Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Debat: Links en het ontluiken van een nieuw bewustzijn. Over de betoging van 23 januari PDF Print Email
Geschreven door Paul Van Pelt op zondag, 06 februari 2011

Op zondag 23 januari 2011 betoogden tienduizenden mensen om uitdrukking te geven aan hun ontevredenheid over de politieke gang van zaken in België. De 'boodschap' van organisatoren zowel als deelnemers baadde in een mix van vaagheid, naïeve verwachtingen en goede bedoelingen. In de media waren de verwijzingen naar de 'witte mars' niet uit de lucht. Ook nostalgie naar het 'oude unitaire België' was ruimschoots voorhanden. Tijdens de betoging bleek echter dat er vooral veel boosheid is over de media en over politici die hun werk niet doen. De linkerzijde van haar kant is erg verdeeld over de balans van de betoging.

Ingewikkeld tijdsgewricht

Het zou dan ook fout zijn deze manifestatie af te doen als niet ter zake doend. We leven immers in een ingewikkeld tijdsgewricht. De verkiezingen werden in Vlaanderen gewonnen door een plejade aan rechtse partijen: N-VA, maar ook Vlaams Belang, LDD en een fel naar rechts zwenkende CD&V, die samen goed zijn voor ruim 60% van de stemmen. Tegelijk is er geen leegloop te merken vanuit de grote sociale organisaties. Zowel ACV als ABVV behouden hun ledenaantallen en (potentiële) mobilisatiekracht. Het sociaal-economisch rechtse discours van de Vlaamse politiek lijkt dan wel geplebisciteerd te zijn in het stemhokje, het wordt tegelijkertijd blijkbaar niet gedeeld op de werkvloer. Deze intern-Vlaamse tegenstelling wordt nog versterkt door de diametraal tegenovergestelde kiesuitslag in Franstalig België, waar de PS een overduidelijke overwinning scoorde, nog versterkt door het redelijke resultaat van cdh en Ecolo én ondersteunt door een  sensibiliseringscampagne van het FGTB, gevoerd onder de noemer 'Le capitalisme nuit gravement à votre santé'.

Ruime instemming met rechterzijde?

Toch zou de rechterzijde met dergelijke verkiezingsuitslag op beide oren moeten kunnen slapen. Zij lijkt immers op het eerste gezicht – voor wat betreft haar socio-economische agenda – te beschikken over een ruime instemming van een groot deel van de bevolking, terwijl ze maar al te goed weet dat het niet de leiding van de PS is die haar fundamenteel de voet dwars zal zetten. Daarvoor is de PS zelf al veel te lang mee gegaan in het neoliberale eenheidsdenken én in het beheer van het systeem.

Angst voor de macht?

Helaas voor de (Vlaamse) rechterzijde heeft zij haar plebiscitering echter niet te danken aan haar socio-economische agenda. In plaats daarvan hebben zowat alle Vlaamse partijen – en N-VA en CD&V in het bijzonder – ervoor gekozen zich aan de kiezer te presenteren met een uitgesproken regionalistisch programma. Daarmee werden (veelal onuitgesproken) grote verwachtingen geschapen. Verwachtingen die men uiterst moeilijk blijkt waar te kunnen maken. Het volstaat om te kijken naar het veelvoud van voorstellen en voorstelletjes dat sinds de verkiezingen naar voor werd geschoven door N-VA en CD&V. Geen enkele van deze voorstellen lijkt erg doordacht te zijn en ze sneuvelden dan ook alras. Het is alsof Rechts zelf niet goed weet wat met haar machtspositie aan te vangen. Men kan zich zelfs afvragen of deze rechterzijde niet eerder angst heeft voor de macht.

Regelrechte impasse-crisis

Eigenlijk is het zo dat deze politieke partijen – die in wezen niks anders zijn dan de georganiseerde politieke uitdrukking van de sociale klasse die ze vertegenwoordigen, met name de (Vlaamse) burgerij – niet meer weten hoe ze de instemming moeten verwerven van de meerderheid der bevolking (of anders gezegd: hoe ze de instemming kunnen verwerven of behouden van de andere sociale klassen in de verschillende regio's!). Om het in Gramsciaanse termen te zeggen: politieke partijen zoals N-VA en CD&V (maar evengoed PS) weten niet meer hoe zij hegemonisch moeten optreden. In tegenstelling tot de klassieke 'staatsdragende' CVP en BSP slagen de huidige toonaangevende politici er niet meer in zich te richten tot alle burgers van dit verdeelde land. Het resultaat hiervan is een regelrechte impasse-crisis. Een crisis die in al haar complexiteit aantoont dat het heersende Belgische regime aan het eind van haar Latijn zit.

Sociale bewegingen op de vlakte

De sociale bewegingen houden zich intussen op de vlakte. Vooral de vakbeweging houdt zich erg stil. In plaats van deze periode van blokkering aan te grijpen om hun achterban voor te bereiden op de komende besparingen en aanvallen op de sociale verworvenheden – en dus het verzet daartegen te organiseren – houden ze het bij een eerder afwachtende houding. Weliswaar vallen her en der waarschuwingen van sommige vakbondsleiders te beluisteren. Weliswaar ook is er de verdienstelijke 'Men Bedriegt U'-campagne van het ABVV (die echter eerder beschroomd gevoerd wordt). Het blijft veelal beperkt tot oprispingen, zonder concrete ordewoorden en vooral zonder actie-perspectief. Het gevolg is dat er geen enkele gevestigde kracht is die het politieke vacuüm tracht in te vullen. Vandaar dat er ruimte kwam voor spontane initiatieven, zoals dat van de SHAME-betoging.

Politiek terug bij de bevolking

In elk geval is het zo dat die betoging haar effect niet gemist heeft. Allereerst heeft de kritiek van de initiatiefnemers over de eenzijdigheid van de media-berichtgeving er alvast voor gezorgd dat diezelfde media niet stilzwijgend aan de betoging zijn voorbij gegaan. Ten tweede hebben de tenoren van de leidende partijen (De Wever, Beke, Di Rupo et al) zich verplicht gezien te verantwoorden aan 'de straat' waarom het toch nog een tijd kan duren voor er een regering gevormd kan worden (ondertussen hebben ze allemaal de 'moed' gevonden om de handdoek in de ring te gooien). Met andere woorden: dankzij deze betoging is de politieke discussie voor een deel teruggekeerd naar de plaats waar ze thuis hoort – bij de bevolking zelf en niet in de besloten, al dan niet 'discrete', cenakels van de macht. Ten derde voelde alvast een leidende christen-democraat (ACW-minister Steven Vanackere) zich geroepen om de politici in het algemeen maar vooral zijn eigen organisatie duidelijk te maken dat ze “het signaal ernstig moeten nemen”.

Radicaal links niet opgewassen

Voor de militante linkerzijde (links van sociaal/christendemocratie en  groenen) zou deze situatie een uitgelezen kans kunnen zijn. Daar merken we echter weinig van. De verschillende radicaal-linkse groepen en groepjes blijken meestal niet opgewassen te zijn tegen deze uitdaging. Niet in het minst omdat ze elkaar nog altijd niet gevonden hebben in een gezamenlijk optreden! Ze richten zich bovendien zelden tot de (werkende) bevolking in haar geheel en hebben soms de neiging neer te kijken op het (evoluerende!) bewustzijn van die bevolking. Kortom: ze beperken zich veelal tot de zoveelste heilloze vorm van politiek achter de komma. Het wordt dan ook hoog tijd dat radicaal-links in haar geheel zich grondig bezint over haar eigen aanpak.

Massa en voorhoede

In tegenstelling tot wat velen denken, ligt  het grote probleem voor de militante linkerzijde niet bij de vage, naïeve of ondoordachte slogans of ordewoorden van de betogers. Het grote probleem is eerder dat de militante linkerzijde niet weet hoe om te gaan met het bewustzijn zoals het werkelijk leeft bij brede lagen van de (ook werkende) bevolking. Velen in de radicaal-linkse groepen kijken neer op het – in hun ogen te lage – bewustzijn van de deelnemers aan de betoging. Ze zien blijkbaar niet in dat het bewustzijn van mensen bij uitstek een dynamisch gegeven is én dat er steeds een erg intieme band is tussen het bewustzijn van de massa en dat van de zogenaamde voorhoede (voorhoedes kunnen zich per definitie nooit ontwikkelen in het luchtledige, zonder een band met de massa en haar bewustzijn te onderhouden!). 

Het probleem van het bewustzijn

We staan hier vandaag aan het prille begin, aan de geboorte van een nieuw bewustzijn. Een bewustzijn dat misschien nog niet de 'juiste' woorden of bondgenoten heeft gevonden, maar dat in elk geval volwassen genoeg is om zich – via een massa-mobilisatie! – te  keren tegen het platte regionalistische denken, tegen de eenzijdigheid van de media-verslaggeving en dat roept om het aanpakken van de echte (lees: sociale) problemen. Vroeg of laat zal de militante linkerzijde dit bewustzijn en deze roep naar waarde moeten leren schatten. Zo niet zal zij – samen met haar antwoorden – als irrelevant terzijde worden geschoven.

Naar boven