Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

De linkse lente van Venezuela, Bolivia en Ecuador PDF Print Email
Geschreven door Eric Toussaint op donderdag, 22 mei 2008
In Venezuela, Bolivia en Ecuador staan er linkse regeringen aan het roer die de natuurlijke rijkdommen terug in publieke nemen. Uiteraard gebeurt dat niet zonder slag of stoot en doen de kapitalistische landen, VS op kop, er alles aan om deze evoluties te blokkeren. Eric Toussaint beschrijft wat er gaande is in Latijns-Amerika en welke tegenstrategie de Verenigde Staten volgen.

Drie categorieën van landen, plus Cuba

In Latijns-Amerika zijn er op dit moment drie grote categorieën van regeringen, buiten Cuba. Ten eerste de rechtse regeringen, bondgenoten van Washington. Zij spelen een actieve rol in de regio en nemen een strategische positie in: de regering Uribe in Colombia, Alan Garcia in Peru en Felipe Calderon in Mexico. Ten tweede de zogenaamde "linkse" regeringen, die een neoliberale politiek verderzetten en hun nationale of regionale burgerijen steunen in hun projecten: Brazilië, Uruguay, Chili, Nicaragua en ook de regering van Cristina Fernando Kirschner van de Argentijnse peronisten. Dat zijn sociaal-liberale regeringen die een neoliberale politiek voeren. Ze verzachten de neoliberale pil een beetje door humanitaire bijstandsprogramma's uit te voeren. In Brazilië krijgen arme families bijvoorbeeld wat steun van de regering en de Argentijnse regering heeft een werkgelegenheidsplan opgezet. Sommige van deze regeringen proberen hun relatie met Washington te verbeteren door o.a. vrijhandelsakkoorden af te sluiten. Chili ondertekende een vrijhandelsakkoord met de VS en ook Lula in Brazilië zoekt een akkoord met Washington rond een aantal politieke thema's. Maar tegelijkertijd blijven er sterke meningsverschillen bestaan tussen de regering Lula en de USA. Die meningsverschillen hebben te maken met de exportbelangen van de eigen Braziliaanse burgerij op vlak van landbouw en een aantal industriële sectoren. De derde categorie landen zijn Venezuela, Bolivia en Ecuador. Zij hebben af te rekenen met een actieve oppositie van belangrijke sectoren van de plaatselijke kapitalistische klasse en van Washington. Cuba vormt op zichzelf een vierde categorie.

Het belang van volksmobilisaties...

Enkele woorden over de derde categorie landen: Venezuela, Bolivia en Ecuador. We kunnen de politiek van die landen slechts begrijpen als we rekening houden met de belangrijke volksmobilisaties. Vier rechtse presidenten werden in Ecuador naar huis gestuurd tussen 1997 en 2005 dankzij grote mobilisaties van de bevolking. In Bolivia was er een belangrijk gevecht tegen de privatisering van het water in april 2000 en eind 2004. De mobilisaties rond het gas in Bolivia in oktober 2003 deed de president Gonzalez van zijn voetstuk tuimelen. Venezuela kende in 1989 reeds belangrijke volksmobilisaties die het begin inluidden van grote acties tegen het Internationaal Muntfonds. Maar nog spectaculairder waren de enorme volksmobilisaties van 12 april 2002. Dat waren spontane volksbetogingen als protest tegen de staatsgreep tegen Chavez. Die mobilisaties hadden als rechtstreeks gevolg de terugkeer van Hugo Chavez in het presidentieel paleis Miraflores op 13 april 2002. Grote volksmobilisaties zijn een beslissende factor in het bestaan en in het overleven van de regeringen in Venezuela, Bolivia en Ecuador.

... en van een grondwetsherziening

Een tweede belangrijk punt is de hervorming van de grondwet. Chavez voerde in 1999 met succes een belangrijke grondwetshervorming door, die meer culturele, economische en sociale rechten gaf aan de meerderheid van de bevolking. Die hervorming inspireerde later de regeringen van Bolivia en Ecuador om hetzelfde te doen. In 2007 heeft Bolivia een nieuwe grondwet aangenomen en in Ecuador is men een nieuwe grondwet aan het uitschrijven.

Dit zijn echt diepgaande hervormingen! Een referendum werd georganiseerd om al dan niet een grondwetshervorming door te voeren en er werd een grondwetgevende vergadering samengesteld. In Ecuador is er een hervormingsproces bezig dat brede lagen van de bevolking bezighoudt. De huidige president Rafael Correa werd eind 2006 verkozen met een grote meerderheid zonder dat hij een politieke partij of parlementsleden achter zich had. Ondanks de sterke oppositie van de rechterzijde en van alle media – in Ecuador is er geen enkel openbaar televisiekanaal – won Correa met 82 procent van de uitgebrachte stemmen. De politieke beweging die Correa in de loop van 2007 heeft opgericht won de laatste parlementsverkiezingen met meer dan 70 procent van de stemmen. Als je daar zijn bondgenoten bijtelt, geniet hij van een meerderheid van meer dan 80 procent. Vandaag is er in Ecuador een grondwetgevende vergadering, waarbij sociale bewegingen permanent worden uitgenodigd zodat beter rekening kan gehouden worden met hun voorstellen. Op die manier wordt de nieuwe grondwet gedragen door een brede meerderheid van de bevolking. Het is dus een zeer open en interessant proces. We zien hier dus een diepgaand hervormingsproces van de grondwet.

In Bolivia ging het hervormingsproces gepaard met veel meer conflicten. De partij van Evo Morales, de MAS, won wel de meerderheid van de parlementsleden (55%), maar heeft geen 2/3e meerderheid die nodig is om de grondweg te herzien. De rechtse minderheid beschikt dus over een blokkeringsminderheid van meer dan een derde. Uiteindelijk werd de nieuwe grondwet aangenomen in december 2007. De twee derde meerderheid werd behaald, dankzij de afwezigheid van een belangrijke rechtse partij. Deze grondwetshervorming in Bolivia is dus zeker legitiem. De inheemse bevolking was sterk gemobiliseerd. De rechterzijde ook en kwam in actie met een racistische campagne en met een dreiging tot een territoriale afscheiding.

Venezuela, Bolivia, Ecuador: terug controle over natuurlijke rijkdommen

Een derde belangrijk punt: de regeringen van Venezuela, Bolivia en Ecuador hebben maatregelen genomen om de openbare sector terug te ontwikkelen en een controle te verwerven over de natuurlijke grondstoffen. In Venezuela nam de staat de controle over van de grote petroleummaatschappij. Dat verliep niet zonder slag of stoot. De kapitalistische klasse dankte 13000 werknemers af in 2002 en organiseerde een lock-out om het land lam te leggen. Vier weken lang heeft dat geduurd. Het Bruto Binnenlands Product van Venezuela zakte in elkaar in de eerste maanden van 2003, maar uiteindelijk wist de staat de controle over de petroleummaatschappij weer in handen te krijgen. Vorig jaar kreeg de Venezolaanse staat ook de controle in handen over een belangrijk petroleumveld. Dat leidde tot een herziening van de contracten met de grote petroleummultinationals die actief zijn in Venezuela. In Venezuela wordt twee derde van de petroleum geproduceerd door de staat en een derde door de grote petroleummaatschappijen. Maar vandaag gebeurt dat binnen het kader van nieuw onderhandelde contracten, waarbij de staat meer winst in de wacht sleept dan voordien het geval was.

Bolivia nationaliseerde in 2006 de petroleum en de gasproductie. Evo Morales wendde het leger aan om de petroleumvelden onder controle te krijgen, maar de multinationals blijven daar actief. De staat is wel eigenaar van de natuurlijke rijkdommen, maar het zijn de grote petroleummultinationals die de petroleum en het gas uitbaten. Vandaar het strategisch belang van de akkoorden tussen Venezuela en Bolivia die aan Bolivia zullen toestaan een petroleummaatschappij op te zetten om zelf petroleum en gas te ontginnen en te rafineren. Bolivia heeft geen rafinaderijen, Ecuador ook niet. Ecuador exporteert petroleum en voert brandstof in omdat er geen rafinaderijen zijn. Hier ook het belang van strategische akkoorden tussen Venezuela en Ecuador voor het opzetten van een petroleumrafinaderij. Deze drie regeringen pogen niet alleen de natuurlijke rijkdommen terug in staatshanden te krijgen, ook andere sectoren van de economie worden terug openbaar gemaakt, zoals de electriciteitsmaatschappij in Venezuela vorig jaar en de nationalisatie van het telecommunicatie-bedrijf.

Strategie van VS: confrontatie en afscheiding

De strategie van de VS en de plaatselijke kapitalistische klasse is duidelijk gericht op confrontatie. De staatsgreep tegen Chavez in 2002, de patronale lock-out van december 2002, januari 2003, de campagne van de media in Bolivia, in Ecuador en in Venezuela tegen de regering. Maar het fundamentele thema is een nieuwe strategie van opdeling van het land. De kapitalistische klasse van Bolivia organiseert de afscheiding van het oostelijke deel. Ze noemen dat Media Luna met Santa Cruz als een belangrijk economisch centrum. Zij roepen de bevolking op om de onafhankelijkheid uit te roepen tegen de nationale staat. In Ecuador is het economisch centrum gelegen in Guayaquil, terwijl de politieke hoofdstad – die ook wel economisch belangrijk is – Quito heet. Quayaquil wil de onafhankelijkheid uitroepen onder leiding van de plaatselijke rechtse burgemeester.

In Venezuela dreigt de gouverneur van de westelijke staat Ansuria (die grenst aan Colombia) met een afscheiding. Dit nlijkt een bewuste continentale strategie van Washington, die erop gericht is om de plaatselijke kapitalistische klasse te ondersteunen in een proces van opdeling van de landen.

Wat onlangs gebeurde in Kosovo, wordt sterk bediscussieerd in Latijns-Amerika. Daar zag je immers hoe sectoren van het Europees imperialisme en Washington rechtstreeks tussenkwamen in de Balkan. Het is dus mogelijk dat er een gelijkaardig soort politiek gevoerd zal worden in Latijns-Amerika. Dit is een belangrijk thema, gezien sommigen binnen de linkerzijde deze opdelingen benaderen vanuit het oogpunt van het democratisch recht op zelfbeschikking. In het geval van Ecuador, Bolivia en Venezuela gaat het nochtans duidelijk om een reactie van de plaatselijke kapitalistische klasse tegen de rechten van de meerderheid van de natie. Daarenboven hanteren ze dikwijls een rechts-nationalistisch en racistisch taalgebruik: "Wij, die in rijkere delen van het land wonen, moeten niet gaan betalen voor de arme inwoners in andere delen van het land." In het geval van Bolivia is één van de leiders van de afscheidingsbeweging een Kroaat die de opdeling van Joegoslavië probeert over te doen in Bolivia.

De strategie van Washington kent nog een ander aspect: Zo zijn er geschillen tussen de multinational Exxon Mobile en de genationaliseerde petroleummaatschappij van Venezuela PDVSA, tussen Occidental Petroleo van de VS en Petro Ecuador, dat een openbare onderneming is in dat land, en tussen Telekom Italia en Telefonica in Bolivia. De VS ondersteunen dus metman en macht de grote multinationals die in het verweer gaan tegen de beslissingen van de drie linkse regeringen om de natuurlijke rijkdommen uit privé-handen te halen en terug onder openbare controle te brengen. Deze multinationals gebruiken de rechtbank van de Wereldbank om geschillen op te lossen inzake investeringen. Sommige handelsrechtbanken, zoals de handelsrechtbank van Londen en New York, beslisten onlangs om 12 miljard dollar activa te bevriezen van de genationaliseerde Venezolaanse petroleummaatschappij om de zogenaamde "verliezen" te compenseren die deze multinationals geleden hebben bij de nationalisatie. Chavez besliste dan snel om die activa over te hevelen naar een Zwitserse bank. Ook opmerkelijk zijn de nieuwe akkoorden die afgesloten worden tussen de regeringen van Venezuela, Ecuador, Bolivia en Cuba. Bijvoorbeeld de 20.000 Cubaanse dokters die in Venezuela werken in ruil voor Venezolaanse petroleum naar Cuba. Er is ook een uitwisseling tussen Venezolaanse technici in de petroleumsector en niet genetisch gemanipuleerde soja uit Bolivia.

Naar boven