Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Stagnatie zonder einde? PDF Print Email
Geschreven door 
 David Mcnally op zondag, 16 december 2012
Sinds de wereldeconomie in 2008 inzakte, horen we voortdurend dat ‘de crisis voorbij is’, ‘dat er vooruitgang is geboekt ‘ en dat ‘het economisch herstel begint’. Elke keer blijken de geluiden vals. Tot ontsteltenis van verdedigers van de sociaaleconomische orde duurt de recessie nu al vijf jaar en het einde lijkt nog niet in zicht.

Wereldwijd is er geen herstel van de werkgelegenheid. Vijftig miljoen mensen hebben hun werk verloren. De eurozone is officieel opnieuw in recessie geraakt en sommige landen gaan zelfs door een economische depressie. Spanje en Griekenland kampen allebei met meer dan 25 procent werkloosheid, onder jongeren heerst zelfs een werkloosheid van meer dan 50 procent. Zelfs de Amerikaanse economie heeft, ondanks een sterk herstel van de winstcijfers, een tekort van tien miljoen banen (5,2 miljoen banen zijn verloren gegaan sinds 2008 en om in gelijke tred te blijven met de bevolkingsgroei zouden er nog 4,8 miljoen banen nodig zijn). De echte werkloosheid in de VS, inclusief de mensen die het zoeken naar werk hebben gestaakt en de part-timers die naar een volledige baan streven, schommelt rond 15 procent. Onder achtergestelde etnische groepen doet het niveau van werkloosheid denken aan een depressie: meer dan 20 procent van de Amerikaanse latino’s en zwarten zit zonder werk.

De zogenaamde ‘opkomende economieën’, waarvan verwacht werd dat zij het kapitalisme vlot konden trekken (op zich een absurde gedachte), kennen een sterk teruglopende groei. De zogenaamde BRIC landen (Brazilië, Rusland, India en China) worden geconfronteerd met een terugvallende vraag uit de door recessie getroffen westerse landen. In Brazilië tuimelde het groeicijfer in het midden van 2011omlaag van 7,5 tot minder dan twee procent. Zuid-Afrika, een andere ‘opkomende economie’, die altijd al sterk afhankelijk was van export, gaat gebukt onder een crisis die een kwart van de arbeidsbevolking werkloos maakt.

Deze ‘global slump’, het wereldwijd inzakken van de economie, leidt tot een immense ellende. Achter de abstracte begrippen en getallen gaan armoede, ziekte, honger, stress en demoralisatie schuil. Maar, en dit kan niet genoeg benadrukt worden, achter dit lijden schuilt een logica. Meer precies: een kapitalistische logica. Uit de verwoestingen van crisis en depressie zal het kapitalisme, als we het daartoe de kans geven, als een feniks uit zijn as herrijzen.

Sommigen zullen het vreemd vinden om te horen dat vernieling nodig en rationeel is voor een herstel van het kapitalisme. Heeft het kapitalisme per slot van rekening niet mensen nodig die werken en geld uit geven om draaiende te blijven? Het probleem is dat deze vraag de inherente tegenstrijdigheden van het kapitalisme negeert. Natuurlijk is het beter voor de business als er een sterke vraag is. Maar het doel van een bedrijf is niet om zaken te doen, het doel is om winst te maken. Het vermogen van bedrijven om kapitaal te vergaren, te investeren en te groeien en hun concurrenten te verslaan is afhankelijk van winstcijfers. En als kapitalisme eenmaal getroffen is door een systeemcrisis, dan komt het daar alleen weer bovenop na grootschalige vernieling.

De keuze voor bezuinigingen

In grote lijnen gebeurt dat op twee manieren. In de eerste plaats door de vernietiging van overbodig of niet productief kapitaal. Als in een bedrijfstak firma’s failliet gaan en/of worden overgenomen door concurrenten, zullen de overblijvers herstructureren en reorganiseren om goedkoper te produceren en meer winst te maken. Failliete bedrijven overnemen is goedkoop en door het overnemen van het marktaandeel van een bedrijf dat kopje onder is gegaan, zijn de andere bedrijven weer in staat te investeren.

Het tweede mechanisme is het verlagen van de levensstandaard van werkende mensen. Simpel gezegd is het verminderen van de waarde van mensen en de kosten van reproductie van de samenleving door middel van lagere waarden en lagere ‘sociale lonen’ (publieke diensten als pensioenen, bijstand, gezondheidszorg en onderwijs) een manier om goedkoper zaken te kunnen doen. Deze strategie, het verlagen van de kosten van het reproduceren van mensen, heeft het kapitaal tot nu toe het meest toegepast.

De reden is eenvoudig. Centrale Banken hebben in het westen miljarden gepompt in de financiële sector in de vorm van bailouts; tegelijk hebben ze de rentes drastisch verlaagd. Bedrijven die in zwaar weer verkeren, kunnen overeind blijven door vrijwel gratis geld te lenen. Dit is de reden waarom we geen golf van faillissementen hebben gezien die vergelijkbaar is met die tijdens de Grote Depressie of tijdens de jaren tachtig. Omdat een dergelijke faillissementsgolf het financiële systeem in gevaar zou brengen, hoeven we zoiets ook niet te verwachten.

Daarmee blijft alleen ‘bezuinigen’ over als middel om de crisis te lijf te gaan. De kapitalisten zijn er met verve en met succes toe overgegaan. Publieke diensten zijn gekortwiekt en de levensstandaard is gedaald. Sinds het economische ‘herstel’ in 2010 daalde het gemiddelde loon in de VS met meer dan vier procent. Lonen staan nu op hetzelfde niveau als in 1995. Daarmee is de verbetering van het loon over een periode van 17 jaar te niet gedaan. In Groot-Brittannië daalde de levensstandaard vergeleken met 2008 met dertien procent. Dit alles moge dan slecht zijn voor ‘de economie in het algemeen’, omdat het verlagen van inkomens minder uitgaven en meer werkloosheid betekent; maar wat telt is dat we niet in een abstracte ‘economie in het algemeen’ leven, maar in een kapitalistische economie waarin winst maken het gebod is. Lonen verlagen is dan nuttig voor het kapitaal.

Overal hebben regeringen het leven meer onzeker gemaakt. Die onzekerheid maakt het voor werknemers moeilijk om terug te vechten. Arbeidsrechten liggen onder vuur, de werkzekerheid neemt af, lonen, voorzieningen en uitkeringen gaan omlaag. Arbeidsmigranten spelen in dit spel een belangrijke rol; ze zijn voor het kapitaal de ideale precaire arbeiders. Ze komen verbonden aan een specifieke werkgever een land binnen om na afloop van hun contract hun baan en verblijfsrecht te verliezen.

Het zal niet verbazen dat bezuinigen en het vergroten van arbeidsonzekerheid wonderen hebben verricht voor de bedrijfswinsten. Sinds 2009 groeien deze voortdurend. Aangezien de crisis relatief weinig kapitaal heeft vernietigd, worden de winsten niet geïnvesteerd in nieuwe middelen om welvaart te vergaren. Begin 2012 hadden Amerikaanse bedrijven bijna 2 biljoen (2000 miljard) dollar op de bank staan – een recordbedrag. In Europa zagen we hetzelfde, met ongeveer 2 biljoen euro.

Het kapitaal staat echter voor een dilemma. Bezuinigen heeft de winstmarges verhoogd, maar ze heeft nieuwe investeringen niet aantrekkelijker gemaakt. Het uitblijven van die investeringen maakt dat aan het verder verhogen van de winsten grenzen zijn gesteld (sinds het midden van 2012 lijken de winsten opnieuw te stagneren). Als gevolg hiervan blijven groei en duurzaam economisch herstel uit.

En dus blijft de kapitalistische klasse en haar regeringen doen waar ze goed in zijn: werkende mensen steeds meer offers laten brengen. Griekenland bevindt zich in het oog van de door het bezuinigen veroorzaakte storm. Pensioenen zijn gehalveerd, lonen met een derde verlaagd. Het aantal daklozen stijgt snel, gaarkeukens zijn nauwelijks in staat iedereen die honger heeft te voeden. Bijzonder verontrustend is de stijging van het aantal zelfdodingen.

Ondanks dit alles eist de trojka van de Europese Centrale Bank, IMF en Europese Unie nog meer offers. Voor 2013 heeft de trojka de Griekse regering een begrotingsvoorstel laten doen om opnieuw voor miljarden te snijden in pensioenen, lonen en sociale voorzieningen – ondanks het feit dat ze zelf heeft toegegeven dat de Griekse economie daardoor met nog eens bijna vijf procent zal krimpen.

De bedoeling van deze bezuinigen is dat Griekenland aan het internationaal kapitaal bewijst dat het zich onderwerpt aan de regels van de financiële markten en dat eventuele nieuwe ‘leningen’ van de trojka alleen gebruikt zullen worden om de internationale banken te betalen. Dat een deel van dit geld naar leraren, verplegers of gepensioneerden zou gaan, is een leugen. Het is een misvatting om te denken dat aan Griekenland geld wordt geleend; het geld gaat naar een speciaal fonds en wordt per direct doorgestuurd naar de banken. De Griekse bevolking moet bloeden om deze truuc mogelijk te maken.

Alternatieven

Dit is het ware gezicht van kapitalisme in tijden van bezuinigingen. Als we niks doen zal jaar na jaar, decennium na decennium de levensstandaard dalen, sociale voorzieningen verslechteren en de onzekerheid toenemen, vooral voor vrouwen, migranten, jongeren en ouderen. Hoe lang dit zal duren is een kwestie van politiek, niet van economie. Zelfs enkele voorzitters van centrale banken maken zich zorgen. De directeur van de centrale bank van Tunesië peinsde dat hij ‘niet kon inzien hoe je een land 20, 30 jaar lang kan uitzuigen. Griekenland is het grote vraagteken’.Beslissend is of er grootschalig verzet zal ontstaan. We hebben daarvan prachtige staaltjes gezien maar die zijn tot nu toe niet samengekomen in een beweging die de doorbraak kan forceren naar een andere organisatie van samenleven.

Sinds het verschijnen van mijn boek The Global Slump in 2011 hebben we verbazingwekkende uitbarstingen van verzet gezien, zoals de ‘Arabische Lente’, de massabeweging in Wisconsin en Occupy. In Chili, Puerto Rico en Quebec zijn studenten massaal de straat opgegaan. In Griekenland volgde de ene algemene staking op de ander. In Chicago organiseerden leraren een staking die op massale steun kon rekenen.

Maar de politieke organisatie loopt nog ver achter. Radicaal links heeft niet de organisatievorm kunnen ontwikkelen die al deze bewegingen met elkaar kan verbinden en coördineren. Het heeft deze bewegingen niet kunnen helpen om rond gemeenschappelijke sociale en politieke doeleinden de handen ineen te slaan. Het zal nog jaren kunnen duren voor dergelijke organisaties het licht zien, jaren waarin de strijd moet doorgaan, waarin mensen geschoold moeten worden en met elkaar in discussie gaan. Zonder zulke organisaties zullen bewegingen gedoemd zijn om terug te vallen en hun doeleinden te beperken. Zonder strijd tegen alle vormen van onderdrukking kan er geen werkelijke eenheid komen. Een radicale arbeidersbeweging zonder feministische en antiracistische waarden en doelen is een onmogelijkheid.

Toch bieden enkele belangrijke bewegingen een vingerwijzing wat er mogelijk is. Zoals de lerarenstaking in september 2012 in Chicago. Veel commentatoren waren verrast door de vastberadenheid en zelforganisatie van de leraren en de steun die zij kregen uit arbeiderswijken. Het kwam voort uit jarenlange noeste arbeid van de Caucus of Rank and File Educators (CORE), een groep vakbondsleden die op lokaal niveau hun sporen verdiende met het organiseren van verzet tegen het sluiten van scholen. In 2010 verkreeg de CORE een meerderheid in het bestuur van de Chicago Teachers Union (CTU). CORE publiceerde een verklaring onder de titel The Schools Chicago’s Students Deserve waarin ze pleitte voor voldoende budget, kleinere klassen, een breed curriculum en de opheffing van de ‘Apartheid-achtige’ onderwijsorganisatie die scholen in rijke, blanke wijken bevoordeelt boven die in de arme, voornamelijk latino en zwarte wijken. Het grote publiek ging de bond meer en meer zien als een antiracistische verdediger van sociale rechtvaardigheid.

De CTU koos er voor aan de kant van scholieren en hun families uit de arbeidersklasse te staan. Ze braken met de gewoonte om zich alleen bezig te houden met loon en arbeidsomstandigheden. Onderwijs van goede kwaliteit, betrokkenheid van ouders en verzet tegen discriminatie op basis van etniciteit of klasse werden centraal gesteld. Het gevolg was dat op de derde dag van de staking in de voornamelijk zwarte en latino wijken grote solidariteitsdemonstraties plaatsvonden. Deze steun was doorslaggevend voor het succes van de CTU – hoewel de bond niet alle verslechteringen kon stoppen, boekte ze aanzienlijke vooruitgang.

De CTU werd een bond die democratisering hoog in het vaandel schreef. Ze introduceerde een ‘parlement’ waarin vertegenwoordigers van alle scholen samenkwamen om besluiten te nemen. Ze organiseerden bijeenkomsten in de open lucht om leraren direct bij de staking te betrekken en te laten beslissen over nieuwe acties.

Democratische organisatievormen waren ook belangrijk in de studentenstaking in Quebec. De bijna 200.000 studenten slaagden erin een sterke verhoging van het collegegeld te stoppen. Er vonden in Montreal dagelijks demonstraties plaats en er waren geregeld harde botsingen met de politie. De staking had succes omdat de studenten op algemene vergaderingen samen beslissingen konden nemen. Die directe democratie was essentieel voor het moreel.

De stakingen in Chicago en Quebec vertoonden trekken van wat Rosa Luxemburg lang geleden een ‘volksstaking’ noemde – stakingen die zich niet beperken tot een beroepsgroep of sociale categorie maar die uitgroeien tot een beweging die steeds meer achtergestelde mensen gaat omvatten en die een groeiend aantal politieke en sociale eisen stelt. In het geval van de studenten in Quebec was dit onder andere gratis hoger onderwijs – een idee dat recht tegen de vooronderstellingen van het neoliberalisme en het bezuinigingsbeleid ingaat. In de woorden van een student; ‘we vechten voor onderwijs dat voor iedereen toegankelijk is, en dat niet koopwaar is voor mensen met dikke portemonnees. Wij willen onderwijs dat de hele gemeenschap ten goede komt’.

In dergelijke bewegingen zien we de contouren van een visie die beoogt om het versnipperde verzet te bundelen in een beweging die het kapitalisme wil overstijgen. De studentenbeweging in Quebec verdedigde een ‘samenleving gebaseerd op directe democratie, gelijkwaardigheid en gemeenschapszin’. Door het lijden in dit tijdperk van bezuinigen is zo’n samenleving dringend noodzakelijk.

Dit is een vertaling van het nawoord bij de Deense uitgave van Global Slump: The Economics and Politics of Crisis and Resistance. De Engelstalige tekst verscheen eerder op solidarity-us.org. Nederlandse vertaling door redactie Grenzeloos.

 

 

Naar boven