Pensioendebat: wat als de levensverwachting er op achteruit gaat? PDF Print Email
Geschreven door SAP-Web op zondag, 29 januari 2012

«We leven met z'n allen langer, dus is het ook maar normaal dat we allemaal langer aan het werk blijven. Anders kan de actieve bevolking de pensioenen niet meer betalen...». Het argument bij uitstek van de regeringen die de pensioenleeftijd willen verhogen.

Dit argument lijkt wel zinnig, maar is toch verkeerd omdat het totaal geen rekening houdt met de gestegen arbeidsproductiviteit: minder mensen produceren meer in dezelfde tijdsspanne. De echte vraag is dan ook: wie profiteert er van die gestegen productiviteit? De werkende bevolking of het patronaat? Bovendien is de levensverwachting in de meeste Europese landen weliswaar nog gestegen, maar wat met de levenskwaliteit en de gezondheid? Die blijkt er in heel wat landen al geruime tijd op achteruit te gaan...

In Duitsland bijvoorbeeld lag het «aantal jaren in goede gezondheid vanaf de geboorte» bij de mannen op 56,7 jaar in 2009 tegenover 60 jaar in 1995, en bij de vrouwen op 57,7 jaar tegenover 64,3 jaar dertien jaar eerder!                                                                                     

Ze daalden in dezelfde periode ook in Spanje (bij de mannen naar 62,6 jaar tegenover 64,2 jaar, bij de vrouwen naar 61,9 jaar tegenover 67,7 jaar) en Italië (bij de mannen naar 62,4 jaar (in 2008) tegenover 66,7 jaar, bij de vrouwen naar 61,2 jaar (in 2008) tegenover 70 jaar!).

In de drie landen zijn het vooral de vrouwen wiens levenskwaliteit en gezondheid er fel op achteruit ging. En we spreken hier dan nog over een periode voor de crisis volop toesloeg!

Bron: Eurostat

Naar boven