Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Cuba Libre: Verslag van een SAP-delegatie in Cuba PDF Print Email
Geschreven door SAP-delegatie op Cuba op donderdag, 22 maart 2007

Tussen Kerstmis en Nieuwjaar zijn we naar Cuba vertrokken. Kerstavond is de saaiste avond van het jaar en wat origineels kan je nog doen op nieuwjaarsavond? Naar Cuba dachten we! Niet om met onze billen bloot in het vakantieoord Varadero te gaan liggen zonnen, neen, de Belgische SAP was uitgenodigd door het centraal comité van de Cubaanse KP. Dat mochten we niet aan ons laten voorbijgaan. Acht Belgen en twee Fransen naar Cuba, "el socialismo tropical"! Hieronder vind je onze bevindingen: een balans van een zestienjarige, een verslag van een iets oudere, ontmoetingen met "officiëlen" en "minder officiëlen". Het zou een beeld moeten geven van het huidige Cuba met en bijna zonder Fidel, "el comandante en jefe". Veel leesgenot.

Groetjes uit Cuba!

Hola compañeros/as!

 

Het was een blij weerzien met dit intrigerende land: een goeie acht jaar na onze Cuba-trip ging ik er terug, van 21 december tot 1 januari. Opnieuw voor een 'officieel' bezoek. Deze keer was het de Cubaanse KP die een delegatie van de Belgische SAP had uitgenodigd voor een tête à tête. Toch wel een beetje opmerkelijk is dat: nu de Europese communistische partijen, de klassieke 'partners' van Cuba, in sneltreinvaart aan het 'sociaaldemocratiseren' of zelfs 'sociaal-liberaliseren' zijn (zeker in Oost-Europa, maar ook dichter bij ons, b.v. de PCF), lijkt het Cubaanse regime nieuwe partners te zoeken ter linkerzijde. Ze kunnen er moeilijk omheen dat de Vierde al meer dan 40 jaar actief is in het solidariteitswerk met de Cubaanse revolutie. Ook in België, wat goede relaties opleverde met de militante Cubaanse ambassadeur in Brussel. Van het één kwam het ander...

Acht jaar is een lange tijd, het leek dan ook wel een sprong in een ver verleden toen ik terug kwam op het plein van de revolutie, de malecon, Habana Vieja, het Che-mausoleum in Santa Clara. In '98 ging ik er naartoe met veel pretentie maar weinig politieke bagage. Acht jaar later gebeurt het oordelen voorzichtiger, maar is die bagage al iets groter. Tel daarbij een groep van 9 medereizigers, veelal ervaren revolutionaire militanten die gepokt en gemazeld zijn in het solidariteitswerk met de sandinistische revolutie, de Koerdische beweging, de Palestijnse strijd, de Bolivariaanse revolutie in Venezuela en het gevecht voor een democratisch socialisme, en dat bracht al wat meer perspectief aan.

Voor ons was het bijzonder verfrissend om in de marge van het (overladen) officiële programma een aantal bezoekjes te brengen aan linkse critici van het regime. Eén van de hoogtepunten was de ontmoeting met Celia Hart. Celia is de dochter van twee 'helden' van de revolutie. Haar moeder heeft zelfs een gedenksteen in Havana Vieja. Haar vader, Armando Hart, was een militaire leider in '59 en later tientallen jaren lid van de regering. Nu staat Celia bekend als een critica van het gebrek aan democratie en vrijheden in Cuba en probeert ze op die manier de oorspronkelijke inspiratie van de revolutie te redden. Recent werd haar lidmaatschap van de PCC 'gedesactiveerd' omwille van haar kritiek op China en omdat ze Che zou trachten te 'trotskiseren' (sic). Celia hoopt op een proces van geleidelijke hervormingen naar meer pluralisme en vrijheden binnen het bestaande stelsel. Een begin zou de invoering van tendensrecht binnen de Cubaanse KP kunnen zijn. De roep naar blinde 'eenheid' tegen de Yankees is echter nog altijd even hard en vooral het middenkader van de PCC, die zichzelf in muurpropaganda roemt als 'partij van staal', verdedigt dit kritiekloos. Hogere kaders van de PCC waarmee we spraken, bleken hierover iets genuanceerder. Eén iemand sprak over Cuba als 'singuliere uitzondering': het eenpartijregime moet dus niet getheoretiseerd worden, maar heeft te maken met de specifieke omstandigheden van de imperialistische dreiging. Maar ondertussen blijft het openbaar debat nul, de informatie gecensureerd, de pers oersaai.

Met Fernando Martinez hadden we het o.a. over de geschiedenis van de Cubaanse revolutionaire beweging en hoe die is verdraaid en herschreven door de communistische partij, in navolging van de aanwijzingen vanuit Moskou. Een ander hoogtepunt van ons verblijf vormden de ontmoetingen met Myrna Torres, een prachtige, 78-jarige vrouw, die ooit een goede vriendin was geweest van Che. "Er wordt wel eens verteld dat ik verliefd was op Che, of omgekeerd, maar daar is niets van aan. Che viel enkel op blonde vrouwen, en ik had een Guatemalteeks lief." Die laatste zou later omgebracht worden door de Guatemalteekse anticommunistische dictatuur. Myrna leest ons verschillende passages voor uit Che's dagboeken, waarin hij naar haar verwijst. Ze vertelt in geuren en kleuren over haar ontmoetingen met Che voor de revolutie. Over hoe ze zonder haar man arriveerde op een door Che georganiseerd diner, en die laatste enorm ontgoocheld was dat zijn goede vriend er niet bij was. Myrna begreep niets van zijn overdreven reactie. 's Anderendaags echter vertrok Che met de Granma naar het oosten van Cuba om de revolutie te beginnen. Che en Myrna zagen mekaar pas terug toen zij na de revolutie in Cuba kwam wonen...

Blijkbaar houdt het sociaal systeem in Cuba bijzonder goed stand. Geen implosie zoals in Oost-Europa, noch de heimelijke herinvoering van het kapitalisme binnen een eenpartijstaat zoals in China. Het kleine ondernemerschap van de speciale periode in de jaren '90 is deels teruggeschroefd, de economie blijft gecollectiviseerd en gecentraliseerd. Vooral dat laatste is een goede zaak, aangezien meer autonomie voor het management van de bedrijven die sociale laag die ijvert voor het Chinese model, enkel zou versterken (en die laag bestaat in Cuba zeker). De Cubaanse revolutie kreeg een verharding van de blokkade te verduren, maar er waait ook een frisse wind: in Venezuela en Bolivië waart het spook van de revolutie en dat leverde Cuba al een aantal lucratieve contracten op. Economisch gezien is Cuba er beduidend beter aan toe dan 10 of 15 jaar geleden. Spijtig genoeg lijkt de politieke invloed van de verfrissende nieuwe initiatieven in Latijns-Amerika op Cuba voorlopig uit te blijven. In elk geval is de huidige toestand niet houdbaar op middellange termijn. Het is onmogelijk om een hoog opgeleide bevolking - met tienduizenden artsen die in het buitenland verblijven voor gratis geneeskundige hulp - de toegang tot informatie, vrije pers en vrije organisatie te blijven ontzeggen. Het Cubaanse regime kan niet onbeperkt de toegang tot het internet verbieden voor gewone Cubanen.

Geleidelijke en voorzichtige hervormingen naar meer democratie (en niet naar meer markt), gesteund door de nieuwe dynamiek in Latijns-Amerika: dat was zowat onze conclusie. De steun voor de idealen van de revolutie en het verzet tegen het imperialisme blijven ondertussen groot, ook bij niet overtuigde communisten. Wat in '59 op het eiland is gebeurd, was dan ook een echte revolutie met massale steun. Een contrarevolutionaire machtsgreep, zoals in de Soviet-Unie onder Stalin, waarbij alle revolutionairen van het eerste uur werden vermoord, is er dan ook niet geweest. Fidel is en blijft een held. Door zich rechtstreeks op de massa van de bevolking te beroepen, weet hij van tijd tot tijd in te gaan tegen de bureaucratische tendens, zonder die helemaal aan de wortel uit te roeien.

Leuk was oudejaar, dat we doorbrachten in Havana Vieja. Reeds lange tijd bestaat daar de gewoonte om klokslag op middernacht van op de balkons van de oude binnenstad alle voorbijgangers beneden met emmers water nat te gooien. Een half uur, tot een uur lang, zijn ze in het dolle heen om mekaar en de mensen op straat te besproeien. Onmogelijk is het om droog uit de smalle straatjes te geraken...

De komende maanden gaan we zeker wel wat activiteitjes opzetten met een discussie over Cuba en de revolutie in Latijns-Amerika, onder andere op basis van ons reisverslag.

Hartelijke groeten, M.


Ontmoeting met Juan Carlos Marsán

Verantwoordelijke van het Cubaanse centraal comité voor Europa

Juan Carlos Marsán : " Na de val van de Soviet-Unie kende Cuba een moeilijke tijd, die de 'speciale periode' werd genoemd. 85% van onze handel verliep met de Sovjet-Unie. Dertien miljoen ton petroleum kwam jaarlijks uit de Sovjet-Unie. In vier jaar tijd liep het BNP terug met 36 %. Dat zorgde voor een echte crisissituatie. Fidel sprak toen over de 'nul-optie': het land doen functioneren zonder petroleum. Het doel was de sociale verworvenheden te behouden. In heel die periode is er nooit één hospitaal of één school gesloten! Dat is het mirakel van het verzet in Cuba. Het Cubaanse volk identificeert zich dan ook sterk met de revolutie en vindt zelfbeschikking en onafhankelijkheid van     levensbeling. Er is een groot vertrouwen in de partij en haar leiders. De Cubaanse KP telt nu meer dan 800.000 leden, wat een groei is in vergelijking met de jaren '90. Ons menselijk kapitaal is een product van de revolutie. Van economische afhankelijkheid gingen we naar een diversiteit aan diensten als onderwijs, gezondheidszorg en informatica voor de bevolking.  30.000 Cubaanse medici verblijven in 60 landen. Ons alfabetiseringsprogramma wordt in vele andere landen toegepast. In 2006 kende Cuba een economische groei van 12,5 %. Dat is de hoogste groei in Latijns-Amerika. Tegelijk echter versterkt de blokkade. Er kwam het plan Bush, dat voorziet in de annexatie van Cuba. Cuba doet een inspanning om zijn buitenlandse handel te diversifiëren, b.v. naar China en Venezuela toe. Er zijn een aantal nieuwe integratieprojecten, zoals Mercosur of ALBA. De Europese Unie heeft sinds enkele jaren geen eigen Cuba-politiek meer, maar volgt nu de VS. Zo nam de EU in 2003 maatregelen tegen Cuba."


Ontmoeting met Oscarito

Verantwoordelijke van het Cubaanse centraal comité voor het departement internationale relaties

Oscarito: "Reeds zeven jaar na elkaar kent Cuba een economische groei, maar er blijven moeilijkheden, zowel intern als extern. De VS-blokkade tegen Cuba heeft zware negatieve gevolgen: 4 miljard dollar schade in 2006 (tegenover een totaal bedrag van 9 miljard dollar die de invoer bedroeg in Cuba in 2006). Cuba heeft een heel open economie, is dus afhankelijk van de export en van de prijzen van olie en grondstoffen op de internationale markt. Cuba heeft een grote landbouwoppervlakte, maar is toch niet zelfvoorzienend. Daarom is geld voorzien voor de invoer van voedsel, waarvan de wereldmarktprijzen aan het stijgen zijn. Dat neemt niet weg dat wij blijven investeren in sociale voorzieningen, die de kwaliteit van het leven (b.v. gezondheid) verbeteren. Cuba kent een      levensverwachting van bijna 80 jaar. Sinds kort exporteert Cuba ook diensten. We hebben weinig nationale grondstoffen: een beetje olie, veel zon (maar daar wordt nu te weinig gebruik van gemaakt). De belangrijkste grondstof die we hebben is de menselijke intelligentie.

Deze politiek staat in schril contrast met de rest van Latijns-Amerika. Volgens CEPAL is er weliswaar een gemiddelde groei van 5,3 % in Latijns-Amerika, maar de pro-blemen van armoede en ongelijkheid door het neoliberalisme nemen toe. Daardoor is een veranderingsproces ingezet door de linkerzijde. De massa's zijn tegen het neoliberalisme eigen oplossingen aan het zoeken. In die context bevindt Cuba zich nu. Cuba is helemaal anders dan de rest van Latijns-Amerika. Cuba wordt gekenmerkt door een grote politieke stabiliteit, ondanks de ziekte van Fidel. Op alle niveaus zijn in Cuba verschillende generaties aanwezig: de generatie van veteranen van de revolutie en de tweede en derde generatie van de revolutie. Daardoor is ons systeem geconsolideerd. 

Partners van Cuba en revolutie in Latijns-Amerika

Buiten de sociaal-democratie en de KP's zijn er nu nieuwe krachten ter linkerzijde. Belangrijk is eenheid en samenhang te zoeken om ervoor te zorgen dat dit proces onomkeerbaar wordt. De confrontaties binnen de linkerzijde in Latijns-Amerika maakten precies dat de revolutie een  nederlaag leed. Chavez is bepalend voor de revolutie in Venezuela. Zonder Chavez heeft het proces geen structuur. Er is echter één eengemaakte samenhangende partij nodig om de massa te leiden. Misschien is Cuba wel een uitzondering wat betreft het meerpartijen-stelsel. In Cuba is er één partij en dat heeft te maken met de nabije aanwezigheid van de VS. Dat hoeft niet per sé overal zo te zijn. 

In Venezuela wordt gesproken over het socialisme van de 21ste eeuw. Dat is een proces. Niemand heeft nu een duidelijk beeld, een blauwdruk van waar dat naartoe gaat. Cuba levert een bijdrage in dit proces op het sociale terrein (medische hulp, know how). Dat heeft positieve politieke effecten. Nu is er ook een revolutionair proces in Bolivië. Doordat de VS sterk betrokken zijn in Irak, kunnen ze onmogelijk dezelfde agressie tonen in Latijns-Amerika. Ze proberen wel hun economische controle uit te oefenen, een media-offensief te organiseren en gezagsondermijnende acties te ondersteunen. De algemene conclusie van de Cubaanse KP is echter dat het imperialisme aan het verzwakken is en dat dit proces onomkeerbaar is. We zien nu al dat China, Rusland en andere mogendheden een grotere rol opeisen in de wereldpolitiek."


Ontmoeting met Celia Hart

"Es una maravilla!!", riep Celia Hart uit toen ze vernam dat de Belgische SAP officieel was uitgenodigd door het centraal comité van de Cubaanse KP. "Dat is voor ons echt een hart onder de riem en een steun voor alle revolutionaire kritische stemmen in Cuba". Celia Hart is niet uitgesloten uit de Cubaanse KP, maar "gedesactiveerd" sinds mei 2006. Ze was al lange tijd militante aan de basis, maar ze schreef kritisch over China en over de democratie in Cuba. Van twee dingen werd ze beschuldigd: ze mocht Che niet trotskiseren. Ze antwoordde daarop dat ze eerder Trotsky guevariseert. Vervolgens wordt haar kwalijk genomen dat ze kritisch schrijft over China in een periode dat de relaties tussen Cuba en China zeer hecht zijn. "Ze zeiden dat het beter was me te desactiveren. Dat zou me meer vrijheid geven, want binnen de partij moet de politieke lijn strikt gevolgd worden. Ze zetten me verder helemaal niet onder druk." Celia ondervindt geen probleem op het vlak van haar job. Wel wordt haar boek niet voorgesteld op de boekenbeurs. Twee jaar geleden werden wel boeken van Trotsky verkocht op de beurs. Op 21 augustus 2006 vermeldde de presentator op de Cubaanse TV ook dat Trotsky die dag was gestorven, zoveel jaar geleden. Ze spraken over hem als "een Russische revolutionair met controversiële ideeën."

Celia Hart: "In een zeer lang interview van Ignacio Ramonet, hoofdredacteur van Le Monde Diplomatique, met Fidel Castro, deed Fidel de volgende opmerkelijke uitspraken: "Als de aanval op de Moncada zou zijn geslaagd en als Stalin toen nog aan de macht zou geweest zijn, dan had Stalin de Cubaanse revolutie nooit hebben laten winnen." Verder in het interview zegt Fidel dat Trotsky de belangrijkste revolutionair was na Lenin. Op de vraag van Ramonet of Che Guevara trotskist was, antwoordde Fidel: "Neen. Als Che trotskist zou geweest zijn, wat ben ik dan? Ik heb Stalin meer bekritiseerd dan Che!"

Celia Hart werkt momenteel aan een doctoraat in de hedendaagse geschiedenis. "De Cubaanse geschiedenis is sinds Marti heel erg radicaal en anti-bureaucratisch. Kijk maar naar Antonio Mella, de oprichter van de Cubaanse KP. Mella kwam naar Cuba met het programma van de Russische linkse oppositie op zak. Mella was het eerste slachtoffer van Stalin. Hij werd door Machado vermoord in 1929."

"Wat ik hoorde over de permanente revolutie bij Trotsky, dat had ik al van Che gehoord. De kern van Trotsky's denken zijn de permanente revolutie en het internationa-lisme. Ik kom oorspronkelijk niet voort uit het trotskisme, maar uit het guevarisme", aldus Celia Hart. De vader van Celia, Armando Hart, had voor 1953 een organisatie in Bolivië, de MNR, die 'half-trotskistisch' was. In Cuba was Armando een organisator van de beweging van de 26ste juli. Armando Hart is altijd een antistalinist geweest en was heel bevriend met Che Guevara. Na de revolutie werd Armando Hart minister van onderwijs. Het was toen dat de belangrijke alfabetiseringscampagne plaatsvond. Daarna was hij nog secretaris van de Cubaanse KP en hielp hij mee verhinderen dat de pro-Moskou stalinisten van de PSP teveel voet aan de grond zouden krijgen in de Cubaanse KP. De moeder van Celia was één van de twee vrouwen die deelnamen aan de aanval op de Moncada kazerne.

Hervormingen naar links, niet naar rechts

Celia Hart vindt democratie binnen de KP cruciaal. "We moeten veeleer hervormingen naar links proberen en niet naar rechts zoals gewoonlijk het geval is. Spelen met de mechanismen van het kapitalisme is altijd erg gevaarlijk. Beginnen met liberaliseren is zoals je eerste sigaret. Je geraakt er uiteindelijk niet meer van af. In Cuba is er op dit moment geen evolutie naar een markteconomie zoals dat het geval is in China, Vietnam of Korea. Er kan worden geëxperimenteerd met meer politieke democratie. Daartoe moeten er volgens mij absoluut tendensen toegelaten worden binnen de KP. Meer partijen toelaten is geen onmiddellijke optie. Velen, ook ik, zouden nooit willen militeren in een andere partij dan die van Fidel. Wel zijn er meerdere tendenzen nodig binnen de KP."


Ontmoeting met Fernando Martinez

De kritische Cubaanse intellectueel. Martinez is een vurige verdediger van het socialisme, maar weigert te zwijgen over de politieke problemen van het regime.

"De Cubaanse revolutie vond plaats in omstandigheden die maakten dat de sovjet-ideologie haar plaats niet had bij ons. De revolutie was niet alleen niet geleid door een communistische partij, wat meer is, de toenmalige Cubaanse communistische partij dacht dat een revolutie in Cuba onmogelijk was en dat het een grote vergissing zou zijn. Nochtans kon er in Cuba geen oplossing gevonden worden buiten de socialistische revolutie. Dat terwijl de dominante ideologie binnen het wereldsocialisme ons vertelde dat bij ons de voorwaarden niet vervuld waren om een revolutie te maken. Dat wij hooguit een burgerlijke democratische revolutie konden realiseren.

Cuba was een neokolonie van de VS, een goed ontwikkelde neokolonie. In Cuba was het kapitalisme 150 jaar geleden al sterk ontwikkeld. Cuba diende als basis voor de reproductie van de Europese en Noord-Amerikaanse arbeider (toen al was Cuba de eerste wereldproducent van suiker). Marx zei in hoofdstuk 24 van deel 1 van het Kapitaal: "Opdat er een verborgen slavernij van het salariaat kan bestaan in Europa, moet er een openlijke slavernij bestaan in Amerika." Met één miljoen slaven die uit Afrika kwamen in de 19e eeuw, produceerden wij hier dus een enorme hoeveelheid suiker voor de wereldmarkt met heel moderne machines. Wij hebben hier in Cuba de eerste spoorweg gehad, voor Spanje en voor Italië! Slechts 9 jaar na Engeland. Tweehonderd jaar geleden hadden we hier al stoommachines. We hadden hier in Cuba de eerste telefoon, telegraaf en de eerste onderzeese kabel van heel Latijns-Amerika. Er was hier dus een sterke ontwikkeling en tegelijkertijd een heel brutaal uitbui-tingssysteem. De onafhankelijkheid van Cuba is niet op dezelfde manier tot stand gekomen als elders in Latijns-Amerika. Ze vond plaats 70 jaar later. De Cubaanse burgerij stond niet te trappelen voor haar onafhankelijkheid.

Socialistische revolutie

Toen de revolutie zegevierde in 1959, betekende dit ook een overwinning van de Cubaanse socialistische revolutie. Fidel is heel briljant, maar hij heeft dit niet uitgevonden. Het zat reeds ingebakken in heel de Cubaanse voorgeschiedenis. De Cubaanse KP vond Fidel zelfs een putschist, een avonturier, een kleinburger. Het KP-dagblad El Popular van Montevideo schreef zelfs dat de Cubanen van Fidel zeer zeker CIA-agenten waren! Het begin van de Cubaanse revolutie had dus heel weinig te maken met de officiële sovjet-ideologie. Vandaag is dit deel van de geschiedenis weinig bekend bij vele partijkaders, want er zijn zaken hier die verborgen gehouden worden of niet verteld worden. Toen Che nog in Cuba was, waren er veel debatten. Nadat hij in 1965 Cuba verlaatte, waren er zelfs nog meer en diepgaandere debatten, maar aan die periode is een einde gekomen rond 1970-1971.

Binnen het socialistisch blok was er een strikte taakverdeling. Cuba had bijvoorbeeld de kennis om 86 afgeleide producten te produceren van suiker, 35 jaar geleden al. Maar we waren verplicht om zuiver suiker te blijven produceren. De Comecon weigerde Cuba te industrialiseren. Dat is "in de onderontwikkeling houden". Het was ook de USSR die achter de Boliviaanse communistische partij zat toen Che aan het vechten was en daar vermoord werd. Wij beschouwden de houding van de Boliviaanse KP als verraad. Toen Che met Monje discussieerde, de algemeen-secretaris van de Boliviaanse KP, zei Monje: "Ik kan niet aanvaarden dat jij hier de baas zou spelen. Jij bent geen Boliviaan. " Che antwoordde hem: "Als het de Sovjet-minister van defensie was die je dit zou vragen, zou je hem ja antwoorden. "

Wij wisten ook heel goed hoe de USSR de VS hielpen tegen het sandinistische Nicaragua en hoe ze probeerden de revolutie in Salvador te likwideren. Cuba daarentegen was zeer intens betrokken bij deze twee revolutionaire bewegingen.

Iedereen weet hoe de USSR is ineengestort. Maar hier in Cuba is er daarover nooit een diepgaande discussie gevoerd. Ook het debat over de geschiedenis van de Russische oktoberrevolutie van 1917 en wat er in de 70 daaropvolgende jaren is gebeurd, werd nooit gevoerd in Cuba. Ik behoor tot een minderheid die sterk de noodzaak eis van een dergelijk debat.

In de jaren 90 gebeurt er iets belangrijks. De maatregelen die Cuba neemt om te overleven, leiden voor het eerst tot een sociale differentiatie omwille van de verschillen in inkomsten. Dat was voor ons heel hard om te aanvaarden. We wisten wel dat die verschillen onnoemelijk veel kleiner waren dan in andere landen zoals Brazilië bijvoorbeeld, maar hoe dan ook was dit voor ons een aanslag tegen het gelijkheidsprincipe. Sociale groepen beginnen zich te vormen die zich in een betere economische toestand bevinden. Ook al beweren ze zich niet politiek te willen organiseren, ze vertegenwoordigen een sociale kracht. Ze zouden morgen wel eens ambitie kunnen tonen voor de politieke macht. In Cuba werden vele kritieken geuit tegen die sociale differentiatie. In 1994 werd in het Cubaanse parlement duidelijk gesteld dat we nooit zouden toelaten dat zich in Cuba een sociale klasse van rijke Cubanen zou vormen.

Twaalf jaar geleden werd hier een wet gestemd die gunstig was voor buitenlandse investeringen. Maar in de praktijk ging het om investeringen waarbij Cuba de controle niet verliest. Vele investeerders zijn omwille van die beperkingen dan ook niet gekomen. Met Canada daarentegen hebben wij een sterke alliantie gesloten op het domein van de nikkelproductie. Cuba wilde betaald worden in moderne technologie. Dat soort technologie dat de Cubanen niet hadden en dat de USSR ons weigerde te geven. Cuba heeft zo haar productiesysteem gemoderniseerd, minder vervuilend en minder verbruik van energie. We hebben ook een gemengd nikkelbedrijf opgezet in Canada. Cuba is dus aanwezig op de wereldmarkt met haar producten via Canada. Onze pers spreekt niet over dat soort zaken, maar dankzij die economische activiteit zijn we bijvoorbeeld in staat lokomotieven te kopen van China.

Investeren in de mensen

Een ander belangrijk thema is dat Cuba sinds meer dan 30 jaar praktisch 1,5% van haar bruto binnenlands product besteedt aan hooggeschoold wetenschappelijk personeel. Dat klinkt vandaag misschien banaal en iedereen zegt nu dat dit noodzakelijk is voor de ontwikkeling van een land, maar 35 jaar geleden was dit een droom hier. Cuba heeft in de toegepaste wetenschappen en in de biologie een niveau dat de vergelijking kan doorstaan met eender welk land in de wereld. Cuba heeft ook in de sector van de geneesmiddelen en de landbouw een buitengewone ontwikkeling gekend met resultaten die onmiddellijk heel concreet kunnen toegepast worden. Cuba heeft vandaag bijvoorbeeld met Venezuela een diepgaande politieke relatie. De regering Chavez voert een sociale politiek, in een land dat potentieel heel rijk is, maar heel onderontwikkeld is, mede dankzij de aanwezigheid van 25.000 goed opgeleide Cubanen. De medische technologie uit Cuba levert zeer goede resultaten in de Derde Wereld. Zowat 1000 medische posten zijn in Venezuela uitgerust met deze Cubaanse medische technologie. In ruil voor deze diensten en producten van hoog niveau verkrijgt Cuba 4 miljoen ton petroleum van Venezuela. Op die manier wordt de ketting van ongelijke ruil doorbroken. Fundamenteel in de relatie tussen Cuba en Venezuela is de politieke wil. Als Cuba in de vorige decennia niet had gespecialiseerd in haar menselijke capaciteiten, dan hadden we dit soort gelijke deals nooit kunnen afsluiten.

Vandaag zitten we in een situatie van economische groei. Ik ben tegen het idee dat de economie de lokomotief is die de samenleving voorttrekt. In een antikapitalistisch regime is dit totaal fout. Vandaag hebben we in Cuba een betere situatie dan voordien. Er is "het gevecht van de ideeën", we hebben goede relaties met Venezuela en China. Met Canada ook. Het imperialisme is niet meer almachtig. In ‘67 verbood de VS Italië Cubaanse nikkel te kopen. Italië had Cubaans nikkel gekocht en de Noord-Amerikaanse regering dreigde ermee geen Italiaanse producten meer te kopen om twee redenen: omdat de Italiaanse producten die de Noord-Amerikanen zouden kopen Cubaans nikkel zouden kunnen bevatten en  omdat Italiaanse producten zouden kunnen gemaakt zijn met machines die Cubaans nikkel zouden kunnen bevatten. In de twee gevallen was dit een overtreding van de Noord-Amerikaanse wet die een blokkade oplegt tegen Cuba. En de Italiaanse regering is geplooid voor de eisen van Washington.

Ik ben geen profeet, maar we kunnen stellen dat we vandaag een stabiele politieke situatie kennen in Cuba. Sommigen zullen dit ontkennen, maar de feiten tonen dit aan. In juli bijvoorbeeld, op het moment dat Fidel publiek verklaart dat hij ziek is, verklaarden Noord-Amerikaanse functionarissen onmiddellijk dat ze hun plan gingen activeren om vanaf de volgende dag grote groepen Cubaanse bootvluchtelingen op te vangen die uit Cuba zouden wegvluchten. Ze noemden zelfs het cijfer van honderdduizenden mogelijke Cubaanse bootvluchtelingen. Dat was belachelijk! Daar is niets van in huis gekomen. De correspondente van Associated Press stond versteld van het feit dat de Cubanen gewoon in de rij bleven staan om de bus te nemen, dat iedereen naar het werk bleef gaan en dat de muzikanten in Habana Vieja muziek bleven spelen voor de toeristen. En dat terwijl Fidel ziek was. Ze stond er versteld van ! "

Naar boven