Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

De teloorgang van de democratie in Amerika PDF Print Email
Geschreven door Dianne Feeley op zaterdag, 22 september 2012
Als er in autoritaire regimes verkiezingen plaatsvinden, worden deze vaak vervalst of de uitslag ligt al van tevoren vast. In de Verenigde Staten gaat het anders – in plaats van vervalste stembiljetten verzekert hier de manier waarop verkiezingen zijn georganiseerd dat kandidaten uit de elite zullen winnen.

De kandidaten voor de senaat en het congres zijn afkomstig uit een klein, bevoorrecht deel van de bevolking, mensen die al van zichzelf rijk zijn, of in een positie zijn om bedrijven aan te trekken als sponsors. Gemiddeld kostte een campagne voor een zetel in het Congres in 2008 1,4 miljoen dollar, een Senaatszetel kostte 8,5 miljoen. Toenmalig presidentskandidaat Barack Obama zamelde in 2008 745 miljoen dollar in. Wat betreft de verkiezingen van 2012 is de verwachting dat er een totaal van 2 miljard dollar aan tv-spotjes zal worden uitgegeven.

In 2010 schrapten twee uitspraken van het hooggerechtshof, bekend als Citizens United versus FEC, de beperkingen aan bedragen die privé-personen, bonden en bedrijven mogen doneren aan verkiezingscampagnes. De bepaling dat geld ingezameld door een Political Action Committee (PAC, een soort lobbygroep) slechts besteed mag worden aan campagnes rond bepaalde issues, niet aan de campagnes van personen, werd geschrapt. Ook de grens aan het bedrag dat aan de campagne van een politicus mag worden besteed werd geschrapt. De enige barrière tussen het campagneteam en een PAC is dat de kandidaten geen verzoeken mogen doen, suggesties maken of instemming verlenen aan een advertentie van een PAC.

We kunnen nu al zien dat ‘Super PACs’ de verkiezingen van 2012 zullen domineren. In totaal 805 groepen hebben PAC’s die eind augustus 350 miljoen dollar binnengehaald hadden. Restore Our Future, een PAC die de Republikeinse kandidaat Mitt Romney steunt, gaf alleen al in Iowa vier miljoen dollar uit aan advertenties om zijn rivaal Newt Gingrich aan te vallen en had al voor de verkiezing van Romney als presidentskandidaat 17 miljoen dollar uitgegeven. Nog voor de Republikeinse conventie had deze PAC 82 miljoen dollar binnengehaald. Priorities USA, de pro-Obama PAC, had toen al bijna 22 miljoen binnengehaald, waaronder een miljoen van de vakbond SEIU. Workers’ Voice, de PAC van de grootste vakbondscentrale AFL-CIO, zamelde in 2011 3,7 miljoen dollar in, waarvan 2,2 miljoen uit de AFL-CIO kas. Naar verwachting zullen de bonden in 2012 aan de verkiezingen voor het congres en het presidentschap in 2012 een half miljard dollar uitgeven, 20 procent meer dan in 2008. AFL-CIO voorzitter Richard Trumka beloofde dat de bonden niet langer pionnen van de Democraten zouden zijn, maar de harde aanvallen van rechts op bonden in de publieke sector hebben de vakbondsleiding van mening doen veranderen. Deze bedragen vallen in het niet vergeleken met wat grote bedrijven bij elkaar harken voor de campagnes en het slaafs volgen van de Democraten door de bonden zal geen einde maken aan de aanvallen op arbeidsrechten.

Veel bedrijven verschaffen miljoenen dollars aan PAC’s en gebruiken juridische achterdeurtjes om belastingen te ontlopen. Een recent onderzoek van de waakhond U.S. Public Interest Research Group liet zien dat 30 bedrijven die in de Fortune 500 van grootste ondernemingen staan en die jaarlijks bijna 250 miljoen dollar aan lobbyen besteden geen belastingen betalen aan de landelijke overheid.

Uitsluiten van kiezers

In de woorden van de denktank Pew Center is het Amerikaanse registratiesysteem van kiezers ‘inaccuraat, duur en inefficiënt’. Tenminste 51 miljoen mensen die in aanmerking komen om te stemmen zijn niet geregistreerd. Van de geregistreerde kiezers staat een van de acht op de een of andere manier fout geregistreerd. In plaats dat staten het registratiesysteem moderniseren, worden er wetten ingevoerd die registratie moeilijker te maken. Een op acht mensen verhuisde tussen de verkiezingen van 2008 en 2010 en onder jongeren is dat percentage hoger. Hierdoor gaan veel registraties verloren. In 2008 gingen 2,2 miljoen stemmen verloren vanwege problemen met de registratie.

In 46 staten werden de laatste tien jaar in totaal zo’n 1000 wetten ingevoerd die het moeilijker maken om te registreren als kiezer – allemaal zogenaamd om niet bestaande fraude tegen te gaan. Ondanks dat meer 21 miljoen mensen, 11 procent van het electoraat, geen identiteitsbewijs met foto hebben, is dit in 15 staten verplicht om te registeren. En mensen zonder dergelijke identificatiebewijzen zijn natuurlijk daklozen, armen en ouderen, vaak niet-blank. Zij worden gestraft voor hun arm zijn. Het Brennan Center for Justice schat dat 5,5 miljoen zwarte Amerikanen niet de benodigde documenten hebben om te registeren.

En recent maakten vijf staten het onmogelijk om vroeg te stemmen, in twee staten werd het onmogelijk om op de dag van de verkiezingen te registeren en drie andere legden beperkingen op aan campagnes om mensen te registeren als kiezer. In Florida schortte de League of Women Voters hun registratiecampagne op omdat de nieuwe wet vrijwilligers intimideerde en juridische risico’s voor hen opleverde. Sommige staten hebben het aantal kiesbureaus verminderd, in Wisconsin werd het aantal kantoren waar kiezers kunnen registeren verminderd.

Het kiesmannencollege is altijd een uniek Amerikaans instituut geweest in de presidentiële verkiezingen. Elke van 50 staten heeft hierin een aantal stemmen evenredig aan hun senaats- en congreszetels. Plus 3 voor het District of Columbia zijn er 538 stemmen, inwoners van de kolonie Puerto Rico zijn Amerikaanse burgers maar hebben geen stem in de presidentsverkiezing. Alle stemmen van een deelstaat gaan naar de winnaar van de verkiezingen in die regio.

Deze vreemde organisatie heeft vaak geen gevolgen voor de uitslag, maar twee presidentsverkiezingen gingen duidelijk naar de verkeerde kandidaat: in 1960 leverde fraude in Chicago John F. Kennedy het presidentschap op en in 2000 manipuleerde Jeb Bush, gouverneur van Florida, de uitslag. Stemmers werden ontmoedigd, hertellingen gemanipuleerd en door een uitspraak van het hooggerechtshof ging de overwinning naar zijn broer George W. Bush.

Het kiescollege is niet langer een irrelevant anachronisme, het is een serieuze bedreiging. Met gebruik van moderne peilingen en technologie kunnen cruciale staten geïdentificeerd worden en de uitslag daar kan gemanipuleerd worden door fraude en wetgeving over kiezersregistratie. In 2000 zagen we in Florida hoe een paar duizend stemmen het verschil kunnen maken. Een landelijke verkiezing, met meer dan 100 miljoen stemmen, is bijna onmogelijk te stelen, maar het kiesmannencollege maakt dit mogelijk. Het kiesmannencollege zou moeten worden afgeschaft maar dit is bijna onmogelijk omdat hiervoor een grondwetswijziging nodig is die de instemming van 38 van 50 staten heeft.

Een andere wet die buitenproportioneel veel zwarten en latino’s treft is dat, op twee uitzonderingen na, alle staten iedereen die tot een jaar of langer aan gevangenisstraf is veroordeeld tijdelijk of permanent het stemrecht ontnemen. Zwarte mannen worden zeven keer zo vaak veroordeeld als het gemiddelde, zwarte vrouwen vier keer zo vaak, vaak voor geweldloze drugsdelicten. Met betrekking tot crack werden straffen uitgedeeld die 100 keer zo zwaar zijn als in verband met andere drugs – nu is dat nog 18 keer zo zwaar maar veroordelingen uit het verleden worden niet herzien.

De VS is het enige land ter wereld waar een dergelijke procedure routine is. In 11 staten verliezen mensen veroordeeld tot een jaar of langer hun kiesrechten en in sommige staten moeten mensen een applicatieproces doorlopen om deze rechten hersteld te krijgen. In Arizona wordt mensen die voor de tweede keer tot meer dan een jaar worden veroordeeld permanent hun kiesrecht ontnomen, in Virginia mogen mensen veroordeeld vanwege een drugs- of geweldsdelict vijf jaar lang niet stemmen. Meer dan 4,7 miljoen Amerikanen, meer dan twee procent van de volwassen bevolking, is het stemrecht ontnomen. Dit heeft natuurlijk niet alleen voor deze individuen gevolgen, het verzwakt de vertegenwoordiging van regio’s waar voormalige gevangenen wonen.

Elke tien jaar worden er nieuwe censuscijfers bekend gemaakt en trekken de overheden van de staten nieuwe grenzen voor verkiezingen voor het congres en de regionale vertegenwoordiging. Vanaf de geboorte van de VS was dit voor de regerende partij een manier om de eigen positie te versterken. Er werd zelfs een woord voor geïntroduceerd; ‘gerrymandering’, het veranderen van de grenzen van kiesdistricten om een bepaalde partij te bevoordelen. Dit kan door bijvoorbeeld zoveel mogelijk kiezers van een bepaalde partij in een regio te concentreren om hun invloed op andere regio’s te verminderen of door een bepaalde groep kiezers juist te verdelen over verschillende districten zodat hun aandeel kleiner wordt. Sinds 2010, toen in een aantal staten de Republikeinen wonnen, woedt er een politiek gevecht over de grenzen van kiesdistricten en wijzigingen in het belang van de zittende machthebbers.

Het wijzigen van de grenzen van kiesdistricten heeft vooral gevolgen voor minderheden. In sommige staten zijn zwarten en latino’s bijvoorbeeld geconcentreerd in bepaalde districten: dit verzekert hen van invloed op enkele zetels maar maakt het moeilijker om invloed te hebben op de algemene uitslag. In andere gevallen zijn minderheden verdeeld en wordt hun kans op politieke vertegenwoordiging geminimaliseerd. Burgerrechtenorganisaties hebben alternatieve grenzen voorgesteld en hebben zelfs rechtszaken hierover aangespannen. In Michigan werden grenzen gewijzigd om een district waarin zwarte kandidaten altijd op twee zetels konden rekenen op te delen.

Een levendige democratie zou het recht om te stemmen uit willen breiden. Al voordat zij landelijk het kiesrecht wonnen, stemden vrouwen vaak in regionale verkiezingen. Waarom worden niet alle inwoners in ieder geval bij de lokale overheid betrokken? Deelname aan en groei van het politieke proces zouden het doel moeten zijn, niet dit perverse proces waarin slechts een krappe derde van het electoraat een stem uitbrengt. Paul Weyrich, oprichter van rechtse denktanks als de Heritage Foundation en de American Legislative Exchange Council, is echter een andere mening toegedaan; ‘Ik wil niet dat iedereen stemt. Verkiezingen worden niet gewonnen door een meerderheid van de mensen. Niet in het begin van ons land en nu niet. Onze invloed op de verkiezingen gaat eerlijk gezegd omhoog naarmate minder mensen stemmen’.

Wie komt in de media?

Al deze mechanismen worden nog versterkt door het Amerikaanse tweepartijensysteem waaraan twee ‘kapitalistische’ partijen deelnemen. Door dit systeem is de druk om voor het ‘mindere kwaad’ te stemmen erg groot – maar vaak heeft dit mindere kwaad eenzelfde neoliberale agenda. Andere partijen wordt verweten ‘stemmen af te pakken’ en genegeerd in de media.

Een uitbreiding van het verkiezingsproces zou ook moeten betekenen dat kiezers beslissen over kwesties, niet alleen over kandidaten. Dat zou andere politieke partijen meer ruimte geven en de grote meerderheid van de Amerikanen de kans geven een partij te vormen die voor hun belangen opkomt. Zo’n proces zou een einde maken aan het financieren van verkiezingscampagnes door bedrijven en standpunten aan bod laten komen in de media. Er zou de reële mogelijkheid moeten zijn vertegenwoordigers terug te roepen als ze hun achterban niet dienen en in plaats van een winner takes all systeem zouden we bijvoorbeeld een systeem met getrapte uitslagen kunnen hebben. Dan zouden kiezers op kandidaten kunnen stemmen die echt hun mening verkondigen.

Nog beter zou proportionele vertegenwoordiging zijn waarin een breed scala aan standpunten vertegenwoordigd is. Het idee hierachter is dat groepen vertegenwoordiging naar mate van hun invloed in de maatschappij verdienen, in tegenstelling tot het alles of niets principe dat we nu hebben. Maar het doorbreken van het monopolie van de twee partijen is niet in het belang van de machthebbers en zal niet makkelijk gebeuren.

Recent tekenden de gouverneurs van Wisconsin, Ohio, Indiana en Michigan wetten ontwikkeld door rechtse denktanks. De meest ondemocratische is er een in Michigan die de gouverneur het recht geeft om een ‘nood manager’ aan te stellen om een regio die in financiële problemen zit te besturen. Omdat veel mensen hun hypotheek niet meer kunnen betalen en hun huis kwijtraken zijn inkomsten uit onroerendgoedbelasting gedaald en de federale en regionale steun aan veel steden is zwaar gekort. Hierdoor verkeren bijna alle gemeentes in Michigan in zwaar weer. Zo’n nood manager heeft het recht collectieve arbeidsovereenkomsten aan te passen of af te wijzen, publieke diensten uit te besteden, eigendommen te verkopen, uitbetaling van salarissen te bevriezen, verkozen officials te schorsen en verkozen organen op te heffen. Met andere woorden; zo’n manager heeft dictatoriale bevoegdheden.Gouverneur Rick Snyder heeft al dergelijke managers aangesteld in Benton Harbor, Ecorse, Flint en Pontiac en in Detroit is op deze manier besloten dat het gemeentebestuur ondergeschikt is aan een speciale financiële toezichthouder. Meer dan de helft van de zwarte bevolking heeft op het lokale niveau geen invloed meer.

Voorstanders van dit systeem maken Detroit en andere voormalige industriesteden als Flint en pontiac zwart; die zouden niet goed omgaan met hun geld en de verkozen vertegenwoordigers zouden onverantwoordelijk en corrupt zijn. En natuurlijk is er veel corruptie, zo zit het systeem in elkaar. Het probleem is structureel: steden zijn verwaarloosd terwijl het defensiebudget groeit en staten minder inkomsten toekennen aan gemeentes.

Door middel van noodmanagers wordt geprobeerd lokale overheidstaken te privatiseren en uit te besteden, en een einde te maken aan publieke voorzieningen. Dit betekent een verdere groei van de invloed van machtige bedrijven, ten koste van de bevolking. Maar wat we nodig hebben is juist een uitbreiding van democratie, voor het beschermen van de belangen van de Amerikaanse 99 procent.

 

* Dianne Feeley werkte in een autofabriek en woont in Detroit. Ze is lid van de Amerikaanse socialistische organisatie Solidarity.

 

Dit artikel verscheen eerder op de website van Solidarity. Nederlandse bewerking: redactie Grenzeloos.

 

Naar boven