Bij de tachtigste verjaardag van de machtsgreep van Hitler PDF Print Email
Geschreven door Ernest Mandel op dinsdag, 29 januari 2013
Ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van de Nazi-overwinning in Duitsland herpubliceren we dit artikel van Ernest Mandel. Het artikel verscheen oorspronkelijk in Rood, januari 1983.

 

Vijftig jaar geleden greep Hitler de macht

Op 30 januari 1933 werd Adolf Hitler benoemd tot kanselier van Duitsland. Voor de arbeidersklasse van Duitsland en van West-Europa, ja voor gans de mensheid, was dit één van de zwartste dagen van de twintigste eeuw. Met korte tussenpauzen werden achtereenvolgens de Duitse Communistische Partij (KPD), de sociaal-democratische partij (SPD), en de syndicaten buiten de wet gesteld. Hun leiders werden aangehouden, gefolterd, een aantal werden vermoord, hun leden werden uit elkaar geslagen en geterroriseerd. De arbeidersklasse verloor alle politieke en organisatorische verworvenheden die het resultaat waren van vijfenzeventig jaar strijd. Tegelijk werden een goed deel van haar sociale en economische verworvenheden afgebroken.

Zeker, 30 januari 1933 viel niet uit de lucht : het was maar het eindpunt van een lange aftakeling van de gunstige krachtsverhoudingen voor de Duitse arbeidersklasse. Die waren het resultaat geweest van het begin van de Duitse socialistische revolutie in november-december 1918. Het verraad van die revolutie door de leiders van de SPD, Gustav Noske, Friedrich Ebert, en Philipp Scheidemann in 1918-1919, de mislukking van de revolutionaire crisis van 1923, dat waren de beslissende etapes : personages en groepen konden zich zo terug in het zadel hijsen en brachten op hun beurt Hitler aan de macht, die op de rug van de Duitse arbeidersklasse, de zware crisis van het Duitse kapitalisme « oplosten ». De personages en groepen waren de baronnen van het grootkapitaal, vooral die van de Ruhr en van IG-Farben, de generaals van de Reichswehr : de contra-revolutionaire bendes van de vrijkorpsen (Freikorps) kernen van de latere S.A. (Sturmabteilung) en SS (Schutzstaffel).

In november en december 1918 waren de Duitse arbeiders begonnen deze bende op te kuisen. Maar de sociaal-democratie bracht hen terug op de voorgrond van het politieke toneel. Leon Blum zelf erkende in ‘Le Populaire’ in 1937 : « Hitler aan de macht, dat is de prijs die de sociaal-democratie betaalt voor de weigering om in 1918 naar de dictatuur van het proletariaat over te gaan ».

De machtsgroep van de nazis was dus het logisch gevolg van een geleidelijke afzwakking van de kracht van de Duitse arbeidersklasse, maar toch was die afloop in het begin van 1933 nog niet onvermijdelijk. De Duitse arbeidersklasse en arbeidersbeweging beschikten nog steeds over grote reserves, over mogelijkheden tot verzet en over een enorme strijdbaarheid.

Na 30 januari, tussen de benoeming van Hitler tot rijkskanselier en de brand van de Reichstag (parlement 24 februari), kenden enkele van de belangrijkste Duitse steden de grootste arbeidersbetogingen uit de geschiedenis van Duitsland, groter nog dan de betogingen in 1918-1919 of 1923. Het doel van die betogingen was te protesteren tegen de benoeming van Hitler tot kanselier, tegen de eerste aanhoudingen van afgevaardigden en van plaatselijke communistische en sociaal-democratische leiders. Een enorme oproep ging uit van de basis van alle arbeidersorganisaties naar de leiders : « Doe onmiddellijk iets ! Laat de nazis de hefbomen van de macht niet grijpen ! Algemene staking ! Arbeiderseenheidsfront ! ».

Maar de sociaal-democratische en de communistische leiders luisterden niet. Gevangenen die zij waren van hun parlementaire idiotie en van onnozele illusies over de aard van het fascisme dachten de sociaal-democratische leiders « de organisatie » te kunnen redden door zich niet frontaal op te stellen tegenover de nazis. Zij krabbelden achteruit, capitulaties en verraad volgden elkaar op. Zij gingen zelfs zover de oproep van de nazis te steunen voor een eerste mei van heilige Nationale Eenheid. Enkele dagen na deze schanddaad werden de sociaal-democratische en de communistische partij niettemin ontbonden (5 juni).

De leiders van de KPD, onder leiding van de « geniale gids » Jozef Stalin, hebben zich vastgeklampt aan een misdadige onderschatting van het fascisme en zijn machtsgreep. Koppig hebben zij een politiek van Eenheidsfront aan de basis en aan de top met de sociaal-democratie geweigerd, dat voor hen het « sociaal-fascisme » was. In de grond probeerden de stalinistische leiders de communistische militanten en de Duitse arbeiders te overtuigen dat er op 30 januari 1933 niet veel was veranderd. Honderdduizenden Duitse arbeiders en miljoenen arbeiders uit Europa (en op de eerste plaats uit de Sowjet-Unie) hebben hun leven verloren ten gevolge van deze misdadige onverantwoordelijkheid.

De weerloze capitulatie van de grote Duitse arbeidersorganisaties tegenover het fascisme heeft een verschrikkelijke slag toegebracht aan het klassebewustzijn van de Duitse arbeidersklasse, aan haar vertrouwen in haar eigen kracht en in haar historische zending. Op enkele weken tijd werden de inspanningen en veroveringen van drie generaties lange vastberaden en voorbeeldige strijd van de best gevormde rangen van de Europese arbeidersklasse kapotgemaakt. Tot op de dag van vandaag blijven de gevolgen daarvan gedeeltelijk doorwegen in de sociale toestand in Duitsland.

De Europese arbeidersklasse heeft op haar manier de lessen getrokken ― uit 30 januari 1933. In alle landen , weerklonk de eensgezinde kreet : « Nooit geen capitulatie meer tegenover het fascisme ! » De heldhaftige strijders van de Oostenrijkse Schutzbund in februari 1934 ; de mijnwerkers van Asturië in Spanje in 1934 ; de Franse arbeiders die het eenheidsfront van 12 februari 1934 smeedden, en daarna overgingen tot de algemene staking van juni 1936 ; het Spaanse proletariaat, dat tegen de militair-fascistische staatsgreep van Franco in juli 1936 vocht : zij hadden met hun verzet en opstanden gelijk tegenover diegenen die op 30 januari 1933 capituleerden. Ook al werd hun strijd van het doel afgeleid, ook al werden zij op hun beurt verraden door leiders die hen naar het failliet van de Volksfrontpolitiek leidden, toch is het dankzij hen dat het Europees proletariaat de kansen voor de toekomst gaaf kon houden. Al wat de arbeidersklasse sindsdien heeft kunnen behouden, heroveren, afdwingen, is daar begonnen. Dat is een les om over na te denken en nooit te vergeten.

 

Naar boven