Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Italië: antikapitalistisch links versus regerend links PDF Print Email
Geschreven door Carlos Sevilla op vrijdag, 09 februari 2007
"Hebben de ex-marxisten de markt omarmd?" Deze vraag werd enkele maanden geleden gesteld door het weekblad The Economist, met betrekking tot de samenstelling van de Italiaanse regering van Prodi, die in grote mate bestaat uit ex-leden van de PCI en slechts in mindere mate uit christen-democraten. Je zou het inderdaad denken als je het beleid van die regering bekijkt: er wordt volop geliberaliseerd en de begroting 2007 staat bol van maatregelen die de goedkeuring wegdragen van het IMF en de Europese commissie. Volgens die laatste gaat de Italiaanse politiek zelfs "in de goede richting". 

Na tweehonderd dagen regering Prodi hebben de financiële markten inderdaad reden tot vreugde: liberaliseringen, officiële terugtrekking van de troepen uit Irak (eigenlijk zijn ze er nog steeds om 'technische' redenen), de goedkeuring van oorlogskredieten voor de 'vredesmissie' in Afghanistan, het sturen van troepen naar Libanon, wapenverkopen aan China en als kers op de taart een begroting 2007 die rigoureus de orthodoxie van Maastricht volgt en knipt in de uitgaven voor gezondheidszorg, onderwijs (scholen, universiteiten en onderzoek) en gemeentelijke diensten. De militaire uitgaven daarentegen gaan de hoogte in! Samengevat: een politiek die niet de materiële en culturele basis creëert om echt een breuk te maken met het Berluconisme; achteruitgang van de arbeidsomstandigheden, geïnstitunionaliseerd racisme en een oorlogspolitiek.    

Deze situatie werd zonder twijfel begunstigd door de  koerswijziging van de leiding van de PRC,  Rifondazione Comunista. Die leiding steunt de ultraliberaal Romani Prodi en heeft van de PRC een betrouwbare partner van de regeringscoalitie 'Unione' gemaakt. Deze koerswijziging was ten dele het resultaat van de kritische en negatieve evaluatie die die leidinggevende groep maakte van het referendum in 2003 rond het arikel 18 van het statuut van werknemers. Dat referendum had tot doel om de syndicale rechten van werknemers in bedrijfjes van minder dan vijftien mensen uit te breiden maar draaide uit op een totale mislukking. Deze mislukking luidde het einde in van een koers die tot dan toe gevolgd werd en die gericht was op de opbouw van sociale bewegingen. Die koers of oriëntatie werd gevolgd gedurende twee jaren, grosso modo van de anti-G8 mobilisatie in Genua in 2001 tot de mondiale actiedag tegen de oorlog in Irak op 15 februari 2003. Het was ook tijdens deze 'rode biënale' dat het vijfde congres van de partij niet enkel een kritiek formuleerde op het stalinisme (niet op de bureaucratie), maar ook besliste om haar politiek kapitaal te investeren in de opbouw van sociale bewegingen. Uit deze periode stammen ook de gekende '15 stellingen voor de opbouw van een alternatieve Europese linkerzijde' van Fausto Bertinotti, de huidige kamervoorzitter. 

Grote Hervorming

Na de kater van dat referendum is de PRC overgegaan van een zekere illusie in de sociale mogelijkheden naar een nog grotere politieke illusie, namelijk die ten gunste van een centrum-linkse sociaal-liberale coalitie om Berlusconi een verkiezingsnederlaag toe te brengen. Het zesde congres van de partij in 2005 formaliseerde de nieuwe koers. Tijdens dit congres kwam ook de idee van de 'Grote Hervorming' naar boven, een neoconservatieve these ten gunste van een alliantie met de sectoren van de 'goede burgerij', die bereid zou zijn om "verder te gaan dan het neoliberalisme" om de nefaste gevolgen van de neoliberale politiek voor de wereld van de arbeid aan banden te leggen. Onze kameraden Turigliatto en Cannavo merken terecht op dat dit project op zijn minst belangrijke limieten heeft: "De Italiaanse burgerij beschikt vandaag niet over de marges om te herverdelen. Als er al marges zijn wil ze die aanwenden om de loonkost en de arbeidscontracten te herstructureren, de pensioenen te hervormen en verregaande liberaliseringen door te voeren. Dat zijn onontbeerlijke hervormingen voor het Italiaanse kapitaal om gelijke tred te houden met het Europese kapitalisme en de internationale concurrentie. De regering Prodi vormt vandaag het beste instrument om een dergelijk project tot uitvoer te brengen, gezien ze niet enkel de syndicale organisaties erin kan meesleuren maar ook de PRC, de enige partij die zich tot vandaag engageerde in het sociale conflict."

Het is in deze politieke context dat binnen de PRC de stroming Sinistra Critica (SC, Kritisch Links) is ontstaan, rond het tijdschrijft ErrE-Bandiera Rossa (Vierde Internationale). Deze stroming legde aan het zesde congres een alternatieve motie voor die de steun kreeg van 6,5 procent van de gemandateerden. De militanten van deze stroming steunden nochtans vanaf oktober 1998 de meerderheid van de PRC, die onder leiding van Fausto Bertinotti elke steun aan de neoliberale politiek van Romano Prodi introk. Dit versnelde de val van Prodi. Vervolgens gingen de militanten van het huidige Sinistra Critica vanaf het congres van 2002 volledig deel uitmaken van de leiding. Een totaal verschillende interpretatie van de resultaten van het referendum van 2003 (11 miljoen stemmen voor de uitbreiding van artikel 18) leidde echter in een context van sterke meningsverschillen tussen de belangrijkste politieke, syndicale en mediatieke krachten van links tot een eerste belangrijke botsing tussen de militanten van de stroming Sinistra Critica en de anderen van de meerderheid. Tijdens het congres van 2005 heeft Sinistra Critica dan opnieuw haar autonomie hernomen en koos Bertinotti voor een scherpe bocht ten voordele van een centrum linkse coalitie en de 'Grote Hervorming'. 

Sinistra Critica

Tijdens het derde congres van Giovani Comunisti (de 'jonge communisten' -de jongerenorganisatie van de PRC) dat plaatsvond in september van dit jaar werd duidelijk dat de invloed van de stroming SC toeneemt. Ze wist tien procent van het congres achter zich te krijgen. Die toenemende invloed is ondermeer het gevolg van de actieve oppositie van haar parlementairen, bijvoorbeeld tegen de kredieten voor de militaire interventie in Afghanistan, maar ook van een nieuwe cyclus van mobilisaties. Zo was er op 4 november een massale manifestatie tegen hondenjobs (Stop Precarietà!). Op 17 november was er dan weer een algemene staking met 1,5 miljoen stakers tegen de maatregelen uit de begroting 2007, maatregelen die stuk voor stuk ondersteund worden door de PRC.

In oktober 2004 organiseerde Sinistra Critica een conferentie met meer dan driehonderd vertegenwoordigers van*uit heel Italië. De aangenomen motie was gericht op een strategie naar een breuk met de PRC en zijn huidige koers gericht op het binnen de perken houden van de gevolgen van de neoliberale politiek.

Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een manifest met de titel 'Antikapitalistisch! Een kritische linkerzijde voor de 21ste eeuw'. Dit manifest wordt ter stemming voorgelegd op de volgende conferentie die plaatsvindt in januari 2007. Die conferentie zal Sinistra Critica formeel omvormen tot een nationale organisatie die een alternatief wil bieden en een uitweg vinden uit de crisis van de Italiaanse linkerzijde in het algemeen en de crisis van de PRC in het bijzonder. De PRC behoort vandaag immers helemaal tot regerend links en is vooral een nuttig instrument geworden voor de vrienden van de 'Grote Hervorming' en de kapitalistische markt, zoals The Economist terecht opmerkt

Naar boven