Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Interview met Freddy De Pauw over Oezbekistan en China PDF Print Email
Geschreven door Chris Den Hond op woensdag, 25 mei 2005
Chris Den Hond had een gesprek met Freddy De Pauw, journalist en vroeger werkzaam bij De Standaard, over de gebeurtenissen van de afgelopen dagen en weken in Oezbekistan en de hele Centraal-Aziatische regio.

Hoe verklaart u de gebeurtenissen in Oezbekistan, waarom gebeurt dat nu en wat zijn de gelijkenissen met Kirghystan?

Er zijn zeer vergelijkbare punten. De opstand die begonnen is in de vallei van Fergana heeft vooral te maken met de slechte sociaal-economische toestand. De armoede in de vallei dateert al vanuit de Sovjet-tijd. In Kirghystan is de opstand in dezelfde vallei begonnen, met een hoge bevolkingsdichtheid, een monocultuur, uitputting van de grond. De leefomstandigheden daar zijn zeer slecht. Daarop spelen islamitische groeperingen op in, al van in de jaren 80 tijdens de sovjet-tijd. Toen al financierden officiële instanties uit Saoudi-Arabië moskeeën, stuurden massa’s korans naar de regio om hun invloed te versterken, vooral in de regio waar nu de onlusten uitgebroken zijn. Van in de Sovjet-tijd is die vallei dus een regio met zeer veel conflictstof. Op het eind van de jaren 80, dus nog onder Gorbatsjov zijn er in dezelfde regio incidenten uitgebroken. Maar toen was het heel etnisch: Oezbeken tegen Kirghyzen, tegen Mesketen en verturkste Georgiërs die dan uitgedreven zijn en nog altijd als vluchtelingen in Azerbeidjan zitten te wachten om naar Georgië terug te keren.  

Het gaat dus niet zozeer om een etnische nationale onderdrukking, maar eerder om een sociaal-economische achterstand?

Zeker, omdat het bewind van Karimov, de president van Oezbekistan, niets heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van de bevolking. Als je de statistieken bekijkt van de leefomstandigheden de voorbije 15 jaar, dan is die er enorm op achteruigegaan. Waarom is het nu uitgebroken? Ik denk dat de mensen ook weten, ondanks de censuur, wat er in Kyrghistan gebeurd is, alsook in Oekraïne en andere gewezen Sovjet-republieken. Daar komt nog bij dat de regio van Centraal-Azië met Oezbekistan als belangrijkste staat in Centraal-Azië, enorm aan strategisch belang heeft gewonnen. Het is een regio die belangrijk is in de strijd tegen het zogenaamde internationale terrorisme, maar ook omdat er heel veel energierijkdommen zijn, olie en aardgas. De staten die zelf niet veel olie of aardgas hebben zijn belangrijk omdat daar pijpleidingen doorlopen. Er zijn nog andere bodemschatten en de regio grenst ook of ligt dicht bij China. Daarom is de Centraal-Aziatische regio belangrijk voor de Noord-Amerikaanse politiek van “containment” van China. De USA wil China indijken, inperken, omsingelen zelfs. Het is niet toevallig dat de militaire mogelijkheden van Japan worden opgedreven. Japan krijgt nieuwe militaire ambities en wil haar grondwet herschrijven. 

De Oezbeekse president, Islam Karimov is een voor het leven aangeduide president in een voormalige Sovjetrepubliek. Hebben de Russen nog een grote invloed in Oezbekistan?

Karimov is een product van het Sovjetsysteem, dat wel, maar vele producten van het Sovjetsysteem, ook in Rusland, zijn helemaal gedraaid. Ze hebben geen enkele ideologie, ze hebben enkel belangen te verdedigen. Ze verdedigen het belang van hun eigen clan. In Oezbekistan heb je vele clans, de clan van Samarkant, Boechara, Tasjken, de Fergana-vallei. Binnen de machtselite bestaan grote rivaliteiten. Karimov kijkt simpelweg waar zijn belangen liggen. Na 11 september 2001 lagen die belangen ook veel meer in vriendschap met de USA. Daarvoor was er ook al toenadering. Vele Amerikaanse diplomaten en delegaties van oliemaatschappijen kwamen met de Oezbeken praten, ook over pijpleidingen. Dus reeds voor 11 september 2001 hadden de VS een oogje op Centraal-Azië en meer bepaald op Oezbekistan omdat dit het land is met de grootste bevolking en in het midden van Centraal-Azië ligt. Na 11 september hebben de USA van de gelegenheid gebruikt gemaakt om in hun strijd tegen het terrorisme al de dictators van Centraal-Azië op te vrijen. De USA stelde bijvoorbeeld een grote militaire financiële steun, investeringen in ruil voor een militaire basis in Oezbekistan, in Kyrghistan.  

In het begin heeft de Russische president Poetin gedaan of hij dat toejuichte. Dat wordt hem nu in Moskou kwalijk genomen door een deel van de legerleiding die vindt dat Rusland veel te ver is gegaan in de alliantie tegen het internationale terrorisme, want nu zie je dat de USA in de achtertuin van Rusland, namelijk Oekraïne, Georgië, Azerbeidjan, alle regimes steunt die vroeger behoorden tot het Sovjet-regime, en met succes. Moscou voelt zich dus erg bedrogen, zeker na de jongste reis van Bush naar Georgië. Niemand kan nu nog twijfelen wat de Amerikaanse bedoelingen zijn. Wat Rusland beschouwt als zijn invloedssfeer, wordt nu ingenomen door de USA. De pijpleiding van Bakou via Georgië naar het zuiden van Turkije wordt weldra geopend ondanks alle Russische bezwaren.  

Als we nu zien hoe er onderhandeld wordt en druk wordt uitgeoefend voor de ontginning van olie- en aardgasbronnen in Centraal-Azië, merk je het geostrategisch belang van de regio. Het oude idee van een pijpleiding van Turkmenistan dwars door Afghanistan, Pakistan en Indië duikt weer op. Het zou mij niet verwonderen moest die pijpleiding ooit werkelijkheid worden, ondanks de hoge kosten.  

Turkije claimt een taalverwantschap met Oezbekistan, Turkmenistan, Tadjikistan en Kazakstan, dromend van een groot Turkije. Heeft Turkije de ambitie om met die regimes een groot Turks rijk op te bouwen?

Die ambitie was vooral sterk na 1991, na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Er waren vele Turkse politice en zakenlui dat ze een enorme kans hadden om de invloed van Turkije politiek, cultureel en economisch snel te versterken. Ze spraken van een Groot-Turkije. Ik herinner mij dat Karimov, de president van Oezbekistan, daarop positief reageerde. Hij zei: “Ik zie mij als voorzitter van een parlement van Groot-Turkije, dus met Turkije, Turkmenistan, Azerbeidjan, Oezbekistan, Kazakstan en Kirghistan.” Alleen Tadjikistan heeft een niet-Turkse bevolking. En waarom niet meteen met Oost-Turkistan, dat is de oude naam voor Sinkjan, een Chinees autonoom gebied met heel veel energierijkdommen, waar vooral Ojgoeren wonen die zeer actief zijn vanuit Kirghystan en Kazakstan. Dat heeft ondermeer geleid tot de groep van Sjanghai. Die groep was opgericht door Rusland, China en bijna alle staten van Centraal-Azië, ook in alliantie tegen het terrorisme, maar jaren voor 11 september. China wou dat om al die landen van Centraal-Azië onder druk te zetten om die Ojgoerse rebellen aan banden te leggen. Die groepen die voor de bevrijding zijn van het zogenaamde Oost-Turkistan zitten nu ondermeer in Istanbul en Ankara. Eén van de belangrijkste aspecten zijn hoe dan ook de energierijkdommen en de uitbating ervan, de pijpleidingen.  

Men stelt soms dat het binnen 50 jaar gedaan is met de petroleum. Verklaart dat de grote haast van grote petroleummaatschappijen om nieuwe energiebronnen te ontwikkelen of om nog niet ontgonnen energiebronnen aan te boren? Vandaar het belang van de Kaspische Zee-regio?

Het dateert al vanuit de Sovjet-tijd dat Amerikaanse oliebelangen zeer veel interesse hadden voor de rijkdommen in en rond de Kaspische Zee. Het was gewezen Sovjet-minister van Buitenlandse Zaken Sjevarnadze die ervoor gezorgd heeft dat er een contract kwam met Chevron, een Texaanse oliemaatschappij, voor de ontginning van zeer rijke olievelden in Kazakstan. Dat was al in de jaren 80. Dat heeft sindsdien niet opgehouden. We komen mensen tegen zoals Brezinski, de gewezen veiligheidsadviseur van de USA-president Carter, die optreedt voor oliebelangen. Brezinski was een voorstander van een normalisatie van de betrekkingen tussen de USA en Iran om al die rijkdommen via Iran naar de wereldmarkt te brengen. De kortste en veruit de goedkoopste weg. Andere oliemaatschappijen hadden reeds van begin jaren 90 plannen om oliepijpleidingen uit de Kaspische zee dwars door Afghanistan via Pakistan naar India te brengen. Vanin 1994 was er dan een plan dat intussen is in werking getreden om die olierijkdommen en de aardgas uit de Kaspische Zee via Azerbeidjan en Georgië naar de Turkse oliehaven Ceyhan te brengen. Toen zei men: “Dat is veel te duur en daat gaat door niet veilig Koerdisch gebied.” Maar men heeft dat toch gedaan en het treedt ondertussen in werking. Dat is volgens mij de reden dat er vandaag Amerikaanse militairen in Georgië zitten. De belangrijkste reden voor de Amerikaanse militairen in Georgië op termijn is de beveiliging van die oliepijpleiding.  

Dan zijn er al plannen om pijpleidingen vanuit de Kaspische Zee oostwaarts te trekken. Eén belangrijk project is in uitvoering om olie en aardgas vanuit Kazakstan naar China te brengen. Als we de kaart bekijken, zien we dat er belangrijke projecten zijn om pijpleidingen vanuit Siberië naar China of Japan te brengen. Er bestaat een groot conflict tussen China en Japan voor een pijpleiding die men aanlegt vanuit Siberische olievelden. De Chinezen hadden gehoopt dat die in de eerste plaats naar Noord-China zou gaan, maar zoals de zaken er nu voorstaan zal die eerst naar Japan gaan, dus van de kust van Siberië via tankers worden verscheept naar Japan. De Chinezen moeten zich maar tevreden stellen met de belofte dat dit later via een vertakking ook naar China zal komen. Die energierijkdommen bepalen dus voor een groot deel de diplomatieke agenda. De strijd om de ontginning van die velden en het transport via pijpleidingen.  

Gaan de oude machten – Japan, de USA, Rusland – profiteren van de Kaspische Zee, gaat dat “containment”, dat inperken van Iran en China lukken, of zal de USA toch rekening moeten houden met een China dat toch een opkomende economische wereldmacht is en haar rechten zal gaan claimen op energierijkdommen?

Als we naar China kijken, dan zien we dat de Chinese oliemaatschappijen ontzettend actief zijn in de ganse wereld. We komen die tegen voor ontginningen in Zuid-Amerika, in verschillende landen in Afrika en uiteraard is China het meest actief in Azië zelf, omdat dit bij de deur ligt. De groeicijfers van de Chinese economie liggen zeer hoog, de honger naar olie neemt elke dag toe. Elke dag moet China meer olie invoeren en de olievoorraden die het meest voor de hand liggen zijn die van Centraal-Azië. Daar heeft China natuurlijk te maken met heel veel concurrenten. De USA probeert zeer goed te staan met al die regimes, het is niet van belang of die regimes nu dictaturen of democratieën zijn. Rusland heeft zeer grote oliemaatschappijen. De macht van de oliebaronnen in Rusland blijft zeer groot en de olielobbies in het Kremlin hebben het voor het zeggen. Dus Rusland probeert zijn invloed in de Centraal-Aziatische regio te handhaven. Soms speelt Rusland samen met China, maar niet altijd. Soms trekken ze aan hetzelfde touw, maar als Japan harder op de deur klopt voor Siberische olie, dan gaan de Russen in zee met de Japanners. Om maar te zeggen dat Rusland wel een partner is van China, maar geen betrouwbare partner. Dus China moet grotendeels op eigen kracht staan. China probeert via zijn oliemaatschappijen en zijn diplomatie, via politieke contacten, zijn invloed in de regio te versterken. Dat lukt bijvoorbeeld met Kazakstan. Er zal heel veel olie vloeien van Kazakstan naar China. Maar de USA zijn de grootste rivaal van China, niet alleen voor energiebronnen, maar ook omdat de USA op termijn China als de grootste bedreiging zien voor hun macht. In strategische dokumenten van de USA na 2001 staat heel duidelijk dat op termijn de belangrijkste relatie in de wereld de relatie zal zijn tussen China en de USA en dat het verre oosten de belangrijkste regio zal zijn.  

Op de tweede plaats komt zuid-west Azië met Iran en Turkije met dus het Midden-Oosten en West-Europa staat slechts op de derde plaats. Rusland wordt enkel gezien als een rivaal in zuid-west Azië en in het verre oosten, maar Rusland wordt op zichzelf niet als een grote bedreiging gezien. Dat is de reden waarom de USA een politiek voeren van “containment” van China. Vandaar militaire basissen na 11 september in Centraal-Azië. De Taliban zijn al lang verdreven, maar de Amerikaanse militaire basissen blijven.  

Veel betere relaties zijn er tussen de USA en India. China probeert dat tegen te gaan door ook goede relaties aan te knopen met India. India wordt tegenwoordig door iedereen opgevrijd als een heel belangrijke natie in de wereld. De Chinese president is onlangs in India geweest en heeft daar voor de eerste keer in 43 jaar een princiepsakkoord gesloten over het grensconclict, simpelweg omdat China zeer goede relaties wil met India om die USA-politiek van containment te doorbreken.  

Dan zien we ook een heel nauwe militaire samenwerking tussen Japan en de USA, de laatste jaren toch. Ineens zijn er spanningen tussen Japan en China omdat China ziet dat Japan probeert een militaire macht te worden die overeenstemt met haar economische macht. Japan heeft al lang die ambitie. Japan is nog altijd de tweede grootste economische wereldmacht, maar militair en politiek speelt Japan niet zo mee en dat willen de Japanse machthebbers veranderen. Japan heeft volgens de grondwet geen leger, enkel defensiekrachten, maar Japan is één van de grootste militaire machten ter wereld. Het militair budget van Japan is enorm. Vergeleken daarmee is China een dwerg. Vandaar dat China niet gerust is dat in Japan geschiedenisboeken worden herschreven. Dat zijn geen details. Dat zijn signalen van een heroplevend Japans militarisme dat samenspeelt met de grote rivaal, de USA die China wil inperken.  

Het is gevaarlijk pronostieken te maken voor de toekomst. Je kan niet voorspellen of er nieuwe schokken komen in China. In haar geschiedenis heeft China heel veel periodes gehad waar bloei ineens werd afgebroken, maar als de huidige trends aanhouden, dan zal China inderdaad binnen één of twee generaties een zeer sterke macht zijn, een enorme wereldmacht. Zal dat de grootste zijn, dat weet niemand. Is dat een hoop voor de derde wereld omdat het een communistisch regime heeft? Daar kan ik alleen maar schamper mee lachen. Mijn eerste reis naar China dateert van 1982. We werden ontvangen in de speciale economische zone van Chen Zen ontvangen door de directeur van die speciale economische zone. Hij zei: “Jullie schrijven voor potentiële investeerders en schrijf maar zwart op wit dat zij bij ons de beste investeringsmogelijkheden ter wereld vinden. Onze arbeidskrachten zijn in de speciale economische zones goedkoper dan in de Filippijnen, ze zullen hier geen last hebben van vakbonden en ze kunnen volop kiezen uit een rijk aanbod van werkkrachten. We dachten toen allemaal: “Is dat dan communistisch China?” In een debat met de leider van de Belgische maoïsten, Ludo Martens, merkten we dat hij het daar toch ook moeilijk mee had. Hij wrong zich in bochten om te zeggen dat dit de Chinese weg naar het socialisme is, maar nu nog volhouden dat het een communistisch regime is, dat is niet geloofwaardig. Er is een partij die daar de macht uitoefent in een éénpartijstructuur. Die partij noemt communistisch, maar zou evengoed Kwomintang kunnen heten of de partij van Singapour. Het zijn dezelfde economische methodes.

Naar boven