Proces tegen Eternit eindelijk van start PDF Print Email
Geschreven door Leen Van Aken op vrijdag, 28 oktober 2011

Op 24 oktober startte in Brussel het grote asbestproces tegen de firma Eternit. De aanklagers gaan er van uit dat Eternit op de hoogte was van de schadelijkheid van het product maar het toch verder bleef produceren. Eternit was al die jaren niet vies van serieus lobbywerk om beperkende maatregelen tegen te gaan.

In het verleden hebben we aan de asbestproblematiek reeds enkele belangrijke artikels gewijd: http://www.sap-rood.be/cm/index.php?option=com_content&view=article&id=1021&Itemid=53 en

http://www.sap-rood.be/cm/index.php?option=com_content&view=article&id=154&Itemid=53 .

N.a.v. het proces in Brussel laten we Leen Van Aken aan het woord, provincieraadslid voor Groen! Vlaams Brabant. Leen woont zelf in een buurtgemeente van Kappelle-op-den-Bos.

Door SAP-Web

 

Wordt schandalig rijk,

of hoe de omerta rond Eternit stilaan doorbroken wordt...

Door Leen Van Aken

“In 1965 werden de arbeiders vooraan aan de productieband bij Eternit enkele franken meer betaald per uur dan diegene verderop aan de band.” Deze uitspraak van een vriend en collega uit Kapelle-op-den-Bos komt deze dagen weer scherp naar voor in mijn geheugen. Hij vertelde dit op een moment dat hij zelf –eind 2006- het verdict had gekregen: hij leed aan mesothelioom, longvlieskanker dus. Of hij de asbestvezels in zijn longen had opgedaan in 1965-1966, het jaar dat hij als 18 jarige zijn studies even onderbrak en als zoon van een arbeider ook zelf bij Eternit aan de slag ging als onderhoudsvakman, of in de jaren erna toen hij in Kapelle-op-den-Bos is blijven wonen, wie zal het zeggen. Zeker is dat de ziekte pas tientallen jaren na de besmetting uitbreekt en daarna onomkeerbaar en ongeneeslijk is.

De dodelijke gevolgen van mesothelioom zijn definitief bekend sinds de studie van longspecialist Selikoff uit 1964. Maar heel wat andere studies gaven al begin jaren '20 aan dat asbest een dodelijk stof in de longen vastzette. In 1949 werd een grote staking gehouden in vier asbestmijnen van Canada, nabij Quebec.  Belangrijkste eis was het nietlanger  blootstellen van de arbeiders aan asbeststof. Daarnaast vroegen de arbeiders ook opslag voor nachtwerk en een fonds voor sociale voorzieningen. De eis over het asbeststof werd gevoed door de vaststellingen van de bedrijfsarts dat er wel degelijk verband was tussen het werk van de arbeiders en de longziekten waaraan velen van hen stierven.  De eisen werden verworpen door de Amerikaanse eigenaar Johns-Manville. Ze haalden immigranten over om het vuile werk verder te zetten en de staking te breken.

Ook in die jaren werd het Belgische Eternit een multinational met vertakkingen in heel Europa. De rijke ondernemerszoon Alphonse Emsens richtte het familiebedrijf op in 1898. Hij had al fortuin gemaakt in het Antwerpse met suikerhandel. Zijn zoon André die in 1933 aan de leiding kwam, maakte van de fabriek een multinational met vertakkingen over heel Europa. Terwijl de kleinzonen van André de zaak verder uitbouwden trouwde zijn kleindochter Viviane Emsens met baron Louis de Cartier de Marchienne. Vandaag is hun zoon, Jean-Louis de Cartier de Marchienne, voorzitter van de raad van bestuur van Eternit.                                                                             

Tot in de eeuwigheid...

Het woord Eternit is afgeleid van “eternité”, voor de eeuwigheid dus. Dat was ook wat het gebruik van asbest sinds einde 19de eeuw liet uitschijnen, dat de krachtige vezels in allerlei betonproducten de eeuwigheid gingen doorstaan. Ook de machtige familie Emsens stelde zijn fortuin en de aandeelhouders veilig door de ogen dicht te knijpen voor de gevaren van asbest en de arbeiders met voorbedachten rade in het dodelijk stof te laten werken. In de jaren zestig en zeventig verenigden ze zich zelfs in lobbygroepen die ondergebracht werden in de ‘Internationale Asbestfederatie’. Een afgevaardigd beheerder van Eternit voerde binnen deze AIA, de Internationale Vereniging voor Asbest, campagne tegen het verbod op blauw asbest dat toen in Eternit-België werd gebruikt.  

Fabrikanten van asbestcement -waaronder ook Eternit – hadden al in 1929 een kartel. Zij wisselden heel intensief kennis uit, ook over de gevaren van asbest. In recente rechtszaken in Nederland houdt Eternit vol dat alle bedrijven met die naam onafhankelijk van elkaar opereerden, en dat kennis over de gevaren van asbest pas in de jaren zeventig aanwezig was. Tot dan toe kon Eternit ook via lobbygroepen voorkomen dat alternatieve technologieën voor asbestvezels werden onderzocht. Eternit produceerde in Kapelle-op-den-Bos met asbestvezels tot in 1994. In 1998 kwam er een volledig verbod van asbesttoepassingen in België.

Van Kappelle-op-den-Bos naar Italië

In het Siciliaanse Targia werd de Eternit fabriek gesloten in 1995. Karel Vink, later topman van de NMBS en “captain of industry”,  was gedelegeerd bestuurder van deze vestiging van 1973 tot 1975. Begin 2009 spanden enkele arbeiders en nabestaanden een proces aan tegen het bedrijf. Vink en zeven andere topmanagers werden in eerste aanleg schuldig bevonden aan “onvrijwillige doodslag omdat de gezondheidsrisico's zouden zijn veronachtzaamd”. Volgens de rechter hadden de managers nagelaten om arbeiders uit de fabriek voldoende te beschermen tegen het kankerverwekkend asbest. In augustus 2009 werden ze echter in beroep vrijgesproken van elke verantwoordelijkheid voor de asbestproblematiek in de fabriek. Vink beweerde geen weet te hebben van de kankerverwekkende eigenschappen van asbest.

Het parket van Turijn heeft de laatste jaren wel werk gemaakt van de asbestvervuiling in Italië. In december 2009 startte het een indrukwekkend dossier op met 3.000 burgerlijke partijen. Ook vakbonden en gemeenten zijn burgerlijke partij, omdat Eternit in Italië zijn productieafval vermalen heeft en gratis uitgedeeld heeft aan arbeiders, omwonenden en gemeenten. Tegen de twee beklaagden, Louis de Cartier de Marchienne en Stephan Schmidheiny van respectievelijk de Belgische en de Zwitserse afdelingen van Eternit wordt twintig jaar cel gevorderd omdat ze “opzettelijk iets gedaan hebben dat een catastrofe kon veroorzaken”. In Italië is dit een misdrijf en nog belangrijker in de rechtspraak een voortdurend misdrijf: zolang de gevolgen niet gestopt zijn, kan de verjaringstermijn niet eens starten.

In de Verenigde Staten zijn er minstens 200.000 schadeclaims uitgesproken of hangende bij de gerechtshoven. Ook in andere Europese landen als Groot-Brittanië, Duitsland, Nederland en Italië zijn er al uitspraken gedaan bij individuele en collectieve processen. Alleen in België en Zwitserland (de hoofdzetels van Eternit) leek dit onmogelijk. Pas nu, in oktober 2011, begint hier het allereerste asbestproces. Waarom heeft het zo lang geduurd? In de eerste plaats speelt die verjaringstermijn dus een belangrijke rol. Als de kanker zich pas manifesteert twintig, dertig of zelfs 40 jaar na het in contact komen met asbestvezels, dan is in België de “oorzaak” al verjaard nog voor men weet dat men er gevolgen van draagt. Dit is een belangrijke reden die Eternit nu ook in de verdediging van dit proces aanhaalt.

Deksel van de pot

Maar een nog belangrijker reden waarom het stinkend potje van Eternit zo lang gedekt is gebleven in Kapelle-op-den-Bos is dat een afgevaardigde van het bedrijf zelf  de slachtoffers bezoekt met een cheque van €40.000. Bij de aanvaarding ervan wordt een contract getekend dat het asbestslachtoffer geen schadeclaim zal indienen. Je kan je voorstellen dat iemand die weet dat hij of zij slechts gemiddeld nog 12 maanden heeft te leven, zijn nabestaanden liever een som geld nalaat dan een proces waarvan men het einde niet ziet. Daarnaast heeft iedereen in de gemeente wel een familielid of vriend die nu nog bij Eternit werkt. Het dorp leeft er van, men wil dus het huidige bedrijf liever niet treffen.

De moed om een proces te beginnen doorbreekt de omerta die al jarenlang in dit dorp bleef bestaan. Nochtans werkten ook de vader en grootvader van de eiser in dit proces bij Eternit. De  vader was 30 jaar lang ingenieur in de Eternit-fabriek van Kapelle-op-den-Bos en werd nooit door de directie op de hoogte gebracht van de gevaren. Hij is in 1987 overleden. Maar dit proces gaat over de moeder die naast de fabriek woonde en nietsvermoedend haar vijf zonen, samen met vele andere kinderen van het dorp, op de afvalbergen van het bedrijf liet spelen. Twee van hen stierven kort na haar dood in 2000 ook aan mesothelioom.  

Oorspronkelijk konden de zieke arbeiders beroep doen op het fonds voor beroepsziekten, maar sinds 2007 bestaat het asbestfonds. Dit fonds vergoedt nu ook mensen die onrechtstreeks in contact kwamen met de vezels. Het is wraakroepend dat ook hier Eternit en de sector van asbestverwerkers haast niets hoeven bij te dragen. Het is haast niet te geloven, maar het asbestfonds wordt gespijsd door een deel van de inkomsten uit BTW (van producten en diensten die elke gewone arbeider bekostigd) en uit sociale bijdragen van alle bedrijven. Elk bedrijf betaalt evenveel, asbestproducerend of niet. De vervuiler hoeft dus zelf haast geen bijdrage te leveren aan het slachtoffer. Het is zelfs zo dat wie een beroep doet op het asbestfonds in één klap ook geen schadeclaims meer mag eisen via een rechtbank. Zelfs het asbestfonds dient om diegenen die jarenlang hun verantwoordelijkheid hebben ontlopen verder buiten schot te houden. De afgelopen vier jaar heeft het asbestfonds in 1043 gevallen uitbetaald.

Duizenden scholen, crèches, jeugdbewegingen, sportorganisaties zijn gehuisvest in lokalen die aaneen hangen van de Eternitplaten. Deze waren uitermate geschikt voor zulke ruimtes wegens hun brandbestendigheid. Ook in ontelbare woningen in kelders en op daken tref je het materiaal aan. Je kan je voorstellen hoeveel schadegevallen er nog kunnen komen nu deze platen stilaan beginnen af te takelen, kinderen er met de bal tegen schoppen, men er verbouwingen doet. Ook de overheid zwijgt schandalig lang, bang om te veel te moeten investeren in dure renovaties, bang dat iedereen zou beseffen hoeveel slachtoffers er daardoor nu nog gemaakt worden.  

De familie Emsens bevindt zich nog steeds onder de 25 rijkste families van België. Toch beweer het bedrijf Eternit in het Italiaanse proces slechts een klein bedrijfje te zijn met twee vestigingen.  Decennialang is het bedrijf asbest blijven gebruiken hoewel al begin jaren veertig bekend was dat het kankerverwekkend was. Zelfs nu nog worden nieuwe mijnen opgestart in o.a. Canada, India en Zimbabwe...

Deze doofpot mag ook in ons land niet dicht blijven, alleen al uit solidariteit met de vele arbeiders en nabestaanden in vele landen hebben deze processen een hoge symbolische waarde. Het Belgische proces is er namelijk één van een vrouw die een voorstel tot vergoeding kreeg van Eternit, maar weigerde omdat ze dan ook moest afzien van gerechtelijke stappen. Welk bedrijf kan een prijs zetten op het niet nakomen van zijn elementaire verplichting om zijn arbeiders en gebruikers te beschermen tegen zijn eigen product?

 

Naar boven