Regering Di Rupo bespaart, wij zijn de klos! PDF Print Email
Geschreven door Céline Caudron en Thomas Weyts op zaterdag, 24 november 2012
De shockstrategie bestaat eruit de tegenstander snel en keihard te treffen om om zijn verdediging te desorganiseren. Tegelijk moet de publieke opinie met leugens bestookt worden. Sinds meer dan een jaar stellen wij dat de regering Di Rupo een shockstrategie op zijn Belgisch voert. De begroting voor 2013 die de regeringscoalitie zopas opstelde, bevestigt helaas nogmaals ons gelijk.

Wat de leugens betreft: «er wordt niet geraakt aan de index», «dit is geen hard besparingsbeleid, hoogstens moet de broeksriem wat worden aangespannen», «de inspanningen worden eerlijk verdeeld», «de regering voert een relancebeleid». In de realiteit wordt de index verder uitgehold door aanpassingen van de indexkorf, worden de lonen voor minstens twee jaar bevroren, zorgt het niet vervangen van ambtenaren die op pensioen vertrekken voor het verdwijnen van 4000 banen en wordt voor 710 miljoen euro bespaard in de sociale zekerheid.

Het patronaat daarentegen krijgt opnieuw een verlaging van de bijdragen aan de RSZ cadeau (de patronale «lasten», zoals ze zeggen, terwijl het in het echt om ons collectief uitgesteld loon gaat). De zogezegde maatregelen tegen het financiëel kapitaal zijn puur cosmetisch. De zogenaamde relancepolitiek is volledig gebaseerd op het neoliberale dogma van het verhogen van de competiviteit door het verlagen van de patronale «lasten» en het verhogen van de uitbuitingsgraad van de arbeid.

De fiscale maatregelen met betrekking tot het kapitaal zijn bijzonder schokkerend.  Terwijl de grote bedrijven geen belastingen betalen, terwijl de notionele intrestaftrek jaarlijks meer dan 4 miljard euro kost aan de gemeenschap, wil de regering Di Rupo er toch slechts 256 miljoen euro gaan zoeken! Terwijl de belastingfraude jaarlijks 20 miljard euro bedraagt, zou het «opvoeren» van de strijd er tegen maar 217 miljoen euro kunnen opbrengen.  De grote fraudeurs kunnen nog maar eens genieten van een amnestiemaatregel!

De sociaaldemocratische ministers, die van de PS in het bijzonder, pakken graag uit met de verhoging van de roerende voorheffing naar 25%: ze vergeten dan wel te zeggen dat het bevrijdende karakter van de voorheffing werd hersteld, zodat een van de  maatregelen die bij de vorige begrotingsopmaak werd genomen, en waarvan ze het progressieve aspect graag in de verf zetten, wordt opgeheven!

De financiële pers wrijft zich in de handen: dat zorgt er immers voor dat een kadaster van de fortuinen (en dus een mogelijke vermogensbelasting) weer een stap verder af is. Wat de belasting van 0,4% betreft op de op de beurs gerealiseerde meerwaarden, diezelfde pers wijst er op dat het hier een louter symbolische maatregel betreft, die de indruk moet wekken dat de inspanningen gelijk verdeeld worden.

De mensen wat wijs maken, daar is het Di Rupo om te doen. Hoe kan je immers praten over een rechtvaardige begroting wanneer de loonstop en het morrelen aan de index opnieuw een geplande vermindering van het aandeel van de lonen in de nationale rijkdom betekenen, ten voordele van de aandeelhouders? En het gaat hier niet enkel om Di Rupo zelf, de rest van de ministers van de PS en sp.a zitten voluit op dezelfde lijn. Bij zijn tussenkomst in het parlementair debat feliciteerde Thierry Giet, fractieleider van de PS in de Kamer, Di Rupo voor zijn begroting «die en de noodzaak van een zuinig beleid en de koopkracht respecteert, een economische relance en het behoud van onze sociale verworvenheden toelaat, de bevolking niet treft en meer fiscale rechtvaardigheid voorstaat». En dan zeggen we nog niks over de rol van Johan Vande Lanotte, een van de architecten van het verder uithollen van de index, of over de sinistere rol van sp.a-minister van Werk Monica De Coninck.

In de realiteit doet deze regering alsof ze op zoek is naar fiscale rechtvaardigheid, om ze dan niet te vinden. Wat de «relancepolitiek» betreft, wel, laat ons het erover hebben! Handige vos Di Rupo slaagt erin om een beleid als relancepolitiek te verkopen, dat zijn voorgangers gewoon «het verhogen van de competiviteit» doopten.  De recepten bijven dezelfde: flexibiliteit, precariteit, verhogen van de arbeidsduur op jaarbasis, jacht op werklozen, verstrenging van de loonnorm (en dus blokkering van de loonstijgingen), inperken van het collectief overleg.

We zeggen het al van bij de start van deze regering: achter de leugens en de goocheltrucs  gaat een beleid schuil waarbij de oorlog werd verklaard aan de werkende klasse.  Als de vakbonden blijven vasthouden aan hun lijn van aanvaarden van het minste kwaad, met zeker in Vlaanderen het excuus van een rechterzijde en een plaatselijk patronaat dat nog veel harder wil toeslaan,  veroordelen ze zich ertoe niet meer te worden dan raderen in de politiek van het kapitaal. Een aantal vakbondsleiders hebben blijkbaar deze keuze al gemaakt, met als gevolg dat ze zelf niets anders meer doen dan hun achterban blaasjes wijsmaken.

Alle anderen hebben maar een keuze meer: gesteund op de democratische mobilisatie van de vakbondsleden en -militanten zowel het sociale verzet opbouwen, als meewerken aan de opbouw van een nieuwe partij van de werkende bevolking, met als uiteindelijk perspectief een ander soort regering, die gaat voor een totaal andere politiek in een ander Europa. Een politiek die breekt met het kapitalisme!

 

Naar boven