Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Regeringsvorming: Di Rupo kiest voor pure sociale afbraak PDF Print Email
Geschreven door Peter Veltmans op dinsdag, 05 juli 2011

Op 4 juli maakte formateur Elio Di Rupo zijn lang verwachte “formatienota” bekend. Die nota bevat vier hoofdstukken: de overheidsfinanciën, de staatshervorming (waaronder ook het BHV-dossier), de financieringswet en een sociaal-economisch luik. Ook justitie, migratie en asiel en politieke vernieuwing worden erin aangeraakt.

Meegaan met het neoliberale eenheidsdenken

Na het maandenlange gehakketak over communautaire kwesties, bevat deze nota dus ook denkpistes omtrent de sociaaleconomische crisis en wat de formateur daaraan denkt te kunnen doen. Opvallend is dat de formateur volledig meegaat in het wijdverspreide neoliberale eenheidsdenken. Ook voor hem moet er drastisch bespaard worden op de uitgaven van de (federale) overheid. Zo kiest hij voor 2/3de besparingen, tegenover slechts 1/3de nieuwe inkomsten, terwijl de groeiende noden van de samenleving eerder de andere kant uit wijzen. Waarom trouwens niet eerder kiezen voor besparingen op de monarchie, het leger, managementvergoedingen en -bonussen en dergelijke meer? Blijkbaar wil Di Rupo zich profileren als een boven de partijen staande 'staatsman' en kiest hij daarom voor het omgekeerde. Daarom is hij het er  mee eens dat “de pensioenen onbetaalbaar (worden)”. Daarom ook moeten de werklozen zelf veel meer inspanningen doen om hun uitkering 'waard te zijn' en daarom moet ook de groeiende kost van de gezondheidszorg drastisch worden beperkt. 

Aanval op de overheidspensioenen

Concreet zouden de pensioenen van nieuwe ambtenaren niet meer berekend worden op de gemiddelde wedde van de laatste vijf dienstjaren, maar wel op de laatste 10 (waardoor dat gemiddelde en dus ook het pensioen zelf veel lager dreigt uit te vallen). Bovendien zou de automatische koppeling van de pensioenen aan de wedden van de actieve ambtenaren (de zogenaamde 'perequatie') drastisch afgebouwd worden. Met andere woorden: de “socialist” Di Rupo stelt voor de solidariteit tussen de ambtenaren onderling af te bouwen. Daar moet nog aan toegevoegd worden dat 'men' reeds enkele jaren bezig is het globale ambtenarenkorps af te bouwen. Men doet dit door de aantallen die op pensioen gaan, niet meer volledig te vervangen.  Daardoor krimpt het draagvlak voor de ambtenarenpensioenen steeds verder in, terwijl het nochtans niet de ambtenarenpensioenen zijn die te hoog zijn. Het zijn de wettelijke pensioenen van het algemeen werknemersstelsel die te laag zijn.

Sociale afbraak

Daar houdt het niet bij op. Zo stelt Di Rupo ook voor om de werkloosheidsuitkeringen te verminderen in de tijd. Schoolverlaters zouden hun wachtuitkering dan weer alleen kunnen krijgen als ze bewijzen dat ze “inspanningen leveren”. Ook de gelijkgestelde periodes [1] worden  afgebouwd. De pensioenen zullen hierdoor ook dalen,  waar vooral vrouwen het slachtoffer van zullen worden (vrouwen doen immers veelal meer beroep op 'alternatieve' arbeidsregimes, zoals deeltijds werk, loopbaanonderbreking, 4/5-de week,...).

Het brugpensioen wordt ook moeilijker, terwijl er geen verplichtingen worden opgelegd aan de werkgevers om 55-plussers ook daadwerkelijk in dienst te nemen of te houden. De groeinorm in de gezondheidszorg dient dan weer te dalen van 4,5 naar 2 procent. Spaarboekjes en andere spaarproducten waar veel gewone mensen gebruik van maken, worden evenzeer getroffen door het optrekken van de roerende voorheffing van 15 naar 20 procent.

Negatieve impact communautaire voorstellen

Deze aanvallen op de sociale verworvenheden worden nog versterkt door sommige communautaire voorstellen, zoals het overhevelen van grote delen van het arbeidsmarktbeleid en de gezondheidszorg naar de regionale overheden. Te vrezen valt ook dat de fiscale rechtvaardigheid niet echt bevorderd zal worden met het voorstel voor een grotere fiscale autonomie voor de gewesten (voor een bedrag van 10 miljard) via op- en afcentiemen. Ook het feit dat niet alleen de regio's, maar ook de gemeenten voor zo'n 4 miljard zullen moeten bijdragen aan de besparingen, is niet direct een idee om kalm van te worden. 

Eerder symbolische maatregelen tegen kapitaalbezitters

Om dit alles toch enigszins verteerbaar te maken voor grote delen van de (werkende) bevolking, stelt de formateur ook een aantal (eerder symbolische) maatregelen voor, die gericht zijn tegen sommige kapitaalbezitters. Zo denkt de formateur aan een meerwaardebelasting op aandelen, een hogere belasting op grote bedrijfswagens met veel CO2-uitstoot, een roerende voorheffing op kasbons van 20 in plaats van 15 procent, een striktere naleving van het vrijstellen van spaarboekjes, een nucleaire rente van 500 miljoen en het binnenhalen van 2 miljard via de strijd tegen de fiscale fraude. Ook stelt hij voor een bescheiden (tijdelijke!) heffing van 0,5 % in te voeren op vermogens boven de 1,25 miljoen euro. 

Europese context 

Met deze voorstellen plaatst de formateur zich vierkant binnen het kader van de neoliberale politiek die wordt verdedigd door de Europese Raad van staats- en regeringsleiders. Net zoals die Raad wil Di Rupo de budgettaire besparingen opdrijven (vooral op het vlak van de overheidsuitgaven) door op een “creatieve” manier tegemoet te komen aan de vraag om de wettelijke pensioenleeftijd op te trekken [2], een rem te zetten op het vervroegd uittreden (via brugpensioen), de indexeringsmechanismen aan te passen (via de afbouw van het perequatiemechanisme) en de werkloosheidsuitkeringen geleidelijk af te bouwen.

Geen oor naar vakbondsvragen

De formateur bewijst vooral dat hij geen oren heeft naar hetgeen de drie grote vakbonden onlangs voorstelden in hun gezamenlijk memorandum over die Europese politiek. Zo stelden de vakbonden [3] dat “deze aanbevelingen (van de Europese Raad) een weerspiegeling (zijn) van het neoliberale model dat aan de grondslag ligt van de financiële en economische crisis en de budgettaire moeilijkheden die ons land eveneens hebben getroffen. Als deze aanbevelingen zouden worden toegepast, dan is het risico groot dat de sociale ongelijkheden nog meer toenemen en dat de aarzelende economische heropleving in de kiem wordt gesmoord”. De drie vakbonden vroegen dan ook om “zowel op Europees als op Belgisch niveau een beleid (te) voeren dat gericht is op de financiële regulering, duurzame investeringen, fiscale rechtvaardigheid, sterke overheidsdiensten en kwaliteitsvol werk”.

Syndicale hoop de grond ingeboord

Di Rupo boort de hoop van de drie vakbonden “dat men leert van de gevolgen van de financiële crisis” botweg de grond in. Deze grote “vriend” van de sociale organisaties wil dan ook helemaal geen “halt toeroepen aan de terugkeer naar "business as usual” (waardoor) de sociale bescherming ontmanteld (wordt) zonder dat de echte problemen worden aangepakt”, zoals de vakbonden terecht stellen.

“Grote verwondering en afkeer”

Gelukkig is het verhaal hiermee nog lang niet ten einde. Ten eerste omdat nog moet worden afgewacht in hoeverre deze capitulatievoorstellen van de PS-voorzitter ertoe zullen leiden dat de maandenlange politieke impasse effectief doorbroken wordt. Ten tweede (en veel belangrijker) omdat de vertegenwoordigers van het overheidspersoneel niet van plan zijn zich zomaar neer te leggen bij deze voorstellen. Zo reageerde het gemeenschappelijk vakbondsfront in de openbare sector onmiddellijk [4] door zich af te zetten “met grote verwondering en afkeer” van de voorstellen van Di Rupo inzake de overheidspensioenen. 

“Pure sociale afbraak”

De vakbonden veroordelen deze voorstellen onverbloemd als “pure sociale afbraak”. Ze benadrukken ook dat “het stelsel van de overheidspensioenen een goede regeling (is). Niet de overheidspensioenen zijn te hoog, maar de wettelijke pensioenen van het algemeen werknemersstelsel (in de privésector) zijn te laag. Dat wordt zelfs erkend op Europees niveau en kan je afleiden uit de statistieken; niet voor niets hebben gepensioneerden een groot armoederisico”. Het vakbondsfront wijst erop dat dit alles zal leiden “tot zware sociale conflicten”.

“Brede sensibiliseringcampagne”

Voor het eerst sinds lang wacht het vakbondsfront ook niet langer passief de beslissingen af, maar besliste ze “nu reeds een brede  sensibiliseringcampagne bij het personeel in de openbare sector op te starten, om deze aanpak  energiek aan te klagen en te bekampen”. Het komt er nu op aan hetzelfde te doen voor de privésector, door ook daar een brede sensibiliseringscampagne naar de werkende bevolking op te starten, zodat deze voorstellen ook daar aangeklaagd en bekampt kunnen worden. Daarnaast dient dit verzet tegen de neoliberale politiek ook vorm te krijgen op het politieke terrein. De vakbonden zullen daarbij niet kunnen ontsnappen aan de onafwendbare vraag hoe een nieuw politiek verlengstuk te creëren voor hun strijd. De tijd van het lobbyen bij de politieke “vrienden” is duidelijk voorbij.

[1] Gelijkgestelde periodes zijn die periodes in een loopbaan waarin er niet 'gewoon' gewerkt wordt (bijvoorbeeld omdat men ziek is, loopbaanonderbreking heeft opgenomen, enz.), maar die wel meegenomen worden in de berekening van de duur van loopbaan, waarop dan het pensioen wordt berekend.

[2] Het feit dat een ambtenarenpensioen voortaan berekend zou worden op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaren i.p.v. de laatste 5 jaren, zal velen ertoe dwingen hun oppensioenstelling (veel) later aan te vragen, waardoor de feitelijke pensioenleeftijd effectief verlengd wordt. De afbouw van het brugpensioen leidt tot hetzelfde.

[3] Zie de brief van het gemeenschappelijk vakbondsfront ABVV-ACV-ACLVB van 30 juni 2011.

[4] Zie persbericht van het gemeenschappelijk vakbondsfront ACOD – FCSOD – VSOA van 4 juli 2011.

De volledige nota van Di Rupo kan je hier lezen

Naar boven