Splintex-agc : In staking tegen ontslagen PDF Print Email
Geschreven door André Henry op vrijdag, 14 januari 2005

Begin december kondigde de directie van autoruitenbouwer AGC Automotive (ex-Splintex) dat 284 van de 850 banen geschrapt zouden worden. De werknemers gingen prompt in staking en gingen over tot de opsluiting van de directie. Rood had een gesprek met Giuseppe Borbenga, hoofdafgevaardigde voor de FGTB bij AGC.

Waarom wordt het bedrijf geherstructureerd en hoe rechtvaardigt de directie de 284 ontslagen ?

Giuseppe: Er zijn twee versies van het verhaal. De eerste, officiële versie luidt dat Splintex geherstructureerd moet worden omwille van de gebrekkige rentabiliteit. Al jarenlang zouden de prestaties slecht zijn. We contesteren dat niet, want de cijfers zijn er. Maar wat wij zeggen, is dat dit allemaal al enkele jaren geleden beslist werd. Ze hebben alles op het getouw gezet om tot die tegenvallende resultaten te komen en te bewijzen dat het noodzakelijk is om te delokaliseren. Voor ons gaat het hier immers niet om een herstructurering maar duidelijk om een delokalisering.

Je moet weten dat Splintex deel uitmaakt van de multinational AGC, waarvan de hoofdzetel zich bevindt in Seneffe. In ons geval is de directie van de vleugel van AGC-Automotive in het geding. Je moet immers een onderscheid maken tussen de automobielafdeling en die van het plat glas. Zij is het die beslist over de verschillende Europese sites: drie in Italië, één in Tsjechië, één in België en nog drie andere elders in Europa. Op Europees niveau vergelijken ze ons voortdurend onderling om de performantie van de verschillende sites te evalueren. Sinds enkele jaren is de verantwoordelijke van Automobile-Europa een Fransman, Christian Bart, die volgens mij alles in het werk heeft gesteld om de Belgische site van Fleurus te treffen. Enkele jaren geleden waren er meerdere sites in Frankrijk die zouden moeten verdwijnen omdat ze in de ogen van de directie niet rendabel genoeg waren. Plots veranderde die attitude en begon men massaal te investeren in Frankrijk. Momenteel gaat het in de Franse afdelingen heel goed, ze halen er goeie resultaten. Het probleem is echter dat ze in Fleurus exact het tegenovergestelde hebben gedaan, en er met opzet slechte resultaten hebben geaccumuleerd. Sinds enkele jaren werd alles zo voorbereid om vandaag tot de constatering te kunnen komen dat het bedrijf moet delokaliseren naar een andere site aangezien ze er in Fleurus niet in slagen rendabel te worden.

Maar vooral de tweede versie die ze in de media verspreidden, is shockerend. Daarin wijzen ze met de vinger naar het sociaal klimaat dat hier in Fleurus heerst. Ze verwijzen naar alle sociale conflicten die er in 2003 zijn geweest, naar de 32 arbeidsonderbrekingen met een totaal van 32.000 stakingsuren. Ze doen  dat om indruk te maken, want dat lijkt heel veel. Maar ik wil eraan herinneren dat er 900 arbeiders werken in de fabriek. Daarmee komen we aan vijf stakingsdagen per arbeider in 2003, wat niet enorm is. Daarenboven, als het nodig is in staking te gaan, dan is dat om te reageren tegen de patronale aanvallen. We konden niet anders dan in actie gaan.

Waarom hebben jullie ervoor gekozen om de directie op te sluiten ?

Giuseppe: Om de aandacht van de media te trekken, de publieke opinie te sensibiliseren en de patroons ertoe te verplichten te onderhandelen.

Wat is de achtergrond van de site van Fleurus ? Hoe ontstond Splintex hier?

Giuseppe: Het begon in 1975 met de sociale conflicten in Gilly in de sector van het glas. Daarna kwam men aandraven met technieken die moesten aantonen dat het oude procédé om glas te fabriceren niet langer rendabel was. Na de enorme strijd van de arbeiders van Gilly werd een akkoord afgesloten om van de productie van glas over te schakelen op de transformatie van glas, namelijk voor autoruiten. Die overschakeling was het begin van Splintex.

Waarom beslist de directie precies vandaag om 284 arbeiders te ontslaan ?

Giuseppe: Dat is eigenlijk geen verrassing. Eind september circuleerde het gerucht over een op til staande herstructurering al. Op een ondernemingsraad vroegen wij, syndicale afgevaardigden en delegees in de ondernemingsraad, naar het budget voor 2005. Toen verklaarde de directie ons dat dit budget niet in orde was. We waren ongerust en vroegen of ze eraan dacht over te gaan tot economische werkloosheid. Het antwoord was dat dit niet zou gebeuren in 2005.

Het was voor ons heel duidelijk dat als er onvoldoende activiteit is voor 2005 en een plan voor economische werkloosheid ontbreekt, er een ernstig probleem dreigt, eventueel met ontslagen als gevolg. We hebben de directie dus gedwongen ons meer informatie te geven. Eind september verklaarde de directie van Boisfort aan onze permanenten ginder dat er een echte herstructurering op til stond, zonder meer details te geven… De fabriek van Splintex werd toen onmiddellijk stilgelegd. We hebben een week lang gestaakt om meer te weten te komen. Op een bijeenkomst in Boisfort met de directie kondigde die uiteindelijk aan dat er geen herstructurering zou plaatsvinden!

In enkele dagen tijd spraken ze zichzelf twee, drie keer tegen. Het klimaat was heel moeilijk; zij waren bereid gelijk wat te beloven opdat wij het werk maar zouden hervatten, wat we ook deden begin oktober. Van oktober tot eind november hebben ze zich duchtig voorbereid om het hoofd te kunnen bieden aan het conflict dat zou uitbreken van zodra de herstructurering toch aangekondigd zou worden. Ze deden ons massaal overuren draaien en werfden ook arbeiders met precaire contracten aan om de stocks aan te vullen zoals we het nog nooit hadden meegemaakt. Ze hebben zelfs aanvullende platforms gehuurd om te kunnen leveren aan klanten als we gedurende meerdere weken of zelfs maanden in staking zouden gaan. Ze waren dus heel goed voorbereid op de beweging die vandaag is ontstaan tegen de herstructurering.

Het geval van Splintex speelt zich af in de context van de kapitalistische globalisering. Wat denk je daarvan en zijn de arbeiders zich bewust van dit aspect van het conflict?

Giuseppe: Natuurlijk! Sinds een hele tijd weten we dat we deel uitmaken van een multinational. We weten dat we in Splintex een orderboekje hebben dat vol is tot in 2008. Er zijn dus bestellingen. De techniek is fel geautomatiseerd maar draait toch niet goed genoeg. Voor ons gaat het erom dat aan te tonen, en zo de beslissing van de directie te ontmaskeren als een vorm van delokalisering.

We zijn ons bewust van het probleem van de globalisering. Een aandeelhouder, of hij nu van Japan, Amerika of van gelijk waar komt, heeft als enig doel winst te maken. Wel, Fleurus kan rendabel zijn. We hebben dus duidelijk de vraag gesteld: hoe denken ze hun productie te verzekeren door Splintex te schrappen? Als het erom zou gaan te delokaliseren naar China of elders waar de arbeidskracht goedkoper is, dan zouden ze een argument hebben. Maar we weten dat de fabriek die autoruiten maakt in Tsjechië verzadigd is. In Italië daarentegen hebben ze pas in een nieuwe oven geïnvesteerd. Alles wat men hier niet zou maken, zou gedelokaliseerd worden naar Italië. Iedereen weet dat de arbeidskracht in Italië min of meer de zelfde waarde heeft als in België...

Waar staan de onderhandelingen nu ?

Giuseppe: We kunnen niet spreken over onderhandelingen. Tot nog toe werd er niet onderhandeld. Na de aankondiging van de herstructurering gaven de arbeiders tijdens een algemene vergadering ons het mandaat om het herstructureringsplan te weigeren. We verzetten ons dus tegen dit plan en tegen het jobverlies. Er is geen sprake van onderhandelingen vandaag, want er is een breuk in de dialoog.

In eerste instantie werd een alarmcomité opgericht door het Waalse gewest. Dat comité was al sinds enkele maanden voorzien, maar functioneerde voor het eerst voor Splintex. De doelstelling ervan is de dialoog tussen vakbonden en patroons te herstellen, wat ook gebeurd is, en ons voor overleg op het ministerie van tewerkstelling in Brussel bracht. De gesprekken werden een eerste keer opgeheven omdat er een totaal meningsverschil was tussen patroons en vakbonden. De tweede keer dat we mekaar zagen, bleef de situatie geblokkeerd. Dat was de derde keer ook het geval, want zij bleven op hun posities staan, net zoals wij.

Hoe is het met de strijdbaarheid van de arbeiders gesteld? Is die nog intact?

Giuseppe: Ik denk dat ze niet alleen nog helemaal intact is, maar dat ze ook toeneemt. De eerste keer dat we naar Brussel zijn gegaan, waren er bijvoorbeeld een vijftigtal arbeiders. De tweede keer waren er een goeie honderd en vandaag tweehonderd. Daarenboven waren er de 24-urenstaking in alle sites van Glaverbel in de regio en de betoging van 13 december in Charleroi rond het interprofessioneel akkoord. Splintex had er een centrale plaats en kreeg interprofessionele steun. Ook op nationaal niveau weet ik dat er iets beweegt.

Jullie hebben een stakingscomité gecreëerd. Hoe functioneert dat? En waar houdt het zich mee bezig, debatten, acties?

Giuseppe: We hebben een stakingscomité op poten gezet, dat - we moeten het toegeven - niet correct gefunctioneerd heeft. Ondanks alles zijn de resultaten er, want vandaag zijn we al vijftien dagen aan het staken. Misschien is niet alles gedaan en georganiseerd op zo'n manier dat iedereen betrokken wordt. Er zijn zeker lacunes, maar we gaan met het stakingscomité proberen om deze op te vullen, zodat de taken beter worden verdeeld en er meer organisatie is dan vandaag.

Wat is je indruk van de interprofessionele algemene vergaderingen van het FGTB in Charleroi, die heel militant en strijdbaar waren ?

Giuseppe: De interprofessionele vergaderingen kenden al een tijdje een neergang. Vandaag hebben we daarentegen een sterk signaal van de basis en van de delegees. Er waren er verschillende met een heel strijdbare toon, en die opriepen tot actie en strijd. Dat is vandaag de enige haalbare oplossing.

Naar boven