Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

De opmars van SP-Nederland - Naar een breuk met het poldermodel? PDF Print Email
Geschreven door Leo De Kleijn op woensdag, 15 januari 2003
De SP-Nederland, een voormalige maoïstische partij die zich de afgelopen jaren wist om te vormen tot een brede linkse partij, scheert hoge toppen bij onze Noorderburen. In de peilingen gaat de partij van negen naar méér dan twintig zetels. Bovendien organiseert ze inmiddels méér dan 35.000 leden. Leo De Kleijn van SAP-Nederland bericht hierover voor Rood. Of hoe de Fortuyn-onvrede links gecapteerd wordt.

Is de spectaculaire groei van de SP-Nederland de voorbode van een nieuw elan voor links in Nederland? Kan de SP zich verder ontwikkelen en de politieke vertaling worden van een krachtige linkse oppositie die in staat is de dominantie van de neoliberale politiek effectief te betwisten? En als dat een reëel perspectief is, moet (radicaal) links de overgebleven schroom dan niet laten varen en zich en masse achter de SP opstellen?

Met meer dan 35.000 leden en twintig kamerzetels in de peilingen, schrijft de SP hét politieke succesverhaal van dit moment. De partij van Jan Marijnissen maakte de afgelopen twintig jaar een metamorfose door van 'lelijk eendje van links' naar een brede linkse partij. De organisatie biedt inmiddels onderdak aan veel oud PvdA-leden en kiezers; ex-CPN-ers; voormalige GroenLinks-ers en activisten uit allerlei sociale bewegingen. Als enige linkse partij weerstaat ze niet alleen de huidige rechtse wind in Nederland, maar is ze zelfs de grootste groeier. De ontwikkeling van de SP geeft velen de hoop dat het toch ook linksom kan.

Polarisatie

Tijdens het voorjaar schreven we in het blad van SAP-Nederland hetvolgende: 'Het grijze politieke midden is op z'n retour. Het jaar 2002 lijkt ook voor Nederland het begin te worden van een nieuwe polarisatie.' De groei van het CDA geeft aan dat die stelling op z'n minst genuanceerd zou moeten worden, zoals de verkiezingen in Duitsland en Oostenrijk laten zien dat het ook elders in Europa niet alleen maar verdere polarisatie en verrechtsing is wat de klok slaat.

Ofschoon de forse rechtse wind in Europa blijft overheersen is er duidelijk meer ruimte ontstaan voor radicalere linkse antwoorden. De beweging van 'Genua' en Europese Sociaal Forum in Florence is daar wel het beste bewijs van. De tijd van de onbetwiste overheersing van het neoliberalisme is voorbij. De consensus van de jaren negentig kraakt. In Nederlandland spreken we dan over de teloorgang van Paars, als dé vleesgeworden Nederlandse variant van het 'sociaal-neoliberalisme'. Paars stond eerst voor de 'succesvolle overbrugging' van de traditionele sociale en politieke tegenstellingen maar staat nu voor de gemaskeerde mislukking van dat concept. Fortuyn was in Nederland de katalysator van de kritiek op Paars door op een aansprekende manier de kloof aan te geven tussen het officiële politieke en bestuurlijke verhaal aan de ene kant en aan de andere kant de beleving van de werkelijkheid door grote delen van de bevolking. Fortuyn trok de antwoorden op die kloof door naar rechts, en wees vooral de buitenlanders als de zondebokken aan.

Het explosieve succes van de SP is gestoeld op vier aspecten, met elk een eigen dynamiek. Allereerst is er natuurlijk de inzet en vastberadenheid van de partij zelf. Waar alle andere partijen na elke mislukte verkiezingen het hadden over 'de wijken in' en 'naar de mensen toe' was dat al de core business van de SP. Tweede element is de ingroei van de PvdA (sociaal-democratie) in het Paarse project. Niet alleen in Nederland maar overal in Europa is de afgelopen periode door de verrechtsing van de sociaal-democratie meer ruimte ontstaan voor sociale, 'rodere stromingen: de herstichte communistische partij (PRC) in Italië; de trotskisten van de LCR en LO in Frankrijk; de SP in Nederland. Derde aspect is dat er sprake is van een relatieve en beperkte radicalisering naar links. Je hoeft daarvoor niet enkel te wijzen op de massademonstraties in Engeland, Frankrijk, Spanje of Italië. Ook in Nederland gebeurt weer wat: tienduizend studenten demonstreerden voor beter onderwijs in Amsterdam; er vonden betekenisvolle demonstraties plaats, tegen de oorlog en het kabinetsbeleid en voor Palestina. Vierde en laatste element is natuurlijk de doorwerking van het Fortuyn-effect. De SP is een van de weinige 'onbesmette' anti-paars partijen. Nu de LPF zichzelf onmogelijk heeft gemaakt stroomt een belangrijk deel van de woede over de achterkamertjespolitiek in de richting van de SP.

Protest-stemmers


Staat de voorspelde groei van de SP niet voor een hype waarin hele cohorten protest-stemmers nu eens kiezen voor een partij als de LPF, dan weer voor de SP en bij de volgende gelegenheid weer voor een ander partij? Marijnissen reageerde in zijn speech op het verkiezingscongres op dergelijke suggesties door te wijzen op de vele mensen die het verkiezingsprogra-mma van de SP nu raadplegen en de positieve reacties daarop. Wat is er overigens verkeerd aan als een linkse oppositiepartij probeert om zoveel mogelijk proteststemmen naar zich toe te trekken? Een van de meest positieve ontwikkelingen in de verkiezingsstrijd tot nu toe is juist dat een veel groter deel van dat protest bij links terecht komt. De SP verdient daarvoor waardering.

Het is vervolgens wel belangrijk om het relatieve belang van dat deel van de voorspelde winst in te zien. Het echte werk, om al die mensen inhoudelijk ook te overtuigen van de noodzaak van een 'eerste weg links', begint grotendeels pas na de verkiezingen. De SP is ook wat dit betreft niet te vergelijken met de LPF, waar het electoraat binnen een paar maanden weer kon verdampen. De groei kent, zoals hierboven betoogd, ook andere, meer structurele gronden. Bovendien groeit de SP al tien jaar gestaag en bleek de partij alles behalve een eendagsvlieg te zijn. Met 35.000 leden en een partijorganisatie die staat als een huis kan de SP wel tegen een stootje.

Nieuwe SDAP


In het NRC-Handelsblad van 23 november (Meester van de massa, de opmars van de Socialistische Partij) wordt de SP neergezet als voortzetter van de sociaal-democratische traditie. PvdA-ideoloog Bart Tromp zegt in dat artikel: 'De SP is een echte sociaal-democratische partij. (...) Zij staat op het klassieke standpunt dat een alternatief voor het kapitalisme nu niet aan de orde is, maar dat het wel beschaafd kan worden.' Het SP programma 'Eerste weg links, stem voor sociale wederopbouw' en de speech van Jan Marijnissen op het verkiezingscongres zijn doortrokken van impliciete verwijzingen naar de sociaal-democratie van weleer. Marijnissen: 'Het is sowieso aardig te zien hoe de PvdA nu ons de verwijten maakt die de VVD vroeger aan de PvdA maakte. Hoe de dingen soms kunnen lopen.'

Inderdaad is het programma van de SP van nu eerder te vergelijken met het PvdA-programma uit de jaren zeventig dan met een expliciet antikapitalistisch programma. Maar de groei van de SP kan daarmee niet afgedaan worden als de vervanging van de ene sociaal-democratische partij door de andere, of negatiever: het ene soort 'reformisten' door de andere. De dynamiek van de SP naar links krijgt niet enkel vorm door het programma op papier, maar ook door de ambities van de leden van de partij, de strijdbaarheid en vooral de politieke verhoudingen waarin dat programma naar voren wordt gebracht. Oftewel: het SP-programma (zoals dat ook zou gelden voor het PvdA-programma uit de jaren zeventig als het nu naar voren zou worden gebracht) staat in zijn dynamiek tegenover het neoliberale project. Dat, maar ook de illusie van hervorming van de internationale instituties, is expliciet te lezen in de 'hoofdlijnen' van het programma: 'Spreiding van kennis, inkomen en macht betekent afwijzen van de neoliberale globalisering, door schuldkwijtschelding aan de Derde Wereld en een betere machtsverdeling binnen de Verenigde Naties, het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank.'

De groei van de SP is een uitdrukking van het groeiende verzet tegen de neoliberale consensus en past binnen de opkomst van 'nieuwe' linkse stromingen en partijen zoals we die ook in andere Europese landen zien. En al is het programma van de SP eerder te vergelijken met een bij uitstek sociaal-democratisch programma, de opkomst van de partij is een van de belangrijkste positieve ontwikkelingen ter linkerzijde in de afgelopen jaren.

Met z'n allen de SP in?

De leiding van de SP wil dé toonaangevende partij ter linkerzijde in Nederland worden. In dat kader - en om het nijpende kadergebrek door de enorme groei op te los - wordt veel moeite gedaan om de partij te verbreden. Zowel naar links als naar rechts. Dat blijkt ook duidelijk uit de samenstelling van de lijst voor de komende parlementsverkiezingen, met aan de ene kant Hans van Heijningen, jarenlang radicaal links activist in onder andere XminY en Attac, op plek 13, en aan de andere kant de poging om Hirsi Ali (nu VVD) binnen te halen.

Hoe dan ook: het blijkt dat er ruimte is voor radicaal linkse activisten om binnen de SP actief te zijn en een inbreng te hebben. Daar tegenover staan een aantal belangrijke overwegingen die aangeven dat het perspectief van de SP zeker niet alleen zaligmakend is.

GroenLinks

Allereerst is parlementair links in Nederland nog steeds verdeeld in twee min of meer gelijkwaardige partijen: GroenLinks en de SP. Dat GroenLinks het bij deze verkiezingen moeilijk heeft zegt nog niets over de potentie van die partij om in de toekomst een belangrijke rol te spelen bij het opbouwen van een links alternatief. De leiding van GroenLinks, en met name Paul Rosenmöller, heeft in de afgelopen jaren de grote fout gemaakt om zich te richten op een mogelijke coalitie met PvdA en CDA. Maar wie de verkiezingsprogramma's van de SP en Groenlinks én bijvoorbeeld de congres toespraken van Jan Marijnissen en Femke Halsema naast elkaar legt mag het zeggen: waar liggen inhoudelijk de meeste aanknopingspunten voor een links alternatief? Zeker waar het gaat om zaken als feminisme of de multiculturele samenleving voelen wij ons meer thuis bij GroenLinks. Al eerder pleitten wij in ons SAP-blad Grenzeloos voor meer samenwerking van GroenLinks, SP en buitenparlementair links.
Wat voor de SP geldt, geldt ook voor GroenLinks: er is ruimte voor een radicaal linkse inbreng. Elke strategie naar een links alternatief zal ook GroenLinks moeten omvatten. Een eenzijdige keuze voor de SP miskent de verschillende opvattingen, tradities en verschillen in sociale samenstelling van links in Nederland.

Vrouwen, migranten, jongeren

Veel terechte kritiek vanuit radicaal links richt zich op de traditie en de standpunten van de SP over de multiculturele samenleving en het feminisme. Bovendien roept de interne partijstructuur en traditie veel weerstand op. Ondanks de verbreding en de veel opener opstelling is de SP nog steeds te kenschetsen als een top-down partij, waarin partijcongressen vooral veel weg hebben van applausmachines. Een partij ook die nauwelijks een traditie kent van zelforganisatie en democratie van onderop. Het is meer een sfeer van: 'de partij regelt het wel'.

Op al die punten is een belangrijke strijd te voeren in de SP. Niet omwille van het 'historische gelijk', maar omdat deze opvattingen en deze manier van functioneren grote belemmeringen vormen om vrouwen, jongeren en migranten te betrekken bij de SP en omdat alleen een partij met interne democratie en een levendig debat in staat is om een breed scala aan leden langdurig te motiveren, en een stimulerende rol te spelen ten opzichte van sociale bewegingen.

In de ESF-special van ons Franse zusterblad Rouge zegt Flavia D'Angeli van de Italiaanse PRC: 'Mijn mening, gebaseerd op de Italiaanse situatie, is dat antikapitalistisch links óf in de beweging actief moet zijn en nuttig moet zijn voor alle sociale bewegingen, of dat het helemaal niet zal bestaan. Na de fouten en nederlagen van de vorige eeuw, maar ook vanwege de inspirerende pogingen tot emancipatie en bevrijding in die eeuw, is politiek links vandaag erg zwak. Slechts een voortdurend bewijs dat we van nut zijn kan ons weer krediet geven bij de massa.'

Meer dan welke verkiezingsoverwinning dan ook is het in de komende jaren bepalend voor de geloofwaardigheid van links of we er in gaan slagen de zelforganisatie en sociale beweging op te bouwen. Noodzakelijk is een perspectief richting een kritische en strijdbare vakbeweging, een massabeweging tegen de oorlog, tegen de tweedeling, voor een andere globalisering en voor een multiculturele toekomst.

Als er al ergens prioriteit moet liggen voor radicaal links, dan daar wel. De SP heeft een traditie om de opbouw van bewegingen 'instrumenteel' te zien, vooral van belang voor de opbouw van de eigen partij. Ook daar ligt een behoorlijke discussie. In het zelfde artikel uit Rouge zegt Olivier Besancenot van de Franse LCR: 'De rol van serieus antikapitalistisch links is om zich volop te engageren in de sociale beweging, maar met respect voor de onafhankelijkheid en eenheid van die beweging en om mee te helpen een politieke stem te geven aan de eisen van de beweging.'

De SP naar links trekken

De groei van de SP biedt kansen voor radicaal links. Wat ons betreft is het perspectief de opbouw van een links alternatief. Een alternatief dat zich verzet tegen het neoliberalisme; tegen de tweedeling en zich uitspreekt voor een multiculturele toekomst; voor verdieping van de democratie en voor een andere globalisering. 

Daarvoor kunnen radicaal linkse activisten in de SP aan de slag. Maar ook binnen en in samenwerking met GroenLinks. En vooral in de opbouw van sociale bewegingen en concreet verzet tegen de plannen en maatregelen van rechts.

Naar boven