Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Duitsland: Rechts wegkijken en rechtse terreur PDF Print Email
Geschreven door Alex De Jong op woensdag, 30 november 2011
Duitsland is in shock. Meer dan tien jaar heeft een groep nazi’s moorden en aanslagen kunnen plegen – en dat terwijl het in hun omgeving krioelde van de politie-infiltranten. De rol van de inlichtingendiensten wordt steeds schimmiger. Hoe kon het zover komen?
De affaire begon nadat twee leden van de zogenaamde ‘Nationalsozialistischer Untergrund‘, Uwe Mundlos en Uwe Böhnhardt na een mislukte bankoverval dood werden aangetroffen. Een derde lid, Beate Zschäpe, meldde zich bij de politie na met een brandbom hun huis te hebben verwoest. De drie worden verantwoordelijk gehouden voor negen moorden op immigranten en één op een politieagente, bankovervallen en bomaanslagen. Mundlos, Böhnhardt en Zschäpe doken in 1998 onder omdat zij gezocht werden voor een mislukte bomaanslag. Dit was nadat eerder bij een huiszoeking in begin 1998 bij hen al explosieven, wapens en nazi-propagandamateriaal waren gevonden. Volgens de justitie van deelstaat Thüringen zouden de drie kort daarna teruggevonden zijn maar om onbekende redenen werd op het laatste moment een arrestatie afgeblazen. Twee jaar later begonnen de drie hun moordreeks. In 2003 verjaarde de aanklacht wegens de mislukte bomaanslag tegen het drietal en werd de zoekactie naar hen gestaakt.

In de loop van het onderzoek lijkt hun terreurcel uit te groeien tot een netwerk. Naast Zschäpe zijn ondertussen twee andere nazi’s, Holger G. en Matthias D., opgepakt. Zij zouden het ondergedoken drietal geholpen hebben. Daarnaast spreekt de Duitse justitie over nog twee andere, niet bij naam genoemde, verdachten. Een voormalige nazi verklaarde tegenover het Duitse blad Bild dat de NSU in totaal elf leden gehad zou hebben. Ook een nooit opgehelderde bomaanslag uit 2001, opgeëist door de ‘Nationale Bewegung‘ is ondertussen met de zaak in verband gebracht.

Ziende blind?

Dat deze nazi’s meer dan twaalf jaar lang ongestraft hun gang konden gaan verbaast des te meer als men nagaat hoeveel politie-medewerkers er in hun omgeving actief waren. Voor hun onderduiken waren de drie actief bij de fascistische groepering Thüringer Heimatschutz. Leider van deze club en degene die hen rekruteerde was Tino Brandt. Deze Brandt was een informant van de Verfassungsschutz, de binnenlandse veiligheidsdienst. Voor zijn diensten ontving Brandt volgens eigen zeggen 200.000 D Mark. Hijzelf beweerde een spelletje gespeeld te hebben met de inlichtingendienst en het grootste deel van het geld in de opbouw van de organisatie gestoken te hebben. Ondertussen is gebleken dat de NSU-leden beschikten over ‘legale illegale documenten’. Dit zijn papieren die verstrekt worden aan informanten van de veiligheidsdienst om hen te helpen hun identiteit geheim te houden.

En bij de moord op de eigenaar van een internetcafé in Kassel in de deelstaat Hessen in 2006 was zelfs een medewerker van de regionale Verfassungsschutz aanwezig, Andreas T. De aanwezigheid van Andreas T. bleek pas tijdens het onderzoek naar de moord, hij was niet zelf naar voren gekomen. Het regionale ministerie voor binnenlandse zaken en de Verfassungsschutz weigerden hier commentaar op te geven. Het nieuws stelde vooral de premier van Hessen, Volker Bouffier (CDU), in een kwaad daglicht. Deze liet na het parlement van de deelstaat in te lichten. In de tussentijd zou de agent van zijn post verwijderd zijn en een andere baan bij de overheid gekregen hebben; ‘ik weet niet of dat klopt’, verklaarde Bouffier, ‘maar als het zo gegaan zou zijn, zou het meer dan verbijsterend zijn’. Bouffier deelde bovendien niet mee dat bij deze agent fascistische propaganda, verboden munitie en wapens gevonden waren – iets waar hij een lichte straf voor kreeg. Vanwege zijn uitgesproken radicaal rechtse opvattingen had de agent in het dorp waar hij woonde de bijnaam ‘kleine Adolf’. Uitgerekend deze man was verantwoordelijk voor het in de gaten houden van ‘buitenlandse extremisten’ en begeleidde verschillende informanten. Waaronder volgens Bild een in de Thüringer Heimatschutz. Volgens Bild plaatste politie-onderzoek Andreas T. verder in de nabijheid van nog zes andere moorden begaan door de NSU. De partij Die Linke, niet vertegenwoordigd in de commissie die toezicht houdt op de inlichtingendienst, is woedend: ‘als het over deze kwestie gaat geloven wij geen woord meer van de deelstaatregering’, aldus de regionale fractievoorzitter Hermann Schaus.

Het hele gebeuren heeft ernstige twijfels opgeroepen over het functioneren van de veiligheidsdiensten. De manier waarop de nazi’s jarenlang hun gang konden gaan staat in schril contrast met de manier waarop actieve leden van de Rote Armee Fraktion die niet naar het buitenland waren uitgeweken binnen enkele jaren gepakt werden. Hoe kon het gebeuren dat de drie na de huiszoeking in 1998 niet meteen opgepakt werden? En dat iemand als ‘kleine Adolf’ belast was met het in de gaten houden van geloofsgenoten? Was dat allemaal een combinatie van stommiteiten en miscommunicaties? Zou bijvoorbeeld het anders gegaan zijn als de NSU de aanslagen had opgeëist en daarmee het racistische motief voor deze daden, dat eerst slechts vermoed kon worden, duidelijk had gemaakt?

Het idee dat de inlichtingendiensten ‘auf dem rechten Auge blind‘ zijn geweest klinkt vreemd gezien het grote aantal agenten en infiltranten dat ze rond hebben lopen in de Duitse nazibeweging. In 2003 mislukte een poging de Nationaldemokratische Partei Deutschland (NPD) te verbieden omdat deze op alle niveaus geïnfiltreerd bleek te zijn en het onmogelijk was na te gaan welke van de strafbare uitingen van de partij nu van partijleden en welke van agenten afkomstig waren. De NPD, verreweg de belangrijkste nazi-organisatie in Duitsland, is vertegenwoordigd in twee deelstaatparlementen en tientallen gemeenteraden en heeft nauwe banden met het milieu van niet partij-gebonden nazistische straatactivisten waar de NSU-leden uit voortkwamen. Meer dan van ‘blindheid’ lijkt er sprake te zijn geweest van een verwaarlozing van de dreiging van neonazi’s: sinds 2009 hebben de rechtse regeringspartijen de aandacht van de inlichtingendiensten voor uiterst rechts willen verminderen en deze zich meer laten richten op ‘extreem links’.

Verkeerde prioriteiten

Na een ‘crisisoverleg’ tussen de ministers van binnenlandse zaken en justitie van de deelstaten en federale overheid kwam de minister van binnenlandse zaken Hans-Peter Friedrich (CSU) met een reeks maatregelen. Naast een ‘Abwehrzentrum Rechts’  is een van zijn plannen iets dat bij de politie al tien jaar bestaat: een centrale databank van daders van rechts politiek geweld. Nieuw is dat daar in het vervolg ook door de inlichtingendienst verzamelde informatie bijgevoegd zou worden. Daarnaast is het plan om de NPD te verbieden weer van stal gehaald. De woordvoerster binnenlandse zaken van Die Linke in de bondsdag, Ulla Jepke, reageerde sceptisch op de dadendrang: ‘in de strijd tegen nazi’s hebben we geen nieuwe data maar een grondige heroverweging van het denken bij de veiligheidsdiensten nodig’. Het gevaar van rechts geweld is sinds 1990 ‘systematisch gebagatelliseerd’ verklaarde ze. Sinds 1990 werden er minstens 182 mensen gedood door Duitse nazi’s.

Maar volgens de Duitse regeringspartijen CDU en FDP werd er echter juist te veel aandacht besteed aan de dreiging van rechts geweld. Begin dit jaar maakte Friedrich zich nog vooral zorgen over de ‘verwaarlozing’ van de dreiging van links; ‘het is de hoogste tijd dat de samenleving links extremisme serieus neemt’ verklaarde hij. De focus van de veiligheidsdiensten zou moeten liggen op de bestrijding van ‘extremisme’ in het algemeen, waarin links en rechts over een kam geschoren worden, en niet bij de bestrijding van de dreiging van nazi’s, aldus de rechtse regering. Het begrip ‘extremisme’ is natuurlijk uiterst vaag, daarmee uiterst flexibel en kan naar gelang de wens van de autoriteiten ingezet worden.

Twee voorbeelden laten zien wat de Duitse regering zich bij de dreiging van ‘links extremisme’ voorstelt. In Berlijn werden de afgelopen maanden linkse boekhandels doorzocht en aangeklaagd wegens ‘hulp bij het aanzetten tot strafdaden’ en ‘overtreding van de wapenwet’ omdat zij bepaalde bladen verkochten. In de deelstaat Saksen, waar de NSU haar basis had, namen dit en vorig jaar tienduizenden mensen deel aan een blokkade van wat jarenlang de grootste nazi-betoging van Europa was. De overheid reageerde op dit vertoon van ‘links extremisme’ met politiegeweld, massale afluisterpraktijken, invallen bij een partijkantoor van Die Linke en het met veel wapenvertoon oppakken van een bij de anti-nazi protesten betrokken jeugdpater. Eerder dit jaar vergeleek de Verfassungsschutz het ‘linkse extremisme’ in Duitsland onheilspellend met de ‘vroege RAF’ en kreeg het van het CDU de opdracht gedetailleerde informatie over linkse radicalen te verzamelen, inclusief over hun ‘banden met politieke partijen’ (lees: Die Linke). De politieke motivatie van dit beleid was openlijk: toen bijvoorbeeld de Berlijnse Verfassungsschutz vorig jaar in een studie over ‘links geweld’ twee antifascistische groepen als ‘voorstanders’ en ‘beoefenaars’ van geweld bestempelde, verklaarde de inlichtingendienst dat het doel was om ‘politici uit het linkse spectrum’, ‘duidelijke grenzen’ te laten trekken en over te halen geen ‘gemene zaak met militanten te maken’.

Nu een groep nazi’s jarenlang dodelijk geweld uitgeoefend blijkt te hebben, en dit letterlijk in het zicht van medewerkers van de veiligheidsdiensten, is het failliet van de retoriek over een blindheid voor een linkse dreiging en een buitenproportionele fixatie op rechts overduidelijk. CDU minister van familiezaken Kristina Schröder, verantwoordelijk voor de programma’s tegen extremisme, wil echter van geen kritiek weten. Onder haar verantwoording werd gekort op subsidies voor programma’s tegen neonazisme maar kreeg de CDU jongerenorganisatie wel geld voor een tocht naar Berlijn tegen ‘links extremisme’, inclusief een ‘gezamenlijk bezoek aan het nachtleven’. Liever dan over het gevaar van nazi’s sprak zij in het parlement over het gevaar van een radicalisering van de SPD achterban en een fictieve toename van racisme tegen blanke Duitsers. Haar reactie op alle kritiek tot nu toe was te verklaren dat er genoeg aandacht en geld is voor de bestrijding van nazisme, en bovendien is daar veel meer geld voor beschikbaar dan voor de bestrijding van ‘links extremisme’, meende zij te moeten benadrukken.

Voor haar staat de vijand links, ook als nazi’s moordend door het land trekken.


Dit artikel verscheen eerder op Grenzeloos, site van de Nederlandse SAP.

 

Naar boven