Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Waar gaat het met Frankrijk naartoe? PDF Print Email
Geschreven door Lise Slama op zondag, 22 mei 2005
De sociale toestand in Frankrijk is gekenmerkt door twee dynamieken die mekaar versterken: enerzijds zijn er de hevige debatten over de Europese grondwet, anderzijds een steeds aangroeiende reeks mobilisaties. De publieke opinie kantelt en opent perspectieven voor een overwinning van het neen-kamp, waarvan de gevolgen in Frankrijk en elders in Europa nog niet te overzien zijn.

De sociale strijd in Frankrijk verscherpt : we zagen stakingen in de private en de publieke sector, betogingen en heel verfrissende acties van de kant van de scholieren voor de terugtrekking van het hervormingsplan van onderwijsminister Fillon. En dat twee jaar na de stakingen van mei-juni 2003, de belangrijkste stakingsbeweging sinds 1995. Wat het onderwijzend personeel betreft, hebben we een strijd van die omvang niet meer gezien sinds de algemene staking van 1968. En toch volstond dat niet om de regering terug te dringen. Voor veel loontrekkenden was dat een enorme ontmoediging. 

Maar vandaag zijn ze opnieuw op de been, zoals we op 18-20 januari, 5 februari, 10 maart en 2 april konden vaststellen. De mobilisatie was aanzienlijk, vooral in de privé-sector. De eisen focusten vooral op tewerkstelling, delokaliseringen, lonen, arbeidstijd en de weigering van de besparingen voor de scholieren.

Daarenboven vinden die mobilisaties plaats in een bijzonder context: de campagne voor het referendum rond de Europese grondwet woedt volop. Inderdaad, Frankrijk is één van die landen waar men het grondwettelijk verdrag wil ratificeren via een referendum.

Sinds lange tijd speelt de socialistische partij (PS) een heel actieve rol in de opbouw van de Europese en Monetaire Unie (EMU). Bij het referendum over het verdrag van Maastricht stemde 90 % van de PS voor. Maar sinds enkele jaren ontwikkelt zich een heftige oppositie tegen het liberale karakter van de EMU binnen de partij. Die pleit nu voor de verwerping van het verdrag dat een grondwet voor Europa moet installeren. Aan de ene kant staat de partijleiding (Hollande, Strauss-Khan, Martine Aubry,  Jack Lang) die meer dan ooit pleit voor de liberale instituties en voor hun voltooiing in de constitutie, aan de andere kant roeren zich de oppositiestromingen (Emmanuelli, Dolez, Filoche) waarmee Fabius zich tenslotte allieerde. Om de oppositie de mond te snoeren en elke stemmingmakerij tegen het neoliberale Europa de gras onder de voeten te maaien, organiseerde Hollande een intern referendum op 1 december. Ondanks een verwoede campagne van de leiding rond de eenheid van de partij, schaamteloos ondersteund door nagenoeg alle media, en een aantal gevallen van fraude, behaalde het ja-kamp officieel slechts 59 %.

De volgende inzet was de CGT. Thibaut, algemeen secretaris van de CGT en dikke vriend van Hollande, engageerde zich ertoe dat de CGT geen positie zou innemen. Dat was buiten de waard gerekend: de nationale raad eiste met meer dan 80 % een stellingname van de CGT tegen de grondwet. Vanaf dat moment fusioneerde de sociale strijd in Frankrijk met het gevecht voor de verwerping van de liberale grondwet.

Op initiatief van de Fondation Copernic werden overal collectieven opgezet, waarin de LCR zich volop heeft geëngageerd. Sinds kort heeft de LCR daarnaast ook een eigen campagne.

Overal duiken tijdens betogingen spandoeken, pamfletten en badges op tegen de grondwet. Op 28 februari stemde Marc Dolez, socialistisch volksvertegenwoordiger tegen de grondwetsherziening die voorafgaat aan de aanname van de Europese grondwet. 's Anderendaags lanceerde Henri Emmanuelli een campagne voor een socialistisch Neen. Samen met de campagnes van de PCF, de PT en de LCR, versterkt die socialistisch neen -campagne nog het neen-kamp.

Dit gevecht tegen de grondwet en de betogingen bevruchten mekaar wederzijds. De mobilisaties winnen aan vitaliteit en dynamiek. De verwerping van het huidige beleid en van zij die dit doorvoeren, heeft een onmiddellijke uitweg gevonden: het neen-kamp laten triomferen. Brede lagen van de bevolking geraken gepolitiseerd doorheen het debat, dat fundamenteel gaat over welke maatschappij we willen en welk model we verwerpen. Uiteraard is een neen-stem nog lang geen overgangsprogramma, maar vast staat dat de overwinning van het neen-kamp op 29 mei gevolgen zal hebben die moeilijk in te schatten zijn.

Naar boven