Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

De vrouwen in de eerste linie PDF Print Email
Geschreven door Céline Caudron op vrijdag, 22 april 2011

De aanwezigheid van vrouwen vooraan in de sociale, democratische en revolutionaire bewegingen in de Arabische wereld is erg opmerkelijk. Hun rol werd dan ook hier opgemerkt, en roept heel wat belangrijke bedenkingen op.

Aan de ene kant is hun actieve betrokkenheid bij deze processen een kaakslag voor de seksistische en racistische stereotypen die diep verankerd zijn. Stereotypen die min of meer bewust en min of meer aanvaard zijn... Enkel dat al is een geweldige frisse wind voor de feministische, antiracistische en anti-imperialistische strijd, over de grenzen heen. 
Aan de andere kant brengen ze door hun actieve rol in de beweging de noodzaak aan om de feministische eisen volop te integreren in de de revolutionaire processen. Zij actualiseren en concretiseren daarmee het bekende motto "Geen revolutie zonder vrouwenbevrijding, geen vrouwenbevrijding zonder revolutie".

Taboes durven doorbreken

Er is op zich niets verrassend aan dat minstens een deel van de vrouwelijke helft van de actieve bevolking deelneemt aan de revolutionaire processen. Integendeel, zij ondergaan tegelijkertijd zowel de kapitalistisch uitbuiting als de patriarchale onderdrukking, zonder daarbij het racisme en het imperialisme te vergeten. 
Vaak zijn het daarom de vrouwen die het meest geneigd zijn om in opstand te komen. Asma Mahfouz, een jonge Egyptische internetactiviste, belichaamt dit verzet zeer goed. Haar aangrijpende oproep, die in ruime mate op het internet werd verspreid en bekeken, heeft sommige van haar landgenotes ervan overtuigd om naar het Tahrirplein af te zakken op de cruciale momenten die geleidt hebben tot de val van  president Moebarak.

Maar vrouwen moeten ook meer drempels overwinnen om de stap te durven zetten, om vol te houden en echte sociale en democratische rechten af te dwingen. In Libië of in Jemen hebben zij bijvoorbeeld echt taboes moeten doorbreken om zich openlijk te kunnen uitspreken en op straat te komen. Zoals de Jemenitische militante Tawakoul Karman onderstreept : “De revolutie heeft vooral tot doel het regime om te werpen. Maar ze maakt het eveneens mogelijk om een einde te maken aan archaïsche tradities, waarbij vrouwen in huis en buiten het politieke leven moeten blijven". 

Natuurlijk bouwen revoluties zich onder meer op met en door de vrouwen. Uiteraard moest men niet op de revolutionaire stroomversnelling van begin 2011 wachten opdat de vrouwen van het Maghreb en het Midden-Oosten zich engageerden in de feministische, sociale en democratische strijd. In 1961 hadden de Tunesische vrouwen reeds door hun eigen acties het recht op abortus verkregen ( dertig jaar voor België!). Maar ondanks hun moed en vastberadenheid zijn deze revolutionaire vrouwen, net als zovelen in "het Zuiden", de eerste om “vergeten” te worden in het collectieve geheugen.

Voor het volk en voor de vrouwen

Wanneer sommige vrouwen in de schijnwerpers van de revoluties verschijnen, interpelleren zij ons allemal. Ze doorprikken daarmee het belachelijke, traditionele en naïeve beeld van de gehoorzame, onderdanige en machteloze vrouw. Wanneer de vrouwen van de Maghreb en het Midden-Oosten, met of zonder hoofddoek of niqaab, op de voorgrond treden, vernietigen zij verwerpelijke theorieën zoals “de schok der beschavingen". Theorieën volgens dewelke de Islamitische volkeren quasi genetisch tot dictaturen veroordeeld zijn en vrouwen onvermijdelijk onderdanigzijn, machteloos tegenover het doorgedreven machismo. 
Door zelf hun ontvoogding in handen te nemen, tonen zij eveneens de mislukking aan van pogingen om het feminisme te instrumentaliseren, zoals de zogenaamde “bevrijding van de vrouwen” die als uitvlucht werd gebruikt om de oorlog in Afghanistan te rechtvaardigen.

Behalve hun wereldwijd inspirerende voorbeeld en de steun die dit betekent voor de feministische, antiracistische en anti-imperialistische strijd, spelen deze vrouwen een wezenlijke rol in de verdieping en verbreding van de revolutionaire processen in de Arabische wereld zelf. Zoals zij het bewezen op 29 januari in Tunesië of op 8 maart op het Egyptische Tahrirplein, komen zij niet alleen op voor de sociale en democratische rechten van het gehele volk, maar ook voor hun specifieke rechten als vrouw.

De omvang van de vrouwenrechten is natuurlijk verschillend in de verschillende landen in de regio. Maar geïnspireerd en aangemoedigd door de revolutionaire energie van de laatste maanden, eisten ze allemaal een verbetering van hun statuut, doorheen de afschaffing van de ouderlijke voogdij op de vrouwen, de vrije toegang tot werk, het eind van het seksistische geweld en de seksuele verminkingen, enz.

Het spreekt voor zich dat als de eisen van de vrouwen niet in de huidige revolutionaire bewegingen in aanmerking worden genomen, deze geen enkele kans hebben om een radicale verandering van de samenleving tot een goed einde te brengen. Het gaat er dus om deze belangrijke uitdaging op te nemen, die niet te verschuiven naar later maar nu ten volle aan te grijpen op het moment dat de revolutie zich nog volop ontwikkelt.

Naar boven