Problemen en vooruitgang van Deens links PDF Print Email
Geschreven door Bertil Videt op vrijdag, 23 december 2011
In september kwam in Denemarken een eind aan tien jaar rechts bewind. Het Deense model van een minderheidscoalitie van rechtse partijen met steun van de nationalistische Dansk Folkeparti (Deense Volkspartij, DF) was een voorbeeld voor bijvoorbeeld de huidige Nederlandse regering. Maar in de verkiezingen van afgelopen september behaalde radicaal links de beste resultaten sinds 1945.   Voor het eerst zal een socialistische partij deel uitmaken van de regeringscoalitie.

Vijftien september was een waterscheiding in het Deense politieke landschap. De radicaallinkse Rood Groene Alliantie (RGA), een partij bestaande uit verschillende stromingen waaronder de Deense zusterorganisatie van de SAP, verdrievoudigde haar stemmen. Een andere partij links van de eens oppermachtige sociaaldemocraten, de Socialistisk Folkeparti (SF), maakt nu deel uit van de regering. SF heeft zijn wortels in een afsplitsing van de DKP, de communistische partij, in de jaren vijftig maar is zich de laatste decennia steeds meer gaan oriënteren op de Groene partijen in Europa.

Al voor deze partij toetrad tot de coalitie, voor het eerst in zijn geschiedenis, begon zij een hoge prijs te betalen voor de pogingen om zichzelf te profileren als een “verantwoordelijke” partij, een toekomstige regeringspartij. De partij vereenzelvigt zich zo sterk met de sociaaldemocraten, waar zij nu samen met een kleinere liberale partij de regering mee vormen, dat veel mensen het gevoel hebben dat de SF zichzelf overbodig maakt.

Na tien jaar rechts bewind, waarin de xenofobe DF vaak de toon zette, waren de verwachtingen hooggespannen. Hoewel de verkiezingen de premierspost weer toewezen aan de sociaaldemocraten behaalde links geen meerderheid. De sociaaldemocraten vormden daarom een coalitie met SF en Radikale Venstre (RV), een “progressief-liberale” partij. Met 17 zetels, tegen 44 voor de sociaaldemocraten en 17 voor SF, is RV de kleinste coalitiepartner. Toch was ze was de onbetwiste winnaar van de onderhandelingen over het vormen van de regering. De sociaaldemocraten en SF gaven al snel enkele linkse hervormingen die zij in campagnetijd beloofd hadden op.

Aan de linkerzijde staat de nieuwe regering onder druk van de RGA. Deze won 6,7 procent van de stemmen en 12 parlementszetels. In feite konden de sociaaldemocraten en SF slechts dankzij het succes van de RGA en RV rechts aflossen als regeringspartijen. Zowel de sociaaldemocraten als SF verloren namelijk stemmen ten opzichte van de vorige verkiezingen in 2007, de eerste verloor een zetel, SF verloor er drie. Nog een half jaar voor de verkiezingen wezen opiniepeilingen erop dat links zonder steun van de liberalen een meerderheid zou kunnen halen.

Toentertijd presenteerde het bondgenootschap van sociaaldemocraten en SF zich als de verdedigers van sociale voorzieningen, met name het pensioenrecht. Sindsdien is de steun voor beide partijen afgenomen naarmate ze meer spraken over “brede parlementaire samenwerking” (samenwerking met rechts dus), en nadat ze een hervorming in het belang van ontroerend-goedbezitters en alle steun aan de financiële sector steunden. Tegelijkertijd zwegen de partijen over de rechtse aanvallen op de sociale voorzieningen. SF had al eerder verklaard de verregaande wetgeving tegen immigratie, doorgedrukt door de DF tijdens de tien jaar waarin ze de vorige regering gedoogden, niet terug te willen draaien.

Politieke zelfmoord

De toegevingen die SF deed in haar poging om zich als toekomstige regeringspartij te positioneren maakten het steeds moeilijker om een verschil te zien tussen hen en de sociaaldemocraten. Dit proces heeft zich nog verdiept na het toetreden van SF tot een coalitie waarin de sociaaldemocraten de dominante partij zijn. Het resultaat van dit alles is niet minder dan rampzalig voor SF die zowel leden als stemmen verliezen. Een deel van de winst voor de RGA kwam van teleurgestelde SF -stemmers.

De nauwe band van SF met de sociaaldemocraten volgt uit hun wens om gezien te worden als een partij die binnen de kapitalistische kaders beleid zal voeren. Het valt te voorzien dat als de partij hierin volhardt hen hetzelfde lot wacht als dat van verwante partijen in Frankrijk, Italië en Noorwegen. Na deelname aan Lionel Jospin Gauche Plurielle coalitie (1997-2002), een coalitie die op grote schaal privatiseringen doorvoerde, raakte de Franse Communistische Partij (PCF) in een crisis die zij nooit meer te boven kwam. De desillusie van linkse stemmers leidde tot een historisch dieptepunt in het aantal leden en kiezers van de PCF en bereidde de weg voor de huidige rechtse regering in Frankrijk.

Op vergelijkbare wijze is de Italiaanse Rifondiazone Communista nadat de partij militaire missies in Afghanistan en Amerikaanse militaire bases in Italië steunde, nooit hun deelname in het tweede kabinet Prodi (2006-2008) te boven gekomen. Nadat Prodi’s coalitie in elkaar stortte en Berlusconi een comeback maakte bleef Italiaans links achter in een crisis die zij nu, ook na het vertrek van Berlusconi, nog lang niet te boven is.

In Noorwegen heeft de Linkse Socialistische Partij sinds haar deelname aan de regering voortdurend leden en stemmen verloren. In al deze gevallen raakten socialistische partijen in een vicieuze cirkel van desillusie en ontmoediging. Het beeld van de SF in de maanden voor de verkiezingen, en nog uitdrukkelijker in hun eerste maanden als coalitiepartner, stemt niet optimistisch dat hier niet hetzelfde patroon herhaald zal worden. En ook in het Deense geval lijkt rechts hier van profiteren.

Koerswijziging

Het aantreden van de nieuwe centrumlinkse regering zorgde ook voor discussie in de RGA: hoe moest deze zich opstellen? Een eerste conclusie was dat de RGA, voor het eerst in hun 17 jaar in het parlement, voor de begroting zal stemmen. Deze beslissing kwam er na intense onderhandelingen tussen de RGA en de regering. In het commentaar van de RGA klinkt niet zozeer enthousiasme over de begroting door; als wél de overtuiging dat dit het best haalbare was op het moment en enkele concrete verbeteringen voor de gewone bevolking inhoudt. Er bestaat enige goodwill ten opzichte van de nieuwe regering maar de RGA benadrukte dat bij toekomstige stemmingen in het parlement hun steun voor het kabinet niet vanzelfsprekend zal zijn. De begroting is geen breuk met de kapitalistische logica maar is een stap in de goede richting, voor meer verregaande maatregelen moet de regering onder druk gezet worden door buitenparlementaire bewegingen.

Een begroting met een linkse touch:

Enkele van de hervormingen in de begroting waar de RGA krediet voor claimt:

  • Verbetering van de werkloosheidsuitkeringen
  • Meer controle op uitbuiting van arbeidsmigranten
  • Uitbreiding van de kinderopvang
  • De intrekking van de verplichting van gemeenten om een derde van hun voorzieningen te privatiseren
  • Meer geld voor openbaar onderwijs en kleinere klassen in het voortgezet onderwijs
  • Lagere eigen bijdrage voor de tandarts
  • Het opzetten van een commissie die onderzoek zal doen naar de oorzaak van de financiële crisis en de gevolgen van de liberalisering van de financiële sector
  • Het opzetten van een taskforce tegen economische misdaden
  • Hogere belastingen op activiteiten van multinationals in Denemarken
  • Er zal opnieuw gekeken worden naar de wie recht heeft op de olie in de Deense Noordzee op dit moment wordt deze gecontroleerd door het bedrijf Maersk dat profiteert van zeer lage belastingen
  • Meer geld voor bescherming van schoon water en milieu
  • Een kilometerheffing op vrachtvervoer om beter en goedkoper openbaar vervoer te financieren
  • Uitbreiding van het recht op gezinshereniging van immigranten
  • Meer geld voor juridische hulp aan kwetsbare groepen, inclusief asielzoekers
  • Meer geld voor de promotie van mensenrechten en onderzoek in conflictstudies
  • Het schrappen van de door de vorige regering geplande verlaging van de kinderbijslag

 

Naar boven