Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Het verhaal van Jos Geudens (SAP): "Afrika mist een politiek alternatief" PDF Print Email
Geschreven door David Dessers op maandag, 07 juli 2008

Jarenlang was Jos Geudens een gekende voortrekker van de Antwerpse SAP. Als leraar was hij ook erg actief binnen ACOD-onderwijs en nam hij het ondermeer op voor kinderen zonder papieren. Na zijn pensioen, twee en half jaar geleden, volgde hij zijn Afrikaanse echtgenote naar Mombasa, een kuststad in Kenia. Ginder zette hij enkele projecten op voor de kinderen uit zijn nieuwe wijk. Tegelijkertijd bracht hij voor Rood verslag uit van de recente en bijzonder woelig verlopen presidentsverkiezingen in Kenia. In juni keerde hij voor enkele weken terug naar België en verzorgde hier tal van info-avonden over de toestand in het Oost-Afrikaanse land. Een gesprek vanop een Antwerps terras.

Jos Geudens: “Na mijn pensionering als leerkracht, ben ik vertrokken naar Mombasa in Kenia. Het was vanaf het begin de bedoeling om er ten eerste te genieten van mijn pensioen en van Afrika, maar tegelijkertijd toch ook iets te doen voor de mensen ginder. Al tijdens die eerste zes maanden hebben we een container met computermateriaal naar ginder gebracht met de steun van het Vlaams ACOD. Ik heb dan samen met leerkrachten van ginder in een lokale school een computerklas ingericht. Uiteraard ging het om oude computers. Het had dus heel wat voeten in de aarde om alles aangesloten te krijgen. Er moesten stukken vervangen worden, de taal moest aangepast worden etc. Uiteindelijk is het wel gelukt. Het grootste probleem was om die container met computer ginder uit de haven te krijgen. Ik heb daar nog wat geld bij moeten leggen, en dat zegt ook al wat over de samenleving ginder. De corruptie is daar zo wijd verbreid. Je moet dus geld neerleggen om dingen geregeld te krijgen. Ik heb daarna trouwens beslist om dat niet nog eens opnieuw te doen, zo’n container laten overkomen.

Dit jaar wil ik in mijn wijk graag een openluchtcinema “Cinema Paradiso “ voor kinderen installeren. Hier in België probeer ik daar middelen voor te verzamelen. Zo heb ik al geld gekregen van ACOD-onderwijs. We hebben ongeveer 2500 euro nodig en daarmee willen we dan de kinderen in de wijk verblijden met filmprojecties. Ik heb ook al wat kinderfilms gevonden. Misschien kan dat trouwens uitgroeien tot iets anders, we zullen wel zien. Misschien is het allemaal niet zo essentieel, als je ziet dat de mensen in Kenia vandaag geconfronteerd worden met een voedselcrisis. Maar aan die grote problemen kan één persoon of één projectje toch niets verhelpen. Vandaar dat ik me focus op kleinschalige projecten om het leven van ondermeer kinderen in de wijk te verbeteren. Je moet weten dat heel wat mensen ginder niet over electriciteit beschikken en dus ook geen tv hebben. Op school is er ook al niet erg veel animatie voorzien. Zo’n cinemaproject kan dus wat leven brengen in de wijk en ook banden smeden tussen de gemeenschappen ginder.”

Geen verwarming nodig
Jos:
“Het woord ‘wijk’ roept misschien wel een verkeerd beeld op. Het is eerder een vestiging. Er zijn geen geplaveide wegen. Het gaat om weiden, waar een aantal huizen staan, tussen de palmbomen uiteraard want we zitten in Mombasa. De wijk ligt in het noorden van Mombasa, dicht bij de kust  maar toch is het geen witte wijk. Die kustplaatsen worden vaak wel bewoond door blanken. Maar ik woon dus tussen de Afrikanen. Mijn huis is een soort van bungalow, maar zo staan er maar vier in de wijk. Doorgaans worden dat soort van huizen met golfplaten daken bewoond door de Keniaanse middenklasse; onderwijzers, mensen die in Dubai werken in de chemische industrie etc. Voor de rest staan er alleen maar Swahiliwoningen. Dat zijn woningen gemaakt van klei. Nu is het er wel altijd warm, verwarming heb je dus niet nodig. We wonen er best wel goed. Onze wijk heet Utangé en voorheen was het een vluchtelingenkamp voor Somaliërs. Die vluchtelingen zijn niet teruggekeerd, want Somalië staat nog steeds op zijn kop. Maar die mensen hebben zich geïntegreerd en wonen nu elders. Het vluchtelingenkamp is dus verdwenen en zo is onze wijk ontstaan.

Toen ik in Kenia aankwam viel mij het meest die openheid van de bevolking op. Het klinkt als een plattitude maat het is wel waar. Een vriendelijke, open en gastvrije bevolking. Altijd lachen, hoor je hier wel eens. Maar opnieuw, dat is dus wel waar. De buren lopen bij ons binnen. Er wordt vaak samen gekookt. Als er iets speciaals gekookt wordt, dan kan je er altijd van meeëten. Maar dat betekent dus ook dat er makkelijk bij ons aangeklopt wordt als er rekeningen moeten betaald worden. Van mij wordt nogal eens verwacht dat ik dokterskosten van buren of familie voor mijn rekening neem, omdat ik zogezegd de rijkste ben. Voorts- en dat is ook Afrika – wonen er bij ons thuis vier kinderen uit de familie van mijn vrouw. Maar daar heb ik echt geen probleem mee.”

Meer politiek nieuws dan in De Morgen
Jos:
“Ik ben er zeker dankbaar voor dat de mensen van de actiegroep Basta, waar ik deel van uitmaakte, mij quasi wekelijks krantenartikels doorsturen. Voorts is internet natuurlijk een zegen als je in het buitenland woont. Ik heb nu internet bij ons thuis. Het gaat natuurlijk allemaal wat trager dan hier, gezien er in Kenia nog geen internet via de kabel beschikbaar is. Het zou de bedoeling zijn dat er binnen een zekere tijd een kabel vanuit Zuid-Afrika via de oceaan wordt doorgetrokken naar Kenia. Dat zou beterschap brengen, want nu werken we dus nog met internet via de telefoonlijn. Maar uiteraard blijf ik me goed informeren. Ik volg bijvoorbeeld International Viewpoint  en Rood op de voet via het net.

Het moet wel gezegd dat Kenia zelf over een goede pers beschikt. Het belangrijkste dagblad heet The Nation en dat is een blad waarin er op een goed niveau gedebatteerd wordt over de Keniaanse politiek. Je vindt er vlijmscherpe cartoons in over de regering en ook de journalisten nemen geen blad voor de mond. Hetzelfde geldt voor de tweede grootste krant The Standard of ook het prima weekblad East-African. Je hebt er dus zeker wel wat leesgenot. Hier in België kan ik enkel vaststellen dat ik sneller door de De Morgen ben dan door The Nation in Kenia, omdat je er veel meer politiek nieuws in terugvindt. Natuurlijk gaat het dan in de eerste plaats over Afrikaanse politiek en dan in het bijzonder de Angelsaksische Afrikaanse politiek. Over Europa kom je niet zo veel te weten. The Nation heeft wel melding gemaakt van de vorming van de Belgische regering, na die lange onderhandelingen. Ik keek ook op van de televisieprogramma’s ginder. Hier moet alles in een mum van tijd gezegd worden, terwijl er ginder urenlange politieke debatprogramma’s worden uitgezonden. Maar we mogen niet vergeten dat die media ginder maar een beperkt publiek bereiken. Je moet al een krant kunnen betalen of over electriciteit beschikken om tv te kunnen kijken. De amusementsprogramma’s op de Keniaanse televisie zijn een regelrechte verschrikking. Heel veel feuilletons van zwarte Amerikalen à la Bill Cosby en dan heel veel lokale varianten van internationale formats als Idool of Big Brother.”

Geen enkele Europese partij kan ertegen op
Jos:
“Je hebt in Kenia een grote civiele maatschappij, een grote groep van mensen die de politiek op de voet volgen. In de cafés tref je rijen mensen aan die komen om naar de televisie te kijken. Een café zonder tv bestaat gewoon niet. Ze staan daar dan in grote getale naat de tv te kijken en te discussiëren. Voorts valt de armoede natuurlijk op. De armoede is groot. De meeste mensen leven van één dollar per dag. Daar kan je net één maaltijd mee kopen. Nu al praktisch niet meer. Ze leven van dag tot dag.

De recente verkiezingen en de bijhorende rellen en conflicten zijn natuurlijk ook ruim aan bod gekomen in de Belgische media. Ik heb zelf dagenlang voor de tv gezeten ginder. Eigenlijk kan je zeggen dat de campagne voor die verkiezingen redelijk democratisch verlopen is. Tussen twee verkiezingen in trekken Kenianen bijna niet de straat op. Maar als er verkiezingen zijn vinden er grote meetings plaats met honderdduizend mensen. Daar kan eigenlijk geen enkele partij in Europa tegenop. Je hebt er een enorme massa mensen die voor ODM, de oppositiepartij of voor PNU de regeringspartij, naar buiten komen. Dat gebeurt uiteraard met veel geroep en veel muziek. Op z’n Afrikaans. De jeugd was massaal aanwezig op de verkiezingsmeetings van Odinga, de kandidaat van de oppositie. Hij pleitte voor “een beter leven” en had ontegensprekelijk de jeugd mee, ook de jongeren uit de slums. Drie op vier Kenianen zijn onder de 25 jaar. Je zit daar dus met een ongelooflijk jonge bevolking.”

Communist en duivelsvereerder
Jos:
“Bij deze verkiezingen heeft men in ieder geval die jonge bevolking de kans gegeven om te stemmen. Tot 2002 was er het Moi-regime en Moi heeft er alles aan gedaan om die jongeren weg te houden van de kieshokjes. Ze kregen toen gewoon geen kaart vast, die je nodig had om een stem te kunnen uitbrengen. Dat was dit keer niet het geval. De jongeren zijn dus massaal gaan stemmen. Op de dag van de verkiezingen stonden massa’s mensen van zes uur ’s ochtends in de regen en de hitte te wachten om te kunnen stemmen.

Er waren natuurlijk ook negatieve elementen. Verkiezingen in Kenia lopen bijna altijd uit op etnische conflicten. Het principe is altijd hetzelfde. In één bepaalde regio stelt er zich altijd iemand kandidaat namens een bepaalde etnie. Hij weet dat de mensen uit diezelfde regio van een andere etnie niet op hem zullen stemmen. Daarom probeert hij de mensen van zijn eigen etnie op te zetten tegen al die andere mensen die niet voor hem zullen stemmen, om zijn eigen kansen te verhogen. Het gaat er dan hard aan toe, waardoor de mensen van die andere etnieën vaak op de vlucht slaan. Uiteindelijk haalt die ene etnie de overwinning binnen. Dat hebben we gezien in 1992, in 1997 etc. Voorts worden er ook telkens heel wat roddels verspreid, ondermeer via sms. Zo werd Odinga de één keer voorgesteld als een communist, omdat zijn vader, die net na de onafhankelijkheid even vice-president is geweest, inderdaad een aantal socialistische principes huldigde. Maar tegelijkertijd werd hij afgeschilderd als een duivelsvereerder die niet naar de kerk gaat en niet besneden is, wat in Kenia kan tellen. Odinga behoort trouwens tot dezefde Luo-etnie als Barack Obama. Een rechtse kerk of sekte die actief is in Kenia heeft op diezelfde manier een moddercampagne opgezet tegen Obama. Maar voor Afrika ging het om een relatief eerlijke campagne.”

Corruptie in het spel
Jos:
“Dan volgden de verkiezingen zelf. De polls wezen op een overwinning van Odinga. Op de verkiezingsdag zelf kwamen dan verslagen binnen. Daarop kon je zien dat  in Nairobi  Odinga zelf niet kon stemmen omdat zijn naam niet op de kieslijst stond.. Dat werd dan rechtgezet. Maar dan bleek toch vrij snel dat de oude garde van Kibaki, die aan de macht was, stilaan de zaak aan het verliezen was. Zo verloor bijvoorbeeld de vice-president zijn zetel aan een jonge advocaat. De zonen van de vorige dictator verloren hun zetel. En dus bleek dat ongeveer 70 procent van het vorige parlement niet herverkozen raakte. Toen leek het dus een grote overwinning te worden voor de ODM van Odinga. Maar in Kenia heeft de president zoveel macht, dat die oude machthebbers blijkbaar de parlementsverkiezingen niet zo belangrijk achtten en dat de fraude volledig was geconcentreerd op de presidentsverkiezingen. Op zeker moment waren er leden van het kiescollege, die de kiesbrieven naar de Central Province moesten brengen, verdwenen en werd het duidelijk dat er corruptie in het spel was. Voorts ontstond er heibel in de nationale verkiezingsbijeenkomst  omdat er bewijzen waren van fraude, waarop de zaal door oproerpolitie ontruimd werd . Uiteindelijk kwam de voorzitter van het kiescollege vertellen dat Kibaki de presidentsverkiezingen had gewonnen. Diezelfde avond werd hij al beëdigd als nieuwe president in een zeer select gezelschap.

Alles leek tot in de puntjes te zijn voorbereid. De economische knooppunten van Nairobi werden afgesloten door de oproerpolitie en de televisie mocht niet langer rechtstreeks uitzenden. Ondertussen riep Odinga op om in opstand te komen tegen de verkiezingsfraude en dat gebeurde ook op grote schaal, zeker ook in de slums. Dat leidde dan tot opstanden maar ook regelrechte rooftochten, ondermeer in Mombasa. Die protesten waren meestal gericht tegen de Kikuju, de etnie van Kibaki, maar het ging veel verder dan dat. In Nyanza aan het Victoriameer, waar de Luo wonen, had je een feitelijke opstand. Winkels werden binnengevallen, huizen in brand gestoken. Al waren die protesten daar niet zozeer gericht tegen een andere etnische bevolking. Maar hoewel Kenia een echt wapenland is, waar wapens zeer breed verspreid zijn, moet je wel vaststellen dat er tijdens die conflicten weinig vuurwapens zijn gebruikt, tenzij door de politie die weldegelijk mensen heeft doodgeschoten.”

Een strijd tussen arm en rijk

“De Kikuju-elite heeft voor de onafhankelijkheid van Kenia reeds gecollaboreerd met de Engelsen en heeft daar een deel van zijn rijkdom vandaan gehaald. Die Kikuju-elite is daarna aan de macht gekomen met Kenyatta, de eerste president na de onafhankelijkheid van het land in 1963. Tijdens de twintig daarop volgende jaren heeft zich op die manier een heersende economische klasse gevormd die het land en de weinige industrie volledig in handen had. Een ander deel van de Kikuju had nochtans in de jaren 50 reeds de Mau-Mau guerilla opgericht, een gewapende strijdbeweging tegen de Engelsen. En ook de Luo van hun kant, hadden strijd geleverd voor de onafhankelijkheid, zij het niet op een gewapende manier. Maar die Kikuju-elite kwam dus via Kenyatta aan de macht en hun overheersing werd altijd maar groter. De Mau Maustrijders daarentegen kregen geen land toegewezen. Dat zorgde voor een grote ongelijkheid binnen de Kikuju-etnie maar ook en nog meer tussen de Kikuju enerzijds en de andere etnieën, waarvan de Luo de grootste is, anderzijds.  Als je dan weet dan er 42 verschillende etnieën bestaan in Kenia, begrijp al snel dat al die andere zich tegen die heersende Kikuju hebben verzet. De conflicten rond de recente verkiezingen waren dus ten dele etnisch geïnspireerd, maar dan toch niet op z’n Rwandees. Het was ook een strijd tussen arm en rijk.

Kibaki is een econoom van 76 jaar. In eerste instantie hebben de Amerikanen zich gehaast om zijn overwinning te erkennen. Die Kibaki heeft Kenia na de periode van de Moi-dictatuur een zekere democratie gegeven. De media zijn redelijk vrij en je wordt niet langer in de gevangenis gezet als je er een andere mening op nahoudt. Via een absoluut neoliberaal beleid heeft Kibaki Kenia een economische groei bezorgd van zeven procent. Maar de mensen weten ook wel dat het quasi uitsluitend de elite is die daar de vruchten van geplukt heeft. De winsten gingen dus opnieuw naar die Kikuju-elite. Vandaar dat al die andere etnieën een front gevormd hebben rond de ODM van Odinga, tegen Kibaki en die Kikuju-elite.”

Geen alternatief

Jos: “Inmiddels is toestand gestabiliseerd. Odinga heeft een compromis gesloten met Kibaki. Veel anders zat er voor hem allicht niet op. Gezien die Kibaki al beëdigd was als president, moest hij ofwel een revolutie ontketenen ofwel een compromis sluiten. Revolutie maken kon hij niet maar wilde hij ook niet. En nu is hij eerste minister geworden en wil hij op die manier de macht van de president wat aan banden proberen te leggen. Er wordt daarom nu een herziening van de grondwet voorgesteld, die de presidentiële macht zou moeten beknotten. Kofi Annan heeft bemiddeld tussen de verschillende partijen en er werd overeengekomen om die macht te verminderen. Bovendien moeten de etnische spanningen aan banden worden gelegd door de enorme ongelijkheid aan te pakken. De landkwestie staat daardoor hoog op de agenda. Bovendien komt er een soort van waarheidscommissie , zoals in Zuid-Afrika, die alle vroegere misdaden, politieke moordpartijen en corruptie   moet blootleggen. Maar al die zaken zijn natuurlijk nog lang niet opgelost. En zolang die zaken niet opgelost worden, zal de toestand in Kenia wankel blijven.

Vandaag belooft Odinga 800.000 jobs voor de jongeren. Maar tegelijkertijd zal hij niet breken met het neoliberale beleid van Kibaki en zal het dus onmogelijk zijn om op die manier al die jobs te creëren. En zo komen we bij het grote probleem van Kenia en zovele andere Afrikaanse landen. Er is een totaal gebrek aan alternatief. In Europa zijn de krachten die voor een politiek alternatief opkomen misschien klein. Ginder bestaat er gewoonweg geen alternatief. Er zijn wel een aantal krachten binnen de civiele maatschappij die het neoliberalisme in vraag durven stellen. Maar ze vormen geen partij. Er bestaat dus geen enkele partij die een echt alternatief voorstaat, zelfs niet op kleine schaal zoals partijen als de SAP of de PVDA dat hier in België doen.”

Naar boven