Spaanse Staat: overwinning voor rechts in aangezicht van crisis PDF Print Email
Geschreven door Lluis Rabell op vrijdag, 25 november 2011

De nederlaag van de sociaaldemocratische PSOE in de Spaanse verkiezingen van 20 november was geen verrassing en was ook niet zo zwaar als voorspeld. Het Spaanse electorale systeem is verre van proportioneel en dit levert sterk vervormde resultaten op. Wat betreft het aantal zetels waren de verkiezingen wel een historische overwinning voor de Partido Popular (PP), de conservatief rechtse partij met haar wortels in het gedachtegoed van dictator Franco.

De PP won 186 zetels waar het in 2008 153 zetels had gewonnen en verwierf daarmee de absolute meerderheid. Rechts slaagde er zonder twijfel in zijn traditionele achterban te mobiliseren en nieuwe stemmen te winnen, ook onder de lagere sociale klassen. Maar dit was geen “liberale tsunami”; in totaal won de PP iets meer dan 600.000 stemmen meer dan in de vorige verkiezingen. De ruk naar rechts is vooral het gevolg van de ineenstorting van de PSOE, een klap die nog grote gevolgen zal hebben. De terugval van het aantal zetels van de PSOE is groot; van 169 in 2008 naar 110 in 2011. Maar vooral het aantal verloren stemmen maakt de diepte van hun ineenstorting duidelijk: de PSOE verloor meer dan 4 miljoen stemmen.

De Europese economische crisis heeft opnieuw een regering weggevaagd. Dit keer een sociaal liberale regering – Zapatero betaalde de prijs voor het breken van zijn beloftes en het opvolgen van de instructies van de financiële markten en de Europese Unie. Na vijf miljoen werklozen, een onroerendgoedmarkt die in duigen viel en banken die overeind gehouden werden met overheidsgeld volgden bezuinigingsmaatregelen als het bevriezen van de lonen, loonverminderingen voor ambtenaren, kortingen op publieke uitgaven en vermindering van de pensioenrechten – maatregelen die onvrede onder linkse kiezers creëerden terwijl het land in een recessie zonk en de sociale omstandigheden zienderogen verslechterden. De twee traditionele sociaaldemocratische bolwerken Andalusië en Catalonië gingen naar rechts. In Catalonië, de regio die een beslissende bijdrage leverde aan Zapatero’s twee overwinningen, verloor de PSOE van de rechtse, Catalaans nationalistische CiU. Deze liep op kop dankzij een discours dat oproepen tot Catalaanse onafhankelijkheid mengde met populistische anti-immigratie retoriek. In het voorjaar had de CiU al de gemeenteraadsverkiezingen in Barcelona, voor meer dan dertig jaar links terrein, gewonnen van de PSOE. Eerder wonnen zij de verkiezingen voor de regionale regering, die hiervoor bestond uit een linkse coalitie. De Catalaanse regering loopt nu voorop in de neoliberale aanvallen op publieke diensten.

Izquierda Unida (Verenigd Links, voortgekomen uit de Communistische partij) boekte vooruitgang en ging van 2 naar 11 zetels en won 700.000 extra stemmen. Met een kritische en anti-neoliberale campagne won IU een deel van de PSOE-aanhang voor zich (andere voormalige PSOE stemmers, vooral in Madrid, dreven echter naar rechts). De impact van de ‘Indignados‘ beweging werkte in het voordeel van IU dat overkwam als de ‘realistische’ optie links van de PSOE. De poging om naar voorbeeld van het Franse Europe Écologie een groene partij op te zetten mislukte echter.                         

Maar de druk om een “nuttige” stem uit te brengen had ook invloed op de kringen waar de “Anticapitalistas”- campagne, gedreven door de Spaanse zusterorganisatie van de SAP en andere groepen, zich op richtte. Dit was een opvallende campagne, met symbolische bezettingen van banken, aandelenmarkten en ministeries – wat leidde tot juridisch optreden tegen de lijsttrekster in Barcelona, Esther Vivas. De campagne bracht een alternatief naar voren en vond een publiek in activistische kringen. De “Anticapitalistas” kregen in totaal bijna 25.000 stemmen in de paar provincies waar de kieswet hun deelname niet onmogelijk maakte.

Een overwinning voor rechts dus, een rechts dat vastberaden is de aanvallen op de sociale voorzieningen nog verder op te voeren. De afgelopen weken zagen we echter ook acties van scholieren in Madrid, op universiteiten in Barcelona en Amaiur, de lijst van linkse Baskische nationalisten, maakte zijn intrede in het Spaanse parlement. En de Indignados / Occupy beweging is nog niet voorbij. In de context van een internationale crisis kunnen we intense sociale en politieke botsingen verwachten. Een hergroepering van een strijdbaar links staat meer dan ooit op de agenda.


* Lluis Rabell is lid van Izquierda Anticapitalista, de zusterorganisatie van de SAP in de Spaanse Staat.

Naar boven