Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Nieuwe Arabische protesten zijn uiting van diepere crisis PDF Print Email
Geschreven door Anne Alexander op vrijdag, 21 september 2012
Protesten in de hele Arabische wereld, aangewakkerd door een trailer van een anti-moslimfilm op Youtube, hebben een voorspelbare stortvloed van islamofobe commentaren teweeggebracht. Voor velen in de mainstraim-media is dit een uiting van het irrationele en gewelddadige karakter van moslims. Wat is de politieke achtergrond van de recente golf van demonstraties in het Midden-Oosten?

Iedereen die geïnspireerd is door de Arabische revoluties zou zich moeten keren tegen dat soort verklaringen, die gebaseerd zijn op vooroordelen. Bovendien heeft de woede in de regio tegen het Amerikaanse imperialisme diepliggende oorzaken, die niet het verzinsel zijn van conservatieve salafi-predikers.

Tegelijk spelen ook andere krachten een rol in de recente demonstraties en aanvallen. In Libië was het waarschijnlijk een gewapende groep die het consulaat van de VS aanviel, die de controversiële film gebruikte om zijn positie te versterken.

In Tunesië werden de demonstranten die de ambassade van de VS bestormden, veroordeeld door de regerende Ennahda-partij, die de verkiezingen van vorig jaar won. Ennahda was de belangrijkste islamitische oppositiegroep onder het oude regime, en zijn relatie tot de salafistische groepen die de schuld kregen van het ambassadeprotest is complex. Deze twee groepen concurreren met elkaar voor stemmen en steun op straat.

Maar Ennahda heeft er ook voordeel bij dat de salafisten zorgen dat de politieke aandacht wordt verschoven, weg van sociale gerechtigheid en echte democratie. De regering van Ennahda geeft de gewone Tunesiërs geen van deze dingen.

Vergelijkbare krachten spelen een rol in Egypte. Drie maanden geleden zag het politieke toneel er hier heel anders uit. Het leek alsof de generaals van de Opperste Raad van de Strijdkrachten (SCAF) erin zouden slagen om de laatste premier van dictator Mubarak weer aan de macht te krijgen.

Mohammed Morsi, de kandidaat van de Moslimbroederschap, werd eerst belachelijk gemaakt als ‘reservewiel’. Morsi was op het laatste moment naar voren geschoven. Toen de stemmen werden geteld, probeerde SCAF de grondwet zo te wijzigen dat de nieuwgekozen premier alleen nog maar een ceremoniële functie zou hebben.

Speelruimte

Nu is de speelruimte voor de Moslimbroederschap groter geworden op twee fronten: ten opzichte van het oude regime en van de revolutionairen op straat. Morsi heeft de figuren van SCAF uit hun functie gezet die afgelopen jaar de aanval leidden op de revolutionaire protesten. De nieuwe president heeft ook eenvoudigweg de grondwetswijzigingen van SCAF teniet gedaan met zijn eigen wet.

 Leiders van de Broederschap hebben de laatste tijd meer succes in het spreken van een politieke taal die zijn weerklank vindt op straat en daar voorbij. Het mobiliseren tegen de anti-moslimfilm en solidariteit met Syrië zorgden in de provinciale hoofdsteden voor grote demonstraties. In sommige steden kwamen duizenden mensen bijeen.

Het toegenomen zelfvertrouwen van de Broederschap geeft aan dat de strijd tussen SCAF en de revolutionairen in een patstelling is terechtgekomen. Het mobiliseren van grote mensenmassa’s van onderaf was niet groot en sterk genoeg om een nieuwe crisis te veroorzaken in de staat, en de kern van het oude regime te breken. Stakingen en protesten liepen niet gelijk op in de opstand van november 2011. Een oproep voor een algemene staking in februari kreeg te weinig steun.

Maar belangrijke delen van het leger gaven toch de voorkeur aan nieuwe afspraken met de Broederschap in plaats van een frontale aanval op de revolutionaire beweging. Dit maakt het evenwichtskunstje dat Morsi opvoerde over de film echter niet makkelijk om vol te houden.

Het is veel veiliger terrein om de VS aan te vallen voor het ‘beledigen van de islam’ dan een antwoord te vinden op het vraagstuk van Palestina. Dit maakt het mogelijk dat de Broederschap moeilijke vragen ontloopt over de rol van Egypte in het in stand houden van de belegering van Gaza. Maar in de praktijk is het erg moeilijk om deze kwesties gescheiden te houden.

Er zijn nog meer problemen voor de Broederschap. De grootste van deze problemen zijn de toestand van de economie en de aanhoudende golf van stakingen. Leraren en universitaire docenten hebben gestaakt, en ook buschauffeurs in Caïro legden het werk neer. Tegelijkertijd is het begrotingstekort van Egypte opgelopen tot 11 procent van het BBP (Bruto Binnenlands Product).

Als het Internationaal Monetair Fonds akkoord gaat met een lening aan Egypte, wordt alom verwacht dat de prijs daarvan bezuinigingen zullen zijn op subsidies op voedsel en brandstof. Het is duidelijk dat er verdere stormen op komst zijn.

Dit artikel is een vertaling uit de Socialist Worker. Nederlandse vertaling: Redactie socialisme.be

Naar boven