Agenda

Geen geplande activiteiten.

Populair

Massaal verzet tegen de soberheid in Groot-Brittanië, Portugal en Spanje PDF Print Email
Geschreven door SAP-Web op donderdag, 08 december 2011
Nu ook de Belgische arbeidersbeweging eindelijk opnieuw wakker lijkt te worden, blijft het nuttig ook over de landsgrenzen te kijken. Ook elders in Europa blijft er immers massale strijd tegen de draconische besparingen waarmee de werkende klasse overal geconfronteerd wordt. Zo kende Groot-Brittannië op 30 november de grootste staking sinds 1979, met meer dan 2 miljoen deelnemers. De stakers, hoofdzakelijk mensen uit de overheidsdiensten, het onderwijs, enz. kwamen vooral op straat tegen de aanval op het pensioenstelstel, maar protesteerden ook tegen de rest van het besparingsbeleid van de conservatief-liberale regering. Ook in Portugal brak de algemene staking op 24 november alle records. Tenslotte kijken we ook naar Spanje, waar afgelopen jaren duizenden mensen op straat moesten... omdat ze hun huis kwijt raakten, en waar  zo een sociale beweging van “nieuwe daklozen” geboren is. Al deze stakingsacties en protesten tegen grotendeels gelijkaardige aanvallen op onze sociale verworvenheden roepen eigenlijk één grote vraag op: waar wachten de Europese vakbonden, met hun tientallen miljoenen leden, eigenlijk op om samen, gecoördineerd en gelijktijdig in actie te komen? Hun macht, onze potentiële macht, zou de krachsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal, tussen de 99% en de 1%, drastisch kunnen omgooien in het continent... 

Groot-Brittannië: Miljoenen gaan de strijd aan tegen de Tories

Door de redactie van Socialist Worker

30 November was een historische dag in Groot-Brittannië. In de grootste staking sinds 1926 traden Britse arbeiders naar voren in de politieke arena. Meer dan tweeënhalf miljoen mensen staakten, en haalden zo het Griekse voorbeeld naar West-Europa.

Deze massale staking was tot nu toe de grootste klap voor een regering die de arbeiders wil laten opdraaien voor de crisis van het kapitalisme. In enorme bijeenkomsten, in dorpen en steden door het hele land, kwamen arbeiders samen om te protesteren tegen de bezuinigingen.

Meer dan een half miljoen stakers demonstreerden, waaronder zo'n 10.000 in Dundee, 20.000 in Bristol en 50.000 in Londen. De stakingsposten (picketlines) waren solide, goed bezet, optimistisch en vastberaden. Allerlei mensen die essentiële diensten draaiende houden, namen deel aan de strijd, van doodgravers tot chiropodisten.

De staking startte op het vroegste moment dat mogelijk was. Zo’n 50 vakbondsleden bij het Bristol Royal Infirmary luidden de 30ste november in door om middernacht de staking te beginnen.

Bij de ambulancepost in Homerton, Londen, stond al vroeg op de ochtend een vuurkorf klaar de stakers warm te houden. Het hele gebouw was bedekt met zelfgemaakte borden en vlaggen. Binnen waren arbeiders bezig de laatste hand te leggen aan een nieuw spandoek.

Kath Jennings, een paramedicus in Homerton vertelde: ‘de eerste dienst legde om middernacht het werk neer. Ik wist niet zeker of ze het zouden doen, maar het is een solide 24-uursstaking geworden. De persoon die onze theeclub organiseert, had zo veel eten meegenomen dat je zou denken dat we maanden gingen staken.’

De dag was vol woede, maar ook humor. In Manchester waren meer dan 50 pickets, en sympathisanten verzamelden zich bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg in Chorlton. De “1 Percent Vampires”, een lokale jeugdtheatergroep, voerde een toneelstuk op. “We zijn hier om het bloed uit de 99 procent te zuigen”, verklaarden ze terwijl ze langs de pickets liepen en vakbondsleden “beten”.

Bij het Institute of Education in centraal Londen zetten stakers een “bowlen voor pensioenen”-spel op, waar kegels werden omgegooid met de gezichten erop van ministers.

Paniek

De mainstream media waren enigszins in paniek, en wisten niet goed hoe ze moesten reageren. Na eerst wekenlang de kans op stakingen te negeren of weg te wuiven, werden de stakers veroordeeld. Tenslotte probeerden ze wanhopig de hele dag te bagatelliseren door een lage opkomst te claimen. Maar de werkelijkheid van de stakingsposten vertelde een heel ander verhaal. Bij de Manchester Royal Infirmary stonden er 200 mensen op 17 pickets, en dat was op alleen die ene lokatie.

In elk dorp en iedere stad waren er voorbeelden van solidariteit tussen de mensen die samen een vuist maakten tegen het gehate Tory-beleid. Op het Bradford College brachten studenten thee en koffie mee voor hun stakende docenten. “Jullie hielpen in de strijd voor onze studiebeurzen, dus wij helpen jullie vechten voor jullie pensioenen”, zeiden de studenten Piers en Milan. “Jullie strijd is onze strijd.”

Jackie Applebee, een arts in oost-Londen vertelde: “Stakers van de Central Foundation Girls School, Phoenix School en de Connexions jeugddienst bundelden hun krachten met sympathisanten van drie lokale artsenpraktijken. Ongeveer 50 van ons gingen de straat op en liepen naar Whitechapel, waar we gezelschap kregen van de stakers van de Queen Mary universiteit. We organiseerden een spontane bijeenkomst bij het Royal London ziekenhuis, liepen toen door de stad naar het Occupy London-kamp bij de St. Paul kathedraal, en toen door naar de Londense demonstratie.”

Het Unison-kantoor in Kirklees moest dinsdag doorwerken tot laat in de nacht om 74 last minute ingevulde lidsmaatschapsformulieren te verwerken. ’s Ochtends zagen stakers met plezier dat een groep stakingsbrekers hun gebouw in Huddersfield niet in kon. Een human resources manager probeerde voor hen de deuren te openen, maar kon het alarm niet uitschakelen.

Een aantal vakbondstradities werden in ere hersteld. In Salford blokkeerden zo'n 50 arbeiders het Turnpike House afvaldepot. En geen enkele vuilniswagen verliet de opslag.

Goed begin

Een vuilnisophaler, actief voor Unison, zei: “we bereiden ons al weken op deze stakingen voor, en het was de moeite waard. We hebben een heleboel leveringen geblokkeerd.” In Telford sloten vuilnisophalers van het particuliere bedrijf TWS zich aan bij de vakbond Unison zodat ze konden staken, en weigerden de picketline te doorbreken. Overal waren arbeiders woedend over de leugens die de regering verspreidde over de staking. Luana Avegliano, een PCS-lid, was bij de stakingspost op Downing Street.

Ze vertelde: “Ik werk voor het Cabinet Office, dus Francis Maude is onze minister. Gisteren gaf ik hem een flyer en vroeg ik hem waarom hij nog steeds de leugen verspreidt dat onze pensioenen onbetaalbaar zouden zijn.” Stakende koks postten bij het House of Commons, onder wie Nick, een lid van de GMB vakbond. “De meesten van ons werken hier al meer dan 25 jaar.Er is een hele goede respons op de stakingsoproep. Maar 15 van de 80 chef-koks werken vandaag, wat betekent dat parlementsleden vandaag geen eten krijgen.”

Owen, een leraar van de vakbond NASUWT in Southwark drukte zijn woede uit over de regering: “Al die ministers die op televisie lopen te liegen zijn ronduit walgelijk’, vertelde hij, ‘we moeten tegen ze vechten.” De overtuiging heerste dat deze staking geen eenmalige actie zou zijn. Mensen benadrukten dat op 30 november andere stakingen moeten volgen. “Het is belangrijk dat dit niet het einde van de campagne is,” vertelde Alison, een gemeenteambtenaar uit Fife. “Ik ben een dagloon misgelopen en ik vind het niet erg om meer te verliezen, zolang we maar echt vechten en een echte kans hebben om te winnen. Het heeft geen enkele zin om halverwege te stoppen!é

Zoals Unison-lid Pól Ó’Ceallaigh het uitdrukte op de traptreden van het stadhuis van Oxford: éEén dag zal niet de overwinning brengen, we hebben effectieve actie nodig – elke keer weer.”


Vertaling door Matthias van Trigt. Dit artikel verscheen eerder op socialisme.nu

 


Portugal: stakers weigeren te betalen voor crisis

Door Joao Romao

Volgens cijfers van de vakbonden ging op 24 november niet minder dan de helft van de Portugese arbeiders in staking. Deze staking kwam slechts vier maanden na de landelijke verkiezingen en werd georganiseerd door de belangrijkste Portugese bonden. Aan het einde van de dag trok een massale demonstratie met tienduizenden mensen door Lissabon naar het parlement.De staking was het antwoord van Portugese arbeiders op het begrotingsvoorstel voor 2012.                                                

De regerende partij in Portugal is de PSD, de Sociaal-Democratische Partij: de naam is misleidend, dit is een rechtse partij. Durão Barroso, president van de Europese Commissie, is er lid van en in het Europarlement maken ze deel uit van de Europese Volkspartij waar ook de CDA Europarlementariërs deel van zijn. Hiervoor werd Portugal acht jaar lang geregeerd door de Socialistische Partij, een partij die wel voortkomt uit de sociaaldemocratische traditie maar in navolging van bijvoorbeeld Tony Blair of de Griekse ex-premier Papandreou een neoliberaal beleid voerde van privatiseringen van openbare diensten en het deregulariseren van de arbeidsmarkt en de financiële sector.

Tegen het einde van hun regeerperiode tekende de SP een verdrag met het Internationaal Monetair Fonds, de Europese Centrale Bank en de Europese Commissie (de ‘trojka’) dat Portugal verplichte tot strenge bezuinigingen, verdere privatiseringen en een verdere liberalisering van de arbeidsmarkt. Dit akkoord werd gesteund door PSD die spoedig daarna de verkiezingen zou winnen. Als tegenprestatie kreeg Portugal een lening van 76 miljard euro tegen 35 miljoen rente. Van elke zeven euro’s die Portugal leende gaat er een naar de banken. De internationale en lokale pers noemt dat ‘hulp’. Maar deze maatregelen zullen niks doen om problemen veroorzaakt door de overheidsschuld op te lossen maar nekken wel voor jaren, zo niet decennia, de kans op economisch herstel.

Structurele zwaktes

De Portugese economie gaat gebukt onder structurele problemen waar niks aan gedaan wordt. Het land industrialiseerde relatief laat en specialiseerde in producten met lage technische vereisten, zoals textiel en schoenen, die het vooral moesten hebben van hun lage prijs. De laatste decennia heeft Portugal grote moeite gehad op te boksen tegen internationale concurrentie. Veel van deze sectoren zijn zowat vernietigd en de werkloosheid is dan ook toegenomen. En dit in een land met een zwak sociaal vangnet dat pas na de April Revolutie in 1974 vorm kreeg.

De zwakke Portugese verzorgingsstaat wordt nu bedreigd door de bezuinigingsmaatregelen, ook al had de regering wel 550 miljoen over om een bank te redden die een paar maanden later voor slechts 40 miljoen euro verkocht werd (de Banco Português Negócios, BPN). Deze bank ging failliet onder de leiding van enkele personen met nauwe banden met de regerende PSD; enkele van hen waren zelfs leden van de regering toen PSD-er Aníbal Cavaco Silva, nu president, premier was. José Oliveira e Costa, ook PSD-lid, was de voorzitter van BPN tussen 1997 en begin van 2008 en zit nu vast op verdenking van het witwassen van geld, fraude, belastingontduiking en andere vormen van corruptie. Ook het huidige bestuur van de bank staat dicht bij de regeringspartij. Cavaco Silva profiteerde zelf: hij kocht aandelen van de bank tegen voor veel minder dan hun normale marktprijs.

De bezuinigingen betekenen een zware klap voor de koopkracht van de Portugezen en het lijkt er niet op dat de binnenlandse markt veel kans op economische groei zal bieden. De Portugese markt heeft erg veel moeite internationaal te concurreren. Ten eerste is de Portugese economie zoals gezegd weinig technisch ontwikkeld. Een tweede probleem is dat Portugal deel uitmaakt van de Eurozone: de dure Euro maakt Portugese producten weinig aantrekkelijk voor de export en EU regels maken het onmogelijk om de waarde van de Euro naar beneden bij te stellen. Volgens cijfers van de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) werkten Portugese arbeiders gemiddeld 1714 uur in 2010 (ter vergelijking: Nederlandse arbeiders werkten gemiddeld 1377 uur).

De overeenkomst tussen de trojka en de Portugese regering, met steun van de twee grootste partijen, was het gevolg van voortdurende moeilijkheden van de Portugese economie om aan krediet te komen. De financiële markten zijn huiverig krediet te verstrekken aan een zo zwakke, zelfs stagnerende economie en vanwege de stijgende Portugese schulden. De Portugese economie raakte nog dieper in de moeilijkheden als gevolg van opeenvolgende afwaarderingen van de Portugese staat en banken door de internationale kredietagentschappen. Hierdoor moesten de Portugezen steeds hogere rentes gaan betalen.

Slechts een dag voor de algemene staking werd de Portugese kredietwaardigheid weer afgewaardeerd, een gevolg van nieuwe prognoses voor de ontwikkeling van het Portugese BNP dat in 2011 naar verwachting met drie procent zal dalen. De bezuinigingsmaatregelen waren mede ingegeven door de afwaardering van de Portugese kredietwaardigheid maar nadat deze werden ingevoerd zonk de beoordeling nog verder. De Portugese economie is gevangen in een vicieuze cirkel.

De geplande begroting voor 2012 stelt bezuinigingen voor die nog verder gaan dan die afgesproken werden met de trojka. Onder andere energiemaatschappijen, de gezondheidszorg en televisie dienen te worden geprivatiseerd en de loon- en consumptie belastingen gaan omhoog, inclusief belastingen op dagelijkse benodigdheden en diensten als voedsel en elektriciteit. Vervoer wordt duurder en iedereen moet elke dag meer dan een half uur langer werken zonder daar betaald voor te krijgen. Ook komt er een einde aan de twee extra maanden die Portugese arbeiders nu nog krijgen (in plaats van 14 nog maar 12 uitbetalingen, het minimumloon is 475 euro, het gemiddelde loon van een Portugese arbeider ligt onder de 900 euro).

Er komen echter geen hogere winstbelastingen. Niet in staat om de waarde van de valuta aan te passen, komt de Portugese economie terecht in een proces van ‘interne devaluatie’; hogere werkloosheid en meer armoede en sociale uitsluiting om zo de kosten van productie te drukken.

Onvrede en perspectiefloosheid

Het succes van de stakingsoproep laat duidelijk het verzet tegen deze plannen en de gevolgen ervan zien. Het werkloosheidcijfer staat nu op 13 procent (boven de 30 procent voor jongeren), hoger onderwijs wordt steeds minder toegankelijk en het aantal daklozen stijgt. Het algemene gevoel van hopeloosheid voedde het grootschalige protest tegen een nog maar pas verkozen regering. Het beleid van deze regering is er slechts op gericht de schuld te verminderen maar het biedt geen perspectief voor het ontwikkelen van de economie of manieren om de negatieve sociale gevolgen van de bezuinigingen te compenseren.

De staking vond plaats slechts een maand na zeer grote betogingen in verschillende steden op 15 oktober. Alleen al in Lissabon gingen toen meer dan 100.000 mensen de straat op. Toch verloor links in de laatste verkiezingen; het Links Blok kreeg slechts vijf procent van de stemmen (in 2009 was het nog negen procent) en de Portugese Communistische Partij (een traditioneel Communistische partij met een sterke invloed in de vakbeweging) viel terug van 10 naar 7 procent. Links faalde duidelijk in het presenteren van een overtuigend alternatief. Een voorbeeld van het gebrek aan linkse visie: nog geen enkele partij heeft voorgesteld de betaling van de buitenlandse schuld op te schorten, zoals recentelijk gebeurde in IJsland of tien jaar geleden in Argentinië. Onder de bevolking groeit de onvrede en het protest maar het politieke systeem biedt geen oplossingen.

 


Spanje staat op straat

Door Ana del Barrio

Duizenden gezinnen moeten vanwege werkloosheid, de geknapte onroerend goedbel en te gemakkelijk verstrekte kredieten, hun huizen verlaten. Een crisissyndroom dat niet alleen zijn weerslag heeft op Spanje zelf, maar ook op een systeem dat nodig hervormd moet worden.

Het zijn geen bedelaars, verslaafden of illegalen. Het aantal ‘daklozen’ blijft toenemen in Spanje. Ze hebben hun baan, hun huis, meubels, hun illusies en hun hoop verloren. Ze zitten tot het eind van hun leven in de schulden.

Paradoxaal genoeg is het feit dat ze hun huis kwijt zijn, niet het ergste, dat is wat erna komt. "Ik ben ertoe veroordeeld tot het eind van mijn leven niets meer te mogen bezitten", klaagt Elena Parronda, in gezelschap van haar echtgenoot in het appartement dat ze op het punt staan te verliezen in Meco, aan de rand van Madrid. "Ik zal geen salaris meer kunnen ontvangen, geen telefoonabonnement meer kunnen afsluiten, geen auto kunnen kopen, en geen huur kunnen betalen."

Het enige vergrijp dat dit stel uit de middenklasse heeft begaan, is werkloos raken. De man van mevrouw Parronda had een goed salaris in de bouw, maar hij werd in november 2010 ontslagen. En op een dag kon deze vrouw van 42 haar vier kinderen niet meer te eten geven. Toen nam ze een moeilijk besluit: ze stopte met het aflossen van de hypotheek. "Op 11 februari had ik zelfs geen geld meer om brood te kopen. Met onze werkloosheidsuitkering van 1000 euro konden wij de hypotheek van 680 euro per maand niet meer betalen. Na de voors en tegens tegen elkaar te hebben afgewogen, zijn we gestopt met aflossen", legt Elena zelfverzekerd uit. Sindsdien leven Elena en haar man met de constante dreiging van uitzetting.

Armoede en sociale uitsluiting

"Op straat staan met twee minderjarige kinderen is geen lolletje", gaat ze verder. "Dat we de lening niet terugbetalen is geen gril, maar omdat we de middelen niet meer hebben. De banken zouden zich meer bewust moeten zijn van de situatie waarin de gezinnen verkeren. Ze blijven zo met duizenden lege woningen in hun maag zitten."

Het Platform voor slachtoffers van de vastgoedcrisis (PAH) kant zich tegen een systeem waarmee duizenden gezinnen worden veroordeeld tot armoede en sociale uitsluiting. "De banken voerden een roekeloos risicobeleid", bevestigt Rafael Mayoral, juridisch adviseur van het PAH. "Ze schatten de waarde van de woningen te hoog in, wat de debiteur de illusie gaf dat de waarde van zijn pand de lening dekte".

Wanneer de maandlasten niet langer betaald worden, wordt het huis geveild waarbij er begonnen wordt bij de waarde die er op de koopakte staat. In de meeste gevallen trekken deze veilingen geen kopers aangezien de prijs niet lager kan zakken dan onder de zeventig procent van de waarde van het verhypothekeerde pand bij een eerste toewijzing (zestig procent wanneer de bank het pand krijgt toegewezen). De financiële instelling behoudt zo het goed en het is vervolgens aan de bank om ervoor te zorgen dat de hypotheek wordt afgelost.

Bezit in rook opgegaan

Het komt vaak voor dat de uiteindelijke schuld van de lener zijn eerste schuld overstijgt, zelfs al is hij geen eigenaar van het huis meer. "De lener en degenen die borg voor hem staan zullen tot het eind van hun leven moeten terugbetalen", windt Mayoral zich op. "De veronderstelde solvabiliteit van het Spaanse financiële systeem berust op de afhankelijkheid van de debiteur van de financiële instelling, omdat wij onze huidige en toekomstige bezittingen moeten inzetten." Deze situatie is ook niet gunstig voor de banken omdat het beheer van onroerend goed nu eenmaal hun taak niet is.

Linio Samuel Moreno heeft de veiling van zijn huis aan den lijve ondervonden. Zijn bezit is in rook opgegaan, net als zijn droom om in Spanje, het ‘Eldorado van Europa’, te wonen. De Equatoriaan kwam in 2002 in Spanje aan. In 2006, toen al zijn papieren in orde waren, besloot hij de sprong te wagen en een huis te kopen in Valdemoro, aan de rand van Madrid.

Alles liep op rolletjes tot die dag in 2008, toen hij werkloos werd. Sindsdien is hij er niet meer in geslaagd langer dan vier maanden aan het werk te blijven. Hij sloeg eerst een maand hypotheek over, toen een tweede, en een derde... Hij probeerde te onderhandelen over nieuwe maandlasten, maar op 7 oktober ontving hij het gevreesde bericht van beslaglegging, waarin hij gesommeerd werd zijn huis te verlaten.

Onderzoek geëist naar manier waarop hypotheken worden verstrekt

"Om 10 uur 's ochtends stond de politie voor de deur om ons te vertellen da we moesten vertrekken", vertelt Lino met trillende stem. "Mijn vrouw hield me vast. Op hetzelfde moment werden we door de rechtbank gebeld met de mededeling dat we nog 3 maanden uitstel kregen, maar dat de meubels in beslag genomen zouden worden." Tegenwoordig huurt het echtpaar een appartement van de gemeente in Valdemoro, waarvoor ze 450 euro per maand betalen.

Van dit soort gevallen zijn er duizenden. Het PAH is van mening dat er op dit moment sprake is van een situatie van volledige onschendbaarheid, en eist dat er een onderzoek wordt gedaan naar de manier waarop hypotheken worden verstrekt. Volgens de organisatie grenst dat namelijk vaak aan oplichterij. "De hypotheken hebben geleid tot de kunstmatige prijsverhoging van een eerste levensbehoefte, een woning, en daar is iemand verantwoordelijk voor", verzekert Rafael Mayoral. "De slachtoffers moeten een schadevergoeding krijgen, niet de verantwoordelijken. Wij vragen om een wijziging van de wetgeving op leningen zodat het vastgoed kan worden overgedragen om het krediet af te lossen en de schuld voor eens en voor altijd wordt vereffend."


Dit artikel verscheen eerder in El Mundo (Madrid). Vertaling door presseurop .

 

Naar boven