Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Wat voor een organisatie is de DHKP-C? Interview met Defne Tan, Turkse militante van de Vierde Internationale PDF Print Email
Geschreven door David Dessers op zondag, 16 april 2006

Defne Tan is een Turkse militante van de Vierde Internationale, die momenteel in Leuven woont, studeert en er ook actief is in de SAP. Naar aanleiding van de zaak Erdal spraken we met Defne over de DHKP-C. Wat voor een organisatie is dat eigenlijk en welke impact heeft ze op de politieke agenda in Turkije? "Het is natuurlijk niet aan ons om te oordelen of de DHKP-C nu al dan niet een terroristische organisatie is. Dat is de terminologie van de Turkse staat. Vast staat wel dat de organisatie zich tijdens de jongste jaren volledig isoleerde van de linkerzijde, de massabewegingen en de reële politieke strijd in Turkije.

Defne Tan: De start van de DHKP-C heeft alles te maken met de discussies die zich afspeelden in de radicale linkerzijde in Turkije eind jaren ‘60, begin jaren ‘70. Die discussies gingen vooral over de karakterisering van het Turkse regime zelf en de te volgen revolutionaire strategie. In tegenstelling tot ons standpunt voor een socialistische revolutie, verdedigden sommige groepen een "democratische nationalistische revolutie" in Turkije. Daarbij vertrok men van de idee dat in Turkije de nationale burgerlijke revolutie onvoltooid was gebleven en dat de arbeidersklasse dus niet over voldoende maturiteit beschikte om een eigen revolutie te kunnen volbrengen. Niet enkel maoïstische organisaties kwamen met deze analyse op de proppen, ook heel wat groepen die beïnvloed werden door de revolutionaire bewegingen uit Latijns-Amerika hingen die idee aan.

De DHKP-C is vandaag nog steeds de erfgenaam van één van deze stromingen. Volgens de DHKP-C kan je het bestaande systeem in Turkije omschrijven als 'pseudo-kapitalistisch', een systeem dat gecreëerd werd door het imperialisme en waarbinnen een oligarchie de macht uitoefent. Die oligarchie steunt daarbij, nog steeds volgens de DHP-C op een ‘fascistische staat’. Vertrekkend vanuit deze analyse, verdedigt de partij een revolutie die in de eerste plaats anti-imperialistisch en anti-oligarchisch zou zijn. Die revolutie moet gemaakt worden door alle 'volkse krachten', gaande van arbeiders, studenten of arme boeren tot kleine landeigenaars of middenstanders. Maar gezien het imperialisme en de oligarchie steunen op een 'fascistische staat', kan de revolutie in Turkije enkel maar worden gevoerd met de hulp van een volkse gewapende kracht. De DHKP-C volgt daarom een strategie van politieke en militaire oorlogsvoering, een guerillaoorlog tegen het imperialisme, oligarchie en fascisme. Ik citeer nu gewoon de programmatische teksten van de organisatie.

Wanneer ontstond de organisatie en welk parcours legde ze af?

Defne Tan: De DHKP-C werd opgericht in 1978, als een afsplitsing van de belangrijkste Turkse revolutionaire organisatie, het ‘Revolutionaire pad’ (vandaag één van de grootste stromingen binnen de ÖDP, de brede antikapitalistische partij, waarbinnen ook de afdeling van de Vierde Internationale werkt). Tijdens een eerste periode werkte de DHKP-C onder de naam ‘Revolutionair Links’. In 1980 vond er een militaire staatsgreep plaats in Turkije. Net als heel de linkerzijde betaalde toen ook de DHKP-C een serieuze menselijke tol. Eigenlijk kan je zeggen dat het sociale en politieke leven pas in de tweede helft van de jaren ‘80 terug hernam. Eind jaren ‘80 zagen we de opkomst van belangrijke sociale bewegingen in Turkije. Ook de DHKP-C (Revolutionair Links) liet weer van zich horen. In die jaren voerden zij zogenaamde 'bestraf-fingsacties' uit. Ze doodden bijvoorbeeld de politieagenten die de folteringen uitvoerden. Ze pleegden aanslagen op politiekantoren etc.

Begin jaren negentig sloeg de staat trouwens keihard terug. Zowat de hele leiding van de DHKP-C (Revolutionair Links) werd toen geliquideerd, op het kopstuk na. Pas in 1994 vormde de organisatie zich om tot een partij en nam ze de naam DHKP-C aan, wat 'Revolutionaire Volkesbevrijdingspartij - Front' betekent. In Turkije staan ze bekend als 'Front'. Na die naamsverandering herlanceerden ze ook hun activiteiten. De meest gekende actie was de drievoudige 'Sabanci-moord' in 1996. [Özdemir] Sabanci was een telg uit de belangrijkste kapitalistische familie [Sabanci] van Turkije, een vertegenwoordiger van de oligarchie dus. Met deze moord wilde de DHKP-C naar eigen zeggen aantonen dat die oligarchie helemaal niet zo onaantastbaar is, integendeel, dat je vertegenwoordigers ervan simpelweg kunt liquideren. Volgens de DHKP-C wordt op die manier het ‘kunstmatige evenwicht’ in de maatschappij verstoord. Door een dergelijke actie toon je ‘het volk’ dat het mogelijk is om de actuele verhoudingen te verwerpen en dwing je de staat tot repressie. Zo zou het ware gelaat van de oligarchie en de staat duidelijk worden. De Sabanci-moord was een actie met een enorme impact. Velen meenden dat dit soort acties de capaciteit van de DHKP-C oversteeg en insinueerden dat de organisatie allicht gemanipuleerd werd door delen van de geheime diensten. Maar het is niet aan ons om deze speculaties te voeden.

Wat doet de organisatie vandaag in Turkije?

Defne Tan: Naar het einde van de jaren ‘90 voerde de DHKP-C haast enkel nog campagne rond de situatie van de politieke gevangenen in Turkije. Die acties kwamen tot stand rond de zeer slechte omstandigheden waarin de politieke gevangenen opgesloten worden. Concrete aanleiding voor de acties was de maatregel van de overheid om de gevangenen te isoleren van elkaar. Alle linkse groepen in de gevangenissen startten hongerstakingen tegen deze maatregel. Dit leidde tot heel veel doden. De Turkse staat beantwoordde deze acties met keiharde repressie: de gevangenissen die gecontroleerd werden door de hongerstakers en de linkse groepen werden in brand gestoken of men reed op de muren in met bulldozers. Vele gevangenen werden daarbij gedood.

Nadat een nieuw type gevangenis werd ingevoerd, dat meer conform de Europese standaarden is, stopten de meeste linkse groepen de hongerstaking. De DHKP-C deed ermee door, tot op vandaag. De jongste zes, zeven jaar spitste de organisatie zich volledig toe op deze activiteit. De gevangenen kregen een heldenstatus. Als je vandaag hun tijdschrift leest, stel je vast dat er veertig pagina's aan deze honderstakingen worden gewijd. Opnieuw gaat de organisatie ervan uit dat ze door deze hongerstakingen de staat ertoe dwingt om haar fascistisch gelaat te tonen. Tijdens die laatste zes, zeven jaar verzuurde de relatie tussen de DHPK-C en de andere linkse organisaties volledig. Op het vlak van de acties rond de gevangenen tracht de organisatie de anderen een agenda op te leggen die nergens toe leidt. En tegelijkertijd was de DHKP-C helemaal niet meer bezig met de reële politieke en sociale evoluties in de maatschappij. Ze vervreemdde van de Turkse linkerzijde. Sinds 2000 veranderde de politieke agenda van de linkerzijde in Turkije behoorlijk, samen met de internationale context: de gevolgen van de wereldwijde neoliberale politiek, de oorlogen in Afghanistan en Irak of het debat over Turkije en de Europese Unie domineerden de agenda van links in Turkije. Deze thema's leidden tot nieuwe debatten, bewegingen en hergroeperingen. De DHKP-C bleef er volledig afzijdig van. Enkel en alleen de politieke gevangenen lijken van tel. De organisatie zet die strijd tot op vandaag verder, en stuurt haar militanten de dood in, ook al bracht dit tot nu toe weinig op. We kunnen enkel hopen dat dit spel met de dood mag stoppen en dat de organisatie een bijdrage kan leveren aan de strijd tegen de destructieve neoliberale politiek.

Heeft de organisatie invloed in de massabewegingen in Turkije?

Defne Tan: Het is natuurlijk niet makkelijk om de reële omvang van zo'n organisatie te schatten. In ieder geval is het numeriek niet zo'n sterke organisatie. Ze hebben vaak kleine groepjes militanten hier en daar. Maar de impact van hun acties is natuurlijk wel groot. Voor ze zich volledig gingen richten op de politieke gevangenen, hebben ze een tijdlang in de sloppenwijken rond Istanbul gewerkt. Werken in massaorganisaties of bewegingen doen ze niet, tenzij om er mensen uit los te weken voor hun organisatie. In hun programma schrijven ze wel dat ze zich de dagelijkse korte termijn eisen van het volk eigen willen maken. Zij willen er de vertolkers van zijn. Maar ze koppelen die eisen niet aan een antikapitalistisch programma op de langere termijn. Eigenlijk gaat het vaak louter om een populistische houding, die erop gericht is zichzelf te kunnen presenteren als 'de grootste bondgenoot van het volk'. Dat toont nog maar eens aan dat opportunisme en gauchisme heel dicht bij elkaar liggen. 

De ÖDP en de strijd voor een ander Europa

Sinds de jaren ‘80 is Turkije een laboratorium voor het neoliberaal beleid van het IMF en de Wereldbank. De radicale toepassing van die neoliberale recepten alsook de mogelijke integratie van Turkije in de Europese Unie verdeelde de linkerzijde in verschillende kampen. Het ene kamp is voorstander van EU-lidmaatschap en beweert dat dit zal leiden tot een uitbreiding van de democratische en sociale rechten. Het gros van de vakbonden is bijvoorbeeld voor, met het argument dat de sociale en syndicale rechten in Europa geïnstitutionaliseerd zijn. Ook de meerderheid van de Koerdische oppositie is voor EU-lidmaatschap, omdat ze ervan uitgaat dat Europa tot meer respect voor haar culturele rechten en identiteit zal leiden. Het andere kamp is eerder links-nationalistisch en hangt een vertoog over nationale onafhankelijkheid aan. Dit kamp wordt gevormd door oude sociaal-democraten en ex-maoïsten, die hun stellingen baseren op anti-imperialisme en de bescherming van de natiestaat. De meerderheid van traditioneel socialistisch links is eveneens tegen EU-lidmaatschap, gezien ze de EU veroordeelt als een imperialistische organisatie. Dit kamp beperkt haar strijd tegen het imperialisme en de EU vaak tot ‘patriotische campagnes’ en praat al snel over nationale onafhankelijkheid.

Een alternatieve weg wordt bewandeld door de ÖDP, een brede, pluralistische antikapitalistische partij waarbinnen de militanten van de Vierde Internationale actief zijn. De ÖDP komt op voor een ‘bevrijdend socialisme’ en verdedigt zelfbeheer, democratische planning, internationalisme, ecologie, feminisme, antimilitarisme en de verwerping van elke discriminatie op basis van geslacht. De ÖDP beperkt zich niet tot een ja of neen aan de EU maar wil het integratieproces omvormen tot een strijd tegen het neoliberale kapitalisme en de neoliberale grondvesten van de EU, de ondemocratische functionering en de elitaire structuur ervan. ÖDP verdedigt een programma van het ‘Europa van de Arbeid’ en vertrekt van de eisen en verzuchtingen van de werkers en de armen, die de gevolgen van de neoliberale politiek aan den lijve ondervinden. De ÖDP tracht dus een link te maken tussen een Europees gevecht voor een vreedzaam, democratisch, multicultureel, ecologisch en feministisch Europa dat de rechten van de werkende mensen verdedigt en de strijd voor een sociaal en egalitair Turkije. De partij wil bruggen bouwen tussen de antineoliberale strijd in Turkije en de Europese linkerzijde. ÖDP strijdt samen met het Platform van Europees antikapitalistisch links en met de Europese Linkse Partij voor een sociaal Europa.

(zie www.odp.org.tr)

Naar boven