Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Met CAMUS in de RODE VOLVO naar de ALDI. Brief aan de jongen met de zwarte vlag PDF Print Email
Geschreven door Flor Vandekerckhove op dinsdag, 07 juni 2005

Flor Vandekerckhove reageert in een brief op een artikel van Johny Lenaerts ('Brief aan het meisje met de rode vlag').

Hoi Johny,

Het is nu al enige jaren dat ik je pennenvruchten lees. Eerst in anarchistische blaadjes en nu blijkbaar alleen nog in marxistische. Ik moet zeggen dat het er niet op verbeterd is, sinds je de zwarte vaan opgeborgen hebt. Ik denk, eerlijk gezegd, dat je oud aan het worden bent. Je geheugen is een beetje verzand door de cliché's die er zich gaandeweg in genesteld hebben.

Na deze enigszins onvriendelijke intro neem ik je mee naar onze jeugdjaren. Het waren de sixties en we wilden de wereld veranderen. En nog niet zo'n klein beetje. Luisterden wij destijds naar ouwe, moegestreden activisten die zich tot het cynisme (dat ze reformisme noemden) bekeerd hadden? Neen. Op degenen die ons voorhielden dat je de wereld niet kunt veranderen, antwoordden we gepast: 'Neen, je kunt het alleen maar proberen.' Luisterden wij deemoedig naar onze (groot)ouders die aan den lijve ervaren hadden dat al dat militante geweld je niet vooruithelpt in het leven? Neen. Volkse wijsheden als daar zijn: 'Als iedereen voor zijn eigen deur veegt is heel de straat proper' en 'Verbeter de wereld, begin bij jezelf' waren aan ons niet besteed. (Het soort jongeren dat daar wèl oor naar had, zagen we enkele jaren later in Agalev, heden Groen!, een, weliswaar korte, carrière maken.)

Ik kan alleen maar hopen dat de jongeren die je brief lezen nog steeds op dezelfde manier reageren. Dat ze het oudje beleefd aanhoren en dat ze vervolgens overgaan tot de dagorde.

Het is waar, we hebben in dat revolutionaire activisme enorm veel energie gestoken. Ook ik weet mee te spreken over de dagen dat we om 4u30 het echtelijke bed verlieten om op tijd aan de poort te staan (altijd een beetje later dan de PvdA, altijd een beetje vroeger dan de KP) waar we aan beide kanten ferm volgeschreven, en mede daardoor onleesbare, gestencilde pamfletten verdeelden die we fabrieksbladen noemden. Ik herinner me de verschrikkelijke namen van die dingen, zoals DE RODE VOLVO… Nadat die Rode Volvo uitgedeeld was toog ik naar mijn werk dat een beetje verder lag (en dat ik van de weeromstuit 'de gele Honda' noemde) en toen de dagtaak erop zat hadden we toch nog minstens één vergadering te 'doen', waarna er wellicht weer een nieuwe 'Rode Volvo' met nog meer tekst... Intussen hadden we ook nog kinderen groot te brengen. Those were the days!

Je ziet het Johny, ik heb wel wat gemeen met het meisje waarnaar je schrijft. Ze zegt dat ze dat activisme inmiddels beu is. 'k Kan 't geloven. Dat wicht moet intussen vijftig zijn of daaromtrent. Zelf ben ik 56 en ik moet zeggen dat de leeftijd ook in mijn kleren zit. Dagen van twaalf uur en meer zijn aan mij al lang niet meer besteed. De tijd dat ik ALLE betogingen meemaakte ligt ook al heel ver achter me.

Maar ik blijf wel een revolutionaire mens. Betekent dat dan dat ik vandaag doelloos zit te wachten op een of andere 'Grote Dag'? Natuurlijk niet. Loop ik ('om het wachten te doden', zoals je schrijft) tijdens betogingen in 't zwart gehuld op zoek naar Mercedessen om er de ruiten van in te slaan? Bah neen. En vroeger? Zat ik destijds te wachten op zo'n 'Grote Avond'? Evenmin. Er was gewoon zeer veel te doen. Wij hadden geen behoefte aan 'een activisme om het wachten te doden'. We waren al lang blij als we eens een rustig weekend hadden. Dat activisme? We waren jong, we zaten boordevol energie en we namen deel aan elke strijd die er gevoerd werd. Soms hadden we andere ordewoorden dan de anderen omdat we revolutionairen waren, so what? We waren present en we deden ons deel van het werk. Zoals jonge revolutionairen dat nu ook doen, zo hoop ik.

Ken ik dan àndere revolutionairen die destijds op jouw Grote Dag zaten te wachten? Neen, geen enkele. Vanwaar komt dan die 'Grote Dag'-idee? Wel, het is genoegzaam bekend dat het ridiculiseren van de revolutie altijd tot de openingsparagraaf behoort van de laat ons zeggen anti-revolutionairen. De Grote Dag werd daar vroeger te pas en te onpas voor gebruikt en dat is vandaag blijkbaar nog steeds het geval. Zelfs in anarchistische en marxistische blaadjes.

Wat schrijf je daar eigenlijk allemaal Johny? Ik lees: "Ik geloof niet meer dat we de massa kunnen bereiken." Dat lijkt wel een statement van een winkelier te zijn die hulpeloos toekijkt hoe zijn klanten naar de ALDI trekken.

Uiteraard kunnen we de massa niet bereiken. Het ontbreekt ons daartoe aan mensen en middelen. Da's klaar. Maar jij bedoelt iets anders. Wat jij beweert is dat er geen revolutionaire verandering meer mogelijk is. "Er kwam een einde aan het tijdperk van de revoluties" schrijf je letterlijk. Wat is dat anders dan wat de socialisten schreven ten tijde van de eeuwwisseling, de vorige wel te verstaan? Er zijn al voor minder nieuwe Internationales opgericht.

Zelf heb ik geen last van zo'n gedachten. Ik heb er absoluut geen idee van of we al dan niet aan het einde van een of ander tijdperk gekomen zijn en jij, Johny, wellicht evenmin. Maar ik heb (onlangs nog) mogen ondervinden dat je vermaledijde televisie de mensen helemaal niet belet in actie te komen, in 'directe actie' dan nog wel. Ik heb het mogen meemaken dat mensen die daarvoor nog nooit ofte nimmer betoogd hadden opeens een neus zetten naar het kapitaal. Ik heb het Oostendse plebs weten een haven bezetten, terwijl de vrouwen van de bezetters 's nachts de onderhandelingen voerden met de autoriteiten. (Ik beschrijf hier iets dat zich in nauwelijks enkele jaren tijd ontwikkeld heeft. Die vrouwen hadden nog nooit een 'vrouwendag' meegemaakt en die mannen hadden nooit voorheen over 'directe actie' gehoord.) Kan dat jouw drang naar 'een weinig romantiek' dan niet bevredigen? En pas op, ik heb ze weten overwinningen behalen. Tegen het kapitaal, tegen de staat, tegen God en klein Pierke! Het plebs tegen allen! Dat gebeurde niet in de tijd van het gesproken dagblad hoor Johny, dat gebeurde onlangs op enkele kilometers van je deur.

Waarom zou je je dan het 'eenzame individu in het gewoel van het wereldgebeuren' moeten voelen?

Is dat een uitzondering? Helemaal niet. Ik heb nog altijd goeie contacten met oud-kameraden, bijvoorbeeld (maar niet uitsluitend) met activisten die uit de SAP komen, en ik zie dat zij partijloos zijnde ook vandaag nog steeds aan de revolutionaire weg timmeren. Ik zie ze tussen de arbeiders, ik zie ze op congressen, acties en betogingen, ik zie ze tijdens de voedselbedelingen, ik zie ze godbetert zelfs tussen de boeren. De overwinningen die het volk (jouw massa?) daar behaalt zijn ook de overwinningen van die revolutionairen; net zoals die revolutionairen ook delen in de slagen die in la Flandre profonde nog steeds à volonté op dat volk neerkomen. Uiteraard hollen die ouwe mannekens en vrouwtjes niet meer de klok rond zoals ze dat deden toen ze twintig waren, maar ze zijn wel in woord en daad trouw gebleven aan de idealen van hun jeugd. Mooie mensen noem ik dat. (Maar misschien kijk jij liever naar degenen die afgehaakt hebben en die uiteraard veel talrijker zijn.)

De treurbuis halen die activisten natuurlijk niet met dat dagelijks geploeter, want er valt niets te filmen. Zou het kunnen zijn, Johny, dat je al zo ver heen bent dat ook jij daardoor meent dat die mensen-in-strijd niet bestaan? Denk ook jij dat iets niet gebeurd is als het niet op de TV komt? Neen toch. (Of is er alleen maar de strijd van 't immediatisme in 't kraakpand? Neen toch.)

Spreek in dat blad dus niet meer over onbereikbare massa's en al helemaal niet over de Grote Dag. Want wat is de revolutionaire mens? Dat is iemand die net zoals jij de revolte in zich gevoeld heeft en die vervolgens, zoals Albert Camus, tot het levensvervullend inzicht gekomen is dat de strijd tegen de top voldoende is om een heel mensenleven te vullen. De revolutionaire mens is de mens in staat van permanente revolte. De top aanvallen, dat is wat we deden toen we twintig waren en dat is wat we vandaag nog altijd doen. Dat Camus hierin gelijk heeft, dat is wat ik in m'n actieve leven ondervonden heb en dat is wat ik nog alle dagen ondervind.

Dat 'bepaalde vormen van politieke verandering kunnen afgedwongen worden door druk uit te oefenen op de staat (…)' is evident en zal door geen enkele normale mens tegengesproken worden. Vraag is alleen of jij je er nog bewust van bent dat diezelfde staat maar met de vingers moet knippen om die politieke verandering ook weer ongedaan te maken. Ik zou zeggen: haal die zwarte vaan maar rap weer uit je kast.

Met ouderwetse, libertair socialistische groeten, Flor Vandekerckhove

Naar boven