Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Naar acties in de federale overheidsdiensten! PDF Print Email
Geschreven door Patrick Van Pelt op woensdag, 09 oktober 2002

Zoals bekend was het van bij het begin duidelijk dat de paars-groene federale regering groot belang zou hechten aan de ‘hervorming’ van de federale openbare diensten. Deze hervorming bestaat uit een geheel van uiteenlopende aspecten, die alle als stukjes van een gigantische puzzel in elkaar passen. Daardoor is het soms moeilijk om door de bomen heen het bos nog te zien. Er is dan ook zo goed als niemand die een duidelijk overzicht van het gehele plan kan (of wil) geven. Zeker de verantwoordelijke minister, Luc Van den Bossche (SP.a), niet.

Hervorming federale overheid. Copernicus of Prometheus ?

Allereerst richtte de regering zich op het aspect ‘modernisering’. Die moet vooral blijken uit betere public relations. Op allerlei manieren werd de zogenaamde ‘communicatie’ (met behulp van dure externe, privé-bedrijven) onderhanden genomen. Zo kwam er een ‘volksraadpleging’ om het ‘doel’ van de klantvriendelijkheid erin te pompen, werden er een aantal (blitsere) tijdschriften uitgegeven (met titels als Fedra, Coperfin, enz.), werd er intensief gebruik gemaakt van het Internet, kwamen er tal van nieuwe logo’s, enz. Ook het taalgebruik werd ‘gemoderniseerd’ : in afwachting van de benoeming van managers, begon het alvast modieuze, Engelstalige termen te regenen (‘business proces reengeneering’, ‘front office’ en ‘back office’, ‘work-flow’, ‘assessments’ enz.). Verder werden de ‘oude’ ministeries afgeschaft en vervangen door zogenaamde ‘federale overheidsdiensten’ (FOD’s) en ‘programmatorische overheidsdiensten’ (POD’s).

De-politisering?

Het wijd-verbreide geloof dat de overheid verregaand gepolitiseerd is, bestreed de regering door met veel poeha aan te kondigen dat “de kabinetten worden afgeschaft”. In de plaats daarvan werd een hele procedure gecreëerd om managers aan te stellen. Eén en ander liep niet van een leien dakje. Het is duidelijk dat vele ‘nieuwe’ managers in feite ‘oude’ kabinetards zijn. De regering haalt zo haar slag thuis : tegenover de publieke opinie kan ze beweren dat de overheid nu niet meer ‘gerund’ wordt door politici, in de praktijk blijft ze het benoemingsbeleid voor de topfuncties in handen houden.

Flexibilisering

Daarna werd de kwestie van de kostprijs onder ogen genomen. Uit de (gedeeltelijke) voorstellen die Van den Bossche daarover tot nu toe deed, blijkt dat het vooral de bedoeling is de verloning van het personeel verregaand te flexibiliseren. In plaats van eenvormige loonschalen komt er een systeem van gedifferentieerde verloning, bestaande uit een basisloon (bepaald door het diploma-niveau), functionele toelagen (bepaald door de uitgeoefende functie) en een ‘competentie-toelage’. Vooral dat laatste zorgt voor ongerustheid. De toelage zou immers slechts toegekend worden aan wie slaagt voor een zogenaamde competentie-meting. Duidelijk is alleszins dat deze toelage nooit beschouwd kan worden als zijnde ‘verworven’. De test dient immers regelmatig herhaald te worden. Het loon wordt zo voor een deel onzeker.

‘Outsourcing’

Uit Van den Bossche’s voorstellen blijkt duidelijk dat de tewerkstelling van lager-gekwalificeerd personeel zal worden afgebouwd. Volgens de minister is dit onvermijdelijk. Om ‘mee te kunnen’ zou de Staat immers vooral nood hebben aan hoger gekwalificeerd personeel. Wat hij er niet bij zegt, is dat veel van het werk dat vandaag gedaan wordt door de lager-gediplomeerden, dan niet meer zal kunnen gebeuren... tenzij door een beroep te doen op ‘outsourcing’ (uitbesteding) aan de privé-sector.

Vergrijzing

Tijdens de zomervakantie lekte uit dat er bij Financiën (de grootste federale overheidsdienst) zo’n 6.000 à 8.000 banen teveel zouden zijn. Achteraf werd uitgelegd dat men sowieso met een probleem wordt geconfronteerd, want de voorbije 20 jaren van besparingen en wervingsstoppen hebben ervoor gezorgd dat het huidig personeel in snel tempo ‘vergrijst’. Bovendien blijkt de overheid lang niet altijd een aantrekkelijke werkgever, zeker niet voor hoger opgeleiden (waar precies op wordt gemikt). Bijgevolg... gaat men ervan uit dat men sowieso de openvallende plaatsen niet allemaal kan invullen! De inkrimping van het personeelskader anticipeert daar zogenaamd op. Volgens ons gaat het er eerder om de komende uitbestedingen van overheidstaken ‘onvermijdelijk’ te maken...

Proefballonnetjes

Het voorbije jaar hield Van den Bossche de vakbonden én het personeel heel ‘professioneel’ aan het lijntje. Van een samenhangend plan met concrete voorstellen, kreeg niemand ooit iets te zien of te horen. Wel liet Van den Bossche aan de lopende band proefballonnetjes op over deelaspecten. Hij deed dit vooral door gebruik te maken van het zogenaamde ‘informeel’ overleg met de vakbonden. Onlangs echter werd dit informeel overleg door de regering eenzijdig opgezegd. Veel mensen vragen zich terecht af :’Wat heeft de vakbonden bezield om hieraan mee te willen werken ?’.

Afbrokkelende slagkracht

De laatste 20 jaar werden de openbare diensten geconfronteerd met de ene saneringsoperatie na de andere. Gedurende 10 jaar bestond er ook een wervingsstop, met een grote veroudering van het personeel als gevolg. Eén en ander heeft de syndicale slagkracht duidelijk aangetast. Daar dienen we ook nog eens de effecten van de regionalisering én van de autonomisering van de overheidsbedrijven bij te tellen. Dit proces van uiteenrafeling van de openbare diensten heeft er voor gezorgd dat het vandaag véél moeilijker is om als één openbare sector op te treden. In het vakbondsjargon noemt men dat de achteruitgang van de ‘intersectorale’ slagkracht. Net zoals vele militanten beseft de vakbondsleiding dan ook dat er een reëel gevaar dreigt voor het behoud van de syndicale verworvenheden. Voor de vakbondsleiding echter betekent dit vooral dat ze bevreesd is voor het verlies van haar plaats aan de diverse overleg- en onderhandelingstafels. Vandaar dat ze vóór alles haar bereidheid tot deelname aan (zo goed als élke vorm van) overleg in de verf wil zetten, óók als het daarbij slechts gaat om informele gesprekken. Tegenover leden en militanten verantwoordt de vakbondsleiding deze keuze vooral met het argument dat ze zo “aan informatie geraakt”, die ze anders niet zou kunnen bekomen...

Dilemma

Het feit dat de regering nu dit informeel overleg eenzijdig heeft opgezegd, plaatst de vakbondsleiding dan ook voor een dilemma : om haar plaats met gewicht aan de overlegtafel veilig te stellen én om aan informatie te komen, kan ze niet anders dan beroep doen op haar achterban (ze is dus verplicht deze te mobiliseren). Maar tegelijk wil ze ‘de troepen’ in de hand houden om de hervatting van het overleg niet op voorhand te hypothekeren. Vandaar dat de ze vandaag oproept voor ‘actie’ onder de (magere) vorm van gewestelijke personeelsvergaderingen (voor informatie en sensibilisatie), met als centrale (uiterst magere) ‘eis’: de hervatting van het informeel overleg...

Reële problemen

Het moet gezegd dat er ook reële problemen zijn voor de vakbonden (leiding, mili-tanten én leden). Zo speelt de verdeeldheid tussen de verschillende vakbonden iedereen parten. Het is ook waar dat er grote verschillen bestaan tussen de diverse federale overheidsdiensten. De directe, economische impact van stakingsacties bij de federale overheidsdiensten is ook niet bijster groot, terwijl er twijfel bestaat over de actiebereidheid van het (veelal niet-gesyndiceerde) personeel.

Is het dan onmogelijk om deze moeilijkheden te overkomen ? Rest er de vakbonden dan werkelijk niks anders dan de vrij povere ‘actiemiddelen’ die nu worden aangewend ? We denken van wel.

Waarheid

Vooreerst dienen de vakbonden duidelijker taal te spreken. Het komt er eigenlijk op aan eindelijk eens de werkelijke waarheid over de openbare diensten te vertellen. Hoeveel mensen weten écht dat de openbare diensten twintig jaar lang verstoken bleven van elke reële investering ? Hoeveel mensen (ook in de eigen achterban) beseffen werkelijk wat het betekent gedurende tien jaar een wervingstop te moeten ondergaan ? Wordt het geen tijd om eindelijk eens luid te durven verklaren wat de werkelijke bedoeling van de regering met deze hervorming is: flexibilisering, verdeling, uitbesteding, privatisering, kortom: besparing ? Moeten we de informatie (waar we recht op hebben !) niet doodgewoon... opeisen, door van de regering een samenhangend plan te eisen? En moeten we niet eens duidelijk beginnen maken dat wij vragende partij zijn voor een écht investeringsplan voor de openbare diensten ? Kortom : moeten we het Copernicus-plan niet beantwoorden met een... Prometheus-plan (*) ?

Actieplan

Eerder dan de syndicale ‘actie’ te beperken tot gewestelijke personeels-vergaderingen, lijkt het ons beter over te gaan tot de ontwikkeling van een actieplan, dat even samenhangend is als Van den Bossche’s salami-taktiek, met onaangekondigde werkonderbrekingen, bezetting van belangrijke verkeersaders, betogingen, solidariteitsmanifestaties, enz. Uiteindelijk zou deze guerrilla-taktiek kunnen uitmonden in een nationale 24u-staking met betoging in Brussel. Om de strijdbaarheid te verhogen, zou het goed zijn als dit actieplan concreet zou worden uitgewerkt door gewestelijke actiecomités van secretarissen, vrijgestelden en militanten.

GATS

De vakbonden dienen ook uit hun cocon te kruipen. De Belgische Copernicus-hervorming staat niet op zichzelf. Ze kadert in een veelomvattender aanval op het geheel van openbare diensten en voorzieningen. Zo wordt er momenteel op internationale schaal druk gewerkt aan het zogenaamde ‘GATS-akkoord’ (het ‘General Agreement on Trade in Services’ - het Algemeen Akkoord over de Handel in Diensten). De (buiten-syndicale) andersglobalisatiebeweging maakt zich nu reeds op om daartegen in het voorjaar van 2003 in Brussel te manifesteren. Wat houdt de vakbonden van de openbare diensten tegen om dit protest te vervoegen en te verrijken ? Waarom sturen ze hun experts niet naar de bijeenkomsten van de financiële actiegroep ATTAC die met deze kwestie bezig is ?

We zijn ervan overtuigd dat we met zo’n omvattende aanpak Van den Bossche én de regering wel degelijk wérkelijk van antwoord kunnen dienen.


(*) Copernicus was de geleerde die stelde dat de aarde niet het middelpunt van het heelal was (de regering gebruikt zijn naam om duidelijk te maken dat de overheid er niet is voor zichzelf maar voor ‘de burger’). Prometheus was de mythische mens die het vuur stal van de goden en aldus geldt als... de eerste rebel.

Naar boven