiseert de oorlog wat verkeerd is met de kapitalistische globalisering.

Anderen - en die zijn vooral invloedrijk in Frankrijk - zijn het hier niet mee eens. Zij menen dat er geen noodzakelijke band is tussen de oorlog van Bush en de neoliberale globalisering. Ik denk dat ze zich vergissen. Elke dag opnieuw wordt de band tussen de economische en militaire macht in het hart van het moderne imperialisme, onderstreept. Dit is een belangrijk politiek meningsverschil waarmee we zullen moeten leren leven terwijl we samenwerken binnen dezelfde beweging.

Vaak is het moeilijk de betekenis van die meningsverschillen te erkennen omdat ze worden voorgesteld als procedurele problemen. Een aantal Franse netwerken klaagden bijvoorbeeld over het feit dat op een bepaald seminarie alle sprekers op het platform eensgezind het recht van jonge moslima's verdedigden om de hijab te dragen, hoewel dat niet verhinderde dat er achteraf een hevig debat ontstond met de zaal. Dit lijkt me het ontwijken van de echte inzet. De waarheid is dat veel activisten van de rest van Europa de steun van een groot deel van de Franse linkerzijde en vakbeweging aan de wet die de hijab verbiedt in Franse staatsscholen, onbegrijpelijk vinden. Attac Frankrijk bekloeg zich over de rol van 'confessionele organisaties' in Londen. Maar een secularisme dat de meest onderdrukte lagen van de Franse maatschappij uitsluit is even communalistisch als veel van de islamistische organisaties die ze aanklagen.

De kwestie van de hijab is een symptoom van een reëel probleem, namelijk hoe we onze beweging zullen uitbreiden tot zij die aan de onderkant van de Europese maatschappij staan en tegelijk lijden onder economische uitbuiting en raciale onderdrukking en precies om die reden heel gehecht zijn aan hun moslimgeloof. (...)

Frank Slegers: In zijn interessante bijdrage over het ESF in Londen, stelt Alex Callinicos dat de oorlog de dominante kwestie is in de wereldpolitiek. Hij meent dat er een noodzakelijke band is tussen Bush' oorlogszucht en de neoliberale globalisering. Hij stelt verder dat het een meningsverschil is over die analyse dat aan de basis ligt van kritieken die menen dat de oorlog een te prominente rol speelde in het ESF.

Is dit zo? (...) Ik denk het niet, en ik herken mezelf niet in dit type debat. Als ik het belang van de sociale kwestie in Europa benadruk, is dat niet om het belang van de oorlog te miskennen, maar omdat het onmogelijk is een tegenmacht op te bouwen tegen het neoliberalisme in Europa, op het niveau van de EU, als je je niet richt op de levens- en werkvoorwaarden van de massa van werkende mensen in Europa zelf. Ik wil hier verder op ingaan, aangezien dit een belangrijke kwestie is in de aanloop naar de betoging van 19 maart.

Voor mij staan twee zaken centraal: primo, het is belangrijk een tegenmacht op te bouwen die in staat is het neoliberalisme te bekampen op het niveau van de EU; secundo, om dit te doen, moet je je richten op de levensvoorwaarden van de gewone mensen in Europa zelf.

Wat betreft de eerste kwestie. Er zijn twee redenen waarom het belangrijk is een kracht op te bouwen die op het niveau van de EU kan ageren: niet enkel omdat de EU steeds meer impact heeft op de nationale politiek, maar ook omdat het in een geglobaliseerde wereld steeds minder geloofwaardig is alternatieven op te bouwen op het niveau van een lidstaat. Je kan je verzetten op nationaal niveau en sommige aanvallen stoppen, zoals de massamobilisaties in Nederland bewezen. Maar het is moeilijk je in te beelden hoe een globaal alternatief tot stand kan komen in Europa op het niveau van één enkele lidstaat. Dat is ook de reden waarom velen in de arbeidersbeweging overtuigd zijn dat het Europees sociaal model enkel op Europees niveau gered kan worden tegen de neoliberale globalisering. Paradoxaal genoeg is dat de reden waarom ze zich op de EU richten voor bescherming tegen de neoliberale globalisering en aarzelen om strijd te voeren die de EU zou kunnen destabiliseren. (...)

Vandaag zien we een opeenvolging van massamobilisaties op nationaal niveau, met algemene stakingen en grote betogingen in de afzonderlijke landen, maar met een grote achterstand als het erop aan komt hetzelfde te doen op het Europese niveau.

Er is een reële mogelijkheid om die impasse te overstijgen, aangezien in de vakbeweging een dubbele tendens bestaat. Enerzijds zijn meer en meer vakbonden overtuigd van het belang van het Europes niveau. De geloofwaardigheid van de vakbondspolitiek krimpt wanneer die beperkt blijft tot het nationale niveau. Anderzijds leidde zo'n Europese oriëntatie tot een onderschikking van de grote bonden aan het neoliberalisme van de EU (...). Vandaag is dat minder het geval. De Belgische vakbonden bijvoorbeeld, heel erg 'pro-Europees', bekritiseren vaak openlijk de posities van het EVV (zoals recent nog het antwoord van het EVV op het rapport-Kok).

Binnen de vakbond groeit de overtuiging dat er meer dan één optie is als je Europees gaat. Eén mogelijkheid is het neoliberale kader te aanvaarden (...). Maar je kunt ook van binnen de EU uit dit beleid bekritiseren en krachtsverhoudingen opbouwen voor een ander standpunt. Dit gebeurde bijvoorbeeld wanneer de Belgische vakbonden het initiatief namen om een Europese oppositie op te bouwen tegen de Bolkestein-richtlijn.

Wat betreft de tweede kwestie: als je een Europese massabeweging wil opbouwen, moet je je richten op de levensvoorwaarden van de werkende mensen in Europa. Hier botsen we op verschillende obstakels. Belangrijke lagen binnen de andersglobaliseringsbeweging (...) beschouwen de levensomstandigheden van de werkende mensen in de rijke landen van secundair belang. De vakbonden van hun kant komen vaak naar de beweging om hun eigen visie te verbreden, zonder de sociale kwestie op de agenda te zetten.

Heel dikwijls denken andersglobalisten bij de sociale kwestie vooral aan de meest uitgebuite en onderdrukte lagen, niet aan de grote massa werkenden (de 'middenklasse').  (...) Als we die beperkingen niet overstijgen, zal de beweging louter een ethische beweging blijven die een appel doet aan de publieke opinie, zonder de krachtsverhoudingen met het neoliberalisme te veranderen.

Het gaat hier niet om eenvoudige kwesties. Er is dus een debat over nodig dat niet gereduceerd kan worden tot een discussie tussen zij die 'de oorlog onderschatten' en zij die 'de sociale kwestie onderschatten'.

Dit is dringend. We hebben immers een enorme achterstand op de neoliberale krachten die de EU aan het opbouwen zijn. Ik denk daarenboven dat het ESF zijn legitimiteit zal verliezen als er geen vooruitgang wordt geboekt rond deze kwestie. Velen beschouwen het ESF nu al als een steriele praatbarak. (...) Het neoliberalisme is een globale politieke kracht, en moet als zodanig bestreden worden. Single issue-campagnes overtuigen niet als ze niet verbonden zijn met een globaal politiek gevecht tegen het neoliberalisme van de EU.

De mobilisatie op 19 maart zou een keerpunt kunnen zijn, als we erin slagen de werkende mensen te bereiken. Zij die enorme gevechten leverden tegen de neoliberale hervorming van de welvaartstaat in verschillende landen zouden ervan overtuigd moeten zijn dat de betoging van 19 maart hun strijd op Europes niveau tilt, om de strijd samen verder te zetten.

Naar boven