Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Van Glaverbel-Gilly... naar AGC Splintex. 1975-2005: Een strijd met een voorgeschiedenis PDF Print Email
Geschreven door André Henry op vrijdag, 11 februari 2005

Wekenlang zijn de arbeiders van Splintex - AGC in staking voor het  behoud van hun jobs (zie Rood nr. 9). Deze voorbeeldige staking heeft een belangrijke voorgeschiedenis. In 1975 vond bij Glaverbel-Gilly een wekenlange staking plaats die een hoogtepunt zou worden in de geschiedenis van de antikapitalistische arbeidersstrijd.

Op 10 januari 1975 kondigde de directie van de holding Glavebel-Mécaniver, die de afdeling plat glas van de multinational BSN Gervais Danone controleerde, haar beslissing aan, de ovens van het filiaal in Gilly te zullen sluiten voor de eerste februari. De arbeiders zouden simpelweg ontslagen worden. Onmiddellijk gingen zij in staking, bezetten het bedrijf en verkozen ze een stakingscomité. De staking zou 7 weken duren. Een klassenconflict zonder medelijden was het, tegen een machtige multinational. De arbeiders van Gilly hadden één grote troef die BSN zou doen wijken, namelijk hun traditie van antikapitalistisch strijdsyndicalisme, geworteld in een reële praktijk van syndicale democratie. Ze was het resultaat van het bewuste en sinds tien jaar georganiseerde werk van een groep strijdsyndicalisten die gegroepeerd waren rond het maandblad "La nouvelle défense". Die militanten en arbeiders hadden al belangrijke ervaringen opgedaan tijdens de stakingen van 1972 en 1974, die op een overwinning waren uitgedraaid.

Voor de arbeiders in Gilly was de inzet van het conflict drievoudig. Het ging erom hun jobs te verdedigen en de ontmanteling van het bedrijf te verhinderen, de verworvenheden van de klassenstrijd te verdedigen en een strijd te voeren tegen het multinationaal bedrijf. BSN maakte gebruik van het voorwendsel van de recessie om twee vliegen in één klap te slaan. Door Gilly te sluiten wou ze de rationalisering versnellen en tegelijk het arbeidersverzet in Charleroi breken. Eens de strijdbaarheid van de arbeiders gebroken zou zijn, zou BSN immers veel gemakkelijker kunnen rationaliseren, of zelfs haar bedrijvigheid volledig kunnen schrappen. Uit het vervolg zou blijken dat dit laatste de werkelijke bedoeling was. Die kon echter niet waargemaakt worden omwille van de strijd waar de arbeiders van Gilly als overwinnaars uitkwamen.

De organisatie van de staking

Het stakingscomité dat gekozen was door de algemene vergadering van arbeiders had als eerste taak de bezetting en het onderhoud van de oven te organiseren. Elke dag moest het verslag uitbrengen van de situatie bij de vergadering van arbeiders die als enige de beslissingsmacht had en op elk moment ieder lid van het stakingscomité kon afzetten. Het is onder de impuls van het stakingscomité dat de strijd gestructureerd en georganiseerd geraakte. Op vraag van het comité werden verschillende commissies gecreëerd die werden verkozen door en verantwoordelijk waren tegenover de algemene vergadering. Zo waren er commissies voor financiën, onderhoud en beheer van de ovens, veiligheid, de bekendmaking van de staking, cultuur en animatie, verkoopscommissie...

Een eerste actie vond plaats op 16 januari, toen de arbeiders van Gilly massaal de maatschappelijke zetel van Glaverbel in Boisfort bezetten. Deze actie toonde in alle duidelijkheid de vastberadenheid van de stakende arbeiders en liet hen toe hun staking uit te leggen aan het personeel van Boisfort. Een gelijkaardig initiatief werd opgezet in Sauche, waar een fabriek van Gervais Danone is ingeplant. De arbeiders van Gilly gingen er de bedoeling van hun strijd uitleggen en riepen er op tot solidariteit onder de arbeiders van dezelfde multinational.

Impact

De arbeiders en het stakingscomité beseften al snel dat de sluiting van hun fabriek een ontstekingsmechanisme zou zijn voor de strijd voor de verdediging van de jobs in de hele regio. Die geraakte stilaan gesensibiliseerd door deze buitengewone staking. Voor de arbeiders van Gilly was de interprofessionele solidariteit in de actie van kapitaal belang om de krachtsverhouding te wijzigen tegenover BSN. Dankzij de strijdbaarheid van het stakingscomité en de arbeiders hadden deze een grote impact op belangrijke politieke beslissingen.

In het manifest dat ze uitgaven, werden hun centrale eisen uitgelegd. Deze waren gegroepeerd rond vier assen:

  1. Geen ontslagen, geen ontmanteling

     

    . Ze eisten dat het bedrijf in één enkele productie-eenheid georganiseerd bleef. Dat was het enige middel om verenigd te blijven en de verworvenheden van hun vroegere strijd tegen het patronaat te verzekeren.
  2. Creatie van een float in de regio met daaraan gekoppeld de creatie van bedrijven voor de transformatie van glas.
  3. Onvoorwaardelijke nationalisering van de hele trust Glaverbel onder arbeiderscontrole.
  4. Radicale reductie van de arbeidstijd naar 36 uren zonder loonsverlies en sterke vermindering van het werkritme onder arbeiderscontrole.

Het manifest getuigt van het klassenstrijdperspectief waarin de strijd van de arbeiders van Gilly zich inschreef. Het wordt ook als platform aangenomen door solidariteitscomités die zich overal in het land vormden en waarin de SAP een cruciale rol speelde. De tekst kende een enorme weerklank in de regio. Zodanig zelfs dat het FGTB-coördinatiecomité dat alle glasfabrieken van de regio Charleroi verenigde met een meerderheid voor de nationalisering van Glaverbel stemde. Op 21 januari vond een buitengewoon congres van de FGTB plaats, waar werd beslist in alle fabrieken vergaderingen te organiseren over het probleem van Gilly. Daarnaast werd een betoging gepland op 24 januari. Meer dan 10.000 arbeiders kwamen er op basis van een oproep van het gemeenschappelijk vakbondsfront hun steun betuigen aan de stakers van Glaverbel-Gilly.

Op 10 februari werd een nieuwe fase geopend met de verkoop van de glasstocks van het bedrijf. De arbeiders toonden dat ze niet zouden capituleren voor BSN door zich de vrucht van hun eigen arbeid toe te eigenen. De directie van Glaverbel BSN diende klacht in tegen elke persoon of firma die overging tot illegale inbeslagnames van het glas van Gilly. De verkoop van het glas paste voor het stakingscomité echter in de poging om de krachtsverhouding verder in zijn voordeel om te buigen. Ze overtrof alle verwachtingen.

Een volgende belangrijke stap was de organisatie van een betoging op 17 februari in Parijs aan de zetel van BSN. Meer dan duizend glasarbeiders beantwoordden de oproep. Ook Franse en zelfs een grote Duitse delegatie glasarbeiders vervoegden zich bij de betoging. De arbeiders drongen de zetel van BSN binnen en dwongen de PDG Antoine Riboud om tekst en uitleg te geven. Op die manier toonden ze hun vastbeslotenheid om hun strijd voort te zetten tot hun eisen ingewilligd zouden zijn. De Internationale zingend, trokken ze opnieuw huiswaarts.

Een historisch akkoord

Het protocolakkoord werd ondertekend op 24 februari 1975 tussen Glaverbel-BSN, de ministers van economische zaken en van arbeid en tewerkstelling en de syndicale organisaties. Dit protocol voorzag dat er geen enkel ontslag zou plaatsvinden zonder dat er een job ter compensatie zou worden gecreëerd. Twee derden van de arbeiders zouden opnieuw een job vinden op de site van Gilly. In afwachting van de nieuwe jobs garandeerde een sociaal fonds aan de werkers hun integrale loon. Arbeiders van 58 jaar konden, als ze dat wensten, op brugpensioen aan 95 % van het loon, met compenserende aanwerving in de verschillende zetels in de regio. Het is ten gevolge van deze lange strijd dat op interprofessioneel niveau het brugpensioen ontstond. Dat bedraagt vandaag veel minder dan 95% van het loon. De compenserende aanwervingen ontbreken.

Dit akkoord is een hoogtepunt in de geschiedenis van de arbeidersbeweging. Het was de eerste keer dat een multinational moest wijken en zo'n toegevingen moest doen.

Men kan zich nog altijd de vraag stellen waarom dit programma, dat de tewerkstelling en het behoud van het integraal loon garandeerde, nooit opnieuw is opgepikt door de syndicale organisaties bij de vele sluitingen en ontslagen die volgden na het conflict in Gilly. In de staalindustrie bijvoorbeeld werd enkel het brugpensioen behouden maar dan buiten het kader van het reconversieplan en het loonbehoud. Dit liet  het patronaat toe zonder slag of stoot over te gaan tot ontslagen door het systeem van het brugpensioen toe te passen...

En nu AGC Splintex Fleurus

De akkoorden van 1975 zouden uitmonden in de reorganisatie van de hele glasindustrie in Charleroi. Drie nieuwe sites werden gecreëerd in 1978, die van Seneffe, Lodelinsart en Splintex Fleurus-AGC vandaag. Dertig jaar na de staking van Glaverbel Gilly, die aan de basis ligt van het ontstaan van AGC Splintex, zijn de arbeiders van dit bedrijf sinds 1 december opnieuw in staking om hun jobs te redden. Eens te meer worden de arbeiders geconfronteerd met dezelfde kapitalistische logica, die van het winstbejag. In 2000 schrapte de directie al 300 jobs in naam van de rendabiliteit en, zoals ze zelf zegt, om het behoud van het bedrijf op langere termijn zeker te stellen. Vandaag moeten dezelfde patronale argumenten het nieuwe plan met 284 ontslagen rechtvaardigen, nog steeds in naam van de rendabiliteit maar ten koste van de fundamentele belangen van de arbeiders. Deze laatsten weigeren de ontslagen, en terecht. Wekenlang zijn ze al in staking. Op het moment van dit schrijven zag nog geen enkel voorstel het daglicht, afgezien van de dwangsom van 5.000 euro per persoon per dag. Sinds de aankondiging van deze sanctie, komen honderden arbeiders 's morgens naar de poort van de fabriek uit solidariteit.

Naar boven