Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Frank Vandenbroucke en de federalisering van de werkloosheidsuitgaven. Een verschil van mentaliteit? PDF Print Email
Geschreven door M. Lievens op dinsdag, 28 september 2004

Op een blauwe maandag eind juni ging het er hevig aan toe op het sp.a-partijbureau. Daags voordien had Frank Vandenbroucke in De zevende dag een stevig pleidooi gehouden voor een verregaande staatshervorming, met inbegrip van de overheveling van de werkloosheidsuitkeringen. Wallonië en Vlaanderen zouden hun eigen sociale politiek moeten kunnen voeren, en daarom zou het werkgelegenheidsbeleid gesplitst moeten worden. Dixit Frank hetzelfde weekend in De Morgen: "De werkgelegenheidssituaties in Wallonië en Vlaanderen zijn erg verschillend. Ook de mentaliteit over dit dossier is helemaal anders in Wallonië. Niet beter of slechter, gewoon anders" (De Morgen, 28 juni 2004).

Op aansturen van Vlaamse rakker Norbert De Batselier is de sp.a officieel voorstander van de overheveling naar de gewesten van de zogenaamde 'aanvullende inkomens' zoals de kinderbijslag. De 'solidariteitsgedachte' getrouw (ze kennen tenminste het woord nog!), moeten de 'vervangingsinkomens' zoals werkloosheidsuitkeringen en pensioenen daarentegen federaal blijven. Tot Vandenbroucke met grote trom verkondigde dat de regio's nu ook zelf het werkloosheidsgeld zouden moeten kunnen bestieren. Een eis die tot dan vooral het repertoire van het Blok sierde!

Een tegenreactie kon niet uitblijven. Vandenbrouckes plannen zouden immers kunnen leiden tot een situatie waarbij de hoogte van de werkloosheidsuitkering kan verschillen tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Zo is het mogelijk dat een Waalse werkloze minder geld zou krijgen dan haar collega die werkte in een Vlaamse vestiging van hetzelfde bedrijf! Belgicist Freddy Willockx nam onmiddellijk het voortouw. Toch bleven een aantal sociaal-democraten warm en koud tegelijk blazen. Zo meende Stevaert dat de financiering federaal moet blijven, maar dat over een grotere rol van de gewesten in de besteding wel gediscussieerd kan worden. "Alles wat tot meer werk en sociale rechtvaardigheid (sic) leidt kan besproken worden" (De Morgen, 30 juni 2004). Dus ja, waarom geen verschillende uitkeringen in Vlaanderen en Wallonië? De reactie van Xavier Verboven van het ABVV was iets steviger, maar toch frappant: "We hebben er geen probleem mee dat een deel van het werkloosheidsgeld wordt aangewend om werklozen te activeren (sic!). Maar de werkloosheids-uitkeringen regionaliseren is een stap te ver" (De Morgen, 29 juni 2004).

Een syndicale luis in de pels

Er hangt al een tijdje een communautair geurtje rond verschillende sociale kwesties. Renaat Landuyt broedt al langer op de gedachte van Vlaamse cao's. Rond de opleidingscheques en het tijdskrediet was er serieus communautair getouwtrek. Het is geen geheim dat Vandenbroucke vanuit de PS, onder druk van de FGTB, weerwind kreeg in dossiers als de dienstencheques, de gijzeling in Manage of de controle op de werklozen.

Na de superministerraad van de regering-Verhofstadt in Gemblours halfweg januari werd het licht op groen gezet voor die 'controle op de beschikbaarheid van werkzoekenden'. Deze riskeren hun uitkering te verliezen als ze 'onvoldoende inspanningen' leveren om een nieuwe job te vinden. Geen toeval dat Unizo en het VBO de loftrompet opstaken over de ministerraad. Begin maart al organiseerde de FGTB in Namen een betoging tegen die politiek en oefende ze druk uit op de PS. Er is ook het - vooral Franstalige - 'platform tegen de jacht op werklozen en voor het scheppen van echte banen voor iedereen', dat op één mei een actie deed in Brussel en druk poogde te leggen op het PS-congres diezelfde dag (zie de Rood van juni). De wil om te mobiliseren vanuit de basis is terecht, want de 'jacht op werklozen' is niet alleen ingegeven door de besparingsdrift van de regering. Ze dwingt daarenboven arbeiders gelijk welk werk aan te nemen en legt zo een zware druk op de arbeidsvoorwaarden, ook op die van zij die al werken.

De actiebereidheid van de syndicale basis van de FGTB geeft iets andere krachtsverhoudingen in het noorden en het zuiden van dit land. Het verzet van de vakbonden kan het aantal vrijheidsgraden van de regering om een neoliberaal beleid te voeren, wat verminderen. Die situatie beperkte ook de manoeuvreerruimte van De Vits in onderhandelingen met de regering en de werkgevers en bracht haar positie in moeilijkheden.

Een beetje meer, een beetje minder neoliberaal

In de mate er al verschillende arbeidsmarktsituaties bestaan in het noorden en het zuiden van het land, wordt daar al aan tegemoet gekomen. In Vlaanderen wordt bijvoorbeeld meer geld uitgetrokken voor tijdskrediet, terwijl Wallonië te kampen heeft met hogere werkloosheids-cijfers en daar meer geld aan besteedt.

Een mentaliteitsverschil tussen noord en zuid? Meer dan een gradatieverschil tussen een beetje meer en een beetje minder neoliberaal zal dat niet zijn. In Wallonië kan Vandenbroucke niet op dezelfde manier de forcing voeren. En dus wil hij van die lastpakken binnen de FGTB af! Achter zijn voorstellen tot federalisering zit helemaal geen staatkundig project, laat staan de gedachte van Vlaams zelfbestuur. Zelfs formele argumenten zoals die over 'homogene bevoegdheidspaketten' kunnen nauwelijks de echte inhoudelijke politieke motieven verhullen. Vandenbroucke wil gewoon af van de luizen in zijn neoliberale pels die hem verhinderen de arbeidsmarkt te 'hervormen'! Als dat niet gaat op federaal niveau, moet de bevoegdheid dan maar overgedragen worden naar Vlaanderen...

Voor elk wat wils

Op een heel perfide manier heeft het neoliberalisme het emancipatorisch bedoeld postmodern discours over verschillen gerecupereerd. Weg met lineaire maatregelen, verschillende situaties moeten een verschillend beleid krijgen! Voor elk wat wils dus: een gedifferentieerd beleid, met een focus op specifieke doelgroepen of op de noden van de lokale situatie. En men slaagt er op de koop toe nog in het 'linkse' en 'progressieve' aura van die postmoderne kritiek te claimen. En dus: voor de Vlamingen wat meer tijdskrediet, voor de Walen wat meer werkloosheidsuitkeringen. Er is een doelgroep die na zijn pensioen wil doorwerken, dus geef hen die mogelijkheid! Voor degenen die willen staan de poorten open voor een aanvullend pensioen. Voor grote productiebedrijven wil Vandenbroucke de deur wel open zetten voor soepeler overuren, voor distributiebedrijven niet. Ook wat betreft de 40 urenweek pleit Vandenbroucke voor een gedifferentieerde benadering. Voor de doelgroep die de stempel 'allochtonen' krijgt: een specifiek beleid waarvan de grote woorden van de 'stakeholdersbenadering' vooral moeten verhullen dat men zeker niet tegen de kar van de patroons wil ingaan.

De maatregelen lijken goed bedoeld, ze lijken rekening te houden met de verschillende lokale situaties en gevoeligheden, maar zijn fundamenteel gericht op de controle en integratie van de arbeidskracht, op de soepele functionering van het kapitalistisch systeem. Lineaire maatregelen zoals arbeidsduurvermindering of de Europeanisering van het werkloosheidsstelsel? Geen sprake van! Geen politieke logica van de opbouw van krachtsverhoudingen dus bij de sociaal-democraten. Hier een beetje geven, daar een hap nemen, leve de verschillen!

En die 'postmoderne' aanpak moet ook een institutionele vertaling krijgen natuurlijk. In dure woorden spreken neoliberalen over het systeem van de 'multilevel governance'. Daarmee verwijzen ze naar de organisatie van het beleid over verschillende niveaus: Europees, nationaal, regionaal, lokaal. Van het gebrek aan transparantie zijn de neoliberalen niet bang, ze slagen er zelfs in hun verhaal als democratisch te verkopen. Hoe meer beleidsniveaus, hoe meer kansen tot beïnvloeding door allerlei lobbygroepen (!). De regulatie van de arbeidsmarkt op Vlaams niveau zal dan ook - dat hoopt Vandenbroucke ongetwijfeld - minder last hebben van de Waalse syndicale 'beïnvloeding'. Meewerkende vakbonders zal hij dan ook graag 'redelijk' noemen, helemaal anders dan die 'conservatieve' linkse syndicalisten van beneden de taalgrens. In plaats van het zaaien van dit soort verdeeldheid zou Vandenbroucke misschien beter de solidariteit tussen de werkers organiseren op Europees terrein, en een deftige werkloosheidsuitkering van hetzelfde niveau eisen voor alle Europese arbeiders. Of hoe denkt Vandenbroucke de krachtsverhoudingen op te bouwen voor het sociaal Europa?

Naar boven