Over de lusten van lasten PDF Print Email
Geschreven door M. Lievens op maandag, 17 oktober 2005

Het regent voorstellen voor belastingverlagingen allerhande. Van het kijk- en luistergeld tot de accijnzen op brandstoffen en de sociale bijdragen: neoliberalen van allerlei snit willen de staat 'ontvetten'. Het wordt keer op keer benadrukt: België heeft een vanuit internationaal perspectief aanzienlijke fiscale en parafiscale druk op de arbeidsinkomens. Het impliciete tarief van die heffingen als percentage van de totale loonsom lag volgens het jaarverslag van 2004 van de Nationale Bank van België in 2002 zowat 7,2 procentpunten hoger dan het gemiddelde van de EU-15. Maar lasten en lasten zijn twee...

Ben jij wel actief?

Actieven versus niet-actieven: dat lijkt volgens de neoliberale architecten van de 'actieve welvaartstaat' de nieuwe tegenstelling. Of het nu gaat om het verhaal van de vergrijzing, de betaalbaarheid van de sociale zekerheid of de openbare diensten: telkens weer wordt geïnsinueerd dat een kleiner wordende groep bijdraagt, terwijl een legertje gepensioneerden, werklozen en andere steuntrekkers voor hen een steeds zwaarder juk worden. Over het echte parasitisme, dat van het grootkapitaal en de aandeelhouders, zwijgen ze als vermoord. Vele 'actieven' zien dan ook wel graten in de slogan van belastingverlagingen. Die verhogen immers hun koopkracht. Na al die jaren van loonmatiging zou dat welgekomen zijn.

Toch is het niet zo eenvoudig als het lijkt. Enerzijds versterken de lastenverlagingen natuurlijk gewoon de financieringscrisis van de staat en vooral van de openbare diensten. Wat langs één kant wordt gegeven, wordt langs de andere kant weer afgenomen onder de vorm van verhoogde remgelden in de gezondheidszorg of duurdere treintickets. Niets is immers 'gratis' volgens de neoliberalen: voor alles moet worden betaald. Ze zien de gevolgen niet in van de socialisering van de productie: in een grote autofabriek is het onmogelijk te bepalen hoeveel van de waarde van het eindproduct is gerealiseerd door die of die specifieke arbeider. Vandaar dat het onbegonnen werk is hun lonen te differentiëren volgens hun bijdrage. Even goed is het niet te doen voor alle vormen van gesocialiseerde consumptie een prijs te gaan bepalen, wat de neoliberalen toch proberen.

Ja, wij betalen teveel belastingen!

Belastingen op consumptie, bezoldigde arbeid, en kapitaal

De truuk van de neoliberalen bestaat erin van allerlei lasten één amalgaam te maken. Want dat verzwakt de tegenstanders van hun beleid. Zij moeten dan wel heel genuanceerd gaan antwoorden. Neen, belastingen zijn geen diefstal in de mate ze voor de bevrediging van fundamentele behoeften worden ingezet. En neen, lastenverlagingen allerhande zijn geen adequaat beleid om jobs te creëren. Maar jazeker, de werkende mensen betalen teveel belastingen! Dertig jaar lang al wordt het kapitaal fiscaal begunstigd via het bankgeheim, het ontbreken van een vermogens-belasting, allerlei vrijstellingen en lastenverlagingen. Gevolg? De belasting op arbeid stijgt, die op kapitaal daalt (zie grafiek). Dus inderdaad, er valt wel iets te zeggen voor belastinghervormingen, maar dan wel in een andere richting dan wat vandaag wordt voorgesteld.

Verlagingen van sociale bijdragen zijn loondalingen!

De reducties van de patronale bijdragen aan de sociale zekerheid zijn het meest perverse aspect van de slogans over de te hoge belastingdruk. Veel werkende mensen gaan mee in het vage verhaal dat de lasten hoog zijn, aangezien ze zelf aan den lijve ondervinden wat het betekent te moeten opdraaien voor de overheidsschuld, waar de rijken via de rentelasten alleen nog rijker van worden. Het discours over de reducties van de sociale bijdragen 'pakt' dus.

Er zit echter een addertje onder het gras. Het grote verschil is dat de sociale bijdragen geen 'belastingen' zijn die dienen voor staatsuitgaven, maar het 'indirecte loon' vormen van de arbeiders, dat zij niet onmiddellijk in handen krijgen, maar dat in een gemeenschappelijke pot van de werkende klasse, de sociale zekerheid, wordt gestort. De verlagingen van de patronale bijdragen aan de sociale zekerheid zijn dus eigenlijk loondalingen! Deze zijn gemakkelijker op te leggen dan directe loonverminderingen, omdat de gevolgen van de ontmanteling van de sociale zekerheid voor de meeste arbeiders pas op termijn voelbaar zijn (eens ze zelf werkloos of ziek zijn, of op pensioen gaan). Mensen ondergaan die effecten bovendien op individuele wijze, afhankelijk van hun eigen levensloop. Het verloop van de directe lonen is veel meer een collectief aangevoelde realiteit, vandaar dat het gemakkelijker is te mobiliseren rond de directe loonpolitiek, zoals bleek naar aanleiding van de recente onderhandelingen over het interprofessioneel akkoord. De daling van de patronale bijdragen is dan ook mee verantwoordelijk voor de belangrijke daling van het aandeel van het nationaal inkomen dat de arbeidersklasse toekomt. En nog voert het VBO de druk op om die politiek nog een tandje bij te zetten.

Vlaktaks?

De nieuwste neoliberale dada op belastingvlak is de zogeheten 'vlaktaks'. Die houdt in dat alle inkomens procentueel gelijk belast worden, dat met andere woorden de progressiviteit van de belastingen wordt opgeheven. Ongeacht je inkomen betaalt iedereen in dit systeem een zelfde percentage aan belastingen. Weg met de solidariteitsgedachte dat de sterkste schouders de grootste lasten moeten dragen! Dit systeem bestaat al in een reeks Centraal- en Oost-Europese landen, waar de nieuwe heersende klasse van de opening na de val van de muur gebruik maakte om de neoliberale draai veel dieper te maken dan West-Europa kon, gegeven de krachtsverhoudingen.

In 1985 zwaaide Agalev al met de idee van een vlaktaks van 50 % en een basisinkomen van 10.000 Belgische frank. De bedoeling was uiteraard een andere dan die van de liberalen vandaag: voor de groenen ging het er niet om de economische groei te stimuleren, maar wel mensen de kans te geven 'uit de markt- en de staatseconomie' te stappen. Vandaag lijkt dat echter niet langer hun bedoeling.

Op een recent congres nam de VLD positie ten voordele van een 'fair tax' (zoals die in Nieuw-Zeeland al bestaat): op korte termijn zouden de vijf belastingschijven teruggebracht worden tot twee (40 en 20 %), om op langere termijn over te gaan naar een echte vlaktaks. Ook het Vlaams Belang toonde zich van zijn liberaalste kant door voor een vlaktaks te pleiten.

Een vlaktaks is in elk geval eenvoudiger en transparanter dan het huidige systeem met al zijn aftrekposten en achterpoortjes. Maar daar houden de voordelen dan ook op. De gevolgen van een echte vlaktaks zijn van die aard dat dit idee wel eens als een boemerang in het gezicht van de liberalen zou kunnen terugkomen. Het kan in elk geval voor wat politieke opheldering zorgen. Sowieso heeft het systeem als gevolg dat de rijksten een pak minder belastingen betalen. Om het asociale karakter van de vlaktaks te verzachten, wordt ten voordele van de armsten een belastingvrije schijf ingevoerd. Gevolg? Ofwel krijgt de overheid een pak minder middelen binnen, en moet de besparings- en privatiseringspolitiek een tandje bij gezet worden. Ofwel zijn het de modaal en beter verdienende werkende mensen die voor dit idee moeten opdraaien...

De liberalen besparen zich kosten noch moeite om zich te profileren als de nieuwe 'volkspartij' door te hengelen naar wat in de journalistiek de 'middenklasse' wordt genoemd (in feite de betere lagen binnen de arbeidersklasse). Tegelijk voeren ze een beleid dat in de eerste plaats het grootkapitaal ten gunste komt (zie hoe b.v. het buitenlands kapitaal in België in de watten wordt gelegd!), en verwerven ze steun bij een deel van die 'middenklasse' door wat toegiften zoals bescheiden belastingverminderingen. De capaciteit van de neoliberalen om de hegemonie te verwerven over de beter verdienende bevolkingslagen blijft echter precair...

Naar boven