Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

De renaissance van het andersglobalisme? PDF Print Email
Geschreven door David Dessers op maandag, 06 april 2009
Twee recente evenementen zorgen voor een optimistische stemming in het kamp van de internationale andersglobalistische beweging. Ten eerste was er het Wereld Sociaal Forum, dat plaatsvond van 27 januari tot 1 februari 2009 in de Noord-Braziliaanse stad Belém. Ook enkele leden van de SAP namen deel aan dat WSF. De oproep van de sociale bewegingen, die aan het einde van dat WSF werd publiek gemaakt, blijkt bijzonder politiek en radicaal van toon. De oproep is getiteld: “Wij zullen niet opdraaien voor hun crisis. Voor anti-imperialistische,  antikapitalistische, antiracistische, feministische, ecologistische en socialistische alternatieven”. Bovendien zorgde de aanwezigheid van vier linkse Latijns-Amerikaanse presidenten op het Forum voor een boost aan politieke discussie. Ten tweede vinden er op het moment dat we dit artikel schrijven massale acties plaats tegen de top van G20 in Londen. Heel wat media reageren verrast; het andersglobalisme is nog steeds in staat tot massale mobilisaties.

Heel wat deelnemers van dat Wereld Sociaal Forum in Belém spraken achteraf over een renaissance van het andersglobalisme. Die optimistische stemming had meerdere oorzaken. Hoe dan ook slaagde het WSF er in 2009 in om één van de grootste edities sinds de start neer te zetten, met bijna 140.000 deelnemers. Vele zielen, veel vreugde. Voorts was er een bijzonder zichtbare betrokkenheid van de indigene volkeren uit het Amazonewoud en de Andes. Ook dat gaf een nieuwe dimensie aan het WSF. Maar nog belangrijker was dat er in Belém een poging ondernomen werd om het politieke debat een sterkere plaats te geven in het forum en met duidelijkere standpunten naar buiten te komen aan het einde ervan.

Dit was zonder twijfel ook een reactie op de opborrelende kritieken van de jongste jaren. Heel wat founding fathers en mothers van het andersglobalisme hadden tijdens de afgelopen twee jaar immers gesteld dat het Wereld Sociaal Forum zijn relevantie dreigde te verliezen omdat het te zeer verworden was tot een soort van neutrale open discussieruimte, dat zich de facto verwijderde van de reële politieke en sociale strijd. Het was de Filippijnse professor Walden Bello die de kat de bel aanbond toe hij stelde: “Nogal wat stichtende leden van het WSF hebben het ‘open ruimteconcept’ geïnterpreteerd op een liberale manier. Die houdt in dat het WSF geen enkel expliciet politiek standpunt of geen enkele specifieke strijd kan ondersteunen, en dat de deelnemende groepen vrij zijn om dat al dan niet te doen. En dat terwijl anderen de idee van een ‘open ruimte’ op een geëngageerde wijze interpreteerden, waarbij bepaalde standpunten het halen van andere en waarbij er openlijk kant gekozen wordt in een aantal sleutelstrijden. Vanuit die invalshoek bekeken, verkeert het WSF in de illusie boven die strijd te staan, waardoor het een soort van neutraal forum wordt waar de debatten in toenemende mate geïsoleerd raken ten opzichte van de actie. (...) Een WSF dat geen standpunt inneemt ten opzichte van de oorlog in Irak, de zaak van de Palestijnen of de Wereld Handelsorganisatie maakt zichzelf veel minder relevant en inspirerend voor al die netwerken die het tot stand hebben gebracht”.

‘Vergadering der vergaderingen’

De wereldwijde financiële en economische crisis zorgde ervoor dat het fundamentele politieke debat hoe dan ook centraler kwam te staan tijdens het WSF van Belèm. Maar er werd ook gesleuteld aan de structuur zelf van het WSF.  Zo werd het forum dit keer niet afgesloten met de traditionele ‘Vergadering van de sociale bewegingen’, maar met een –let op de typische andersglobalistische semantiek- ‘Vergadering der vergaderingen’.  Het was een grote bijeenkomst op de laatste dag van het forum die tot doel had om de besluiten en beslissingen van een heleboel thematische werkgroepen én de Vergadering van de sociale bewegingen te bundelen en publiek te maken.  Op die manier worden ze toch voorgesteld als de resultaten van een week overleg. Het engageert het WSF meer in zijn geheel. Bovendien maakte dus ook de ‘Oproep van de sociale bewegingen’ deel uit van deze ‘Vergadering der vergaderingen’. Ook daar zie je dat de opstellers ervan overduidelijk een stapje verder zijn gegaan dan gebruikelijk. Terwijl die oproep in het verleden vaak leek op een catalogus van de actieafspraken en campagnes van het jaar dat erop volgde, gaat de oproep van 2009 een stuk verder.

De titel is meteen veelzeggend: “Wij zullen niet opdraaien voor hun crisis. Voor anti-imperialistische,  antikapitalistische, antiracistische, feministische, ecologistische en socialistische alternatieven”. De oproep ademt een antikapitalistische kijk op de wereld uit: “Om deze crisis te boven te komen moeten we het probleem bij de wortel aanpakken en zo snel mogelijk werk maken van de opbouw van een radicaal alternatief, dat een einde maakt aan het kapitalisme en de patriarchale dominantie.” De tekst spreekt zich ondermeer uit voor de nationalisatie van de bankensector, voor arbeidsduurvermindering zonder looninlevering, voor voedselsoevereiniteit en energie-onafhankelijkheid van landen, tegen oorlogen en voor de ontmanteling van militaire basissen buiten het eigen grondgebied, voor het recht op grond, land, werk, onderwijs en gezondheidszorgen en de democratisering van de communicatiemiddelen.

Socialisme van de 21ste eeuw

Vanuit de Belgische context bekeken lijkt het wel op een radicaal linkse eisenbundel.  Maar in Latijns-Amerika zitten er nu éénmaal een aantal linkse regeringen in het zadel die in de praktijk werk trachten te maken van wat ze het socialisme van de 21ste eeuw noemen. Die regeringen kwamen bovendien steevast aan de macht na een periode van hevige strijd vanuit de sociale bewegingen. Het was overigens de Venezolaanse president Hugo Chavez die tijdens het WSF van 2005 in Porto Alegre in een historische toespraak in een sportarena het begrip ‘socialisme van de 21ste eeuw’ lanceerde.

In Belém was Chavez opnieuw op de afspraak, gezien hij samen met nog drie andere linkse presidenten door een aantal belangrijke sociale bewegingen was uitgenodigd om het debat aan te gaan met de sociale bewegingen. Naast Chavez ging het om Raphaël Correa van Ecuador, Fernando Lugo van Paraguay en natuurlijk Evo Morales van Bolivië. Opvallend, de Braziliaanse president Lula mocht er van de sociale bewegingen niet in, omwille van het hoge neoliberale gehalte van zijn beleid. Trouwens, het scheelde geen haar of ookCorrea was de toegang geweigerd. Daags voor de bewuste activiteit verscheen er immers een communiqué van de CONAIE, de koepel van indigene volkeren uit Ecuador waarin ze stelden dat Correa wat hen betreft “persona non grata” was. Ze hekelden de politiek van Correa die erop gericht is om buitenlandse investeerders in de mijnbouw aan te trekken en die volgens hen rechtstreeks hun eigen leven en woonzones bedreigt. Correa mocht er uiteindelijk toch in en greep van de weeromstuit naar een bijzonder radicaal discours over het socialisme van de 21ste eeuw om zijn hagje te redden. De Latijns-Amerikaanse media focusten sterk op het weigeren van Lula en de breuk tussen die laatste en het WSF.

De vier presidenten werden niet opgehemeld of enkel maar toegejuichd. Integendeel, voor een publiek van een duizendtal vertegenwoordigers van uiteenlopende bewegingen werden ze eerder kritisch op de rooster gelegd. Maar hun aanwezigheid werd wel gesmaakt, bracht meer politiek debat ten gronde binnen in het WSF en gaf de aanwezigen het gevoel dat er misschien wel voor het eerst op regeringsniveau bondgenoten zijn die de uitgangspunten en waarden van het andersglobalisme delen.In die zin betekende Belém misschien wel een eerste stapje in de richting van sociale fora die opnieuw de motor kunnen zijn van sociale strijd en die de opbouw van vormen van mondiale, continentale en regionale tegenmacht bespoedigen. Er wordt nu zelfs gesproken over een evenement van het Wereld Sociaal Forum in Gaza. Walden Bello zal het allicht graag horen.

Post-andersglobalisme

Inmiddels verscheen er ook een opmerkelijke tekst van Bernard Cassen en Christophe Ventura van Attac-Frankrijk. In die tekst hebben ze het over het –hou je even vast- post-andersglobalisme. Zo’n term kan natuurlijk enkel bedacht worden in de intellectuele kringen van Parijs. Maar wat wordt ermee bedoeld? Samengevat komt het erop neer dat de wereld van vandaag er fundamenteel anders uitziet dan die van tien jaar geleden, toen het andersglobalisme zich op gang trok in Seattle. Het neoliberalisme heeft zich inmiddels zelf behoorlijk in de prak gereden, met de huidige financiële en economische crisis. Dat zorgt ervoor dat de zogenaamde Washington-consensus van indertijd op springen staat. Daarnaast worden de grote kapitalistische blokken van tien jaar geleden – VS, EU en Japan- vandaag geconfronteerd met de opkomst van nieuwe, sterk groeiende economieën als China, India, Brazilië en zelfs Rusland. Hoe dan ook knaagt dit aan de mondiale krachtsverhoudingen. Komt daar nog eens bovenop dat er in Latijns-Amerika een aantal regeringen in het zadel zitten die voor het eerst daadwerkelijk een andere koers voorstaan. De conclusie van die Franse Attac’ers luidt dat het doorbreken van de Washington-consensus ook wel eens zou kunnen leiden tot het doorbreken van de andersglobalistische consensus.

Wanneer alles en iedereen voorstander is van een winnend neoliberalisme is het evident om over de onderlinge verschillend heen ook alles en iedereen die daartegen gekant is samen te brengen. Maar als het neoliberalisme zelf in crisis zit en er daadwerkelijke alternatieven opduiken zijn er misschien wel nieuwe configuraties van sociaal verzet nodig. De Parisiens verwijzen in dat verband ook naar de strijd tegen de ratificatie van de Europese grondwet in Frankrijk. Binnen al die krachten van het andersglobalisme had je drie posities. Sommigen waren tegen, zoals Attac. Weinigen waren voor. Maar de meeste krachten hadden er geen standpunt over. Attac voerde dan maar samen met onder andere een aantal politieke partijen campagne tegen die neoliberale EU-grondwet. En ook daar zie je weer een nieuwe configuratie opduiken. In de wereld van tien jaar geleden was bijna heel de politieke wereld in de ban van het neoliberalisme. Evident dat er dan een grote afstand heerste tussen het sociale en het politieke. Vandaag is de situatie anders en loopt de breuklijn anders: tussen consequent antineoliberale krachten op sociaal én politiek niveau tegenover zij die het neoliberalisme absoluut palliatieve zorgen willen blijven toedienen.

Naar boven