Een alternatief voor Pakistan PDF Print Email
Geschreven door Alex De Jong op donderdag, 31 januari 2013
Meestal komt Pakistan in het nieuws vanwege aanslagen en islamitisch fundamentalisme. De tegenstanders hiervan, in de ogen van veel commentatoren, zijn het Pakistaanse leger en regering. Het geweld tussen fundamentalisten en leger lijkt elke derde weg onmogelijk te maken. Eind vorig jaar besloten Pakistaanse socialisten echter te proberen juist zo’n alternatief mogelijk te maken met de oprichting van een nieuwe, verenigde linkse partij, de Awami Workers Party (AWP).

Het terrorisme van islamitische fundamentalisten en grootschalig overheidsgeweld zijn internationaal bekend maar het leger vecht ook een smerige oorlog tegen afscheidingsbewegingen. De overheid is door en door corrupt en ondertussen vissen geheime diensten in troebel water door contact te houden met gewapende groeperingen die het als handig instrumenten tegen bijvoorbeeld aartsvijand India beschouwt. Naast gewapende botsingen eisen aanslagen en rellen elk jaar honderden levens, de afgelopen jaren is het geweld sterk gestegen.

Het geweld in het land van 180 miljoen inwoners en de diepe crisis waarin Pakistan verkeert hebben structurele oorzaken. Meer dan de helft van de bevolking bezit bijvoorbeeld geen land terwijl een kleine tien procent van de grondbezitters meer dan 100 hectare bezit. Landloosheid in verarmde provincies waar veel mensen afhankelijk zijn van landbouw voor hun levensonderhoud creëert een stroom recruten voor gewapende groeperingen die verandering en een inkomen beloven. Maar hervorming van het landbezit is een van de laatste dingen waar de regering aan denkt; deze bestaat grotendeels uit grootgrondbezitters of hun bondgenoten en ook het leger controleert grote lappen winstgevende landbouwgrond. Verandering van het landbezit zou afgedwongen moeten worden en gepaard gaan met overheidssteun aan kleine boeren om te voorkomen dat deze failliet gaan en hun land weer moeten verkopen. Allemaal maatregelen die ingaan tegen de logica van de markt die internationaal toonaangevend is en waar de Pakistaanse regering trouw aan gehoorzaamt.

Nadat grote protestbewegingen eind jaren zestig een kans leken te bieden op een sociale omwenteling werd Pakistaans links in het defensief gedrongen. In de Koude Oorlog lag het land in de frontlinie van de confrontatie tussen ‘oost’ en ‘west’. In 1977 greep generaal Mohammed Zia ul-Haq de macht in een door het westen gesteunde coup tegen premier Zulfikar Ali Bhutto. Bhutto, dwars, autoritair, nationalistisch, seculier, naar links neigend, was een te onvoorspelbare factor. De Brits-Pakistaanse journalist Tariq Ali stelde; ‘generaal Zia verwoestte de politieke samenhang en cultuur van Pakistan met het invoeren van openbare lijfstraffen en executies, het ter dood brengen van de laatste verkozen premier Zulfiqar Ali Bhutto en deed dit allemaal onder de dekmantel van islamisme, islamitische wetten. Vrouwen werden hun rechten ontnomen en het land lijdt nog steeds onder de kwalijke atmosfeer die toen ontstond’.

Ook tijdens de ‘war on terror’ was Pakistan slachtoffer van geopolitieke calculaties. Generaal Perez Musharraf, ook door een coup aan de macht gekomen, was een bondgenoot in de strijd tegen ‘terrorisme’ en gold daarom als ‘hervormingsgezind’. In 2008 dwongen protesten Musharraf af te treden en brachten verkiezingen Asif Ali Zardari aan de macht. Zardari’s grootste talenten liggen in corruptie en zelfverrijking maar hij is weduwnaar van Benazir Bhutto, de dochter van, en erfde haar vaders’ partij, de Pakistan People’s Party (PPP).

Geconfronteerd met arrestaties, martelingen en ‘verdwijningen’ door de overheid en het geweld van fundamentalisten kiezen talrijke Pakistaanse progressieven voor een politiek van het minste kwaad; met fundamentalisten tegen het ‘imperialisme’ of met de staat tegen het ‘islamitisch fascisme’. Het zijn allebei doodlopende wegen, allebei bieden ze geen uitweg uit de crisis. Voor de Awami Workers Party is een van de grootste uitdagingen deze valse keuze te vermijden en een alternatief op te bouwen dat zijn kracht ontleent aan de sociale strijd van de armen en onderdrukten.

De Pakistaanse socialisten zijn er duidelijk over dat dit niet makkelijk zal zijn, dit is geen tijd voor triomfalisme. Juist de zware druk van de huidige crisis deed de drie partijen die de AWP oprichtten, de Awami Party Pakistan, Labour Party Pakistan en Worker’s Party Pakistan, afkomstig uit verschillende socialistische tradities, besluiten hun verschillen terzijde te zetten. Vooral sinds de protestbeweging van 2008 is een nieuwe laag jonge linkse activisten op zoek naar een alternatief voor Pakistan. Deze jongeren speelden een belangrijke rol in het streven naar samenwerking tussen de verschillende stromingen. Het initiatief voor de fusie was afkomstig van activisten van de National Students Federation, historisch een van de belangrijkste linkse bewegingen in het land. De historische twistpunten tussen de verschillende socialistische tradities zijn voor deze activisten minder belangrijk dan eensgezindheid. Met enkele duizenden leden is de AWP van bescheiden omvang maar de nieuwe eenheid heeft activisten nieuw zelfvertrouwen gegeven.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de website van Grenzeloos.

Alex De Jong praat op de Antikapitalistische Lenteschool 2013  in de werkgroep over Azië. Schrijf je alvast in!

 

Naar boven