Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Interview met Philippe Poutou: “Absoluut nodig de strijd te coördineren” PDF Print Email
Geschreven door Philippe Poutou, Guy Van Sinoy op dinsdag, 20 november 2012
Op 11 november namen zo'n 20.000 mensen deel aan de Mars voor de toekomst die door de vakbonden en de stad Genk werd georganiseerd n.a.v. de geplande sluiting van Ford. Buiten enkele meer strijdbare groepen manifestanten overheerste tijdens deze mars eerder een gelaten sfeer. Op de manifestatie was ook een kleine afvaardiging van de Fordfabriek in Blanquefort (in de buurt van Bordeaux in Frankrijk) aanwezig. Onder hen Philippe Poutou, afgevaardigde van de CGT in de fabriek, en presidentskandidaat voor de NPA (Nouveau Parti Anticapitaliste) bij de vorige Franse presidentsverkiezingen.

Op het einde van de betoging had hij graag zijn solidariteit willen uitspreken met de werknemers van Ford Genk, maar de organisatoren hadden dit niet voorzien, en zodoende heeft hij het woord niet kunnen nemen. Na afloop van de betoging hadden wij een kort gesprek met hem.

Jullie zijn met enkelen afgezakt vanuit de fabriek van Ford Blanquefort. Ik veronderstel dat jullie graag het woord hadden willen richten tot de werknemers van Ford?

Philippe Poutou: Wij zijn met twee vanuit de Ford fabriek van Blanquefort naar hier gekomen. Het was niet voorzien dat wij op het podium konden spreken, dus hebben we het woord niet genomen. Men heeft het probleem wel voorgelegd aan de verantwoordelijken van IG-Metal, bijvoorbeeld. Dit toont een beetje de situatie aan waarin we ons bevinden, een van  zeer grote versnippering van de syndikale beweging. Zodanig dat zelfs de minimale zaken niet gebeuren. Want vanaf het moment dat er meerdere buitenlandse delegaties aanwezig zijn, zou men een ruimte moeten voorzien voor zij die het woord willen nemen om zo het belang te onderstrepen van de internationale solidariteit, zeker als het gaat over een multinational.                   

Het is dat wat soms een beetje ontmoedigend is, want er zijn vandaag bij Ford, bij PSA (Peugeot-Citroen), net als bij heel wat andere autoconstructeurs, enorme aanvallen bezig, met bedrijfssluitingen, met ontslagplannen die honderden, zelfs duizenden loontrekkenden zullen raken. Reken daar de jobs in de toeleveringsbedrijven nog eens bij, waar tienduizenden banen op de tocht staan.

De toestand is dus zeer ernstig en we bevinden ons uiteindelijk in de onmogelijkheid om samen weerwerk te bieden, iedereen moet het op zijn of haar site zien te redden. We zien vandaag dat het de syndicale beweging aan zelfs de meest elementaire reflex ontbreekt om banden aan te halen, om te proberen samen actie te voeren.

Dus, voilà, daar staan we. Vandaag hielden we eraan om onze solidariteit te betuigen want we worden er door geraakt, we zijn best wel triest , maar vooral kwaad omwille van de sluiting van de fabrieken van Ford in Genk en  in Groot-Brittannië. Maar naast de steun die we willen geven, hadden we ook graag gediscussieerd over hoe we ons samen kunnen verdedigen.                   

Eerst en vooral op het niveau van de verschillende vestigingen, maar we hadden het ook graag gehad over hoe we ons samen, met de mensen van de verschillende sites, over de grenzen heen, kunnen verweren. We moeten bekijken hoe de arbeiders van Ford zich op continentale schaal kunnen verdedigen. We zouden zelfs moeten bekijken welke banden er gesmeed kunnen worden tussen de loontrekkenden van PSA en die van General Motors bijvoorbeeld.

Het zijn dat soort van vragen die we graag hadden gesteld: hoe kunnen we een gezamenlijk verzet opbouwen, hoe kunnen we er toe geraken de acties te coördineren, terug weerwerk te bieden, en dit op zo’n manier dat we aan een hoop arbeiders die er vandaag niet meer in geloven opnieuw moed geven. Dus het is meer dan steun betuigen. Concreet komt het er op neer hoe we de verschillende gevechten kunnen doen samenvloeien.

Men voelde tijdens deze betoging een zekere berusting. Welke boodschap zou je willen richten aan die duizenden werknemers die met de moed in de schoenen zijn komen betogen?

Philippe Poutou: Deze berusting bestaat zo wat overal , niet alleen in de automobielsector. Die is ook aanwezig in de metaalsector, de textielsector, de voedingsindustrie, de openbare diensten waar men geconfronteerd wordt met het schrappen van duizenden jobs.  Wat vandaag overheerst in de geesten van de mensen is een gevoel van onmacht. Tegen al de slagen die aan de wereld van de arbeid worden uitgedeeld is er het gevoel dat men er niet kan op reageren. Men overstelpt ons met propaganda over de competitiviteit, over de concurrentiepositie, over de crisis en de onvermijdelijke besparingen.

Men toont ons op televisie: “Kijk naar Griekenland, Spanje en Portugal…Als jullie niet zoals hen willen eindigen, dan moeten jullie de broeksriem aanhalen!”. Er is dus een enorme propaganda bezig en dat werkt op een of andere manier: de mensen laten het hoofd hangen en geloven dat ze er niet aan kunnen ontsnappen. Hiertegenover moet de boodschap zijn “Als we ons terug willen recht geraken, dan moeten we ons organiseren!”.

Het is niet eenvoudig om het einde van de tunnel te zien, om de mogelijkheid nog maar in ogenschouw te nemen dat op een gegeven moment de bevolking reageert. Vandaag zien we er toch al voorbeelden van, met de woede in Griekenland en in Spanje. Men moet zich daar op steunen, want hoe dan ook hebben we geen andere keuze. We zouden een netwerk van solidariteit moeten heropbouwen dat ons toestaat de gevechten die we voeren te coördineren, en dit tussen alle economische sectoren in een land en over de grenzen heen, om zo te komen tot de coördinatie van de revolte van de volkeren op Europese schaal.

De besparingen kunnen we niet stoppen als niet iedereen zich daar samen tegen schrap zet. Dat staat ver af van de toestand zoals we die nu zien , maar het perspectief is daar eveneens. De vraag nu is hoe we dat verder opbouwen, hoe we stappen vooruit zetten.

 

Naar boven