Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Jaap Kruithof: Venceremos PDF Print Email
Geschreven door David Dessers op donderdag, 26 februari 2009

Op woensdag 25 februari stierf Jaap Kruithof, -professor moraalfilosofie, schrijver en linkse opiniemaker. Kruithof behoorde tot een generatie van marxistische intellectuelen die in de tweede helft van de twintigste eeuw het katholieke Vlaanderen op zijn grondvesten deed daveren en die mee de inhoudelijke fundamenten legde voor de radicalisering van 68 en alles wat daarop volgde. Hij was een faire vechter, een aanstekelijke spreker, een onverbiddelijke debattant, een ecosocialist avant la lettre en een religieuze humanist. Zijn dood confronteert ons met het einde van een generatie.

Zelf kreeg ik les van Jaap Kruithof begin jaren 90 aan het RITS in Brussel. Zijn vak kreeg de naam culturologie mee. Het waren onvergetelijke lessen. Dag één. Kruithof komt binnen in de grote aula in Sint-Pieters Woluwe. Hij neemt plaats aan zijn bureau, met op de achtergrond een groot rookverbodsteken. Hij steekt een sigaret op en spreekt ons toe: “Ik ben een anarchist, ik heb lak aan regels”. Nauwelijks één minuuut daarna klaagt hij erover dat de zon in zijn ogen schijnt. Hij wijst naar één van de studentes op de eerste rij en zegt: “Jij daar, doe de gordijnen eens dicht. Vanaf nu is dat jouw verantwoordelijkheid. Telkens wanneer ik zeg dat het moet, doe jij de gordijnen open en dicht.” Het waren van die leuke en bewuste provocaties en contradicties die Kruithof gebruikte om jonge mensen aan het denken te zetten over autoriteit en maatschappelijke conditionering.

Zelf was hij allebeshalve autoritair in onze lessen. “Sommige docenten en proffen denken dat ze de fascist moeten uithangen wanneer ze examens afnemen”, vertrouwde hij ons toe in de gangen van het RITS. Bij hem was dat even anders. Tijdens je examens een sigaretje gaan roken, waarom niet? Even overleggen met een buur, moet kunnen. Kruithof was dan ook vooral bezig met het aanscherpen van onze kritische geest, eerder dan met feitenkennis, en dat vertaalde zich ook in de examenvragen. Elke eerstejaarsstudent moest voor hem een paper van 20 bladzijden neerpennen. De opdracht luidde alsvolgt: “Probeer je in te beelden dat je een marsmannetje bent dat voor het eerst een stap op aarde zet. Bekijk door die bril de Westerse samenleving en het gedrag van de Westerse mens.” Een stevige en creatieve oefening voor 18-19 jarigen en opnieuw een poging om hen hun ingepompte conditionering te laten inzien. Zijn lessen waren de drukst bijgewoonde van de hele mediaschool.

Op dat moment waren het liberale dandies als Jo Röpke die de plak zwaaiden in het RITS. Natuurlijk waren die linkse rakkers als Jaap Kruithof liever kwijt dan rijk. Ze hadden net toen een manier gevonden om Jaap buiten te smijten: de combinatie van een job in de hogeschool en aan de Unief zou een onaanvaardbare cumul zijn. Kruithof lostte dat op zijn eigen manier op: de laatste twee jaar aan het RITS werkte hij - naar eigen zeggen - als vrijwilliger. Hij vond het gewoon belangrijk om jonge mensen die een baan in de media voor ogen hadden, een andere kijk op de maatschappij mee te geven.

Later leerde ik Jaap Kruithof op een heel andere manier kennen. In Leuven kwam hij in 1995 spreken op uitnodiging van de SJW over zijn boek ‘Een wereld zonder stuurman’. De SJW was op dat moment een driemansorganisatie in Leuven en hoopte op een opkomst van pakweg 30 tot 40 mensen. Tot onze grote verbazing moesten we verhuizenvan lokaal gezien er plots 200 mensen voor de deur stonden te drummen. Zijn avonden waren een kruising tussen globale, intellectuele analyses over het mondiale kapitalisme en pure, onversneden humor. Het had écht iets van een links, politiek cabaret. Alleen ging iedereen wel met een duidelijke oproep tot engagement naar huis.

Jaap Kruithof kon impulsief en explosief zijn. Ik herinner me ons gesprek zeer goed toen ik hem thuis in Mortsel ging interviewen voor Rood. Hij woonde samen met zijn lieve vrouw in een villaatje, omgeven door groen. Ik werd ontvangen in een voorkamertje met een cirkel van zeteltjes. Zeer typisch: aan elk zeteltje stond een asbak en hij zelf legde een stuk of 15 sigaretten klaar om het gesprek door te komen. Hij bekloeg zichzelf. Hij had namelijk in één of ander interview beweerd dat Yves Desmet ook elke week zijn whiskytje ging drinken bij de loge, terwijl de hoofdredacteur van De Morgen géén lid bleek te zijn van de vrijmetselarij. Overigens bleek hij een terechte en scherpe criticaster van die geheimzinnige loge (in tegensteling tot vele van zijn collega's en studenten). “Soms ben ik te snel met mijn boude meningen”, zo zat hij daar te kniezen. Een charmant beeld, van een twijfelaar die best wel doorhad wanneer hij te hard van stapel liep.

Jaap Kruithof was een vrije en vranke socialist. Tijdens de meeting ter nagedachtenis voor Ernest Mandel in september 1995 wilde hij geen plaatsnemen op de banken van de sprekers, gezien hem dat te sterk deed denken aan het autoritaire socialisme waarin de leiders zich buiten het volk plaatsten. Geen persoonsverheerlijking, vond Kruithof. Dan liever een gewone plaats tussen het publiek. Voor de organisatoren van de meeting ging het natuurlijk enkel en alleen om een praktische oplossing om de sprekers makkelijk de weg te laten vinden naar het spreekgestoelte. Tot hun verrassing bleek trouwens dat niemand anders Mandel zo sterk en teder de lucht in prees dan Jaap Kruithof. Het typeerde de mens Kruithof: geen privilegies voor hemzelf, grote warmte voor de mensen die hij waardeerde.

Ooit hoorde ik hem tekeer gaan tegen Matthias Lievens op Radio Centraal. Recht in de ether klonk het: “ik zal hier eens zeggen wat jij bent, een vuile leninist”. Dat kon tellen in een debatje tussen een net afgestudeerde filosofiestudent en een prof. Moraal. Later maakte hij het ruimschoots goed. “Voor jou zou dit soort van gedrag nog te tolereren zijn, maar op mijn leeftijd helemaal niet.” Dat typeert –nogmaals- die goeie Kruithof. Vranke meningen verkopen maar niet te beroerd zijn om zijn eigen standpunten bij te stellen.

Al die anecdotes doen allicht wat afbreuk aan zijn wetenschappelijke erfenis. Laat anderen daar dan maar eens hun licht op schijnen. Ik zag Jaap voor het laatst in Gent in de zomer van 2007. Ik mocht er samen met hem in een panel zitten tijdens één van de debatten die tijdens de Gentse feesten worden georganiseerd door Democratie 2000. Eric Goeman, de moderator en organisator van die debatten, werd door Kruithof zonder twijfel gezien als zijn politieke zoon. Jammer genoeg ging hij niet meer samen met sprekers eten. Bij ons afscheid sprak hij een bemoedigend woord. Een woord dat hem kenmerkt: Venceremos. We zullen winnen. Jaap, we zullen jou héél hard missen.

 

Naar boven