Rechts onwankelbaar in Vlaanderen? PDF Print Email
Geschreven door David Dessers op woensdag, 05 juni 2002

Het Vlaams Blok wijkt allerminst door de politiek van de paars-groene regering. Méér nog, het is er, stijgt voorzichtig in de peilingen en blijkt erg beslissend voor de rechtse wind die momenteel door dit landsgedeelte waait. De VLD en het Blok lijken de twee partijen die echt garen weten te spinnen uit paars-groen.

In een recent nummer van het weekblad Humo beweerde ex SP-voorzitter en ex-eurocommissaris Karel Van Miert dat we er ons allicht bij moeten neerleggen dat extreem-rechts in een aantal Europese nu éénmaal een electoraat heeft van zo’n 20% van de bevolking. Straf staaltje van politieke analyse en links tegengas! Het zegt niets over de mogelijk redenen van de opkomst van extreem rechts en geeft dus ook niet aan hoe er een tegenoffensief kan gevoerd worden. We moeten er ons maar bij neerleggen, ook als morgen extreem-rechts in een aantal Europese landen nu éénmaal een electoraat van veertig procent blijkt te hebben?

Op een bepaalde manier is het stilzwijgen van Van Miert natuurlijk minder verwonderlijk. Wie immers op zoek gaat naar de diepere oorzaken, stelt onmiddellijk vast dat het Blok en haar Europese partners politieke fenomenen zijn die zijn kunnen groeien dankzij de gevolgen van de aanhoudende crisis en voor wie de asociale neoliberale politiek van privatiseren en flexibiliseren alsook de ogenschijnlijk never-ending-besparingen van de jaren 80 en 90 niets dan koren op de molen waren. Fundamenteel blijven wij er dus bij dat de voedingsbodem van extreem-rechts gevormd wordt door de crisis en de asociale politiek die erop gericht was de winsten veilig te stellen. Dat Karel Van Miert zwijgt over de redenen van de opkomst van extreem-rechts heeft natuurlijk alles te maken met zijn eigen verantwoordelijkheid in die neoliberale politiek.

Elf september

Ander voorbeeldje. Eén week na de Franse presidentsverkiezingen vindt er op Studio Brussel een debat plaats tussen SP.A-voorzitter Patrick Janssens, Politiek secretaris van Agalev Jos Geysels, en twee woordvoerders van radicaal links in België, mezelf namens de SAP en Peter Mertens van de PvdA. De twee laatste wijzen erop dat radicaal links een goede beurt maakt in Frankrijk, doordat de centrum-linkse regering helemaal geen links beleid heeft willen voeren, maar integendeel méér geprivatiseerd heeft dan voordien en op geen enkele wijze de hooggespannen verwachtingen heeft kunnen waarmaken. Door die centrum-linkse kapitulatie kreeg echter niet enkel radicaal links maar ook Le Pen de wind in de zeilen.

Janssens verdedigt daarop de Franse privatiseringen met het argument dat “het moderniseren en efficiënter maken van het staatsapparaat”, toch nooit aan de oorsprong van de opkomst van uiterst-rechts kan liggen. De echte reden voor de goede score van uiterst rechts was volgens Janssens 11 september. Leuke bewering voor hem natuurlijk, want het ontslaat de sociaal-democratie opnieuw volledig van enige verantwoordelijkheid. Helaas blijkt ook deze “analyse” niet bestand tegen de feiten. In de peilingen viel er voor Le Pen helemaal geen 11 september-boom waar te nemen. Maar bovendien haalde Le Pen in de eerste plaats de tweede ronde doordat Jospin zo weinig stemmen haalde. Le Pen zelf ging tijdens de eerste ronde in absolute stemmenaantal nauwelijks vooruit.

Symptomatisch is dus hoe de sociaal-democratie ofwel geen verklaring nog zoekt voor de bruine opgang ofwel naar veilige argumenten grijpt die haar eigen verantwoordelijkheid verdoezelen.

De wind langs rechts

Het Vlaams Blok blijft inderdaad boven de vijftien procent in de peiling van La Libre Belgique, peilingen die doorgaans de neiging hebben om de extreem-rechtse score nog wat te onderschatten. Als een zwaard van Damocles lijkt het boven de hoofden van de centrum-partijen te hangen, die zich verkrampt rond een neoliberale consensus scharen.

In Vlaanderen plukt momenteel de VLD de vruchten van de eerste uitgave van paars-groen. De partij verstevigt haar leidingspositie in Vlaanderen en weet de rangen te versterken met nieuwkomers uit allerhande andere politieke formaties. Overloperij die, zoals we weten, bij bepaalde lagen van de bevolking enkel maar -en terecht trouwens- het cliché van politieke carrièrejagers en ‘zakkenvullers’ bevestigt.
Het opportunisme viert inderdaad hoogtij als we vaststellen dat politici met uiteenlopende profielen zich allemaal haasten in de richting van een partij die toevallig de eerste minister levert en die het meeste kans heeft om volgende keer opnieuw de regering te kunnen vormen. Een Vankrunkelsven die beweert dat hij eigenlijk bij Agalev thuishoort, maar toch maar voor de VLD kiest... Een Paul Staes die aanvankelijk Agalev verliet om de CVP ‘van binnenuit te gaan veranderen’ en nu dus samen met Johan Vanhecke voor de liberalen kiest. Staes slaagt er dan nog in om te beweren dat hij steeds consequent met zichzelf is gebleven. Of een Reginald Moreels die zichzelf graag een profiel aanmeet van martelaar voor de armen in de derde wereld en nu voor een partij kiest die als geen andere de neoliberale politiek, die wereldwijd zoveel verwoestingen heeft aangericht, verdedigt. Deze overloperij besmeurt de burgerlijke politiek en vermorzelt het vertrouwen in de heersende partijen. Ver van ons om dat op zich erg te vinden, al valt te vrezen dat het Vlaams Blok hier de munt zal uitslaan.

Anti-establishment

We hebben redenen om aan te nemen dat het zelfvertrouwen van die VLD dus niet zo onwankelbaar is, als het soms lijkt. Ook buitenlandse voorbeelden tonen aan dat de kloof tussen de politiek op het niveau van het parlement, regeringen e.d. en de reële bewegingen in de samenleving zeer groot is. De VLD scoort punten op het strict-politieke niveau, dat zich volledig boven de hoofden van de mensen afspeelt. Ze scoort punten tegenover de andere politieke spelers in de arena, maar heeft er tegelijkertijd het raden naar wat er in de samenleving over al die manoeuvers wordt gedacht.

In heel West-Europa merken we dat de onvrede groot blijft en dat politieke krachten die deze onvrede weten te kanaliseren, rechts of links, vaak een politieke blitzkrieg weten te forceren. Pim Fortuyn is daar het sterkste voorbeeld van, een man die zowat in zijn eentje wist uit te groeien tot de tweede politieke kracht van Nederland. Tegelijkertijd zien we ook hoe een partij als de Nederlandse SP haar zetelaantal bijna verdubbelde op basis van een links anti-establishment-programma.

In België merken hoe de twee krachten, die in de ogen van brede lagen mensen, beschouwd worden als de ‘progressieve’ of linkse krachten, nl. de SP.A en Agalev, deel uitmaken van die paars-groene regering, zonder op welke manier dan ook een breuk met het neoliberalisme te forceren. Méér nog, deze politieke formaties maken een verdere ideologische verglijding door. Onder Patrick Janssens, die zelf beweerde dat hij de SP zou verlinksen, werd het begrip ‘sociale gelijkheid’ definitief ingeruild voor het liberale ‘gelijke kansen’-discours.

Voor wat de CD&V betreft, stellen we vast dat de woordvoerders van de partij, die de oppositionele koers vorm moeten geven, allen uit de rechterzijde komen en met een rechts-conservatief discours paars-groen te lijf gaan. De christelijke arbeidersbeweging blijft verweesd achter.

Politiek alternatief gevraagd

Eén zaak staat vast als we naar de situatie in Vlaanderen kijken. De Vlaamse politiek maakt een ruk naar rechts door. Links heeft er haast nooit zo slecht voorgestaan als vandaag. Centrum links voert vandaag mee een liberaal regeringsproject uit, maar de enige die daar wel bij varen zijn rechts en uiterst recht.Tegelijkertijd kan je vaststellen dat, hoewel de Vlaamse liberalen sterker staan dan ooit ervoor en ze erin slagen hun kader te verbreden, de vrees voor ‘politieke avonturen’ er stevig in zit, na enkele uitslagen in de rest van Europa. In heel wat Europese landen wordt de neoliberale politiek immers belaagd vanuit extreem- of populistisch rechtse hoek maar ook vanuit de radicaal linkse hoek.

Geen enkele radicale linkse kracht kan nu nog afzijdig blijven. Er moet dringend een debat gevoerd worden over hoe er vanuit de sociale bewegingen, de syndicale linkerzijde, de andersglobalisten en radicaal linkse organisaties kan gewerkt worden aan een politiek alternatief voor het beleid van deze treurige regenboogcoalitie. Dit is geen makkelijke klus, want de moeilijkheid bestaat erin om een initiatief te nemen dat erin kan slagen aansluiting te vinden bij de lagen kiezers die zich nu in de steek gelaten voelen door regerend links.r

Naar boven