Vincent Decroly: "Strijdbewegingen in de hele wereld, zij aan zij tegen de oorlog" PDF Print Email
Geschreven door Chris Den Hond op dinsdag, 11 maart 2003

Vincent Decroly is sinds 25 jaar ecologist en militant tegen de wapenwedloop. In de jaren 80 speelde hij een belangrijke rol in de beweging tegen de kerncentrales en kernraketten. Hij werd in de jaren 90 verkozen op de lijst Ecolo, maar stapte eruit wegens onenigheid over de deelname van de groenen aan een liberale regering. Een andersglobalist van het eerste uur, die erbij was in Firenze en ook weer dit jaar in Porto Alegre. Voor Vincent hangt van de strijd voor een beter leefmilieu onmiddellijk samen met de strijd tegen de oorlog en tegen het neoliberalisme.

Vincent, waarom ben jij tegen de oorlog?

Vincent Decroly: Ik ben vanuit een diepe overtuiging tegen oorlog. Sinds zeer lange tijd ben ik dan ook actief geëngageerd in een radicaal-pacifistische beweging, "The War Resisters International". Vandaag ben ik tegen de oorlog, omdat oorlog in de huidige wereld een manier wordt om ongelijke economische verhoudingen te reguleren. Dat wordt hoe langer hoe duidelijker. Twintig jaar geleden zag ik de zaken niet zo, maar vandaag maak ik wel die analyse. 

Wat heb jij de laatste 20 jaar zoal uitgespookt?

Vincent Decroly: Ik ben politiek geboren met de Europese vredesbeweging, de Oost-Europese en de West-Europese, toen het debat over middellange-afstandsraketten volop woedde. In die periode werkten we in België sterk aan de uitbouw van contacten met onze vrienden gewetensbezwaarden in de Oost-Europese landen. Ons idee was een solidariteit uit te bouwen tot ver achter de Berlijnse muur rond het thema van vrede, mensenrechten, economie en cultuur. Zo ben ik politiek bewust en actief geworden. Stilaan groeide mijn interesse ook voor internationale relaties, de derde-wereldproblematiek en ontwikkeling in het algemeen. Ik ben nu veel meer dan vroeger actief rond kwesties die verband houden met de internationale economie, zoals de strijd tegen de GATS. 

Wat waren de gevolgen van de val van de Berlijnse muur voor de vredes- en anti-oorlogsbeweging?

Vincent Decroly: In die periode ervoer ik twee tegenstrijdige politieke realiteiten. Als ik vrienden in Afrika tegenkwam, merkte ik bij hen een heldere en scherpzinnige analyse over de troeven en handicaps van ons West-Europees ontwikkelingsmodel. Waarom? Omdat ze de blanke man kenden van de kolonisatie. Ze kenden ook zeer goed onze zwakke kanten, onze ego's, onze wensdromen voor meer macht en ze speelden dat uit tegen ons. Ze trokken dat scherpzinnig in het belachelijke en konden er een zekere afstand van nemen. Maar op datzelfde moment kwam ik tijdens mijn reizen naar Oost-Europa ecologisten en pacifisten tegen die mij enorm ontmoedigden. Buiten de radicale ecologisten en de groepen verbonden met "War Resisters International", keken de andere vredesactivisten met bewondering naar de Nato en naar het Noord-Amerikaanse model. Gedurende 40 jaar Sovjet-propaganda had men hen zodanig ingepompt dat het USA-model slecht was, dat ze als tegenreactie het Amerikaanse ontwikkelingsmodel op een voetstuk gingen plaatsen. Sommige ecologisten vroegen toen al de toetreding van Roemenië, Hongarije en Polen tot de Nato. Ze stelden het programma en de strategie van de Nato helemaal niet in vraag. Ze onderwierpen zich automatisch aan de dominante ideologie in het Westen en haar militaire instrumenten. 

Datzelfde probleem komt vandaag ook tot uiting met de brief van acht Europese landen pro-VS, waaronder drie Oost-Europese landen. Zijn die landen eerder pro-Amerikaans dan pro-Europees?

Vincent Decroly: Zeer zeker. Ik herinner mij trouwens een grote Europese Conventie voor Nucleaire Ontwapening in 1983 of 1985 in Amsterdam. In die Conventie kwamen alle Oost- en West-Europese vredesbewegingen samen. We ontvingen een brief vanuit de gevangenis, ondertekend door ene Vaclav Havel. Zijn brief, gericht aan de West-Europese vredesbeweging droeg als titel: "Anatomie van een Terughoudendheid". Hij legde ons uit dat hij op vele vlakken (cultureel, politiek, sociaal) een convergentie mogelijk achtte met de West-Europese vredesbeweging, maar dat hij terughoudend was op andere vlakken. In Oost Europa, en dan vooral in Tsjechoslovakije, hadden zij de extreem zware gevolgen meegemaakt van de USSR-politiek en hij dacht dat een tegengewicht en tegen-strategie nodig was. Voor hem was dat tegengewicht de Nato en de tegenstrategie was de bijhorende de nucleaire afschrikkingsstrategie. Die ambivalente houding komt vandaag de dag terug tot uiting rond de nakende oorlog tegen Irak. 

Sommigen zijn tegen een unilaterale oorlog van de VS tegen Irak. Maar ze zijn wel voor een oorlog als de VN die zou goedkeuren. Dat is grosso modo de positie van de Belgische, Franse en Duitse regering. Is dat ook jouw positie?

Vincent Decroly: Zeker niet. De Verenigde Naties worden vandaag totaal geïnstrumentaliseerd door de VS. Vandaag worden de basisregels, de procedures en de functionering van de VN volledig bepaald door de regering Bush. Ik begrijp niet waarom er daartegen binnen de VN niet méér tegenkanting groeit. De VN werd toch opgericht als een instrument om oorlog te verhinderen. Als dus vandaag blijkt dat de VN volledig wordt overheerst door de VS en dus herleid wordt tot een instrument dat oorlogen organiseert en de ongelijkheid op wereldvlak nog versterkt, dan is de VN mislukt in haar opdracht. Overal in de wereld moeten we de VN herinneren aan haar beginselverklaring en indien nodig ons verzetten tegen de VN. 

Sommigen zeggen: als dictator Saddam kan verjaagd worden met een relatief korte militaire ingreep waarna een burgerregering aan de macht komt die de diversiteit in Irak beter respecteert, dan zou dat toch een goede zaak zijn. Vind jij dat niet?

Vincent Decroly: Dat is een totale illusie. Dat verhaaltje van een korte militaire operatie met beperkte "collaterale schade", dat is pure intoxicatie en desinformatie. Er vallen burgerslachtoffers, civiele infrastructuur wordt vernield. Die "story" van oorlog zonder doden, een louter militaire oorlog, houdt geen steek, zelfs niet niet met de huidige gesofisticeerde technologie. Dat is pure demagogie en propaganda. Men kan zich geen militaire operaties inbeelden met enkel maar militaire schade. Ik geloof daar totaal niet in. Dit gezegd, zelfs al zou een chirurgische oorlog mogelijk zijn, een "medische oorlog", een oorlog die het volk geneest van de dictatuur, dan nog denk ik dat er andere middelen bestaan: de solidariteit onder de volkeren, het politieke werk, de druk op nationale en internationale instellingen, de economische samenwerking of boycot. Er bestaat een heel arsenaal aan middelen die niet genoeg gehanteerd worden om een oorlog te vermijden of een dictator te verjagen. Erger nog: de ergste dictaturen, erger dan Saddam Hoessein, hebben de wind in de zeilen dank zij die economische steun die ze krijgen van het westen. Daar worden geen vraagtekens bij geplaatst. Die economische steun uit zich dan nog dikwijls op vlak van wapenverkoop die dat soort regimes nog versterkt. Dus die logica van interventie zogezegd om de bevolking te bevrijden van een dictator, is contra-productief, want dezelfden komen tussen om andere dictaturen te beschermen en in stand te houden. 

U bent al naar Porto Alegre gegaan nog voor de opkomst van de andersglobalisten. Hoe verklaart u die band tussen de beweging voor een andere wereld en de anti-oorlogsbeweging?

Vincent Decroly: De andersglobalisten zijn erin geslaagd te groeien binnen de sociale en volksbewegingen, ze tellen ook veel niet-georganiseerde burgers in hun rangen. Dat is buitengewoon. Het wijst op een duidelijke vraag van de civiele maatschappij naar meer greep op de politiek. In België kwam dat al sterk tot uiting met de witte marsen. Voor mij was dat de sterkste uiting van die sterke vraag van burgers naar meer zeggenschap. De andersglobalisten zijn erin geslaagd op op hoog academisch niveua de mechanismen van de huidige internationale economie bloot te leggen. Tegelijkertijd heeft ze die analyse verbonden met werk aan de basis, met een pedagogische uitleg. Ze heeft zaken in vraag gesteld. Wat andersglobalisten vandaag vertellen leek tien jaar geleden nog veraf en abstract. Er werden wel petities en campagnes opgestart maar die draaiden vaak rond één thema; one-issue. Vandaag is er een grote grensoverschrijding in de beweging. Verschillende thema's worden met elkaar in verband gebracht. Bovendien groeit doorheen de andersglobaliserings-beweging de politieke bewustwording rond het feit dat al deze kwesties economische wortels hebben, dat al die kwesties tot uiting komen in het internationale economische systeem. Het gaat dus om meer dan een cultureel of ideologisch probleem in onze samenleving. De andersglobalisten leggen een direct verband met het economisch systeem. 

Vandaag stel je vast dat op dezelfde wijze de anti-oorlogsbeweging en de andersglobaliseringsbeweging in elkaar vervloeien. Ikzelf kom uit een filosofische achtergrond die eerder Gandhiaans was, een eerder morele geweldloosheid, een puur ethische en zeer abstracte aanpak van de vredeskwestie. Stilaan zijn we beginnen na te denken over vredeseconomie, vreedzame economische ontwikkeling en samenlevingsmodellen. Terwijl voorheen vele pacifisten eerder heil zagen in conflictbeheersing en bemiddeling, zien we dat nu de economische realiteit een veel prominentere plaats krijgt in de analyse. Die verbinding geeft de anti-oorlogsbeweging kracht. Strijdbewegingen in de wereld die gisteren nog geïsoleerd van elkaar stonden, staan vandaag zij aan zij. Een gemeenschappelijk front tegen de economische uitbuiting krijgt stilaan vorm. Voor mij is dat een echte revelatie.

Naar boven