Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

De strijd gaat door ... voor abortus als sociaal recht in Europa! PDF Print Email
Geschreven door Özlem Barin op woensdag, 17 november 2010

Algemeen wordt aangenomen dat de strijd voor het recht op abortus pas in de jaren '60 en '70 kwam met de verjonging binnen de feministische beweging. Nochtans heeft het recht op abortus altijd een centrale rol gespeeld in de feministische strijd omdat het essentieel is voor de zelfbeschikking van het lichaam van de vrouw.

Vanaf de jaren '30 werd abortus als een misdaad bestempeld en werd het in sommige landen bestraft met 8 jaar gevangenis. De feministische strijd in jaren '60 en jaren '70 was in feite de strijd voor de decriminalisering en het schrappen uit de strafwet van abortus. Feministen gaven voorrang aan de aandacht voor het lichaam en de gezondheid van de vrouw. 

Vandaag blijft de strijd voor het recht op abortus over heel de wereld nog steeds centraal binnen de feministische bewegingen. We zien immers dat abortus in vele landen nog niet wettelijk is of de decriminalisering nog niet volledig is doorgevoerd. Daarenboven zorgen de privatiseringen en de besparingen in de gezondheidszorg door het neoliberale beleid ervoor dat abortus nog lang niet een vrije keuze geworden is voor vrouwen. Het wordt aangeboden in private ziekenhuizen, in ongezonde omstandigheden of overgelaten aan het “geweten” van arts en medisch personeel. Onder impuls van de neoliberale conservatieve ideologie is er een opgang van abortustegenstanders en staan abortusrechten onder druk, waardoor men vervalt een processie van Echternach (d.w.z. drie stappen vooruit, twee achteruit). Bijgevolg moet de feministische beweging blijvend voor de verdediging van deze strijd kiezen.

Vandaag vinden over de wereld jaarlijks 46 miljoen abortussen plaats, de helft ervan is "onwettig" en tweederde wordt uitgevoerd in ongezonde en onveilige omstandigheden. Aangezien veel abortussen in de illegaliteit worden uitgevoerd, is de toegang tot gezondheidszorg en medische behandeling na de ingreep praktisch onmogelijk. Nu nog blijft de belangrijkste doodsoorzaak bij moeders de onveilig uitgevoerde abortussen. Hoewel we statistisch kunnen beweren dat onveilige abortussen en moedersterfte lager zijn in de ontwikkelde landen, kunnen we nog niet stellen dat de situatie in het Westen ideaal is. Een overzicht van de Europese situatie en de abortusstrijd toont voldoende aan dat het recht op volledige zelfbeschikking van de vrouw onder het patriarchaal kapitalisme nog niet verworven is. 

De opgang van de conservatieven en de institutionalisering van de beweging


Met de opgang van neoconservatieve, racistische, xenofobe en fundamentalistische ideologieën, ondergingen de abortuswetten tijdens de laatste twee decennia een verdere liberalisering. De strijdinspanningen voor de kwaliteitsverbetering van gezondheidsdiensten en hervormingen in de wet kruiste regelmatig de aanvallen van conservatief rechts. De actieve en militante campagnes waren hoofdzakelijk een verdediging tegen deze aanvallen. 

Anderzijds verstrekken nieuwe ontwikkelingen in de prenatale behandelingen zoals een betere zwangerschapsopvolging een nieuwe uitvlucht voor de conservatieven. Zo is bijvoorbeeld in Engeland, onder invloed van de verbeterde opvolging, de grens van de levensvatbaarheid van een foetus van 26 naar 24 weken vermindert. Hoewel, de conservatieven in 2006 de grens van 12 weken niet konden verlagen, zorgt abortus vandaag binnen de medische wereld meer en meer voor discussies. Centraal staat nu niet de zorg voor het leven en de gezondheid van de vrouw, maar wel de bekommernis voor het leven van foetus! De laatste 15-20 jaar merkt men binnen de discussies een overgaan naar een rechts conservatief discours. 

Recht op abortus is een sociaal recht

Stilaan ziet men een nieuwe strijd opkomen, gevoerd door antikapitalistische, activistische feministen die beklemtonen dat privatiseringen in de gezondheidszorg en verdere besparingen in sociale voorzieningen vrouwen beperkt in hun toegang tot abortus. Hoewel de abortuswetten beschermd zijn, moet men het recht op abortus als een sociaal recht zien en deze erkennen en verdedigen aangezien het steunt op het recht van de individuele keuze. Als we de kwestie vanuit dit perspectief bekijken, zien we dat vrouwen vandaag steeds minder toegang hebben tot vrije, veilige en geschikte abortusfaciliteiten. Besparingen in de sociale en medische voorzieningen vergroten immers ook het veld voor de artsen met “gewetensbezwaar”. Deze beperkingen worden door het neoliberale beleid en de bewegingen van de foetusfetisjisten versterkt en leidt tot aanvallen op de bestaande wetten en reeds verworven rechten. 

De Spaanse privé-ziekenhuizen, waar hoofdzakelijk abortussen worden uitgevoerd, worden regelmatig aangevallen door de politie of anti-abortusbewegingen. Nochtans keurde Spanje in juni een wet goed dat abortus tot 14 weken toelaat, ondanks het feit dat het Gerechtshof het strijdig verklaarde met de Grondwet. 


De vraag naar abortus stijgt in vele landen, vooral bij vrouwen die getroffen worden door sociale besparingen en de economische crisis, en bij jongeren, waarvan de toegang tot gezonde seksuele informatie en voorbehoedsmiddelen door dezelfde mechanismen wordt beperkt. In Frankrijk werd de Code Bachelot in mei 2009 goedgekeurd. Het was gericht op de vermindering van gezondheidsdiensten en de hergroepering van ziekenhuizen waardoor abortuscentra vaak als eerst de deuren moeten sluiten. Hierdoor zullen in Frankrijk drie- tot vierduizend banen verloren gaan en moeten vrouwen zich naar verder gelegen ziekenhuizen begeven voor een abortus. Deze bijkomende verplaatsingskosten worden natuurlijk niet gedekt door de sociale zekerheid. Door de sluiting van veel abortuscentra ontstaan in andere centra lange wachtlijsten die tot 3 weken kunnen oplopen, waardoor de wettelijke onderbrekingstermijn van maximaal 12 weken zwangerschap overschreden kan worden. Dit veroorzaakt een toename van onwettige en dure abortussen, of van vrouwen die genoodzaakt zijn om naar het buitenland te gaan. De wachtlijsten en de noodzaak om elders te gaan worden nog verhoogd door de verhoging van het aantal artsen die om “gewetensredenen” geen abortus willen uitvoeren. 

De situatie is in veel landen gelijkaardig: in Italië, in de regio van Rome, voeren 86% van de artsen geen abortus uit, uit gewetensbezwaar. Maar ook in Engeland, Portugal, Spanje, België, Luxemburg, Zwitserland, Duitsland, Polen, de Baltische staten,… stijgt dit percentage met de dag. De jaarlijkse “Marche pour la vie”, dat sinds 6 jaar in januari in Parijs wordt georganiseerd, vermenigvuldigde haar deelnemers van 15.000 vorig jaar naar 25.000 dit jaar. Vlak vóór de stemming in de Europese Commissie rond de kwestie van “gewetensbezwaar bij artsen” werden op 18 september verschillende manifestaties van de “pro-life” bewegingen georganiseerd. De betogingen in Berlijn en Zürich kregen daarbij ook lovende steunberichten van volksvertegenwoordigers van de Christen-Democraten of van rechtse partijen! In Engeland konden de abortustegenstanders de verlaging van de 12 weken grens niet realiseren, maar ze konden wel de toegang beperken tot abortus door sociale besparingen en door meer “gewetensvolle” artsen te winnen. 


Recht op abortus is een mensenrecht

Vandaag is na het verdedigen van abortus als wettelijk recht over heel de wereld, het verdedigen en de strijd van abortus als sociaal recht en als voorwaarde voor keuzevrijheid essentiëler dan ooit. 

Het verdedigen van de verworvenheden en de strijd voor de abortuswetten gaat in elk land en op het niveau van Europese Unie verder en wordt door lobbygroepen of door activistische feministische groepen gevoerd. Eén van deze activistengroepen is het Europese “Pro-choice”-netwerk. Een andere groep is het “European Feminist Initiative” dat ontstaan is uit de eerste sociale fora, en dat pleit voor de erkenning van abortus als mensenrecht door de Europese Unie. Dit recht zou in alle lidstaten bindend moeten zijn en hiervoor proberen ze één miljoen handtekeningen te verzamelen. Dit is een manier om abortus in landen zoals Polen of Ierland wettelijk te maken.


Het belang van campagnes om druk op de Europese Unie te zetten, is onlangs weer bewezen toen de Europese Commissie begin oktober tegen een voorstel stemde om gewetensbezwarende artsen te verplichten om alternatieven te bieden of vrouwen door te verwijzen naar een abortuscentrum. De EU-elites blijven abortus zien als een privé-kwestie en als een soeverein beleid van het gezondheidssysteem van elk land. 

Behalve het belang van de internationale campagnes moeten we ook de toename van de activistengroepen vermelden die vrouwen de mogelijkheid geven om een abortus uit te voeren. De beroemdste onder hen is de Nederlandse groep van “Women on Waves”, die in elk land waar ze passeren evenals op Europese niveau de gemoederen en discussies doen oplaaien. Dit “pragmatisch feminisme” is gegroeid uit de ondergrondse netwerken van Ierse vrouwen of Engelse vrouwen die Ierse vrouwen hielpen om abortussen in Engeland te laten doen. De Irish Women’s Abortion Group (die ook een zusterorganisatie opgebouwd heeft voor vrouwen in de Spaanse staat) hielp vele Ierse vrouwen tot 2000 om een abortus te kunnen uitvoeren. Dankzij de verjonging binnen het feminisme in Engeland (2006) en Ierland (2008), zien we vandaag veel van dergelijke abortussteungroepen, zoals  de National Abortion Campaign, Abortion Rights, Abortion Support,… 

Om te besluiten kunnen we stellen dat er een antikapitalistisch feminisme groeit tegen de sociale besparingen. Een voorbeeld is Feminist Fightback in Engeland, alsook de activiteiten en de campagnes die door feministen met de steun van de vakbonden of linkse organisaties in verschillende landen worden georganiseerd. 
De nationale betoging van 6 november in Frankrijk om abortus als sociaal recht op de agenda te plaatsen werd gesteund door vakbonden, jongeren, linkse organisaties, … en verhoogt de hoop van deze anti-kapitalistische feministische strijd in heel Europa. 

Naar boven