Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Italiaanse politie geeft manipulaties en provocaties in Genua toe - Auteurs van 'Ya Basta!' beschreven deze orchestratie reeds in hun boek PDF Print Email
Geschreven door Peter Tom Jones op donderdag, 16 januari 2003
"Hoewel niemand ooit het fijne zal weten van wat er exact gebeurd is, zijn de meeste ernstige waarnemers het erover eens dat de politie, op zijn zachtst uitgedrukt, een uiterst dubbelzinnige rol speelde. Een opvallend groepje van misschien een honderdtal agents provocateurs - obscure vechtersbazen die niet gekend waren bij de gangbare groeperingen- sloegen aan het vernielen en plunderen. (...) Telkenmale die groep ongestoord willekeurige vernielingen had aangebracht, verdwenen zij in het niets waarop de andere, vreedzame demonstranten genadeloos door de carabinieiri werden ingeblikt. Zo ook verging het onze affinity-group." Dit staat te lezen in het boek 'Ya Basta! Globalisering van onderop.' Van pagina 211 tot 220 beschrijft Peter Tom Jones de hallucinante gebeurtenissen van Genua. Vandaag melden talrijke media dat de Italiaanse politiediensen toegeven dat ze ondermeer zelf Molotov-coctails plaatsten tijdens de acties in Genua. De beweringen van de auteurs van 'Ya Basta!' blijken dus niet uit de lucht gegrepen. Een ooggetuigeverslag van Peter Tom Jones (Attac), exclusief uit het boek "Ya Basta!".

DE SLAG OM GENUA

(Peter Tom Jones, Genua-getuige)

A true story...

Zo nu en dan vinden er intense gebeurtenissen in je leven plaats die je als mens fundamenteel veranderen. In mijn geval denk ik daarbij spontaan aan twee overweldigende avonturen. Het eerste betreft een bezoek aan Turks-Koerdistan in 1998 als lid van een Belgische mensenrechtendelegatie in het kader van het Koerdische nieuwjaar Newroz, de periode die meestal samenvalt met het hoogtepunt van de Turkse repressie jegens het Koerdische volk. In de bergen van het adembenemend mooie Koerdische gebied werd ik voor de eerste keer in mijn prille bestaan rechtstreeks met de bikkelharde realiteit geconfronteerd; de beklijvende, drukkende algemene sfeer; de brutale onderdrukking van een volk; de vernietiging van duizenden dorpen wegens vermeende steun aan de toen nog bijzonder actieve Koerdische guerrilla (PKK); de angst van de gewone bevolking voor de gehate paramilitaire milities, of voor de nooit aflatende pesterijen door politie of leger. Nochtans was het evenzeer de westerse hypocrisie die ons toen in dit conflict de ogen uitstak. Terug in België geland, stonden we voor de moeilijke opdracht om de schokkende werkelijkheid op een geloofwaardige wijze aan onze vrienden en collega's te verhalen. We vertelden over de interviews die we hadden afgenomen van menig gefolterd man, vrouw en kind; de verschrikkelijke levensomstandigheden waarin de Koerdische interne vluchtelingen moesten zien te overleven; het gebrek aan voedsel en zuiver water; de wild om zich heen slaande tyfus- en cholera-epidemieën enzovoort. Al te vaak liep ons enthousiasme voor de strijd voor de mensenrechten te pletter op een muur van onverschilligheid. In het beste geval slaagden we erin om gedurende enkele luttele minuten enige empathie bij onze toehoorders los te weken. Een gevoel van frustratie en machteloosheid viel ons nogmaals te beurt. Niemand van onze delegatie was na deze Koerdische confrontatie nog dezelfde. Dingen die voordien zo belangrijk leken, waren dat plotseling niet meer. Sindsdiens heb ik begrepen dat je dergelijke wantoestanden slechts kan vatten wanneer je ze ook zelf gezien, gehoord en vooral gevoeld hebt.
Een gelijkaardig fundamenteel onbehagen overkwam me na mijn terugkeer van 'de slag om Genua' (G8-top, juli 2001), die gewichtige gebeurtenis die voorlopig de geschiedenis is ingegaan als de 'moeder van alle protesten' tegen het neoliberalisme: 250.000 demonstranten op de internationale betoging van 21 juli; 600 gewonden waaronder opvallend veel journalisten; de dood van Carlo Guiliani; honderden arbitraire arrestaties; een zwaar vernielde stad en tal van bewijzen van een heus politiek complot, georchestreerd door mediamagnaat alias premier Silvio Berlusconi. Hier volgt een persoonlijk ooggetuigenverslag van één van de mijlpalen in de trieste geschiedenis der staatsrepressie. Dit relaas wordt vervolledigd door een reconstructie van een aantal sleutelmomenten op basis van de karrevracht artikels en getuigenissen die in het nazog van dit historische gebeuren in de internationale pers verschenen zijn.

Spanningsopbouw

In het gezelschap van een zevental jonge vrienden en vriendinnen vanuit diverse hoeken van de wereld, waren we een week voor de start van de G8-top richting Genua afgereisd. Onze 'affiniteitsgroep' kampeerde die eerste week op een dertigtal kilometer van Genua, de historische Italiaanse renaissancistische havenstad waar tussen 20 en 22 juli de top van de zeven rijkste industrielanden plus Rusland zou plaatsvinden. Niemand van ons kon op dat moment vermoeden met welke surrealistische taferelen wij een week nadien zouden worden geconfronteerd. Tenslotte waren we toch gewoon op doorreis in het zonnige, democratische Italië. Nochtans begonnen we al vrij snel na onze aankomst nattigheid te voelen. Bij de lectuur van de plaatselijke kranten, tijdens de conversaties met de plaatselijke bevolking en het volgen van de nieuwsuitzendingen, bekroop ons een unheimliches gevoel. De onheilspellende berichten sijpelden binnen: Genua zou hermetisch worden afgesloten. De landsgrenzen zouden dichtgaan voor actievoerders (het Schengenakkoord werd inderdaad gedurende vier dagen opgeschort); er was sprake van allerlei bommeldingen (drie dagen voor het begin van de top ontplofte er een bompakket hoewel de aanslag door niemand werd opgeëist). Berlusconi negeerde de oproep van de directe actiegroep Ya Basta! om geen echte kogels te gebruiken en kondigde zonder schroom aan dat hij lijkzakken voor dode demonstranten had laten bestellen. Zijn opzet liet geen twijfels bestaan. Berlusconi en zijn neofascistische bondgenoten Gianfranco Fini (Alleanza Nationale) en Umberto Bossi (Lega Nord) waren volop bezig met de opbouw van een ware angstpsychose: een tactiek die de Italiaanse veiligheidsdiensten in de jaren '70 al eens hadden gebruikt om parlementair links in diskrediet te brengen.(1)

Nadat eerder dat jaar een aantal nieuwe repressiemiddelen werden gelanceerd tegen de andersglobalisten in Quebec (waar in totaal 4.707 (!) traangasgranaten van een uiterst krachtig type werden afgevuurd - april 2001), Barcelona (waar voor de eerste keer onomstotelijk werd aangetoond dat er politie-infiltranten werden ingezet om straatrellen op te starten - juni 2001) en Göteborg (waar de eerste echte kogels werden afgevuurd - juni 2001)2, koos Berlusconi voor de verdere militarisering van het gebeuren. Niet minder dan 20.000 carabinieri (paramilitaire elitetroepen) werden opgetrommeld voor 'de bescherming van de democratie'. Daarnaast werd nog een metershoge stalen muur rond de verboden 'Rode Zone' opgetrokken zodat de Heersers der Aarde in alle sereniteit over het lot van de wereldbevolking konden beslissen.

Democratisch gezelschap


Wie waren deze Heren? De Guardian journalist George Monbiot3 liet daar geen twijfel over bestaan toen hij stelde: "Van de acht (blanke) mannen die op de G8-top de scepter zwaaiden, was er één die het presidentschap had bekomen na de verkiezingen (half) verloren te hebben. Een andere was volop bezig met het voortzetten van een genocidale oorlog in een geannexeerde republiek. Een derde werd beschuldigd van corruptie. De vierde, gastheer van de top, was reeds schuldig bevonden aan illegale partijfinanciering, omkoping- en valse boekhoudpraktijken. Onnodig om te zeggen dat het hoofdthema van onze Heren erin bestond om de 'democratie te promoten'. Zelfs als de G8-landen zouden worden geleid door onvervalste engels, dan nog zou dit gezelschap geen globale democratie kunnen promoten, aangezien zij slechts 13% van de wereldbevolking vertegenwoordigen."

Het Genua Sociaal Forum (GSF)

In de klassieke perskanalen werd in die tijd nog vaak gesteld dat het zootje ongeregeld - 'politieke hooligans' dixit Premier Verhofstadt - dat de conferenties van de G8, Wereldbank, IMF of WTO pleegde te verstoren, altijd maar tégen is maar nooit vóór iets. De door het GSF (de organisatie die zowat 1000 niet-gewelddadige verenigingen overkoepelde) georganiseerde tegentop (16-22/07) toonde het tegendeel aan. Onder het motto "Een andere wereld is mogelijk" werd er gedurende een volle week in alle openheid en in een constructieve sfeer over allerhande alternatieven voor de neoliberale globalisering gedebatteerd. Prominente figuren zoals Susan George, Ricardo Petrella, Walden Bello en Vandana Shiva passeerden de revue. Niet dat er hierover iets in de pers verscheen. Die hadden zich namelijk als aasgieren op het geweld gestort dat vanaf vrijdag 20 juli losbarstte. Eens te meer werd de schaduwzijde van de andersglobaliseringsbeweging in de schijnwerpers geplaatst, terwijl haar positieve karakter onderbelicht werd. Dit onevenwicht in de berichtgeving ligt aan de basis van veel van het onbegrip bij de gewone man en vrouw voor de alternatieve globalisten.

Proxima estación... Esperanza


Op woensdag 18 juli woonden we het energieke concert van Manu Chao bij dat plaatsvond in Piazza Kennedy, het plein aan de zeedijk dat gedurende de G8-top dienst deed als het zgn. Convergence Center: de ontmoetings- en vergaderplaats voor de acties. Manu Chao is inmiddels uitgegroeid tot hét muzikaal fenomeen van de beweging; in Le Monde Diplomatique werd hij zelfs omschreven als de 'Troubadour van de antikapitalisten'. Manu Chao was niet aan zijn proefstuk toe wat betreft politiek-getinte muziekoptredens. Het jaar daarvoor had hij nog gratis concerten gegeven tijdens de betogingen in Praag tegen het IMF, evenals op het wereldbekende Zócola plein in Mexico City in het bijzijn van 150.000 uitzinnige Zapatista-sympathisanten. In Genua vormde zijn drie uur durende optreden het symbolische startschot van de directe acties tegen de G8-top. Terwijl de totaal overbodige politiehelikopters dreigend hun zoeklichten op de dansende (andersglobalisten)massa schenen, zong Manu Chao uit volle borst over Clandestinos en Marihuana Illegal en citeerde hij uit het werk van Subcomandante Marcos. Het "Libera Genova!" werd vanaf dan steeds luider herhaald. Een intens gevoel van solidariteit en menselijke warmte maakte zich die avond meester van de 30.000 aanwezigen. Toen besefte onze affinity-group dat deze enthousiaste multitude de volgende dagen geschiedenis zou schrijven.

De dag nadien (19 juli) vond er een internationale migrantenmanifestatie plaats. De opkomst was veel groter dan verwacht. 70.000 mensen marcheerden doorheen de winkelvrije straten van Genua: opvallend veel Roma-zigeuners en Koerdische manifestanten trokken zij aan zij op met heterogene groepen andersglobalisten. Ondertussen was Genua omzeggens een spookstad geworden. Berlusconi had immers de plaatselijke bevolking aangeraden om een keertje "op vakantie te gaan". Bovendien was er ook een verbod van kracht om kleren buiten te laten drogen. De weinige overblijvers lapten dit verbod aan hun laars en hingen ostentatief lingerie buiten aan de waslijnen. Die namiddag bleef het ongemeen rustig, hoewel er toch een dreigende sfeer in de lucht hing. Het was de stilte voor de storm. De volgende dag, die was aangekondigd als de dag van de burgerlijke ongehoorzaamheid, zou de hel losbreken.

Politiemanipulatie

Vrijdag 20 juli is een dag die niemand onder de aanwezigen ooit nog zal vergeten. Onder de blakende zon namen 70.000 activisten deel aan een totaal van negen afzonderlijke demonstraties. De meest diverse organisaties en bewegingen waren op het appel: ATTAC, NGO's, klein-linkse partijen, het theatrale Pink Block, Gandhiaanse pacifisten, ecologisten en anarchisten, religieuze groeperingen, boeren-, derdewereld- en vrouwenbewegingen, directe actiegroepen zoals Ya Basta! en de Reclaim the Streets-beweging, vakbondsmilitanten, onafhankelijke individuen, enz. Het merendeel van de negen marsen had de bedoeling om door te dringen tot aan de stalen muren van de Rode Zone om daar een vreedzaam protest te houden. Dat was echter buiten Berlusconi's plannen gerekend. Die dag ging ergens rond de middag in uiterst verdachte omstandigheden het geweld van start. Hoewel niemand ooit het fijne zal weten van wat er exact gebeurd is, zijn de meeste ernstige waarnemers het erover eens dat de politie, op zijn zachtst uitgedrukt, een uiterst dubbelzinnige rol in het geweld bij een kleine minderheid speelde. Een opvallend groepje van misschien een honderdtal agents provocateurs - obscure vechtersbazen die niet gekend waren bij de gangbare politiek-anarchistische groeperingen die zich tot het Black Block rekenden - sloegen aan het vernielen en plunderen. Opvallend is dat hen door de politie geen strobreed in de weg werd gelegd. Vervolgens voltrok zich steeds hetzelfde patroon. Telkenmale die groep ongestoord willekeurige vernielingen had aangebracht, verdwenen zij in het niets waarop de andere, vreedzame demonstranten genadeloos door de carabinieiri werden ingeblikt. Zo ook verging het onze affinity-group die deel uitmaakte van een demonstratie waarin vooral ATTAC'ers en partijongebonden mensen, evenals veel oudere manifestanten en families met kinderen aanwezig waren. Het geweld van de agents provocateurs was met andere woorden het alibi van de politie om ongemeen hard op te treden tegen de bonafide demonstranten en directe activisten. Even verontrustend zijn de talrijke getuigenissen van andersglobalisten en andere Black Blockers die zelf door dit select clubje werden aangevallen. Ondertussen is er overtuigend bewijsmateriaal voorhanden dat aantoont dat tenminste een aantal individuen van dit kleine subgroepje van dat mythische Black Block, contacten onderhield met de politie. Videobeelden bewijzen hoe sommige demonstranten, uitgedost in de typische zwarte gevechtskledij, vlakbij bepaalde protestmarsen uit politiewagens stapten en vervolgens aan het vernielen sloegen.4 Dit verhaal werd bevestigd door priester Don Vitallano Della Sala5 en het Italiaanse parlementslid Luigi Malabarba6. Bovendien was de Italiaanse politie op de hoogte van documenten waarin zwart op wit werd aangetoond dat neonazi's het Black Block zouden infiltreren om "de linkerzijde in een slecht daglicht te stellen".

De slag om Genua...

Rond twee uur in de namiddag van 20 juli liep er een colonne van enkele duizenden karnavaleske Tute Bianche activisten (de 'Witte Overalls') door de Via Tolemaide. Deze gerenommeerde specialisten in de burgerlijke ongehoorzaamheid riepen via megafoons: "Dit is een niet-gewelddadige mars. Wij geloven in geweldloosheid." Het doel van deze betogers was de Rode Zone te bereiken, waar zij echter nooit zouden in slagen. Walden Bello7, directeur van Focus on the Global South, was aanwezig en getuigde: "Aan het kruispunt met de Corso Torino begonnen carabinieri, die zich schuilhielden in een verborgen steegje, in een niet-geprovoceerde aanval massa's traangasgranaten af te schieten." Het politiegeweld bleef niet zonder gevolgen. De slag om Genua brak in alle hevigheid los. Gedurende de volgende vier uur onstonden er zware gevechten in de buurt van de Corso Torino. Woedende leden van vooral de Tute Bianchi maar ook andere betogers, waaronder Black Blockers, gingen de ongelijke strijd met de ordetroepen aan. De sfeer werd apocalyptisch. In het Armageddon van Genua loeiden de sirenes onophoudelijk, vlogen de oorverdovende politiehelikopters als woedende wespen keer op keer voorbij, stonk de hete lucht naar traangas en brandende auto's, trachtten gewonde activisten én journalisten zichzelf in veiligheid te brengen, terwijl het bloed her en der tegen de grond plakte. De slag om Genua zou uiteindelijk leiden tot de dood van de 23-jarige Carlo Guiliani. De beelden en foto's van de in het aangezicht neergeschoten Guiliani gingen de wereld rond. De G8-top was inmiddels hot news geworden.

Karnaval

Een blik op de kranten van de volgende dagen zou verkeerdelijk doen vermoeden dat er alleen geweld was; niets is minder waar. Genua was eveneens karnaval, spontaneïteit, kunst, menselijke warmte en solidariteit. Zeven van de negen marsen op die onfortuinlijke 20 juli schitterden vanwege hun vreedzaam (van de kant van de betogers althans), creatief en humoristisch karakter: samba-orkestjes brachten in het waanzinnig roos geklede mensen aan het dansen; het 'levend theater' gaf blijk van het kafkaiaanse gehalte van onze westerse kille consumptiemaatschappij; José Bové defileerde met een koe voor de oproerpolitie; een stokoude Italiaanse man deelde poëzie uit aan de tot de tanden bewapende carabinieri; de waterpistoolguerrillero's zorgden voor een deugddoende verfrissing bij de warm aangeklede robocops. Helaas werden deze originele scènes de krantenlezer of nieuwskijker ontzegd. In de plaats daarvan werden zij keer op keer met beelden van geweld bekogeld.

De nacht na Guiliani's dood


Compleet afgepeigerd arriveerde onze affiniteitsgroep omstreeks zes uur in het Convergentiecentrum. Het was slechts op dat ogenblik dat we de eerste geruchten van dodelijke slachtoffers te horen kregen. Ondertussen liep het Convergentiecentrum gestaag vol. De activisten van de overige marsen van die dag stroomden met mondjesmaat toe. Velen onder hen waren gebroken, gewond of ontredderd. Omstreeks acht uur werd officieel bekend gemaakt dat er minstens één slachtoffer was gevallen. De massa stond verbouwereerd. Op het centrale podium ging een urenlange open discussie van start over wat er diende te gebeuren. De meest uiteenlopende visies kwamen aan bod. Na afloop van dit levendige debat wenste menig activist zijn tent op te zoeken in de diverse campings en stadions waar het merendeel der directe activisten kampeerde. Toen sijpelden evenwel de signalen binnen van arbitraire arrestaties en politieaanvallen in de donkere straatjes buiten het door politie omsingelde Convergentiecentrum. Het GSF raadde de activisten aan om de nacht in het centrum door te brengen. Dat was veiliger zeiden ze. Zo geschiedde. Duizenden lam geslagen andersglobalisten trachtten die avond onder de blote hemel uit te rusten. Opnieuw was dat buiten de ordetroepen gerekend. Die vonden er namelijk niet beter op om gedurende de ganse nacht vanop politieboten hun zoeklichten op de activisten te richten, terwijl de oorverdovende politiehelikopters evenmin van ophouden wisten. De algemene sfeer die nacht was er één van angst en woede, hoewel tegelijkertijd de menselijke solidariteit ongekende vormen aannam. De volgende ochtend werd de massa gewekt, voor zover dat nog nodig was, door opnieuw tropische temperaturen. Die dag stond de sinds lang aangekondigde internationale massademonstratie op de agenda. Zouden er nog meer slachtoffers vallen?

Massademonstratie op 21 juli

Op 21 juli stapten ongeveer 250.000 (de cijfers lopen uiteen van 150.000 tot 300.000) mensen onder een verzengende zon vreedzaam door de straten van Genua. Velen onder hen droegen zwarte armbanden als eerbetoon aan Guiliani. Op de Corso Sardegna ontving de massastoet een welkomstapplaus van de (resterende) lokale bevolking. Deze gewichtige gebeurtenis werd nochtans onmiddellijk naar de voetnoten der geschiedenis verwezen, aangezien de pers zich opnieuw op de blinde agressie van het kleine groepje Agents Provocateurs wierp. Blijkbaar waren zij achteraan in de stoet opnieuw aan het vernielen geslagen. Zo wijdde de Italiaanse kwaliteitskrant La Reppublica8 op 22 juli 16 pagina's aan de G8-top, publiceerde daarbij 34 grote foto's van gewelddaden maar vertikte het om ook maar één beeld van de geweldloze anti-neoliberale massabetoging te tonen, laat staan om te rapporteren over de radicale eisen van de betoging. Een analyse van andere internationale topkranten leverde een gelijkaardige slotsom op. De ondertussen alomgekende sensatiezucht van de doorsnee media is geen afdoende verklaring voor deze feiten. Men moet zich veeleer afvragen wie de controle heeft over de belangrijkste mediakanalen en welke belangen mediamagnaten zoals Berlusconi en co te verdedigen hebben.

Raid op GSF en Indymedia

Op het einde van deze afmattende dag was menig manifestant fysiek en mentaal gebroken. De meeste activisten trachtten Genua zo snel mogelijk te ontvluchten. Toen we die avond, op een veilige dertig kilometer van dat verschrikkelijke Genua, vertwijfeld samen van een eerste deftige maaltijd sinds lang zaten te genieten, beseften we niet welk nieuw drama zich op dat moment in Genua aan het voltrekken was. Onder het belachelijke voorwendsel van op zoek te zijn naar Black Blockers, waarvan iedereen wist dat velen onder hen enkele kilometer verder kampeerden, hield de oproerpolitie vanaf 11 uur een uitzonderlijk gewelddadige razzia in de twee scholen waar de vreedzame activisten van Indymedia en het GSF probeerden uit te rusten. De Diaz school kreeg het het zwaarst te verduren. Zonder huiszoekingsbevel bestormden zo'n 200 gemaskerde carabinieri het gebouw, ranselden in het wilde weg iedereen af en vernietigden de aanwezige computers. Veel van de aanwezigen hadden zelfs niet de tijd gekregen om uit hun slaapzakken te kruipen. Onder de activisten bevond zich een goede Duitse vriend van ons. Hij vertelde ons hoe zij hun handen voor hun gezicht hielden en in een geste van onschuld "Pacifisti! Pacifisti!" riepen. Het mocht niet baten. De carabinieri gedroegen zich als onvervalste stoottroepen van de SS. Volledig weerloos werden de activsten tot moes geklopt: gebroken tanden, armen, benen en kaaksbeenderen waren het gevolg. De muren kwamen onder het bloed te zitten. (Foto's van het resultaat van deze dappere raid zijn beschikbaar op het net.9) Nadat deze ordehandhavers hun vuil karweitje hadden opgeknapt, lieten ze de ambulances aanrukken. Ondertussen waren een aantal in de haast opgebelde Italiaanse parlementairen gearriveerd in een poging een einde aan deze waanzin te maken. Helaas, zelfs de verkozenen des volks waren niet bij machte om vat op de situatie te krijgen. Van de aanwezigen werden er 31 onder politiebewaking naar het ziekenhuis afgevoerd. Een aantal onder hen waren meer dan twaalf uur buiten bewustzijn. Vele anderen werden stante pede gearresteerd en naar het politiebureau van Bolzaneto afgevoerd, waar hen een warm onthaal te wachten stond. Amnesty International maakte gewag van zware mensenrechtenschendingen.10 Sommige arrestanten werden met stokken behandeld totdat zij op het bevel van schaterlachende carabinieri "Viva il Duce" scandeerden.11 Benjamin, onze Duitse vriend, verbleef een volle week in het universitair ziekenhuis van Genua waar hij moest herstellen van twee breuken in zijn onderkaaksbeen. Tijdens de eerste drie dagen werd hem zijn democratisch recht ontzegd om zijn familie of een advocaat te contacteren.

Dit alles gebeurde echt. Niet ergens in de jaren '30, maar op de nacht van 21 op 22 juli 2001. Niet in Pinochets Chili of in één of ander derdewereldland maar in het welvarende, geciviliseerde, zonnige, kunstzinnige, democratische Italië.

Nasleep

Op maandag 23 juli eiste de Italiaanse linkse oppositie in het parlement het ontslag van Claudio Scajola (Forza Italia), Minister van Binnenlandse Zaken. Zonder schroom antwoordde Scajola daarop dat de ordetroepen zich 'professioneel' (sic) hadden gedragen en op de onvoorwaardelijke steun van de regering konden rekenen. Uit protest tegen het politiegeweld betoogden die dag in totaal 250.000 mensen in dertig Italiaanse steden. Daarnaast vonden er tal van demonstraties plaats aan Italiaanse ambassades overal ter wereld.
Oh ja. Wat gebeurde er trouwens op de G8-top zelf? Wel, daar werd naar goede gewoonte wat gepalaverd over de armoede en de schuldenlast in de wereld. En genoten onze acht Heersers der Aarde van de lekkere champagne en Ferrero Rochers in het weelderige Palazzo Ducale, beschermd door de Genuaanse Muur van de schaamte en het cordon van carabinieri. Op de avond van Carlo Guiliani's dood, legde Berlusconi een verklaring af waarin hij de dood van Carlo als 'spijtig' omschreef. Verder strooide hij nogmaals zout op onze gapende wonde door onmiddellijk het belang te benadrukken van de (toen) komende WTO-top in Qatar (9-13/11/2001). Daar zouden de lakeien van de bedrijfswereld, na de mislukking in Seattle (1999), de start van een nieuwe onderhandelingsronde voor de verdere 'vrijmaking' van de handel trachten te lanceren. Was dat dan niet precies één van de redenen waarom die duizenden demonstranten van heinde en verre op eigen risico naar Genua waren afgezakt?



Noten:

1 Valerio EVANGELISTI, 'L'extrême droite investit la science-fiction', Le Monde Diplomatique, oktober 2001.
2 Susan GEORGE, 'Democracy at the barricades', Le Monde Diplomatique, augustus 2001.
3 George MONBIOT, 'How to rule the world', The Guardian, 17 juli 2001.
4 Rory CARROL, 'Men in black behind chaos', The Guardian, 22 juli 2001; Salvatore PALLIDI, 'Italie saisie par la tentation autoritaire', Le Monde Diplomatique, augustus 2001.
5 Le Monde, 24 juli 2001, La Repubblica, 22 juli 2001.
6 Rory CARROL, 'Men in black behind chaos', The Guardian, 22 juli 2001.
7 Walden BELLO, 'The Battle of Genoa', The Nation, 23 juli 2001 (www.thenation.com)
8 La Repubblica, 22 juli 2001.
9 Zie http://www.nadir.org/nadir/initiativ/agp/free/genova/pics4a.htm
10 'Amnesty International worried about detained G8 protesters', REUTERS, 25 juli 2001
11 Zie verslag Starhawk op http://www.nadir.org/nadir/initiativ/agp/free/genova/pics4a.htm

Naar boven