Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Abortusstrijd in Portugal - Het recht om te kiezen PDF Print Email
Geschreven door Harrie Haller op dinsdag, 01 juni 2004

Vrouwenonderdrukking en seksisme komen, ondanks het gesnoef over de westerse verworvenheden, ook in Europa op grote schaal voor. Bijvoorbeeld in Portugal, waar een nog steeds machtige katholieke kerk vrouwen het recht op abortus ontzegt. De strijd voor abortusrechten is in Portugal dan ook uiterst belangrijk. Grenzeloos, het blad van onze zusterorganisatie in Nederland, sprak met Adriana van Marias, een verbond van jonge vrouwen binnen het Links Blok, over deze campagne voor abortusrechten en de politieke situatie in Portugal.

Adriana is 24 jaar en werkt in Lissabon als verpleegster. Daarnaast is ze lid van de Partido Socialista Revolucionário (PSR), de Portugese zusterpartij van de SAP. De PSR maakt deel uit het Bloco de Esquerda, het Links Blok, een hergroepering van radicaal linkse organisaties en partijen. Twee jaar geleden richtte Adriana met anderen Marias op, een organisatie van jonge vrouwen in het Links Blok. De meerderheid van de leden van Marias is lid van de PSR. Marias is een populaire Portugese meisjesnaam en een acroniem van ‘vrouwen in radicale actie voor antiseksistische idealen’. Marias neemt deel aan campagnes en debatten van het LB. In demonstraties vormen de vrouwen bijvoorbeeld een eigen blok. Maar Marias organiseert ook haar eigen campagnes. Op deze manieren probeert de organisatie een feministisch geluid te laten horen en meer vrouwen te betrekken bij de sociale bewegingen in het conservatieve Portugal.

Katholiek en conservatief

De invloed van de kerk is nog steeds erg groot, aldus Adriana. ‘Voor een grote meerderheid van de vrouwen van middelbare leeftijd is het nog steeds vanzelfsprekend dat ze huisvrouw zijn. De jongere generatie is echter beter opgeleid en kan daarom makkelijker werk buitenshuis vinden’. Deze jonge vrouwen zijn zelfstandiger dan hun moeders maar hun positie is nog altijd erg kwetsbaar. Zo zijn ze vaak de eersten die getroffen worden bij ontslagrondes of zijn ze afhankelijk van onbetrouwbaar uitzendwerk. In Portugal is geen sprake van een grote feministische beweging. Er is maar weinig aandacht voor de positie van vrouwen. De grootste sociale beweging in Portugal is nog altijd de vakbeweging, gevolgd door de studentenbeweging. De vrouwenbeweging volgt op grote afstand. ‘De vakbonden zelf zijn patriarchaal. Veel vrouwen werken bijvoorbeeld als schoenmaaksters, maar de leiders van hun vakbond zijn altijd mannen’. De vakbonden worden gedomineerd door de Portugese Communistische Partij. Ook deze heeft maar weinig aandacht voor feministische kwesties.

De weinige groepen die opkomen voor vrouwenrechten zijn vaak ngo’s, zoals Umar, een organisatie die blijf-van-mijn-lijf huizen beheert. In tegenstelling tot Umar wil Marias echter een direct politieke rol spelen en bestaat zij enkel uit vrouwen. Door haar deelname aan demonstraties en landelijke campagnes heeft Marias een relatief grote zichtbaarheid verworven en is zij vooral binnen links goed bekend. Een van de campagnes waar Marias zich de afgelopen tijd voor heeft ingezet was het organiseren van een referendum over abortus. Als er genoeg handtekeningen ingezameld konden worden zou de regering een referendum moeten houden over het veranderen van de abortuswetgeving. In Portugal is abortus alleen legaal als het binnen de eerste tien weken van de zwangerschap gebeurt en het kind zwaar gehandicapt zal zijn of de moeder verkracht is. ‘Vrouwen die niet aan deze voorwaarden voldoen zijn aangewezen op illegale abortussen in privé-klinieken. Deze zijn vaak duur, de kosten zijn ongeveer 400 euro terwijl het minimumloon in Portugal 360 euro is. Bovendien worden de ingrepen vaak slecht en onveilig uitgevoerd.’ Vorig jaar vonden slechts 675 legale abortussen plaats in Portugal maar geschat wordt dat er misschien wel zoveel als 20.000 illegale abortussen plaatsvonden. Vijf vrouwen overleden aan de gevolgen van slecht uitgevoerde, illegale abortussen. Maar liefst 11.000 vrouwen moesten opgenomen worden als gevolg van de effecten van illegale abortussen.

De campagne

‘Een referendum is alleen bindend als een meerderheid van de bevolking ook werkelijk zijn stem heeft uitgebracht, maar de uitkomst weegt in de praktijk zo zwaar dat de politiek er eigenlijk niet tegenin kan gaan.’ Al in 1998 werd er een referendum gehouden over de legalisering van abortus. De socialistische meerderheid die toen aan de macht was wilde abortus legaliseren maar op het laatste moment besloot de premier om samen met de rechtse partijen in plaats hiervan een referendum te houden over de kwestie. ‘De kerken voerden fel campagne om tegen te stemmen. Ze spraken voortdurend over baby’s die gedood zouden worden, gebruikten ook foto’s van baby’s en riepen in de kerk op om te gaan stemmen.’ Uiteindelijk stemde een zeer kleine meerderheid tegen het veranderen van de wet. De opkomst was laag, slechts dertig procent van de stemgerechtigden. Adriana wijt dit aan het feit dat het onderwerp toen weinig leefde onder de bevolking. Het referendum was van boven afgekondigd en alleen de tegenstanders van abortus mobiliseerden om te gaan stemmen.

Marias was al voor de oorlog in Irak begonnen met het inzamelen van handtekeningen voor een nieuw referendum. Er waren 75.000 handtekeningen nodig om een nieuw referendum af te dwingen.

Geprobeerd werd de campagne zo breed mogelijk te maken maar in de praktijk kwam het werk neer op de schouders van Marias en de jeugdbeweging van het LB. Het LB betaalde ook de kosten. De sociaal-democratische SP had steun toegezegd maar was niet actief. De CP verbood haar leden zelfs om een handtekening te zetten. Het argument was dat alleen een parlementaire meerderheid wetten met betrekking tot abortus zou mogen maken en dat dit dus geen kwestie voor een referendum was. Toch was een meerderheid van de CP-leden voorstander van een referendum. ‘De handtekeningen werden met erg beperkte middelen verzameld, leden van Marias en LB gingen de straat op met handtekeninglijsten en spraken mensen aan.’ ‘De vraag was niet ‘vindt u dat abortus gelegaliseerd moet worden?’ maar ‘vindt u dat een abortus een misdaad moet blijven?’. ‘Omdat er zo weinig aandacht is voor feministische vraagstukken hebben veel mensen zich er eigenlijk geen mening over gevormd. Op deze manier was het mogelijk om in gesprek te raken met mensen die anders louter afwijzend gereageerd zouden hebben geweest.’ Op deze manier bewustzijn creëren was een belangrijk doel van de campagne.

Julgamento of Aveira

Toen de campagne al in volle gang was werd in februari een geruchtmakende rechtszaak gehouden, de zogenaamde Julgamento of Aveira. Maar liefst negen vrouwen werden aangeklaagd omdat zij een illegale abortus gehad zouden hebben. Daarnaast werden hun ouders, partners, de doktor en zelfs een taxichauffeur aangeklaagd omdat deze allemaal medeplichtig zouden zijn. Marias voerde actie tijdens het proces en kreeg hiermee veel media-aandacht. De vrouwen liepen de kans veroordeeld te worden tot drie jaar gevangenis, de doktor zelfs tot acht jaar. Toen de aangeklaagden uiteindelijk werden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs was dit een grote opsteker voor de activisten.

Tussen november en februari slaagde Marias erin om, op een bevolking van 9 miljoen, maar liefst 120.000 handtekeningen voor een nieuw referendum te verzamelen. In de laatste weken won de campagne aan momentum en populariteit, vijftig procent van de handtekeningen werd in de laatste maand opgehaald. Van een tegencampagne was eigenlijk geen sprake. Er was alleen een kleine campagne van uiterst rechtse groepjes die ook het recht op abortus voor verkrachte vrouwen wilden afschaffen.

Toen de handtekeningen werden aangeboden aan het parlement namen leden van Marias gekleed in burka’s plaats op de publieke tribune. Op deze manier wilden ze duidelijk maken dat vrouwenonderdrukking ook voorkomt in het katholieke Portugal. Een meerderheid van het parlement stemde in met de vraag om een nieuw referendum. Naast het LB en de SP stemde ook de CP voor. Deze waren in de loop van de campagne overgehaald door de groeiende populariteit van het initiatief. De huidige rechtse regering hield echter vast aan de belofte in haar regeerakkoord om de abortuswetgeving niet te veranderen. Dit was een voorwaarde van de rechtse Partido Popular die al vroeg inzag dat verandering van de wet onvermijdelijk begon te worden. Daarom wordt het referendum pas in 2006 gehouden.

Adriana verwacht dat dan een meerderheid voor verandering van de abortuswetgeving zal stemmen. ‘Onze campagne heeft het onderwerp onder de aandacht van veel mensen gebracht en ze gedwongen geweest erover na te denken. Bij veel mensen leidde dit tot een omslag in het denken over abortus’. In 2006, na het aantreden van de nieuwe regering, zal Marias natuurlijk opnieuw actie voeren. Maar ook rechts verwacht dat dan de wetgeving aangepast zal moeten worden.

Naar boven