Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Barre tijden voor het sociaal overleg PDF Print Email
Geschreven door Ataulfo Riera op woensdag, 16 maart 2005
Het IPA (interprofessioneel akkoord) is dood, leve het IPA ! Nog maar nauwelijks begraven werd het al terug tot leven gewekt door de regering Verhofstadt. Ondanks het feit dat een meerderheid binnen het ABVV tegen dit IPA stemde en ook binnen het ACV belangrijke sectoren het akkoord afwezen, verroeren de vakbonden geen vin. Ook de onderhandelingen over de eindeloopbaanproblematiek, de vergrijzing en de financiering van de sociale zekerheid kondigen zich dus aan onder een slecht gesternte.

Het IPA, dat slechts uiterst moeizaam bereikt werd door de syndicale en patronale onderhandelaars, was één van de slechtste IPA's uit de geschiedenis van het "Belgisch sociaal overleg". Dat blijkt reeds uit het eerste uitgangspunt dat in het document naar voor wordt geschoven: "Het bestaan van competitieve bedrijven is belangrijk voor onze welvaart en voor de creatie van nieuwe jobs...".

De indicatieve loonnorm van 4,5% betekent een quasi bevriezing van de lonen en is lager dan bij alle eerdere sociale akkoorden. Opvallend is dat die norm voortdurend daalt; ze bedroeg 6,4% voor het IPA van 2001-2002 en 5,4% voor het IPA van 2003-2004. Zo'n bevriezing van de lonen is wel erg zwaar om dragen voor de wereld van de arbeid, na 30 jaar soberheidspolitiek (denk aan het globaal plan van ‘95-’96) en na de herhaaldelijke "indexsprongen". Voor de uitkeringstrekkers is het helemaal een bittere pil: op twintig jaar tijd boeten ze 10% aan koopkracht in ten opzichte van de werknemers. En dat alles terwijl de ondernemingen hoge winsten laten optekenen en de patroons zichzelf nooit geziene vergoedingen uitbetalen. Zelfs de verhoging van het interprofessionele minimumloon mag ons niet in de war brengen: het gaat enkel om het netto- en niet om het bruto-inkomen, dat als basis dient voor de berekening van de uitkeringen en de pensioenen.

Het akkoord maakt bovendien de weg vrij voor een verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt, met name door de uitbreiding van het aantal overuren (de limiet verschuift van 65 naar 130 uur per jaar). De regering zorgt er dan nog eens met het geld van de belastingbetaler voor dat deze overuren fiks goedkoper worden voor de patroons. Welnu, als bedrijven het nodig vinden om het aantal overuren op te trekken, is dat omdat ze niet voldoende personeel in dienst hebben. Maar in plaats van nieuwe mensen aan te werven, kiezen de patroons er liever voor om de werknemers als citroenen nog wat meer uit te persen. Met zo'n loonnorm plus extra flexibiliteit, deels betaald door de overheid, beschouwt het patronaat dit akkoord als een 'overwinning'. Terecht. Alles bijeen haalt het patronaat immers haar slag thuis: de globale arbeidstijd verhogen, zonder een globale en overeenstemmende verhoging van de lonen.

Het was dus niet meer dan normaal dat een meerderheid van 52% binnen het ABVV dit IPA verwierp. 44% was voor en 4% onthield zich. Het neen-kamp zou enkel maar groter zijn geweest, indien alle leden van de vakbond geconsulteerd waren geweest. ABVV-topman André Mordant heeft zo zijn eigen uitleg voor deze afwijzing: "Het gaat om een waarschuwingsschot dat de precieze inhoud van dit IPA overstijgt." Hij doet de afwijzing dus af als een emotionele reactie. Nochtans zijn de werknemers ook geen uilen. Ze beseffen maar al te goed dat dit IPA tegen hun belangen ingaat. Het ACV van haar kant keurde het IPA "zonder enthousiasme" goed met 74,8% van de stemmen, maar weigerde het akkoord te tekenen om het syndicale gemeenschappelijke front niet te breken. Daaraan dient toegevoegd dat de neen-stemmen binnen het ACV niet in kaart werden gebracht wanneer de centrale in haar geheel 'ja' stemde. Met andere woorden: die 74,8% geven een vertekend beeld van de werkelijke verhoudingen.

"Onverantwoordelijke Walen"

Zoals het in dit vaderland van het surrealisme, waar de sociale kwestie systematisch bedekt wordt door het "communautaire conflict", hoort, kreeg het ABVV onmiddellijk na haar afwijzing de volle laag vanuit de media en de politieke wereld. Met de "overantwoordelijke Walen" als kop van jut, eistte de Vlaamse minister voor werk onmiddellijk de federalisering van de collectieve arbeidsovereenkomsten en gingen er  ook weer balonnetjes op voor de splitsing van de sociale zekerheid… Nochtans klopt die "communautaire verdeeldheid" tussen Vlaamse en Franstalige werknemers niet met de werkelijkheid: brede delen van de Vlaamse vakbonden stemden eveneens tegen het IPA (de BBTK, de Vlaams voedingscentrale, de Antwerpse Algemene Centrale, de meerderheid van de LBC…).

De regering heeft dus beslist om het IPA ondanks de afwijzing toch gewoon uit te voeren. Door het totale gebrek aan syndicale reactie hierop, kunnen de sociaal-democraten zich eens te meer opwerpen als de brandblussers. Het feit dat de regering dit IPA nu gewoon uitvoert, toont eens te meer aan dat de sociale kwestie in hoge mate een politieke kwestie is. De vraag naar een adequaat politiek verlengstuk voor de wereld van de arbeid is nog maar eens opgeworpen. De syndicale leidingen van hun kant kiezen weeral eens voor de strategie van de passiviteit in plaats van hun achterban te mobiliseren voor een heronderhandeling en een akkoord dat die naam waardig is. Als de vakbondsleidingen gewoon akkoorden aanvaarden, die eerder afgewezen werden door hun eigen achterban, kondigen er zich barre tijden aan voor de komende sociale onderhandelingen. Waartoe dient het sociaal overleg dan nog?

Naar boven