Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Een ander Belgisch schandaal: één jaar gevangenis voor Abou Jahjah en Azzuz PDF Print Email
Geschreven door Dyab Abou Jahjah op zondag, 23 december 2007

We publiceren twee artikels van de hand van Dyab Abou Jahjah naar aanleiding van het vonnis en het proces dat tegen de kopstukken van de AEL werd gevoerd.

Once more Belgium proved to be the example of a banana republic in Europe and above all lacking an independent judiciary something without which no democracy can be properly functioning. Today, the judge in the correctional court of Antwerp issued a political verdict sentencing Myself and Ahmed Azzuz to one year in jail for our so called involvement in the riots that took place 5 years ago after the murder of Mohamed Achrak. We reject this sentence and we will go in appeal.

An interesting detail in all this masquerade is that the court reverted to a 19th century law that was used to clamp down on the Belgian workers movement of that time lead by the famous rebel priest Adolf Daens and used this law against us almost two hundred years later. By doing this Belgium has propelled itself back to the time of dictatorship and repression.

If they believe that this will frighten us or keep us away from Belgium, they will be disappointed, I will attend the appeal session and will serve any sentence and will not be a fugitive. But one thing is sure, I will also not let any chance to expose this kind of repression for what it is really: a flagrant act of dictatorship. 

 The fact that our role was the opposite of that claimed by the court makes this verdict even more painful and more of an illustration on how deep Belgium as a democracy have sunk. This is nothing than a political retribution in judicial dressing, and if this sentence is upheld by the court of appeal and carried out, Belgium will have two political prisoners who will be in jail only for having a dissident opinion.

Nevertheless, We will go to appeal and will wait and see if there is still some judicial independence in Belgium. Maybe the court of appeal will be more difficult to manipulate politically and will speak justice and not only annul this verdict but even order us to be compensated for all the defamation and hardship we have endured on the hands of the Belgian establishment since 2002. As I hav already said, this is a trial for the AEL as a movement and for the emancipation movement of the Arab-Islamic communities in Europe, it is also a blow for every voice that is critical to the system.

The struggle continues.

In Solidarity,

Dyab Abou Jahjah


26 november 2003, vijf jaar later…. De rechtzaak begint op 30 november.

(Vertaling uit het Engels : Luk Vervaet)

Op 26 november was het vijf jaar geleden dat Mohammed Achrak werd vermoord door een Belgische racist en dat er rellen uitbraken in Antwerpen. Mohammed was de broer van Satif, een vriend van mij, van wie ik gedurende jaren de voetbaltrainer was.

Die avond trok ik met verschillende AEL activisten de straat op om te proberen de rellen-in-spe te kanaliseren naar een waardig en positief protest. Toen ik aankwam op de plaats van de incidenten, zag ik dat een politiecordon de mensen tegenhield en dat er dat er in dat cordon aan provocatie werd gedaan, dat er moppen en grappen werden verteld tussen de politieagenten en de Vlaams Blok militanten. Miltanten als Rob Vereyken, die bekend staan als provocateurs, waren al op het gebeuren aanwezig.

We probeerden een oplossing te onderhandelen en we stelden voor om de menigte, die helemaal niet explosief was, naar een nabijgelegen moskee te leiden. Dit initiatief werd urenlang geblokkeerd. Toen we opnieuw het voorstel deden, kregen we als antwoord een lading pepper spray over ons heen. Met de duidelijke bedoeling om van onze kant een gewelddadige reactie uit te lokken.

Die gewelddadige reactie kwam er evenwel niet. Al wat er kwam was een verbale confrontatie, die van dan af aan steeds maar ging heruitgezonden worden op de Belgische televisie. Het ging over een woordenwisseling tussen mij en politiechef Luc Lamine, waarin ik hem zei dat we "een betoging zouden houden in Antwerpen met 10.000 man, zonder toelating, en dat hij dan pas eens goed zou kunnen lachen." U moet weten dat Luc Lamine me in mijn gezicht stond uit te lachen toen ik net bijgekomen was van de laag pepper spray die ik ontvangen had, en ik vind mijn reactie, gezien de omstandigheden, op zijn zachtst gezegd zeer gematigd. De grondwet geeft ons immers het recht om zonder toelating te betogen, en wanneer hij moet lachen wanneer iemand wordt doodgeschoten en wanneer mensen daarom bedroefd en woedend zijn, dan kan hij wat mij betreft lachen op eender welke gelegenheid.

Uiteindelijk liet de politie de mensen gaan. Ik leidde hen naar een moskee, waar ik iedereen vroeg om kalmte en aanzette om naar huis te gaan, te bidden en te wachten op het onderzoek. Wachten op het onderzoek was evenwel niet wat de burgemeester van Antwerpen deed. Ze onderbrak haar verjaardagsfeest om in de media te gaan verklaren dat de moord niet racistisch was en dat Abou Jahjah de rellen leek te orchestreren.
Verbijsterend.. , maar het was die mededeling die in Belgische media en in het publieke debat weerklank vond. Niemand sprak nog over de moord of over wat het betekent om te worden doodgeschoten omdat je Islamitische kleding draagt. Nee, het probleem was de AEL en hoe sommige personen reageerden op de moord.

Later kwam de Belgische eerste minster in het parlement zo goed als mijn arrestatie bevelen. Het was een walgelijk schouwspel van machtsmisbruik, hysterische politiek en racisme.

Ik werd gearresteerd en in de gevangenis opgesloten, eigenlijk alleen omdat ik die avond geprobeerd had de zaken onder controle te houden en te kanaliseren. Het establishment wilde met mij en met de AEL afrekenen omwille van onze uitgesproken standpunten in de integratiekwestie (er was ons anti-racisme, onze assertiviteit in dit debat en vooral ook onze burgerpatrouilles, die we organiseerden om het gedrag van de politie in het oog te houden. Deze patrouilles schokten België in de weken voor de moord op Achrak en haalden de krantenkoppen in België en daarbuiten. We werden beschuldigd van illegale praktijken, maar vorig jaar sloot een rechter ook dat hoofdstuk voorgoed af. Hij vonniste dat er niets illegaal was aan die patrouilles) en omwille van onze posities in de Palestijnse zaak (vooral omwille van de zaak Sharon die de racistische staat Israël in verlegenheid bracht en die België onder druk zette om zijn genocidewet te veranderen).

Intussen zijn de dingen duidelijk geworden : we weten nu dat de politieverklaring tegen mij opgezet spel en manipulatie was. We weten nu dat Luc Lamine in persinterviews zelf toegaf dat mijn rol op die avond constructief en redelijk was. We weten nu zelfs dat hij er op aandrong om aanwezig te kunnen zijn bij de huiszoeking in mijn appartement, omdat hij er andere collega's van verdacht daar 'bewijzen' te willen neerleggen om mij zo te kunnen veroordelen. Ja, dit soort geschiedenissen dus…

Volgende vrijdag gaat het proces van start. We denken dat het een lange strijd zal worden en ik zal het proces verslaan op deze blog en er regelmatig commentaren over schrijven. Dit is een politiek proces, en niets anders. Ik hoop dat de rechter dit zal zien en dat hij de vervolging van de hand zal wijzen als ongefundeerd en belachelijk. Maar België een beetje kennende en het soort politiek geïntrigeer dat spreekwoordelijk is in dat land, heb ik zo mijn twijfels.

Temidden van dit alles, zal 26 november voor mij altijd de dag zijn waarop Mohammed Achrak werd doodgeschoten, en mijn gedachten zullen gaan naar zijn broer Satif en zijn familie.

Naar boven