Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Venezuela: De uitdaging na de presidentsverkiezingen PDF Print Email
Geschreven door Almeyra Guillermo* op maandag, 29 april 2013
Chavistisch kandidaat Nicolás Maduro stelde zich tot doel alle stemmen van Hugo Chávez te recupereren en deze zelfs te overtreffen door het bereiken van 10 miljoen stemmen, maar hij kreeg er maar 7.505.338, en verloor dus 600.000 stemmen ten opzichte van de laatste verkiezingen toen Chávez presidentskandidaat was. Hij won met een voorsprong van maar 300.000 stemmen, dus 50,6 % tegen 49,07% voor Capriles. De onthouding is slechts lichtjes gestegen van 20 naar 22%, waaruit blijkt dat de meerderheid van de verloren stemmen voor Maduro, rechtstreeks naar de oppositie gingen die, Chávez nabootsend en zijn erfenis opeisend, erin geslaagd is een sector te winnen van vroegere Chavisten, bestaande uit middenklassers en zelfs enkele sectoren van de arbeidersklasse.

 

De verkiezingscampagne van het Chavistische kamp was zeer magertjes: grote ontplooiing van de nationalistische retoriek, zich verbergen achter het figuur van Bolivar en de Venezolaanse vlag, geen idee over de verdieping van het sociale proces en nog minder over het socialisme, herhaalde oproepen tot loyaliteit. De campagne werd gedeeltelijk bepaald door de interne strijd binnen het staatsapparaat. Er was geen enkele aanmoediging om initiatief te nemen tot zelforganisatie van het gewone volk, er werd gezwegen over de organisatie van de machtswissel. De campagne toonde ook heel wat religieuze en mystieke ideeen. 

 

Die van Capriles, verraderlijk en vol leugens, was vaardiger door het aanhoudend benadrukken van de verschillen tussen de navolgers van Chávez en Chávez zelf, en ze voortdurend aan te vallen door het steeds vernoemen van hun voorrechten, de corruptie, en de affaires van de nieuwe Bolivariaanse bourgeoisie en door het verzwijgen van zijn eigen plannen en zijn relatie met het imperialisme.    

 

De Chavistische stemmen die hij gewonnen heeft en de verloren stemmen van diegenen die zich onthielden, vertegenwoordigen geen hoopvolle stemming maar een protest tegen de inflatie van 20 % die de lonen opvreett en tegen de negatieve effecten van de devaluatie voor de volkse sectoren. Het was ook een protest tegen de misdaad, het geweld, de corruptie en tegen de privileges van de vele ambtenaren, zoals we nog hebben gezien bij de begrafenis van Chávez, toen men de ministers verplichtte om uit hun luxe auto’s te stappen en tevoet mee op te stappen naar de kapel.

 

Capriles dringt aan op een hertelling van de stemmen ondanks het feit dat diefstal van de stembiljetten onmogelijk is in Venezuela. De regering van de Verenigde Staten, die het stilzwijgen bewaarde bij de schandalige manipulaties van de verkiezingen van 1988 en 2006 in Mexico, steunt Capriles en bereidt een staatsgreep voor, vermomd als een democratische en moralistische campagne. Washington en het rechtse anti-Chavisme, leggen nu contacten met de rechterzijde van het Chavisme en met de meest conservatieve sector van het leger. De volgende stap zal het stimuleren van een campagne zijn die sabotage, kapitaalsvlucht, perscampagnes, werkgeverslockouts, studentenbetogingen, enz., combineert met provocaties en pogingen tot omkoping van civiele en militaire personen in officiële kringen. 

 

Het onmiddellijke gevaar na de verkiezingen ligt bij de rechterzijde van het Chavisme dat de kleine stemmenwinst zal interpreteren als een aanmoediging om het tempo van het revolutionaire proces te vertragen en  de onderhandelingen met de oppositie te vergemakkelijken door er toegevingen aan te doen.

 

Echter, als de 1.600 onteigende bedrijven slecht functioneren, moet men die niet opnieuw privatiseren, maar in plaats daarvan, ze naar behoren runnen en onder toezicht van de werknemers plaatsen. Indien de organisaties van de volksmacht maar half werken, moet men die niet elimineren, maar moet men stoppen met ze te controleren en te verstikken vanuit het staatsapparaat en ze meer verantwoordelijkheden geven. Als de criminaliteit belangrijk is, moet ze gecontroleerd en bestreden worden met alle mogelijke middelen door de organisatie in de wijken en niet door een corrupte en omkoopbare politie. De democratische rechten zijn gegarandeerd door het herroepingsreferendum, maar om een positieve uitweg te geven aan de onvrede, en om het zogenaamde democratisch “golpisme” (de dreiging tot staatsgreep) in bedwang te houden, moet men dit uitbreiden tot alle openbare diensten.

 

In plaats van stakingen te verbieden en vakbonden en werknemers te onderdrukken, moet men op gelijke voet met hen praten. In plaats van het socialisme te transformeren in een holle retoriek van nietszeggende propaganda, moet men openlijk discussiëren met iedereen, zonder beperkingen, over welke maatregelen er moeten genomen worden bij de realisatie ervan, hoe bureaucratie en corruptie voorkomen, met de bewuste en georganiseerde deelname van werknemers, studenten en intellectuelen.

 

In plaats van de realiteit te verfraaien, moet men op tijd problemen identificeren en corrigeren. In plaats van paternalisme en loyaliteit, moet men ruimte laten voor initiatief, creativiteit, innovatie, kritiek en opbouw van het burgerschap. 

 

Maduro beloofde grote en onmiddellijke loonsverhogingen. Maar met een zeer hoge inflatie, een voedseltekort en een tekort aan andere producten, een zwarte markt, een verlaging van de nettolonen, zullen deze verhogingen in het beste geval slechts gedeeltelijk de vermindering van de koopkracht compenseren. Venezuela kan niet uitsluitend afhangen van de olie: het moet andere goederen en diensten produceren en zijn productiviteit verhogen.

 

Men moet maatregelen toepassen die helpen om inefficiëntie of corruptie in het bestuursapparaat weg te werken en met moet dringend jonge bestuurders en doeltreffende en vernieuwende technici vormen. Het is ook noodzakelijk van het verleden te leren en in plaats van zich te laten leiden door een vertekend, mythisch beeld van de peronistische ervaring, serieus te begrijpen waarom Péron de Argentijnse economie in de jaren 50 in een doodlopend straatje heeft geleid, alvorens hij omvergeworpen werd en waarom hij dit nefast beleid in de jaren zeventig herhaald heeft waardoor hij de deur open zette naar een felle rechtse dictatuur.

 

Het is essentieel dat de Latijns-Amerikaanse geschiedenis en die van het socialisme besproken wordt zonder belemmeringen of beperkingen want zonder van het verleden te leren, is het onmogelijk de toekomst voor te bereiden. Gelt op de sleutelrol die de media, vandaag vooral in handen van rechtse krachten, moet men de oprichting van een linkse pers, van de vakbonden, sociale organisaties, enz. stimuleren: wanneer zulke pers bepaalde overheidsmaatregelen bekritiseert, zal dat deze toelaten die te verbeteren indien het nodig is of omgekeerd, de critici te overtuigen dat ze zich vergissen. In één woord, om de invloed van het “golpisme” te verminderen, is er geen andere weg dan het oproepen van de werkende klasse het initiatief te grijpen en het revolutionaire proces te verdiepen.

 

* Guillermo Almeyra is auteur en journalist bij de krant “La Jornada” in Mexico. Met dank aan Els G. voor de vertaling.

 

 

 

 

Naar boven