Is Turkije van kamp veranderd? PDF Print Email
Geschreven door Thierry Pierret op vrijdag, 06 augustus 2010

Turkije heeft tegen de nieuwe sancties gestemd die goedgekeurd werden in de Veiligheidsraad. Vervolgens heeft zij krachtig gereageerd tegen de aanval van de Israëlische marine op de vredesvloot op weg naar Gaza. Dient men daarin een ommekeer zien in de Turkse buitenlandse politiek?

De machtsgreep van AKP in 2002 betekende een belangrijke ommekeer voor Turkije. Voor de eerste maal kwam een partij aan de macht zonder de steun van de militaire leiding, de administratie en de gerechtelijke macht. In Turkije overheerst de generale staf van het leger het politieke leven sinds de staatsgreep van 1980. De autoritaire Grondwet van 1982 maakt van het leger de waakhond van de grondvesten van het regime. De nationale eenheid (negeren van sociale en nationale verschillen) en de neutraliteit (eerder dan de scheiding is de godsdienst ondergeschikt aan de Staat) vormen deze fundamenten.

Sinds 1952 is Turkije tevens lid van de NATO. Zowel tijdens als na de koude oorlog, heeft haar strategische ligging (grenst aan het vroegere Oostblok, controle over zee-engten, drie lange kusstroken, bruggenhoofd naar het Midden Oosten) haar een bevoorrechte geallieerde gemaakt van de Verenigde Staten. De nauwe banden met de Verenigde Staten heeft van haar leger het tweede sterkste gemaakt in het Midden Oosten, na het Israëlische. De leidende Turkse klasse heeft er economische en financiële voordelen aan overgehouden.

De machtsgreep van de AKP werd bijgevolg door de werkelijke machthebbers aangevoeld als een kaakslag. De regering van Tayyip Recep Erdogan heeft echter niet gebroken met de door de vorige regeringen gevoerde politiek. Maar zij tracht de invloed van het leger en de gerechtelijke macht in te perken door het doorvoeren van grondwetshervormingen. Tevens moeten deze hervormingen op termijn de toetreding tot de EU mogelijk maken. Deze toetreding wordt door de VS gesteund die daardoor hoopt om Turkije bij het Westen in te lijven. De Europese regeringen zijn echter verdeeld over de Turkse toetreding tot de EU. De onderhandelingen slepen aan, wat zowel de regering, als de Turkse publieke opinie irriteert.

Het is in deze context dat de verbolgen reactie van Turkije tegen de Israëlische aanval op de vredesvloot, moet gezien worden. Weliswaar heeft Turkije haar ambassadeur teruggeroepen en heeft zij de gemeenschappelijke militaire oefeningen met het Israëlische leger geannuleerd. Maar de Turkse regering heeft het programma voor militaire samenwerking met Israël niet in vraag gesteld. Turkije heeft te veel behoefte aan de gesofistikeerde Israëlische bewapening en aan de Israëlische expertise i.v.m. bestrijding van opstanden, die zij nodig heeft in haar strijd tegen de Kurdische guerrilla van de PKK die opnieuw de kop opsteekt. Erdogan heeft onlangs tijdens een bijeenkomst van zijn partij verklaard dat "de EU aan een test is onderworpen, waarvan zij niet eens bewust is". Dit betekent zoveel als dat de schijnbare vinnige Turkse reactie op het bloedige incident in het oosten van de Middellandse Zee een drukkingmiddel uitmaakt op de EU om de toetredingsonderhandelingen te versnellen. Turkije wil hiermee haar beschadegingsvermogen aan de Europeanen tonen.

De negatieve stem van Turkije tegen de sancties voor Iran moet eveneens gerelativeerd worden. De afgesloten akkoorden tussen Brazilië, Iran en Turkije over het Iranese nucleaire programma is bouwvallig geworden en Turkije heeft verklaard dat zij de nieuwe sancties ging toepassen. Turkije heeft te veel nood aan Amerikaanse steun voor haar inmengingpolitiek in het Noorden van Irak om zich een breuk met Washington te veroorloven. Het is niet de eerste maal dat Turkije gas terugneemt nadat zij het Amerikaanse gezag had uitgedaagd. In 2003 had de regering van Erdogan het overvliegen van Turkije door Amerikaanse vliegtuigen om Irak aan te vallen, verboden. Maar zij heeft dit verbod ingetrokken nadat Irak bezet was. De regering heeft trouwens de aanwezigheid van militaire bases op Turks grondgebied niet in vraag gesteld.

De Palestijnen hebben in hun strijd tegen de Israëlische bezetter bijgevolg niet veel te verwachten van een land dat zelf een land bezet, n.l. Cyprus, en dat haar eigen minderheden fors onderdrukt. De Turkse regering maakt van de Palestijnse kwestie gebruik om druk uit te oefenen in de dossiers die haar aanbelangen en om de Iranese invloed in de regio te beteugelen.

Naar boven