Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Nieuwe uitgave van Het Kapitaal (deel 1) van Karl Marx PDF Print Email
Geschreven door Maina van der Zwan en SAP-Web op zaterdag, 28 augustus 2010

Deel 1 van Marx’ driedelige opuswerk is een wetenschappelijke studie naar de kapitalistische productiewijze, de burgerlijke maatschappij en de klassestrijd. De heldere uiteenzetting begint met de basiseenheid, de koopwaar, en wordt uitgewerkt tot een gedetailleerde beschouwing van de arbeidswaardeleer, de rol van het geld, het moderne fabriekssysteem en de manieren waarop kapitaal meerwaarde perst uit de loonarbeid.

Op 1 mei 2010 verscheen bij Uitgeverij Boom een geheel herziene editie. Hans Driessen redigeerde en actualiseerde de vertaling van Isaac Lipschits uit 1967. Het resultaat is een boek dat nog altijd van een verbluffende actualiteit is. 

Pagina's: 752 • Prijs: € 34,90 (excl. Porto). Het boek kan besteld worden bij elke degelijke boekhandel.

We publiceren hieronder een beschouwing bij deze nieuwe uitgave door Maina van der Zwan. 

Deze bespreking verscheen eerst op socialisme.nu, de website van de Internationale Socialisten (Nederlandse zusterorganisatie van de Britse SWP).


Marx’ Kapitaal: actualiteit van een meesterwerk

De nieuwe uitgave van Marx' Kapitaal is uitstekend getimed. Waar de gevestigde economische theorieën onmachtig zijn om de huidige systeemcrisis te verklaren, biedt het magnum opus van Marx onmisbare inzichten in de opkomst, werking en tegenstrijdigheden van het kapitalisme. Maar ze komen niet op een presenteerblaadje. De lezer moet met de stof worstelen, net zoals Marx dat heeft gedaan.

Vorige zomer, een jaar na het uitbreken van de kredietcrisis, gaven studenten op maar liefst 35 Duitse universiteiten zich op voor leesgroepen over Het Kapitaal. Rond die tijd werden ook een verfilming en een mangaversie aangekondigd. En in Nederland is er dus nu ook de nieuwe uitgave, een vuistdik boek met een krachtige kaft waar de actualiteit vanaf spat. Het zijn tekenen dat dit klassieke werk een kleine anderhalve eeuw na publicatie niet aan relevantie heeft ingeboet. Waar zit dat in? Wat maakt Het Kapitaal zo uniek?

Marx’ onderzoeksterrein is ‘het productieproces van het kapitaal’, waarmee hij zowel doelt op kapitaalvermeerdering als essentie van het kapitalisme, als op de wonderen die op de werkvloer worden verricht. Marx was zeker niet de eerste die zich in dit vraagstuk heeft verdiept. Hij bouwde voort op klassieke economen zoals Adam Smith en David Ricardo. Maar hij ging wel verder waar hun onderzoek was vastgelopen.

Zijn originele ontdekking was niet dat arbeiders waarde produceren, want ook de klassieke economen hadden een arbeidswaardetheorie. Dat maakte een economie – dus ook de kapitalistische – altijd tot een ‘politieke economie’, een door mensen gemaakte economie. Het was ook niet dat klassenstrijd de motor achter de geschiedenis is. Dat hadden Franse socialisten voor hem al ontdekt. Marx’ originele ontdekking was de meerwaardetheorie, ofwel ‘hoe hij de meerwaardedieven op heterdaad betrapt tijdens hun werk’, zoals de Russische dichter Majakovski zei.

In de maatschappijvormen die het kapitalisme voorgingen was het heel duidelijk hoe uitbuiting plaatsvond. De meester bezat de slaaf en dus de vruchten van diens arbeid. De landheer pakte onder de dreiging van geweld een deel van de oogst van de boeren af. In het kapitalisme vindt er ook uitbuiting plaats, met de krankzinnige kloof tussen rijk en arm als empirisch bewijs, maar hoe de uitbuitingsrelaties in elkaar zitten wordt verhuld. 

Inhoud en vorm

Vanaf de eerste pagina van Het Kapitaal waarschuwt Marx zijn lezers dat in de wereld van het industriële kapitalisme niets is wat het lijkt te zijn. Het onderscheiden van inhoud en vorm is de eerste voorwaarde van een werkelijk wetenschappelijk onderzoek, dat volgens de woorden van Marx ‘overbodig zou zijn, indien de verschijningsvorm van de dingen onmiddellijk zou samenvallen met hun wezen’. In de zevenhonderd pagina’s lezen we veelvuldig over ‘fantoomachtige objectiviteit’, ‘pure illusies’, ‘valse verschijningen’ en ga zo maar door. Marx wil het kapitalisme van zijn misleidende sluier ontdoen en zijn ware aard tonen:

‘Laat ons daarom deze luidruchtige, aan de oppervlakte gelegen en voor ieders blik toegankelijke sfeer verlaten en de geldbezitter en de bezitter van arbeidskracht volgen naar de verborgen plaatsen der productie, aan de drempel waarvan te lezen staat: “Verboden toegang voor onbevoegden”. Hier zullen we niet alleen ontdekken hoe het kapitaal produceert, maar ook hoe het kapitaal zichzelf produceert. Het geheim van de winstmakerij moet toch ten slotte onthuld worden.’

Dat is precies waar Marx de klassieke economen achter zich laat. Hij legt uit dat arbeiders niet zozeer hun arbeid verkopen, maar hun arbeidskracht, hun vermogen om arbeid te verrichten. De werkgever beschikt daarover en laat de arbeider langer werken dan nodig is om in haar of zijn behoeften te voorzien. Dat deel waar de arbeider niet voor wordt betaald noemt Marx de meerwaarde, de basis voor winst.

De meerwaardetheorie is het aspect dat het boek zo subversief maakt, omdat hier het theoretische fundament wordt gelegd voor de strijd van de arbeidersklasse tegen het kapitaal. Dat deze uitbuiting wordt voortgedreven door concurrentie tussen kapitalen leidt niet alleen tot een permanente expansiedrang, maar ook tot een structurele instabiliteit van het systeem. Hoewel de grote lijnen van deze theorie al in het Communistisch Manifest zijn uiteengezet, had Marx nog een lange aanloop nodig om de harde theoretische onderbouw te leveren. 

Zware bevalling

De eerste Duitse uitgave van Het Kapitaal verscheen in 1867. Maar het rijpingsproces was al decennia eerder begonnen. ‘Zorg dat het materiaal dat je hebt verzameld snel de wereld in wordt geslingerd. In hemelsnaam, het is de hoogste tijd!’, aldus Friedrich Engels in zijn eerste bewaarde brief aan Marx. Dat was in oktober 1844.

Drie maanden later groeide zijn ongeduld. ‘Probeer nu echt om je boek over politieke economie af te schrijven, ook al staat er veel in waarover je niet tevreden bent, dat maakt niet uit; de geesten zijn rijp en we moeten het ijzer smeden nu het heet is.’ De wanhopige aansporingen van Engels zouden een terugkerend thema vormen in hun boeiende correspondentie. Uiteindelijk zou het ruim twintig jaar duren voordat Het Kapitaal naar de drukker ging. 

Er zijn een aantal redenen waarom Marx er zo lang over heeft gedaan. Ten eerste was hij een perfectionist en vereiste het pionierswerk om de werkingen van het jonge industrieel kapitalisme te ontrafelen nu eenmaal veel tijd. Ontdekkingsreizigers hebben het zwaarder dan degenen die in hun voetsporen treden. 

Ten tweede waren discipline en deadlines begrippen die niet voorkwamen in Marx’ werkroutine. Hij was een onverzadigbare intellectuele omnivoor, die zichzelf gemakkelijk liet afleiden door nieuwe fascinaties. Zo verdiepte hij zich maandenlang in nieuwe ontwikkelingen in de geneeskunde om zo voor eigen dokter te kunnen spelen en leerde hij zichzelf Russisch om honderden originele rapporten en statistische onderzoeken over het landvraagstuk door te spitten. 

Ten derde was Marx, in tegenstelling tot het beeld dat van hem is gecreëerd, geen stoffige boekenwurm die zijn leven sleet in de British Library. Hij was in de eerste plaats een politiek activist, die zijn intellectuele werk terzijde schoof zodra de strijd dat verlangde. Directe bevrediging door pamfletten en polemieken kreeg altijd voorrang boven het trage, roemloze ploegwerk voor wat hij al snel ‘die economische shit’ begon te noemen, ongetwijfeld ook vanuit een schuldgevoel over zijn onvermogen om het af te ronden. 

Ten slotte waren er de vele huishoudelijke crises en zijn kwakkelend gestel. Marx en zijn vrouw Jenny leefden in zulke armoede dat vier van hun zeven kinderen op jonge leeftijd overleden. ‘Ik geloof niet dat er ooit iemand zoveel over “geld” heeft geschreven en er zo weinig van had’, schreef hij met karakteristieke zelfspot. 

Munitie

In 1845 had hij al bij vrienden de indruk gewekt dat hij bijna klaar was. In november 1858 schreef hij echter aan zijn uitgever in Duitsland: ‘Ik zal over een week of vier klaar zijn, dit gezien het feit dat ik nog maar net ben begonnen aan het eigenlijke schrijfwerk.’ Deze mededeling moet Engels gillend gek gemaakt hebben. Desondanks duurde het nog jaren voordat Marx echt aan de slag zou gaan. Een in druk meer dan duizend pagina’s tellende schets had hij ondertussen weer terzijde gelegd. Die werd pas in de jaren vijftig van de twintigste eeuw als de Grundrisse gepubliceerd.

Een minachtende sneer over ‘theoretisch werk’ van een medesocialist bracht hem er eindelijk toe om daadwerkelijk de munitie te verzamelen voor zijn aanval op het kapitalisme. De aantekeningen die hij in 1862 en 1863 maakte beslaan meer dan 1500 pagina’s. ‘Ik breid dit deel uit aangezien die Duitse ellendelingen de waarde van een boek schatten op zijn kubieke omvang’, aldus Marx aan Engels. In 1867 was het eindelijk zo ver en zag het eerste deel van Het Kapitaal eindelijk het licht. 

Na zulke hooggespannen verwachtingen viel de ontvangst tegen. Engels zag zich zelfs genoodzaakt om promotiemethoden toe te passen die hedendaagse guerrilla-marketeers niet zouden misstaan. Onder allerlei pseudoniemen schreef hij afwisselend lovende en kritische recensies in de hoop zo debat uit te lokken. 

Maar hoewel het boek een bom legde onder de belangrijkste aannames in de gevestigde economische wetenschap, bleef het debat vrijwel uit. De meeste economen kozen ervoor om Marx’ kritiek te negeren, of met een paar simpele misrepresentaties weg te wuiven – zoals ook hun hedendaagse opvolgers over het algemeen doen.

Ook het geplande vervolg liep vertraging op. Van de zes geplande delen kwamen er na Marx’ dood in 1883 nog twee uit, samengesteld en geredigeerd door Engels. Het gehele Kapitaal is dan ook een onafgemaakt, fragmentarisch werk, net zoals zijn studieobject. Dat maakt het werk niet minder geniaal of boeiend, maar wel moeilijk om te lezen. Marx’ methode is om van het meest abstracte niveau af te dalen naar het concrete, van ‘de waar’ naar ruilhandel, de rol van geld, het arbeidsproces, uitbuiting, winst, vervreemding, circulatie, de concentratie en centralisatie van kapitaal, en pas in het derde deel komen de banken en crisistheorie ten tonele. Hij combineert abstracte analyse met een rijkdom aan empirische gegevens, filosofische vernuftigheden met de ontstaansgeschiedenis van het kapitalisme en dit alles in de meest uiteenlopende stijlen. 

Weerwolven en vampiers

Alleen degenen die nooit verder dan de kaft zijn gekomen kunnen volhouden dat Het Kapitaal een droog en saai economisch werk zou zijn. Marx’ intellectuele veelzijdigheid en liefde voor literatuur spatten van de pagina’s.

Alleen al in het eerste deel is de tekst doorweven met citaten uit de Bijbel, Shakespeare, Goethe, Voltaire, Homerus, Balzac, Dante, Plato, Milton, Defoe, Horatius en tientallen anderen. We komen passages tegen die lezen als horrorverhalen met weerwolven en vampiers, prachtige scheldtirades verstopt in voetnoten, en ontelbare dialectische woordspelingen. Mary Shelley’s Frankenstein was een van Marx’ favoriete boeken, het verhaal over een monster dat zich tegen zijn maker keerde. Zo zag Marx het kapitalisme ook.

‘Alle middelen ter ontwikkeling van de productie worden middelen tot overheersing en uitbuiting van de producenten, verminken de arbeider tot een deelmens, vernederen hem tot een aanhangsel van de machine, vernietigen door de kwelling van de arbeid de inhoud ervan, vervreemden hem in dezelfde mate van de geestelijke mogelijkheden van het arbeidsproces als waarin de wetenschap door het arbeidsproces als een zelfstandige kracht wordt ingelijfd.’

Er bestaan een heleboel vooroordelen over het werk van Marx; dat het deterministisch zou zijn; een onwerkbare blauwdruk voor een socialistische heilstaat zou leveren; of simpelweg achterhaald zou zijn door de tijd. In het beste geval zijn deze kritieken gebaseerd op onwetendheid. De kracht van Het Kapitaal ligt namelijk in het feit dat het de dynamiek van het kapitalisme als uitgangspunt neemt. Marx bestudeerde deze toen het systeem nog maar in de kinderschoenen stond. Juist nu de dwingende logica van kapitaalaccumulatie de wereld veroverd heeft, en zowel mens als natuur in al hun facetten als handelsgoederen heeft ingesloten, is zijn analyse relevanter dan ooit.

Maar niet alleen om te begrijpen, ook om te veranderen. Het Kapitaal is een wetenschappelijke strijdkreet voor ‘de onteigening van de onteigenaars’. Want dat is waar het Marx boven alles om te doen was: revolutionaire verandering door de zelfemancipatie van de arbeidersklasse. Die nood is groter dan ooit, en daarom zou Marx’ meesterwerk wel eens het belangrijkste boek van de 21ste eeuw kunnen worden.

Naar boven